Richtlijn 1989/370 - Wijziging van Richtlijn 83/129/EEG betreffende de invoer in de lidstaten van huiden van bepaalde zeehondejongen en daarvan vervaardigde produkten - Hoofdinhoud

officiële titel

officiële Engelstalige titel

Avis juridique important

|

Richtlijn 89/370/EEG van de Raad van 8 juni 1989 tot wijziging van Richtlijn 83/129/EEG betreffende de invoer in de Lid-Staten van huiden van bepaalde zeehondejongen en daarvan vervaardigde produkten

Publicatieblad Nr. L 163 van 14/06/1989 blz. 0037 - 0037

*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 8 juni 1989

tot wijziging van Richtlijn 83/129/EEG betreffende de invoer in de Lid-Staten van huiden van bepaalde zeehondejongen en daarvan vervaardigde produkten

(89/370/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 83/129/EEG (1), gewijzigd bij Richtlijn 85/444/EEG (2), inzonderheid op artikel 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in Richtlijn 83/129/EEG is bepaald dat de Lid-Staten de nodige maatregelen nemen respectievelijk handhaven om te verhinderen dat de in de bijlage bij die richtlijn vermelde produkten voor commerciële doeleinden op hun grondgebied worden ingevoerd;

Overwegende dat de geldigheidsduur van Richtlijn 83/129/EEG op 1 oktober 1989 verstrijkt;

Overwegende dat het Europese Parlement een schriftelijke verklaring heeft aangenomen waarin de onbeperkte verlenging van de geldigheidsduur van Richtlijn 83/129/EEG wordt bepleit;

Overwegende dat de te verwachten negatieve consequenties van het verstrijken van de geldigheidsduur van Richtlijn 83/129/EEG in het belang van alle betrokkenen moeten worden vermeden;

Overwegende dat de verlenging van de geldigheidsduur van Richtlijn 83/129/EEG een nuttige aanvulling vormt op de maatregelen die door de Canadese Regering zijn genomen om een eind te maken aan de commerciële jacht op zadelrobjongen (»whitecoats") en klapmutsjongen (»bluebacks");

Overwegende dat steeds meer twijfel rijst omtrent het effect van de niet traditionele jacht op de stand van de zadelrobbenpopulaties in het oostelijk deel van de Atlantische Oceaan, de Barentszzee en de Witte Zee, waar niet alleen de jacht een bedreiging vormt voor de bedoelde soort, maar ook vele dieren omkomen doordat het prooidierenbestand sterk is uitgedund en zij langs de kust van Noorwegen in netten verstrikt raken;

Overwegende dat de Commissie op 26 augustus 1983 een eerste verslag en vervolgens op 14 juni 1985 een aanvullend verslag bij de Raad heeft ingediend;

Overwegende dat de Commissie op 24 maart 1988 bij de Raad nog een verslag heeft ingediend;

Overwegende dat Richtlijn 83/129/EEG zodanig moet worden gewijzigd dat zij zonder beperking in de tijd van toepassing blijft,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2 van Richtlijn 83/129/EEG wordt vervangen door:

»Artikel 2

Deze richtlijn is van toepassing met ingang van 1 oktober 1983.".

Artikel 2

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 8 juni 1989.

Voor de Raad

De Voorzitter

• J. 

  L. SAENZ COSCULLUELA

• (1) 

  PB nr. L 91 van 9. 4. 1983, blz. 30.

• (2) 

  PB nr. L 259 van 1. 10. 1985, blz. 70.

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.