Waarom Keynes nu echt niet werkt

Met dank overgenomen van R.E. (Roald) van der Linde i, gepubliceerd op donderdag 16 augustus 2012, 11:00.

De VVD wil stevig bezuinigen. Maar waarom stimuleren we de economie niet door juist méér uit te geven? Dat is de kern van de theorie van John Keynes (1883-1946), die na de Tweede Wereldoorlog grote invloed had op het economisch denken. Dat wil zeggen: tot de jaren zeventig, toen de VS in een stagflatie terechtkwam die volgens Keynes’ modellen niet kon bestaan. Neo-Keynesiaanse politici in Nederland omarmen die modellen nu opnieuw. Vijf redenen waarom het grote potverteren niet gaat werken:

  • 1) 
    Als je je als land uit een crisis kunt spenderen, stond Griekenland er nu uitstekend voor. Het maakt nogal wat uit waaraan je het geld uitgeeft en onder welke voorwaarden.
  • 2) 
    Keynes is gericht op de korte termijn, in de veronderstelling dat je grillige pieken en dalen (‘erratic behavior’) in de totale vraag kunt dempen. Maar onze crisis heeft duidelijke oorzaken in de monetaire sfeer en duurt al vijf jaar.
  • 3) 
    De kredietcrisis is overgegaan in een soevereine vertrouwenscrisis. Al zouden we het willen, we hebben niet de luxe om ons begrotingstekort jarenlang te laten oplopen. Dat bleek al direct na de val van het kabinet, toen er onduidelijkheid was over de geplande bezuinigingen en de rente razendsnel opliep.
  • 4) 
    Nederland is een klein land met een zeer open economie. Extra overheidsuitgaven komen maar gedeeltelijk ten goede aan de Nederlandse economie - al is het wel solidair om de Duitse, Belgische en Britse economie te stimuleren.
  • 5) 
    Tegenover ‘meer uitgeven in slechte tijden’ staat ‘bezuinigen in goede tijden’. Dat laatste is geen politieke realiteit voor de partijen die pleiten voor meer uitgaven.

Wat wel werkt: hard bezuinigen en tegelijkertijd ruimte maken voor investeringen in de economische structuur. We praten dan over wetenschap & onderwijs, infrastructuur, een flexibele arbeidsmarkt en lagere belastingen. Aan de slag dus.