Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën voor het jaar 2013 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 33400 IX - Vaststelling begroting Financiën 2013.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën voor het jaar 2013 ; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 25-09-2012 |
Publicatiedatum | 25-09-2012 |
Nummer | KST33400IX2 |
Kenmerk | 33400 IX, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2012–2013
33 400 IX
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IX) voor het jaar 2013
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
Inhoud
pag. |
||
A. |
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL |
2 |
B. |
BEGROTINGSTOELICHTING |
5 |
1. |
LEESWIJZER |
5 |
2.1 |
DE BELEIDSAGENDA |
8 |
2.2 |
DE BELEIDSARTIKELEN (Financiën) |
19 |
Artikel 1: Belastingen |
19 |
|
Artikel 2: Financiële Markten |
30 |
|
Artikel 3: Financieringsactiviteiten publiek-private sector |
35 |
|
Artikel 4: Internationale Financiële Betrekkingen |
41 |
|
Artikel 5: Exportkrediet- en investeringsverzekeringen |
44 |
|
Artikel 6: Btw- compensatiefonds |
48 |
|
Artikel 7: Beheer Materiële Activa |
51 |
|
Niet-Beleidsartikelen |
||
Artikel 8: Centraal Apparaat Kerndepartement |
55 |
|
Artikel 9: Algemeen |
58 |
|
Artikel 10: Nominaal en Onvoorzien |
59 |
|
2.2 |
DE BELEIDSARTIKELEN (Nationale Schuld) |
60 |
Artikel 11: Financiering staatsschuld |
60 |
|
Artikel 12: Kasbeheer |
64 |
|
3. |
PARAGRAAF INZAKE DE BATEN-LASTENDIENSTEN |
66 |
4. |
BIJLAGEN |
76 |
4.1 |
RWT’s en ZBO’s |
76 |
4.2 |
Overzicht staatsdeelnemingen |
79 |
4.3 |
Budgettair overzicht interventies t.b.v. de financiële sector |
80 |
4.4 |
Lijst met afkortingen |
82 |
4.5 |
Begrippenlijst |
84 |
5. |
EVALUATIE- EN ONDERZOEKSOVERZICHT |
87 |
6. |
BIJLAGEN |
89 |
6.1 |
Bijlage inzake moties en toezeggingen |
103 |
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
De afwijkingen van de Comptabiliteitswet 2001 die in de wetsartikelen 5 tot en met 9 van deze begrotingswet worden doorgevoerd, zijn tijdelijke voorzieningen. De Tweede kamer is hiervan eerder op de hoogte gesteld (zie voor de desbetreffende kamerstukken de onderstaande artikelsgewijze toelichtingen). Deze tijdelijke voorzieningen zullen, zodra een nieuw kabinet is aangetreden, naar verwachting worden verwerkt in een structurele wijziging van de Comptabiliteitswet (de Zesde wijziging van de Comptabiliteitswet 2001).
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën voor het jaar 2013 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2013. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2013.
Met de vaststelling van deze wetsartikelen worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten van de begroting van de Nationale Schuld en van de departementale begroting van Financiën voor het jaar 2013 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de baten-lastendiensten Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf en Domeinen Roerende Zaken voor het jaar 2013 vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de diensten die een baten-lastenstelsel voeren.
Wetsartikel 5
Met dit wetsartikel wordt vooruitgelopen op een structurele wijziging van de Comptabiliteitswet 2001, waarbij de begroting van Nationale Schuld niet meer door middel van een separaat begrotingswetsvoorstel wordt vastgesteld, maar als onderdeel van het wetsvoorstel waarin ook de departementale begroting van het Ministerie van Financiën ter autorisatie wordt aangeboden. Hiermee wordt een administratievelastenverlichting gerealiseerd zonder dat er materieel sprake is van informatieverlies. Het voornemen hiertoe is al eerder met de Tweede Kamer besproken (Kamerstukken II,Kamerstuk 31 700 IXB, nr.3).
Deze gewijzigde begrotingspresentatie en -vaststelling werkt door in de presentatie van de beide jaarverslagen, in die zin dat de jaarverslagen van nationale schuld en het Ministerie van Financiën in één boekwerk zullen worden opgenomen. Omdat de jaarverslagen niet in de vorm van wetsvoorstellen aan de Staten-Generaal worden voorgelegd, hoeft de Comptabiliteitswet 2001 daarvoor niet te worden gewijzigd.
Een van de voorwaarden die de Tweede Kamer aan de integratie stelde was dat de Algemene Rekenkamer op de zelfde manier kan blijven rapporteren over de onrechtmatigheden en onzekerheden en hieraan op dezelfde wijze conclusies kan verbinden. De voorgestelde integratie voldoet aan deze voorwaarde en leidt ook niet tot wijziging van de tolerantiegrenzen die bij de controle worden gehanteerd. Door het opnemen van twee separate begrotingsstaten worden de tolerantiegrenzen namelijk niet verruimd, omdat de bedragen bij de begrotingsartikelen in die twee staten niet bij elkaar worden opgeteld.
De integratie leidt tot een administratieve lastenverlichting voor alle bij het begrotings- en verantwoordingsproces betrokken partijen (ministerie van Financiën, ministerraad, kabinet van de Koningin, Raad van State, Algemene Rekenkamer, Tweede Kamer, Eerste Kamer en de drukker van de kamerstukken), omdat er minder afzonderlijke wetsvoorstellen en jaarverslagen opgesteld hoeven te worden.
Wetsartikel 6
Met de vaststelling van dit wetsartikel wordt vooruitgelopen op een structurele wetswijziging van het Btw-compensatiefonds per 1 januari 2013 of 2014, die zal regelen dat het Btw-compensatiefonds geen begrotingsfonds meer is als bedoeld in de Comptabiliteitswet 2001 en dat er derhalve geen separate begroting meer hoeft te verschijnen. Hiermee wordt een administratieve lastenverlichting gerealiseerd zonder dat er materieel sprake is van informatieverlies.
Onderdeel c van dit wetsartikel – dat regelt dat voor de uitgaven van het Btw-compensatiefonds geen verplichtingen worden geraamd – heeft als doel te bewerkstelligen dat begrotingsartikel 6 van deze begroting comptabel op dezelfde wijze kan worden behandeld als de overige begrotingsartikelen in deze begroting. Dat houdt in dat er wel verplichtingen worden geraamd, maar voor de verplichtingenraming kan de regel verplichtingen=kas worden gehanteerd.
Wetsartikel 7
In het streven naar een vermindering van regeldruk en administratieve lasten binnen de overheid is de Tweede Kamer in 2006 op de hoogte gesteld van het voornemen tot het integreren van de Voorlopige Rekening in het Financieel Jaarverslag van het Rijk (Kamerstukken II, 2005/06, 29 949, nr. 55). In de praktijk is de Voorlopige Rekening de afgelopen jaren wel steeds naar de Kamer verzonden. In lijn met het eerdere voornemen tot het integreren van de Voorlopige Rekening in het Financieel Jaarverslag van het Rijk zal met ingang van het begrotingsjaar 2012 de Voorlopige Rekening niet langer afzonderlijk naar de Kamer verzonden worden. De wijzigingen van de begrotingen na de Najaarsnota, die tot nog toe in de Voorlopige Rekening werden gemeld, worden voortaan opgenomen in het Financieel Jaarverslag van het Rijk en via de slotwetten aan de Kamer voorgelegd: de afwijking van artikel 50 van de Comptabiliteitswet 2001 voor het jaar 2012 is geregeld in de eerste suppletoire begroting 2012 van het ministerie van Financiën. In de onderhavige begroting wordt dit geregeld voor het jaar 2013.
Wetsartikel 8
De aanvullingen en de afwijking van de Comptabiliteitswet 2001 die voor het jaar 2013 in dit artikel met betrekking tot verplichtingen-kasagentschappen worden doorgevoerd, vloeien voort uit de besluiten die het kabinet heeft genomen naar aanleiding van de evaluatie van het baten-lastendienstmodel. De Tweede Kamer is van die besluiten op de hoogte gebracht bij de brief van de Minister van Financiën van 25 augustus 2011 (Kamerstukken II, 2011/12, 28 737 nr. 21).
Een verplichtingen-kasagentschap is een nieuw type agentschap, dat nevengeschikt is aan een baten-lastenagentschap (in de huidige Comptabiliteitswet nog aangeduid als baten-lastendienst). Het is op termijn de bedoeling – in de nieuwe Comptabiliteitswet 201X, waarvoor een voorstel van wet thans wordt voorbereid, maar waarvan de indiening bij de Tweede Kamer pas op zijn vroegst eind 2013 te verwachten is – het begrip baten-lastendienst te vervangen door het begrip baten-lastenagentschap. De thans voor het jaar 2013 door middel van het onderhavige artikel geregelde aanvullingen en afwijking van de Comptabiliteitswet zullen vooruitlopend op die nieuwe Comptabiliteitswet wel al via de tussentijdse zesde wijziging van die wet structureel worden geregeld. Voor het instellen van een verplichtingen-kasagentschap dient hetzelfde instellingstraject te worden doorlopen als voor het instellen van een baten-lastenagentschap. Dit wordt geregeld in het eerste lid, onderdeel c. Dit instellingstraject, alsmede de nadere regels met betrekking tot verplichtingen-kasagentschappen, bedoeld in onderdeel d, en de voorwaarden die aan een kasreserve van een verplichtingen-kasagentschap kunnen worden gesteld (onderdeel e) zullen worden opgenomen in de Regeling agentschappen.
In de onderdelen f, g en h wordt geregeld dat voor verplichtingen-kasagentschappen in de begroting en in het jaarverslag in plaats van baten, lasten, kapitaaluitgaven en kapitaalontvangsten zullen worden opgenomen de financiële verplichtingen, de (kas)uitgaven en de (kas)ont-vangsten, zoals dat op grond van het verplichtingen-kasstelsel ook voor gewone departementale diensten het geval is.
Een kasreserve (onderdeel e) is een niet-geoormerkte, meerjarige budgettaire voorziening die een verplichtingen-kasagentschap op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën aanhoudt, bedoeld om jaarlijkse fluctuaties in de exploitatie op te vangen. De toevoegingen en onttrekkingen aan een kasreserve zullen, evenals dat het geval is bij een begrotingsreserve, als uitgaven en ontvangsten worden beschouwd. Dat wordt in het tweede lid geregeld.
De Minister van Financiën, J. C. de Jager
B. BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.LEESWIJZER
Welke budgettaire gevolgen heeft de kredietcrisis voor de Staat? Welke beleidsdoelstellingen worden nagestreefd op het gebied van de fiscaliteit, de financiële markten of op het gebied van de nieuwe financiële Staatsdeelnemingen? Hoe gaat de Staat om met roerende en onroerende zaken? In deze begroting wordt antwoord gegeven op deze en vele andere vragen. De begroting IX is opgebouwd uit negen beleidsartikelen met uiteenlopende beleidsterreinen en drie niet- beleidsartikelen. Deze beleidsartikelen weerspiegelen het gehele werkterrein van het ministerie van Financiën inclusief het beheer van de staatsschuld en het kasbeleid van het Rijk.
De beleidsartikelen voor Financiën zijn:
-
1.Belastingen
-
2.Financiële markten
-
3.Financieringsactiviteiten publiek-private sector
-
4.Internationale financiële betrekkingen
-
5.Exportkrediet- en investeringsverzekeringen
-
6.Btw- compensatiefonds
-
7.Beheer materiële activa
De niet- beleidsartikelen zijn:
-
8.Centraal apparaat kerndepartement
-
9.Algemeen
-
10.Nominaal en onvoorzien
De beleidsartikelen voor Nationale Schuld zijn
-
11.Financiering staatsschuld (transactiebasis)
-
12.Kasbeheer (transactiebasis)
De begrotingstoelichting is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 bevat de beleidsagenda, de beleidsprioriteiten en de begroting op hoofdlijnen. Ook wordt in hoofdstuk 2 op de beleidsartikelen en de niet- beleidsartikelen ingegaan, waarvan de budgettaire mutaties toegelicht worden in het verdiepingshoofdstuk (internetbijlage). In hoofdstuk 3 is de paragraaf inzake de baten- lastendiensten Domeinen Roerende Zaken en Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf opgenomen. Als bijlagen het budgettair overzicht interventies ten behoeve van de Financiële Sector, een lijst met staatsdeelnemingen en de bijlage ZBO’s en RWT’s opgenomen. Als laatste volgt de afkortingen- en begrippenlijst. Het begrotings- en algemeen financieel-economisch beleid wordt toegelicht in de Miljoenennota en komt beknopt aan de orde in de beleidsagenda.
Samenvoegen IXA en IXB
Per Ontwerpbegroting 2013 is gekozen om de begrotingen van de Nationale Schuld en Financiën samen te voegen. Bij het samenvoegen van de begrotingen komt het gehele beleidsterrein in één begroting terecht. Hierdoor kan ook in de beleidsagenda een completer beeld gegeven van alle speerpunten van de minister van Financiën. Dit sluit aan bij de inrichting van de Rijksbegroting naar de taken en verantwoordelijkheden van de ministers.
Financiering Staatsschuld en Kasbeheer
Vanaf 2013 behandelt deze begroting tevens de schuld van de Nederlandse rijksoverheid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de schuld die extern wordt gefinancierd, door bijvoorbeeld banken, beleggers en pensioenfondsen en de schulden of tegoeden die verschillende aan de schatkist gelieerde instellingen - via het geïntegreerd middelenbeheer -hebben bij het ministerie van Financiën. De schuld die extern wordt gefinancierd wordt in het artikel financiering staatsschuld behandeld (artikel 11). Het geïntegreerd middelen beheer wordt behandeld in het artikel kasbeheer (artikel 12). Beide artikelen worden middels een aparte begrotingstaat vastgesteld.
De begroting van de nationale schuld heeft twee specifieke eigenschappen die zijn vastgelegd in de CW. De eerste eigenschap is dat voor beide artikelen kas is verplichting geldt. Ten tweede wordt in afwijking van artikel 3, eerste lid van de CW, van rente-uitgaven en renteontvangsten van een jaar in de begroting van nationale schuld (artikel 11 en 12) niet verstaan de geldelijke betalingen en ontvangsten in dat jaar, maar de rentekosten onderscheidenlijk de renteopbrengsten die op transactiebasis aan een jaar worden toegerekend. Met de registratie van rente op transactiebasis voor de Nationale Schuld wordt aangesloten bij de Europese voorschriften van het ESR 1995 (Europees Stelsel van Rekeningen). Het ESR 1995 is de Europese methode om onder meer het EMU-saldo en het geharmoniseerde BNP (Bruto Nationaal Product) als grondslag voor de afdracht van de eigen middelen aan de Europese Unie te berekenen.
Kredietcrisis
Als gevolg van de kredietcrisis is door de minister van Financiën een aantal maatregelen getroffen om het vertrouwen in de financiële sector en de reële economie te herstellen. Dit heeft grote invloed gehad op deze begroting. In de bijlage financiële interventies in het kader van de kredietcrisis is daarom een overzicht van de getroffen maatregelen te vinden en de gevolgen voor het beleid toegelicht. In paragraaf 2.2.2 wordt dieper ingegaan op het beleidsterrein financiële markten. Het beleid over het fonds financiële structuurversterking, de deelneming in de ABN-Amro Group N.V. en de Illiquid Assets Back-up facility (IABF) is toegelicht in 2.2.3. In 2.2.4. zijn de verstrekte garanties voor het stabiliteitsmechanisme verwerkt en de lening aan Griekenland. De effecten van de kredietcrisis maatregelen op de staatsschuld zijn verwerkt in artikel 11.
Groeiparagraaf
Op 20 april 2011 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met een aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» (Kamerstuk 31 865, nr.26). De nieuwe presentatie moet leiden tot meer inzicht in financiële informatie, de rol en verantwoordelijkheid van de minister en moet een duidelijke splitsing tussen apparaat en programma laten zien.
De belangrijkste veranderingen zijn:
in deze begroting zijn alle begrotingsartikelen ingevuld volgens de nieuwe voorschriften, inclusief de aanpassing van de tabel Budgettaire gevolgen van beleid. Dit betekent dat voor 2013 budgettaire flexibiliteit is aangescherpt;
per artikel is aangegeven welke rol de minister heeft, deze kan bestaan uit regisseren, uitvoeren , financieren en stimuleren;
in de beleidsagenda is aan het eind een totaaloverzicht opgenomen van de beleidsdoorlichtingen,
aan deze begroting is tevens een lijst met staatsdeelnemingen toegevoegd.
2.1 DE BELEIDSAGENDA
2.1.1 Het werkterrein van het Ministerie van Financiën op hoofdlijnen
De minister van Financiën draagt de verantwoordelijkheid voor de voorbereiding en uitvoering van onder meer:
-
a)het algemeen financieel-economische en internationale financiële beleid
-
b)het begrotingsbeleid en doelmatig beheer van ’s- Rijks financiën
-
c)het financieringsbeleid
-
d)het fiscale beleid
-
e)het heffen, controleren en innen van de belastingen
-
f)het beheer van materiële eigendommen van het Rijk
Het begrotings- en algemeen financieel-economische beleid wordt toegelicht in de Miljoenennota en komt beknopt aan de orde in de beleidsagenda. Ook de belastingontvangsten worden toegelicht in de Miljoenennota.
De financiën van de decentrale overheden, waarvoor de minister van Financiën medeverantwoordelijk is, komen aan de orde in de Miljoenennota en in de begrotingen van het Gemeente- en Provinciefonds.
2.1.2 Beleidsagenda 2013
Gezien de demissionaire status van het kabinet dat deze begroting opstelt, is gekozen voor een sobere invulling van de beleidsagenda 2013, waarbij wordt ingegaan op de relevante ontwikkelingen die de begroting in financiële zin raken. In de artikelen wordt, zoals in andere jaren, de relevante financiële en beleidsinformatie die samenhangt met de voorgenomen uitgaven vermeld.
Huishoudboekje op orde
De belangrijkste bijdrage aan het huishoudboekje op orde brengen is voor het ministerie van Financiën drieledig. Als eerste ziet het toe op de uitvoering van de afspraken uit het regeerakkoord en aanvullend begrotingsakkoord waaronder de naleving van de begrotingsregels. Ten tweede wordt door het ministerie van Financiën zelf een bijdrage geleverd aan de bezuinigingen. De bezuinigingen worden vooral op het apparaat ingevuld. Een aanzienlijk deel van deze bezuinigingen slaat neer bij de Belastingdienst. Ten derde zal Nederland zich conform het regeerakkoord inzetten voor een substantiële vermindering van de afdrachten aan de EU.
2.1.3 Houdbare financiering van beleidsprioriteiten
Gezonde overheidsfinanciën zijn van essentieel belang. Sinds de tweede helft van 2011 zijn we geconfronteerd met nieuwe onzekerheden en tegenvallende economische ontwikkelingen. Nederland is opnieuw in een recessie terechtgekomen en voor de komende jaren wordt een lage economische groei verwacht. Als gevolg hiervan dreigden de overheidsfinanciën voor 2013 verder te verslechteren. In de ontstane politieke situatie hebben de fracties van VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie de handen ineen geslagen en een begrotingsakkoord voor 2013 gesloten dat het EMU-tekort terugdringt tot 3% bbp. Hiermee wordt koers gezet richting gezonde overheidsfinanciën en een versterking van de economie.
Voor het kabinet is het op orde brengen van de overheidsfinanciën één van de belangrijkste prioriteiten. Zonder ingrijpen dreigt de overheidsschuld verder op te lopen en wordt de rekening doorgeschoven naar volgende generaties. Structurele maatregelen voor de lange termijn zijn noodzakelijk om de overheidsfinanciën houdbaar te maken.
Op advies van de dertiende Studiegroep Begrotingsruimte heeft het kabinet Rutte-Verhagen afgesproken om in totaal € 18 miljard te besparen per 2015. Als gevolg van de verslechterde economische situatie zijn nog eens voor € 12 miljard aanvullende maatregelen genomen in het begrotingsakkoord 2013. Hiermee zijn we er echter nog lang niet.
De veertiende Studiegroep Begrotingsruimte adviseert, voor overheidsfinanciën die bijdragen aan stabiliteit en vertrouwen, een pakket aan maatregelen te nemen van € 20 miljard in de periode tot en met 2017.
Daarnaast heeft de Studiegroep geadviseerd de omvang en vormgeving van het lokaal belastinggebied nader te onderzoeken. Daarnaast is in overweging gegeven om het btw-compensatiefonds (BCF) af te schaffen.
Rechtmatigheid
Het is de verwachting dat het percentage rechtmatigheidsfouten op begrotingshoofdstukniveau binnen de gestelde tolerantiegrens van 1 procent blijft. De afgelopen jaren is dit ook ruimschoots gerealiseerd.
2.1.4 Sobere en effectieve EU-begroting
In 2013 zal Nederland zich inzetten voor een substantiële vermindering van de afdrachten aan de EU. Nederland streeft naar een sobere en effectieve begroting waarin duidelijke prioriteiten worden gesteld en waarbij de afdrachten evenwichtiger en transparanter worden verdeeld. De minister van Financiën zet zich in de Begrotingsraad in om dit standpunt in de jaarbegroting van de EU terug te zien, terwijl hij, tezamen met de minister president en de minister van Buitenlandse Zaken, zich ook inzet voor een voor Nederland gunstige ontwikkeling van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader van de EU voor de periode 2014–2020.
2.1.5 Robuuste financiële sector
De overheid wil dat de activiteiten van financiële instellingen gericht zijn op het leveren van betrouwbare dienstverlening aan burgers en bedrijven.
Met acceptabele en transparante risico’s, waarbij de kosten van overmatig risicovol gedrag niet worden afgewenteld op de belastingbetaler. De
overheid, toezichthouders en financiële sector voeren hiertoe onder meer de volgende hervormingen uit:
– versterking en verbreding toezicht;
– beter bestuur van financiële instellingen;
– aanscherping kapitaal- en liquiditeitseisen;
– consument meer centraal in financiële dienstverlening.
Daartoe zullen er in 2013 een groot aantal Europese richtlijnen en verordeningen geïmplementeerd dan wel uitonderhandeld worden, waaronder de regels rond kapitaal- en liquiditeitseisen (CRD IV, Solvency II en Omnibus II), regels omtrent markten voor financiële instrumenten (MiFID II), accountancy, hypotheken en witwassen.
In 2013 zal er ook aandacht uitgaan naar de versterking van het Europees toezicht, het macroprudentieel comité, de Commissie die onderzoek zal doen naar de structuur van de bancaire sector en het Europese crisisma-nagementraamwerk. Ook zullen de eerste ervaringen worden opgedaan met het provisieverbod, het toezicht op de productontwikkeling, de verbeterde vakbekwaamheidseisen en de eed/belofte financiële sector («bankierseed»).
2.1.6 Financieel beheer interventies financiële sector
Financiële Instellingen
Het beleid is gericht op een voortvarende, maar zakelijk verantwoorde exit uit de verschillende belangen en, in het bijzonder bij ASR Nederland en ABN AMRO, op de ondernemingsstrategie die de exit mogelijk moet maken. De minister heeft op 24 januari 2011 de hoofdlijnen van het exitbeleid naar de Tweede Kamer gestuurd. Samengevat is dit beleid gericht op een substantiële reductie van de belangen in de financiële sector, waarbij gestreefd wordt naar het recupereren van de nog uitstaande publieke middelen die zijn geïnvesteerd in ABN AMRO, ASR Nederland, ING en SNS REAAL.
De aandelen in ABN AMRO, ABN AMRO Preferred Investments en ASR zijn overgedragen tegen uitgifte van certificaten aan de Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI). De verwachting is dat in 2012 de aandelen RFS worden overgedragen. Tot die tijd voert NLFI al wel het beheer. NLFI zal de minister op basis van wet en statuten adviseren over de te volgen exitstrategie en vervolgens worden gemachtigd deze namens de minister uit te voeren. Naar verwachting zal NLFI in 2013 met een advies over de te volgen exitstrategie komen, waarin in ieder geval aan de orde komt of en wat de mogelijkheden zijn voor een exit in 2014. Het ministerie van Financiën zal dit advies bestuderen, waarna de minister vervolgens een volmacht kan verlenen aan NLFI om de exitstrategie uit te voeren. In 2013 wordt nog geen exit voorzien.
IABF en garantieregeling Interbancaire leningen Tijdens de kredietcrisis zijn verschillende kredietcrisismaatregelen ingesteld, waaronder de garantieregeling voor banken van € 200 miljard en de Illiquid Assets Back-up Facility (IABF), waarmee de Staat 80% van het risico op de Alt-A portefeuille heeft overgenomen van ING. Voor wat betreft de garantieregeling is reeds aangevangen met de exitstrategie. De regeling is niet verlengd en het is inmiddels mogelijk voor banken om gegarandeerde leningen terug te kopen uit de kapitaalmarkt. Van deze mogelijkheid is al door verschillende banken gebruik gemaakt. Ook voor de IABF zal worden bezien wat de mogelijkheden zijn ten aanzien van een exitstrategie.
2.1.7 Herstellen en bewaken stabiliteit eurozone
In 2013 zal het herstellen en bewaken van de financiële stabiliteit van de eurozone een belangrijk onderwerp blijven. De Europese schuldencrisis heeft aanleiding gegeven tot versterking en uitbreiding van afspraken omtrent economische beleidscoördinatie (o.a. door middel van een nieuw begrotingsverdrag tussen lidstaten van de EU). Daarnaast zal er aandacht zijn voor de vooruitgang in de lopende steunprogramma’s voor Spanje, Griekenland, Ierland en Portugal. Bij het herstel van financiële stabiliteit in de eurozone zullen de Europese noodfondsen, EFSF, EFSM en ESM, en het IMF een belangrijke rol spelen.
2.1.8 Fiscale Voornemens
Op 25 mei 2012 heeft het kabinet met de VVD, het CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie overeenstemming bereikt over het Begrotingsakkoord 2013. Dat programma strekt tot het structureel verbeteren van de overheidsfinanciën, het verstevigen van het vertrouwen van de financiële markten en het verder toekomstbestendig maken van de Nederlandse economie. Dit programma bevat ook een groot aantal fiscale maatregelen die deels in 2012, deels in 2013 in werking treden. Het merendeel van de fiscale maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 is uitgewerkt in het wetsvoorstel Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 dat op 4 juni 2012 aan de Tweede Kamer is gezonden. In dat wetsvoorstel zijn de volgende maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 opgenomen:
-
1.Btw-schuif – verhoging algemeen btw-tarief met 2% met ingang van 1 oktober
2012; – terugsluis btw-verhoging in 2013 (€ 1,5 miljard van de opbrengst) via maatregelen in de inkomsten- en loonbelasting, het kindgebonden budget en de zorgtoeslag.
-
2.Structurele verlaging tarief overdrachtsbelasting naar 2%
-
3.Vergroening
– aanpassing (verhoging) tarief energiebelasting aardgas;
– afschaffen vrijstelling kolenbelasting bij elektriciteitsopwekking;
– afschaffen rode diesel;
– niet afschaffen eurovignet;
– pakket heffingskorting groen beleggen (de regeling groenprojecten niet verder versoberen maar groen beleggen en groen financieren blijvend fiscaal te stimuleren met een heffingskorting van 0,7%, naast de bestaande vrijstelling ter waarde van 1,2% in box 3).
-
4.Diverse andere maatregelen – geen inflatiecorrectie inkomstenbelasting en loonbelasting in
2013;
– werkgeversheffingen hoge lonen en excessieve vertrekvergoedin-gen;
– niet invoeren werkbonus;
– aanpassing aftrek deelnemingsrente (Bosal-arrest);
– verlaagd btw-tarief podiumkunsten en kunstvoorwerpen per 1/7/2012;
– aanpassing btw-vrijstelling medische diensten;
– niet afschaffen belasting op alcoholvrije dranken;
– verhoging accijns op bier, wijn en gedistilleerde dranken;
– verhoging accijns op sigaretten en rooktabak (shag).
Het wetsvoorstel Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 is op 21 juni 2012 door de Tweede Kamer aangenomen en op 10 juli
2012 door de Eerste Kamer. Het is op 17 juli 2012 gepubliceerd in het Staatsblad.
Een deel van de maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 wordt opgenomen in het pakket Belastingplan 2013, voornamelijk in de vorm van afzonderlijke wetsvoorstellen die tegelijkertijd met het Belastingplan
2013 op Prinsjesdag aan het Parlement zullen worden aangeboden. In een afzonderlijk wetsvoorstel worden opgenomen: – de maatregelen die betrekking hebben op de herziening van de woningmarkt, zijnde de introductie van de eis dat de rente van nieuwe leningen die na 1 januari 2013 worden aangegaan alleen aftrekbaar is als de lening in maximaal 30 jaar en ten minste annuïtair wordt afgelost alsmede de afschaffing van de vrijstelling in Box 1 van de kapitaalverzekering eigen woning die na 1 januari 2013 wordt afgesloten;
– ter dekking van het structureel maken van de verlaging van het tarief van de overdrachtsbelasting naar 2%; de herziening van het fiscale regime voor de kosten van vervoer, houdende afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer en – ten behoeve van de zogenoemde bijtelling voor het privégebruik van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto – het aanmerken van de kilometers die met deze auto worden gemaakt in het woonwerkverkeer als privékilometers;
– de introductie van een verhuurderheffing, zijnde een heffing bij de verhuurder over de gezamenlijke WOZ-waarde van de verhuurde woningen.
2.1.9 Toezicht Belastingdienst
De Belastingdienst beoogt met zijn toezicht de mate waarin burgers en bedrijven vrijwillig hun verplichtingen nakomen (compliance) maximaal te vergroten. Onder compliant gedrag wordt verstaan dat de belastingplichtige zich registreert voor belastingplicht, tijdig, juist en volledig aangifte doet en tijdig op aangifte of aanslag betaalt. Het doel is het gedrag van burgers en bedrijven zodanig te beïnvloeden dat met de inzet van de beschikbare mensen en middelen een optimaal effect op de compliance wordt bereikt. De Belastingdienst kiest gericht welke handhavingsinstrumenten worden ingezet om het nalevingsgedrag van burgers en bedrijven te verbeteren en goed gedrag te ondersteunen. Dit proces heet handhavingsregie.
Bij de uitwerking van de handhavingsregie wordt gebruik gemaakt van het uitgebrachte advies van de Commissie Stevens. Deze onafhankelijke commissie werd ingesteld om het horizontaal toezicht te evalueren, daarbij mogelijke knelpunten en kwetsbaarheden te signaleren, alsmede voorstellen te doen voor de verdere ontwikkeling van horizontaal toezicht en voor de wijze van effectmeting. De Commissie komt tot de conclusie dat de Belastingdienst met horizontaal toezicht de juiste weg is ingeslagen. Wel stelt de Commissie vast dat horizontaal toezicht moet worden ingebed in een breder handhavingspalet aan instrumenten waarvan ook nadrukkelijk verticaal toezicht deel uitmaakt. Het rapport is op 27 juni 2012 in een algemeen overleg met de vaste Commissie voor Financiën besproken. De aanbevelingen van de Commissie Horizontaal Toezicht Belastingdienst (Commissie Stevens) zullen in het najaar van 2012 worden uitgewerkt. In het gebruik van effectindicatoren voor horizontaal toezicht wil de Belastingdienst in 2013 een volgende stap zetten.
De inzetbaarheid van de Belastingdienst kan niet los worden gezien van de taakstellingen. De Belastingdienst zal zijn doelen met minder middelen moeten realiseren. De taakstellingen worden deels ingevuld via efficiencymaatregelen en deels in de vorm van vereenvoudigde wetgeving waarmee een besparing op uitvoeringskosten wordt gerealiseerd. Daarnaast wordt door de Belastingdienst onderzocht met welke extra inspanningen de belastingopbrengst kan worden vergroot, zowel op het gebied van handhaving, als invordering.
2.1.10 Financiering Staatsschuld
De doelstelling, schuldfinanciering tegen zo laag mogelijk rentekosten onder acceptabel risico voor de begroting, is sinds 2008 vormgegeven met een 7-jaars gecentreerde portefeuille als benchmark. Op basis van de evaluatie uit 2011 is besloten hiermee door te gaan1. Wel zijn er vanaf 2012 afwijkingen van het risicoprofiel van de benchmark mogelijk. Hiervoor gelden twee randvoorwaarden. De afwijkingen mogen niet leiden tot meer risico en de afwijking moet inpasbaar zijn in de begroting. De benchmark borgt de transparantie over de afwijkingen. Immers, in de verantwoording worden afwijkingen ten opzichte van de benchmark in termen van risicoprofiel en kosten gerapporteerd.
2.1.11 Schatkistbankieren
In 2013 wordt verplicht schatkistbankieren zonder leenfaciliteit ingevoerd voor gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen. De tarieven die de partijen over hun liquide middelen en beleggingen ontvangen worden geharmoniseerd aan de inleentarieven van de Staat. Schatkistbankieren houdt in dat decentrale overheden de middelen die zij (tijdelijk) niet nodig hebben voor uitoefening van hun taken aanhouden in de Nederlandse schatkist. Schatkistbankieren zal daarom een verlagend effect hebben op de EMU-schuld. De verwachting is dat de effecten voor de EMU-schuld op termijn ca. 15–29 miljard (4 % bbp) kunnen zijn.
2.1.12 De begroting op hoofdlijnen
In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen inzicht gegeven in de samenstelling en ontwikkeling van de uitgaven op begrotingshoofdstuk IX (Financiën en Nationale Schuld). In dit hoofdstuk wordt onderscheid gemaakt tussen de uitgaven van de (niet)beleidsartikelen 1 tot 10 en de beleidsartikelen 11 en 12 welke op transactiebasis zijn.
Beleidsartikelen Departement Financiën
De totale uitgaven voor de artikelen 1 tot en met 10 bedragen ongeveer € 10,9 mld. Hiervan is € 3,0 mld. apparaat (incl. ZBO’s en baten-lastendienst; zie figuur 1) en de rest bestaat uit € 7,9 mld. aan programma-uitgaven (excl ZBO’s en baten- lastendienst; zie figuur 2). De apparaatsuitgaven voor de Belastingdienst wordt in artikel 1 toegelicht en voor het kerndepartement in artikel 8.
1 Zie hiervoor het rapport Risicomanagement van de Staatsschuld, evaluatie van het beleid 2008–2011 & beleid 2012–2015, Agentschap, Ministerie van Financiën, 2011 en de aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer, 32 000 IXA, nr. 5, vergaderjaar 2011–2012.
Grafiek 1: Verdeling Apparaat binnen Financiën (* € 1 000)
44.329—v ,—48.816
2.752.713
Belastingdienst BLD
Kerndepartement ZBO’s en RWT’s
Grafiek 2: Verdeling programma-uitgaven begroting IX Financiën 2013 (* € 1 000)
84.580
491.714
2.895.357
1.994.237
113.106
2.323.757
Belastingen |
Financiële markten |
■ Financieringsactivieiten |
Internationale financiële |
publiek-private sector |
betrekkingen |
Exportkrediet- en |
■ BTW-Compensatiefonds |
investeringsverzekering |
|
Beheer materiële activa |
De programma-uitgaven in totaal zijn € 7,6 mld. De grootste uitgaven zijn:
– Heffings- en Invorderingsrente € 0,5 mld. (artikel 1);
– Uitgaven voor de IABF van ongeveer € 2,0 mld. (artikel 3);
– Kapitaalstorting aan het ESM van € 1,8 mld. (artikel 4);
– Btw-compensatiefonds van € 2,9 mld. (artikel 6).
Grafiek 3: Niet-belastingontvangsten in € 1 000
176.786—! i—27.525 128.550-64.091-
176.748
5.201.977
Belastingdienst |
Financiële Markten |
Financieringen |
■ IFB |
□ EKV |
D Rijksvastgoed |
Apparaat |
Voor 2013 is € 6,7 mld begroot aan niet-belastingontvangsten. De
belangrijkste ontvangsten zijn (zie figuur 3):
– Heffings- en invorderingsrente € 0,5 mld. (artikel 1);
– Boetes en schikkingen en doorbelasten kosten vervolging € 0,3 mld (artikel 1); – Premies interbancaire leningen € 0,2 mld (artikel 2); – Ontvangsten IABF € 1,9 mld (artikel 3); – Winstafdracht DNB en Dividenden staatsdeelnemingen
€ 1,7 mld. (artikel 3).
Grafiek 4: Verleende garanties Financiën (* € 1 mld.)
40 18,2
35,4
14
97,8
14,7
63,7
Garanties interbancaire |
■ EFSF |
Overig |
leningen |
||
Internationale Financiële |
■ EKV |
|
Instellingen |
||
□ WAKO |
D ESM |
Om bepaald beleid te bewerkstellen heeft de minister van Financiën een aantal garanties verstrekt. De belangrijkste verleende garanties in 2013
zijn (het uitstaande risico, zie figuur 4):
– Garantiefaciliteit bancaire Leningen € 18,2 mld. (artikel 2);
– Garantie EFSF van ongeveer € 97,8 mld. (artikel 4);
– Garanties aan de IFI’s van ongeveer € 63,7 mld. (artikel 4);
– WAKO garantie van € 14,0 mld. (artikel 2);
– De Exportkredietverzekering voor ongeveer € 14,7 mld. (artikel 5); – Garantie aan het ESM van ongeveer € 35,4 mld. (artikel 4).
Hieronder is een totaaloverzicht van de ontvangsten en uitgaven van de begroting IX Financiën te vinden. De belastingontvangsten worden weergegeven als lijngrafiek.
Grafiek 5: Overzicht Uitgaven en Ontvangsten begroting IX Financiën
14 160
12
10
140
120
100
80
60
40
20
2011 2012 2013 2014 2015 2016
Uitgaven Ontvangsten
Belastingontvangsten
Toelichting
De hoge uitgaven in 2011 en 2012 worden veroorzaakt door de interventies op de financiële markten. De hogere niet-belastingontvangsten in 2011 t/m 2012 komen door de terugbetalingen in het kader van de financiële interventies (o.a. ING securities). De belastingontvangsten laten een stijgende lijn zien, meer informatie hierover is te vinden in de Miljoenennota.
Begroting op hoofdlijnen Nationale Schuld
In deze paragraaf wordt de verwachte staatsschuld aan het einde van ieder jaar weergeven, alsmede de daarbij behorende rentekosten. Het betreft de staatsschuld. De schuldtoerekening vanwege de IABF (Illiquid Asset Backup Facility met ING) en de EFSF (European Financial Stability Facility) zijn niet meegenomen. Deze worden verantwoord in artikel 3.
8
6
4
2
0
0
Grafiek 6: Overzicht Staatsschuld en Rentekosten artikel 11
400
350
300
250 200 150 100 50 0
_L_____________________
2009
2010
2011
2012
2013
10,1
10,0
9,9
9,8
9,7
9,6
9,5
9,4
9,3
9,2
9,1
9,0
Staatsschuld Artikel 11
Rentekosten
De omvang van de staatsschuld (artikel 11) ultimo 2013 bedraagt naar verwachting circa € 371 mld. De raming voor de rentekosten in 2013 bedraagt € 10,1 mld. De onderstaande tabel geeft ook de interne schuldverhouding met aan de schatkist gelieerde instellingen weer, zoals Rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s), Sociale Fondsen en ZBO’s.
Tabel 1: Kerncijfers ontwerpbegroting en |
realisaties (in mld. euro’s) |
||
2011 |
2012 |
2013 |
|
EMU-schuld Staatsschuld1 (artikel 11) Schuldverhouding met ABN AMRO Interne schuldverhouding (artikel 12) |
394 330
|
434 355
|
447 371
|
Rentekosten staatsschuld |
10,0 |
9,9 |
10,2 |
Rentekosten schuldverhouding ABNAMRO |
|
|
|
Rente kosten totaal (artikel 11) Rentekosten interne schuldverhoudingen (artikel 12) Rentekosten Totaal (artikelen 11 en 12) |
9,8
9,3 |
9,7
9,3 |
10,1
9,7 |
1 Exclusief de schuldtoerekening vanwege de IABF (Illiquid Asset Backup Facility met ING), en EFSF (European Financial Stability Facility). Deze worden verantwoord in artikel 3.
2.1.13 Beleidsdoorlichtingen
Beleidsdoorlichtingen: |
||||||
(realisatie)1 |
(planning) |
|||||
Artikel |
2010 2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 2017 |
Financiën
1 Belastingen2
Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering van die wet- en regelgeving zorgen ervoor dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de
Belastingdienst na te komen (compliance). U U
2 Financiële Markten
Beleid maken voor een stabiele werking van financiële markten, met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven. U U
3 Financieringen
Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen bij investeren in en verwerven,
afstoten en beheren van de financiële en materiële activa van de staat. U3 U
4 Internationale Financiële Betrekkingen
Een bijdrage leveren aan een gezond en welvarend
Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling. U U
5 Exportkredietverzekering
Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit. U
6 Btw-compensatiefonds
Gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s hebben de mogelijkheid om een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt hierin geen rol. U U
7 Beheer Materiële Activa
Een optimaal financieel resultaat bij het verwerven,
beheren, ontwikkelen en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen. U U U U U
Overig
Financieel en Economisch beleid van de overheid U U
Vastgoedbeleid
Nationale schuld
11 Financiering Staatsschuld
Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke rentekosten onder acceptabel risico voor de begroting U
12 Kasbeheer
Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd. U
Zie voor toelichting bij de realisatie het Jaarverslag 2011.
Belastingdienst en Fiscale Zaken
In 2012 wordt een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) uitgevoerd. Dit IBO vervangt de geplande beleidsdoorlichting.
3
2.2 DE BELEIDSARTIKELEN (Financiën) 2.2.1 Belastingen
A. Algemene doelstelling
Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering van die wet- en regelgeving zorgen ervoor dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance).
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister is verantwoordelijk en heeft een regisserende en uitvoerende rol op het terrein van de fiscaliteit. Daarbij gaat het om:
– de heffing en inning van de rijksbelastingen en douanerechten;
– de controle op VGEM-aspecten (veiligheid, gezondheid, economie en milieu) bij invoer, doorvoer en uitvoer van goederen;
– de heffing en inning van de premies werknemers- en volksverzekeringen;
– de heffing en inning van de inkomensafhankelijke bijdragen Zorgverze-keringswet;
– handhavingstaken op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit;
– de vaststelling en de uitbetaling van toeslagen;
– de heffing en inning voor derden van een aantal belastingen, heffingen en overige vorderingen.
Het beleid is gericht op een eenvoudig, solide en fraudebestendig belastingstelsel. Een belastingstelsel dat begrijpelijk is en dat de administratieve lasten voor burgers en bedrijven en de uitvoeringskosten voor de Belastingdienst waar mogelijk reduceert. Een belastingstelsel dat een solide belastingopbrengst oplevert, zonder willekeurige schommelingen. Een eerlijk belastingstelsel waarbij uitholling van de belastinggrondslag effectief kan worden bestreden zodat ieder zijn deel bijdraagt.
De minister bevordert, door inzet van de Belastingdienst, compliance door passende dienstverlening te leveren, massale processen juist en tijdig uit te voeren, adequaat toezicht uit te oefenen en waar nodig naleving bestuurs- of strafrechtelijk af te dwingen. De Belastingdienst stelt in zijn handelen burgers en bedrijven centraal en gaat uit van vertrouwen waar dat gerechtvaardigd is. De Belastingdienst stemt zijn handhaving af op houding en beweegredenen van burgers en bedrijven inzake naleving. Uit de instrumenten waarover de Belastingdienst beschikt, zal hij die kiezen die het meest bijdragen aan de compliance. Dit wordt handhavingsregie genoemd.
In het najaar van 2012 ontvangt de Kamer het plan tot versterking van toezicht en invordering (en de daarvoor benodigde investeringen) om per saldo meer belastingbaten in de schatkist te laten vloeien. Daarbij wordt ook aandacht geschonken aan de juistheid en volledigheid van belastingontvangsten (waaronder actuele informatie over het nalevingstekort).
De Belastingdienst meet van oudsher de houding van burgers en bedrijven ten aanzien van het voldoen aan fiscale verplichtingen en de 1 De Fiscale Monitor 2011 is te vinden op klanttevredenheid door middel van een set enquêtevragen in de Fiscale
www.belastingdienst.nl. Monitor1. Aan de geënquêteerden wordt onder meer gevraagd of zij belastingontduiking onaanvaardbaar achten, of zij de stelling onderschrijven dat zelf belasting ontduiken uitgesloten is, en of zij van mening zijn dat belasting betalen betekent iets moeten bijdragen.
C. Beleidswijzigingen
Er zijn voor 2013 geen beleidswijzigingen. Voor voorgestelde wijzigingen op fiscaal terrein wordt verwezen naar het Belastingplan 2013 en het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen.
D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel budgettaire gevolgen van |
beleid (x € 1000) |
||||||
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Verplichtingen |
3 528 988 |
3 348 205 |
3 244 427 |
3 114 399 |
3 039 745 |
3 010 581 |
2 968 287 |
Uitgaven (1) + (2) |
3 394 668 |
3 348 205 |
3 244 427 |
3 114 399 |
3 039 745 |
3 010 581 |
2 968 287 |
waarvan juridisch verplicht |
100% |
||||||
(1) Programma-uitgaven Waarvan: |
592 294 |
506 444 |
491 714 |
454 614 |
437 664 |
439 304 |
405 304 |
Rente Heffings- en invorderingsrente Rentevergoeding depotstelsel |
587 867 0 |
500 530 0 |
485 800 0 |
443 700 5 000 |
426 750 5 000 |
428 390 5 000 |
394 390 5 000 |
Bekostiging Proceskosten Overige programma-uitgaven |
3 365 1 062 |
3 536 2 378 |
3 536 2 378 |
3 536 2 378 |
3 536 2 378 |
3 536 2 378 |
3 536 2 378 |
(2) Apparaatsuitgaven |
2 802 374 |
2 841 761 |
2 752 713 |
2 659 785 |
2 602 081 |
2 571 277 |
2 562 983 |
Personele uitgaven waarvan: Eigen personeel waarvan: Inhuur externen |
2 064 865 1 943 260 121 605 |
2 005 831 1 889 439 116 392 |
1 932 189 1 819 286 112 903 |
1 897 773 1 786 786 110 987 |
1 876 739 1 766 948 109 791 |
1 875 740 1 765 949 109 791 |
|
Materiële uitgaven waarvan: ICT waarvan: Bijdrage SSO’s |
776 896 166 653 202 954 |
746 882 170 572 195 427 |
727 596 158 006 189 186 |
704 308 151 919 185 760 |
694 538 148 253 183 778 |
687 243 148 253 178 778 |
|
Ontvangsten (3) + (4) |
109 815 639 |
110 462 946 |
118 200 909 |
120 135 526 |
126 602 017 |
131 371 951 |
138 093 820 |
(3) Programma-ontvangsten Waarvan: Belastingontvangsten |
108 883 363 |
109 633 221 |
117 348 784 |
119 288 601 |
125 755 092 |
130 525 026 |
137 246 895 |
Rente |
|||||||
Heffings- en invorderingsrente |
511 029 |
490 000 |
497 000 |
497 000 |
497 000 |
497 000 |
497 000 |
Boetes en schikkingen Ontvangsten boetes en schikkingen |
203 208 |
132 477 |
147 877 |
142 677 |
142 677 |
142 677 |
142 677 |
Bekostiging Kosten vervolging |
191 188 |
187 276 |
187 276 |
187 276 |
187 276 |
187 276 |
187 276 |
(4) Apparaatsontvangsten |
26 851 |
19 972 |
19 972 |
19 972 |
19 972 |
19 972 |
19 972 |
D2: Budgetflexibiliteit
De programma-uitgaven vloeien voort uit onder andere de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet waardering onroerende zaken. De uitgaven zijn in beginsel niet alternatief aanwendbaar.
E: Toelichting op de instrumenten
Rente
Heffings- en invorderingsrente beogen compensatie te bieden voor het renteverlies dat ontstaat door een tijdsverschil tussen het ontstaan van de belastingschuld en het daadwerkelijk heffen en innen van de belastingschuld. De daling van de uitgavenraming wordt veroorzaakt door de invoering van het nieuwe stelsel van belastingrente.
Bekostiging
Uitgaven: Belastingplichtigen komen in aanmerking voor een proceskostenvergoeding, indien zij in het gelijk worden gesteld bij een bezwaar- of beroepsprocedure. De overige programma-uitgaven bestaan onder andere uit een bijdrage aan de Waarderingskamer en de Douaneraad.
Ontvangsten: Aan belastingschuldigen worden de kosten doorberekend van invorderingsmaatregelen (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, etc.). Dit gebeurt op grond van de Kostenwet invordering rijksbelastingen.
Boetes en schikkingen
Deze ontvangstenpost betreft de opbrengsten van bestuurlijke boetes en van schikkingen.
De in de tabel budgettaire gevolgen van beleid opgenomen belastingontvangsten zijn netto-ontvangsten. De netto ontvangsten zijn gelijk aan de totale belastingontvangsten minus de afdrachten aan het Gemeentefonds en het Provinciefonds op grond van de Financiële verhoudingswet, en minus de afdrachten aan het btw-Compensatiefonds en het BES- fonds. In onderstaande tabel staat de aansluiting van de Miljoenennota 2012 met de begroting IX. De Miljoenennota bevat een toelichting op de belastingontvangsten.
Belastinguitgaven en -ontvangsten
Tabel aansluiting belastingontvangsten Miljoenennota 2013 met IX (x € 1 000)
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Totale belastingontvangsten |
131 541 185 |
131 939 695 |
139 377 568 |
141 371 388 |
147 262 425 |
152 106 978 |
158 836 034 |
Afdracht Gemeentefonds |
|
|
|
|
|
|
|
Afdracht Provinciefonds |
|
|
|
|
|
|
|
BTW-Compensatiefonds |
|
|
|
|
|
|
|
Afdracht BES- fonds |
|
|
|
|
|
|
|
Belastingontvangsten |
108 883 363 |
109 633 221 |
117 348 784 |
119 288 601 |
125 755 092 |
130 525 026 |
137 246 895 |
Conform de conclusie van het kabinet naar aanleiding van de «beleids-doorlichting evaluatie belastinguitgaven» (Kamerstukken II 2009/10, 31 935, nr. 6), worden de belastinguitgaven, die onder verantwoordelijkheid vallen van het Ministerie van Financiën, in deze begroting weergegeven. Het zijn vooral fiscale faciliteiten die geen directe relatie hebben met een specifiek beleidsterrein van andere departementen.
Belastinguitgaven |
Budgettair |
belang (mln. |
|
euro) in 2013 |
|
Doorschuiving inkomen aanmerkelijk belang bij aandelenfusie |
94 |
Kindertoeslag forfaitair rendement |
- |
Ouderentoeslag forfaitair rendement |
97 |
Vrijstelling rechten op kapitaalsuitkering bij overlijden forfaitair |
|
rendement |
20 |
Vrijstelling rechten op bepaalde kapitaalsuitkeringen |
919 |
Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld |
384 |
Giftenaftrek |
378 |
Faciliteiten successiewet algemeen nut beogende instellingen |
196 |
Omzetbelasting vrijstelling vakbonden, werkgeversorganisaties, |
|
politieke partijen, kerken |
127 |
Omzetbelasting vrijstelling fondswerving |
159 |
Vrijstelling motorrijtuigenbelasting motorrijtuigen ouder dan 25 jaar |
222 |
Vrijstelling motorrijtuigenbelasting reinigingsdiensten |
1 |
Apparaatsbudgetten
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven van de Belastingdienst betreffen personeel (ca. € 2,0 mld.) en materieel (ca. € 0,8 mld.). Het apparaatsbudget betreft de uitvoeringskosten voor het primaire proces en de ondersteuning daarvan. Het primaire proces omvat de dienstonderdelen: Belastingregio’s, Douane, Toeslagen, FIOD, BelastingTelefoon, Centrale Administratie en het Directoraat-generaal Belastingdienst. De ondersteuning betreft: huisvesting en facilitaire dienstverlening, ICT, kennis en communicatie.
Onderstaand cirkeldiagram geeft een verdeling op hoofdlijnen (in %) van de inzet van personele capaciteit naar de instrumenten dienstverlening, toezicht en opsporing, en massale processen. De verdeling is op basis van de formatie van de Belastingdienst in 2012 (ca. 29 682 fte).
Inzet personeel op instrumenten (in %)
12% 17%
71%
Dienstverlening Massale processen
Toezicht en opsporing
Apparaatsontvangsten
De apparaatsontvangsten ad € 20 mln. bestaan o.a. uit ontvangsten in verband met werkzaamheden die de Belastingdienst voor andere overheidsorganisaties uitvoert en uit ontvangsten voor uitleen van personeel.
Fiscaal beleid en wetgeving
E.1 Genereren van inkomsten – fiscale wet- en regelgeving
Het genereren van inkomsten ten behoeve van uitgaven voor de rijksbelastingen, de sociale fondsen en de zorgverzekeringen door middel van het ontwikkelen van solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale weten regelgeving die ook in internationale context werkbaar is.
De fiscale wet- en regelgeving die in het jaar 2012 wordt en is voorbereid zal vooral in het teken staan van het structureel verbeteren van de overheidsfinanciën, het verstevigen van het vertrouwen van de financiële markten en het verder toekomstbestendig maken van de Nederlandse economie. Hierbij gaat het met name om de wettelijke fiscale uitwerking van het zogenoemde Begrotingsakkoord 2013 dat zijn eerste beslag heeft gekregen in de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 (UFM) dat in de maanden juni en juli 2012 door het parlement is aanvaard. Een deel van de uitwerking van het Begrotingsakkoord 2013 zal plaatsvinden in het pakket Belastingplan 2013 waaronder begrepen de Wet verhuurderbelasting, Wet herziening fiscale behandeling eigen woning en de Wet herziening fiscale behandeling kosten van vervoer. Belastingheffing dient zodanig plaats te vinden dat de geraamde opbrengsten worden gerealiseerd, met een minimum aan administratieve lasten en uitvoeringkosten. In dat kader zijn de voorstellen Wet elektronische registratie notariële akten en de Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst van belang. Deze voorstellen zullen tegelijkertijd met of kort na het Belastingplan 2013 bij de Tweede Kamer worden ingediend. De ramingen van de belastingopbrengsten worden getoetst aan de hand van de realisatie van de belastingontvangsten. De ontwikkeling en realisatie van de belastingontvangsten komen onder andere aan de orde in de Voorjaarsnota, de Najaarsnota en het Financieel jaarverslag van het Rijk.
Wat betreft de internationale context worden bilaterale belastingverdragen afgesloten en uitgevoerd, bijvoorbeeld met het oog op het voorkomen van dubbele belastingen. Nederland heeft al een vrij uitgebreid netwerk van verdragen dat ook regelmatig terugkerend onderhoud vergt. In dat kader bestaat het voornemen om onderhandelingen te voeren of voort te zetten met landen als Brazilië, China en India met als doel de bestaande belastingverdragen te herzien. Daarnaast worden de besprekingen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten voortgezet om – gegeven de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010 – de Belastingregeling voor het Koninkrijk aan die nieuwe verhoudingen aan te passen.
Belastingdienst
E.2 Dienstverlening
De Belastingdienst bevordert met passende dienstverlening dat burgers en bedrijven hun wettelijke verplichtingen nakomen.
Passende dienstverlening ondersteunt belastingplichtigen en toeslaggerechtigden om verplichtingen na te komen en rechten te effectueren. Daarvoor is het nodig dat de dienstverlening van de Belastingdienst aansluit op de behoeften van burgers en bedrijven door te laten merken dat we hun fiscale situatie kennen, een communicatievorm aan te bieden die hen past, op het juiste moment beschikbaar te zijn en voor hen begrijpelijke taal te gebruiken. De dienstverlening is daarom in beginsel gericht op snelheid, gemak en kwaliteit.
De dienstverlening omvat onder andere:
– op de doelgroepen afgestemd producten- en dienstenaanbod;
– kanaalsturing;
– vooringevulde aangifte;
– voorlichting via diverse media (krant, radio en tv, website).
De communicatie met en dienstverlening aan burgers en bedrijven kennen een grote omvang en diversiteit. De effectiviteit en efficiency van communicatie en dienstverlening kunnen worden vergroot als de afstemming van de producten, diensten en kanalen verbetert. De komende jaren ontwikkelt de Belastingdienst gefaseerd een persoonlijk domein voor burgers. Via dit domein kunnen burgers algemene informatie verkrijgen, persoonlijke gegevens opvragen en controleren en wijzigingen doorgeven.
Meetbare gegevens1
Prestatie-indicator in % |
Waarde 2010 |
Waarde 2011 |
Streefwaarde 2012 |
Streefwaarde 2013 |
Bereikbaarheid BelastingTelefoon |
83 |
82 |
80-85 |
80-85 |
Kwaliteit beantwoording fiscale vragen Belasting |
||||
Telefoon (extern gemeten) |
87 |
87 |
80-85 |
80-85 |
Afgehandelde bezwaren binnen AWB-termijn |
87 |
94 |
95-100 |
95-100 |
Afgehandelde klachten binnen AWB-termijn |
98 |
96 |
98-100 |
98-100 |
Klanttevredenheid |
||||
|
||||
|
89 |
90 |
80-90 |
80-90 |
|
91 |
76 |
80-90 |
80-90 |
– Algemeen |
78 |
82 |
70-80 |
70-80 |
– Intermediairs |
87 |
82 |
80-90 |
80-90 |
1 De streefwaarden van de Belastingdienst worden voor zover mogelijk weergegeven in bandbreedtes. Hiermee geeft de Belastingdienst per prestatie-indicator aan wat de onder- en de bovengrens is.
Toelichting
– Bereikbaarheid.
De bereikbaarheidsnorm geeft het percentage weer van het aantal bellers dat daadwerkelijk verbinding heeft gekregen met de BelastingTelefoon. De doelstelling van 80–85% geldt als gemiddelde jaardoelstelling.
– Kwaliteit beantwoording fiscale vragen BelastingTelefoon.
De BelastingTelefoon streeft kwalitatief goede beantwoording na. Dit wordt bereikt door goed opgeleide telefoniemedewerkers en voorzieningen op de werkplek voor dialoogondersteuning. Door externe bureaus wordt gemeten of de fiscaal juiste antwoorden worden gegeven.
– Bezwaren en klachten.
Bezwaren en klachten worden AWB-conform behandeld. Er is gekozen voor een marge, omdat, gelet op de omvang van het aantal bezwaarschriften, volledige afdoening binnen de wettelijke termijnen in de praktijk niet altijd haalbaar is.
– Klanttevredenheid.
De klanttevredenheid wordt jaarlijks met behulp van de Fiscale Monitor voor alle dienstverleningskanalen gemeten.
E.3 Toezicht en opsporing
De Belastingdienst oefent adequaat toezicht uit en dwingt, zo nodig, naleving af, zodat burgers en bedrijven hun wettelijke verplichtingen nakomen.
Bij de uitvoering van zijn taken laat de Belastingdienst zich leiden door rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Kwaliteit in termen van professionaliteit, duidelijkheid en snelheid is daarbij van belang. De nadruk ligt op preventieve instrumenten en toezicht in de actualiteit. De bedoeling is goed gedrag te stimuleren, fouten te voorkomen en, indien nodig, in de actualiteit bij te sturen.
De Belastingdienst kiest gericht welke handhavingsinstrumenten worden ingezet om het nalevingsgedrag van burgers en bedrijven te verbeteren en goed gedrag te ondersteunen. Dit proces heet handhavingsregie.
De Belastingdienst maakt onderscheid in individuele en groepsgewijze klantbehandeling. In het segment Middelgrote/Zeer Grote Organisaties vindt individuele klantbehandeling plaats. Voor de segmenten Particulieren en Midden- en Kleinbedrijf, is gegeven de omvang van deze segmenten, sprake van groepsgewijze klantbehandeling, uiteindelijk resulterend in correcties op individuele aangiften. Binnen het segment MKB onderscheidt de Belastingdienst starters, Zelfstandigen Zonder Personeel en MKB-ondernemingen met personeel. Hierbij wordt om redenen van effectiviteit en efficiency, waar mogelijk, gekozen voor een thematische aanpak.
Het toezicht bij Toeslagen is gericht op het correct, dat wil zeggen op basis van de wettelijke grondslagen, uitbetalen van het juiste bedrag. Het toezichtbeleid komt tot stand in afstemming met de departementen die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk zijn voor de inkomensafhankelijke regelingen.
Door toezicht op goederen die via Nederland de Europese Unie (EU) binnenkomen of verlaten, draagt de Douane bij aan een veilig en gezond Europa. Gelijktijdig worden ook Europese (en Nederlandse) fiscale en economische belangen bewaakt. Daarbij wordt zoveel mogelijk samengewerkt met het bedrijfsleven en andere handhavingspartners, al dan niet in internationaal verband. Bij het toezicht hanteert de Douane een risicogerichte aanpak en wordt op basis daarvan de meest passende toezichtsvorm gekozen. De toezichtsvormen verschillen naar aard en intensiteit. Zo kent de Douane: – toezicht op vervoersstromen (daarvan is sprake bij het elektronisch volgen van vaar- en vliegbewegingen en bij cameratoezicht); – toezicht op specifieke objecten (zoals het controleren van containers en pakketten) en – systeemtoezicht bij vergunninghouders en convenantpartners (daarbij gaat het om controles, gericht op het functioneren van de controlemechanismen en kwaliteits- en veiligheidssystemen van het bedrijf).
Het beleid van de Douane is erop gericht het overgrote deel van de goederenstroom met systeemtoezicht af te dekken.
Meetbare gegevens
Prestatie-indicator |
Waarde 2010 |
Waarde 2011 |
Streefwaarde 2012 |
Streefwaarde 2013 |
Aantal MKB ondernemingen onder een horizontaal |
||||
toezichtconvenant |
6 500 |
33 000 |
50 000-75 000 |
75 000-100 000 |
M/ZGO organisaties waarbij de mogelijkheden tot |
||||
horizontalisering zijn beoordeeld (als percentage |
||||
van het aantal organisaties in dit segment) |
40% |
47% |
44–54% |
45-55% |
M/ZGO organisaties die adequaat werken aan opzet, |
||||
bestaan en werking van de fiscale beheersing (als |
||||
percentage van het aantal organisaties onder |
||||
horizontaal toezicht in dit segment). |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
65-75% |
Toelichting
– Horizontaal toezicht MKB.
De Belastingdienst geeft horizontaal toezicht een belangrijke plaats in zijn handhavingsaanpak in het MKB-segment. De Belastingdienst sluit hiervoor convenanten met fiscale dienstverleners waarin afspraken worden gemaakt over de kwaliteitsborging door de fiscale dienstverlener van de aangiften van hun klanten.
De Belastingdienst richt zich bij de individuele klantbehandeling in het segment M/ZGO1 op het vergroten van de zekerheid over de juistheid en volledigheid van de belastingontvangsten. De Belastingdienst ondersteunt en stimuleert organisaties om de kwaliteit van de aangifte te versterken. De Belastingdienst bespreekt met de organisatie hoe hij zijn verantwoordelijkheid invult met betrekking tot zijn aangifte. Daarbij wordt vastgesteld hoe de organisatie om gaat met fiscaliteit en of de randvoorwaarden aanwezig zijn om te komen tot een adequate beheersing daarvan. De organisatie beoordeelt daarna cyclisch de opzet, het bestaan en de werking van de interne beheersing van de (fiscaal relevante) bedrijfsprocessen en deelt de resultaten daarvan met de Belastingdienst. De Belastingdienst monitort dit proces en bepaalt in welke mate gesteund kan worden op deze interne beheersing. Periodiek wordt dit getoetst, doorgaans door steekproefsgewijze controles. Voor de 25–35% van de organisaties die nog niet adequaat werken aan opzet, bestaan en werking van de fiscale beheersing beoordeelt de Belastingdienst of het horizontaal toezichtstraject kan worden gecontinueerd.
Waar horizontalisering van het toezicht (nog) niet mogelijk is, voert de Belastingdienst op basis van handhavingsregie passende interventies uit.
1 De prestatieindicatoren voor organisaties waarbij de Belastingdienst zicht heeft op de kwaliteit van de opzet en bestaan van de fiscale beheersing en organisaties waarbij de Belastingdienst zicht heeft op de kwaliteit van de werking van de fiscale beheersing zijn vanaf de begroting IX 2013 samengevoegd tot één prestatie- indicator. Dit is nodig omdat het onderscheid in de praktijk niet is aan te brengen; opzet en bestaan lopen in werking over en niet alle onderdelen van de fiscale beheersing bevinden zich in hetzelfde stadium van ontwikkeling.
Prestatie-indicator |
Waarde 2010 |
Waarde 2011 |
Streefwaarde 2012 |
Streefwaarde 2013 |
Percentage contacten met starters: startersbezoeken |
||||
en klantgesprekken (ten opzichte van het totaal |
||||
aantal starters) |
n.v.t. |
20% |
15-25% |
15-25% |
Tijdigheid aangiften: |
||||
Percentage bereikte belastingplichtigen na verzuim |
||||
(OB) |
n.v.t. |
64% |
50-60% |
50-60% |
Tijdigheid aangiften: |
||||
Percentage bereikte belastingplichtigen na verzuim |
||||
(LH) |
n.v.t. |
93% |
90-95% |
90-95% |
Tijdigheid aangiften: |
||||
Percentage bereikte belastingplichtigen na verzuim |
||||
(IH niet winst) |
n.v.t. |
87% |
90-95% |
90-95% |
Achterstand invordering |
2,5% |
2,4% |
2,5%-3,0% |
2,5%-3,0% |
Toelichting
– Tijdigheid aangifte.
Een gedeelte van de burgers en bedrijven doet niet of niet altijd tijdig hun aangifte. In 2012 continueert de Belastingdienst het beleid gericht op het tijdig ontvangen van deze aangiften door zo snel mogelijk contact op te nemen met de belastingplichtigen die in gebreke blijven. De streefwaarde voor het bereiken van belastingplichtigen na verzuim OB zijn hierbij lager dan voor de LH en de IH niet winst omdat het bereik via belacties verloopt. Voor de IH worden vooral brieven verstuurd waarmee sneller grotere groepen belastingplichtigen worden bereikt. Voor de LH zijn de volumes laag; deze kunnen ook met belacties vrijwel volledig worden bereikt.
– Tijdigheid betaling.
De Belastingdienst stelt een grens aan de betalingsachterstand bij invordering. Het bedrag van de betalingsachterstand bij invordering wordt weergegeven als een percentage van de totale belasting- en premieontvangsten.
Prestatie-indicator
Waarde 2010
Waarde 2011
Streefwaarde 2012
Streefwaarde 2013
Toeslagen
Deels behaald
Grotendeels behaald
Het toezicht wordt volgens planning uitgevoerd.
Het toezicht wordt volgens planning uitgevoerd.
Toelichting
De zorgtoeslag, huurtoeslag en kinderopvang toeslag berusten op grondslagen die voor het overgrote deel geverifieerd kunnen worden met gegevens uit onafhankelijke registraties op basis van contra-informatie. Omdat voorafgaand toezicht praktisch niet mogelijk is, vindt dat in ieder geval plaats bij het definitief toekennen. Door toezicht uit te voeren, wordt gerealiseerd dat de grondslaggegevens in afdoende mate zijn geverifieerd vóór het moment van definitief toekennen. Door zowel gebruik te maken van bij andere organisaties aanwezige contra-informatie als convenanten af te sluiten met brancheorganisaties (horizontaal toezicht), worden de toezichtlasten zoveel mogelijk beperkt.
Prestatie-indicator
Waarde 2010
Waarde 2011
Streefwaarde 2012
Streefwaarde 2013
Controles op de goederenstroom Gecertificeerde goederenstromen Controles op passagiersvluchten
330 000 n.v.t
341 600
51%
12 600
295 000- 365 000
> 70%
12 000 - 15 000
295 000- 365 000
> 70%
12 000 - 15 000
Toelichting
– Controles op de goederenstromen1.
De Douane voert controles uit op de reguliere goederenstroom (vracht en post). Daarbij gaat het om scancontroles en fysieke controles.
– Gecertificeerde goederenstromen.
De prestatie-indicator geeft aan welk deel van de reguliere goederenstroom (in- en uitvoer) gecertificeerd is als authorised economic operator (AEO) en daarmee onder systeemtoezicht valt.
– Controles op passagiersvluchten.
De Douane gaat bij de controle van passagiersvluchten uit van een gradatie in risico’s op vluchtniveau, met bijbehorende controledichtheid en inzet van handhavingsmiddelen. Die controledichtheid varieert van 100% (de hoog-risicovluchten) tot 5% (de laag-risicovluchten). Bij de hierbij ingezette handhavingsmiddelen moet gedacht worden aan profiling, fysieke controles op passagiers, inzet van speurhonden en security-scans.
Prestatie-indicator
Waarde 2010
Waarde 2011
Streefwaarde 2012
Streefwaarde 2013
Percentage processen-verbaal dat leidt tot veroordeling/transactie (%)
76
84
82-85
82-85
Toelichting
De Belastingdienst geeft bij het selecteren van aanmeldingen voor strafrechtelijk onderzoek prioriteit aan zaken die zowel financieel, als anderszins maatschappelijk van voldoende gewicht zijn. De doelstelling voor het percentage processen-verbaal dat leidt tot een veroordeling of een transactie is een resultante van het overleg tussen het Openbaar Ministerie, de financiële toezichthouders en de FIOD (Fiscale Inlichtingenen Opsporingsdienst) en is een indicator voor de kwaliteit van de door de FIOD aangeleverde zaken.
De FIOD werkt aan de rechtshandhaving door bijdragen te leveren aan het tegen gaan van fiscale, financiële en economische fraude (inclusief fraude met premies, subsidies, toeslagen en douane), het waarborgen van de integriteit van het financiële stelsel en de bestrijding van de financiële georganiseerde criminaliteit.
E.4 Massale processen
De Belastingdienst voert zijn massale processen efficiënt uit.
De Belastingdienst maakt bij zijn werkzaamheden veel gebruik van ICT toepassingen, waarmee de verschillende bedrijfsprocessen op een snelle en efficiënte wijze worden uitgevoerd. Voor burgers en bedrijven betekent dit dat zij sneller zekerheid krijgen over hun fiscale positie.
1 Bij goederenstromen en passagiersvluchten gaat het om alle ingaande en uitgaande stromen/vluchten.
Meetbare gegevens
Prestatie-indicator
Waarde 2010
Waarde 2011
Streefwaarde 2012
Streefwaarde 2013
Aantal postzendingen zonder fouten
100%
100%
> 99%
> 99%
Toelichting
De Belastingdienst zorgt dat belastingplichtigen en toeslaggerechtigden de juiste berichten ontvangen. Grote stromen beschikkingen (aanslagen, toeslagen) worden voor verzending systematisch gecontroleerd op juistheid, volledigheid en inhoudelijke (fiscale) kwaliteit. Het gaat om tienduizenden verzendpartijen die goed zijn voor meer dan 100 miljoen poststukken op jaarbasis.
2.2.2 Financiële Markten
A. Algemene doelstelling:
Beleid maken voor een stabiele werking van financiële markten, met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven.
B. Rol en verantwoordelijkheid minister
Financiële markten en -instellingen vormen een onmisbare bouwsteen in het maatschappelijk verkeer. Een stabiel en adequaat financieel stelsel is nodig om de Nederlandse economie te laten functioneren, en daarmee onze welvaart en de economische vooruitgang te bevorderen. De kredietcrisis heeft laten zien hoe groot de systeemrisico’s op de financiële markten kunnen zijn en welke impact dit kan hebben op de Nederlandse economie.
De minister van Financiën bevordert het goed functioneren van het financiële stelsel en heeft een regisserende rol. De minister is verantwoordelijk voor de Nederlandse wetten en regels ten aanzien van de financiële markten, de institutionele structuur van het toezicht, en de besluitvorming over de besteding van publieke middelen bij een crisis. Het daadwerkelijke toezicht op de financiële markten wordt uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
De randvoorwaarden die de minister stelt voor een integer en stabiel systeem hebben hun basis in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Hierin is de regelgeving en het toezicht geregeld die financiële instellingen stimuleert en verplicht om acceptabele en transparante risico’s te nemen. Deze regelgeving en dit toezicht dragen er aan bij dat consumenten met voldoende informatie en vertrouwen financiële producten kunnen afnemen.
Een van de lessen uit de crisis van de afgelopen jaren is dat sterk toezicht zowel op instellings- als ook op systeemniveau noodzakelijk is. Daarbij is het streven om de risico’s voor de belastingbetaler zoveel mogelijk te beperken. Ingeval problemen niet meer op andere wijze kunnen worden opgelost, dient de toezichthouder en uiteindelijk de minister tijdig en effectief in te grijpen bij financiële instellingen. Hiervoor is een passend instrumentarium beschikbaar.
De minister bevordert de educatie van de burger op financieel gebied, streeft naar een integer financieel stelsel met passende regelgeving in de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft) en is verantwoordelijk voor de ongestoorde voorziening van voldoende munten in circulatie.
Kengetallen
Prestatie-indicator
Basiswaarde
(2012)1
Streefwaarde 2013
Streefwaarde 2014
Implementatie Europese richtlijnen1
100%
100%
100%
1 Gebaseerd op het halfjaarlijkse scorebord van de interne markt van de Europese Commissie. Het percentage geeft aan welk deel van de Europese richtlijnen uit het Actieplan Financiële Diensten (FSAP), die op dat moment van kracht zijn, zijn omgezet in nationale wetgeving. Bij bepaling van het percentage is, waar relevant, alleen rekening gehouden met dat deel van de richtlijn dat door Financiën moet worden geïmplementeerd.
C. Beleidswijzigingen
Breed gedragen is het besef dat de financiële crisis heeft kunnen ontstaan door een veelvoud aan factoren die elkaar beïnvloedden en versterkten. De financiële crisis heeft duidelijk gemaakt dat een hervorming van de wet- en regelgeving in de financiële sector noodzakelijk is. In de G20, het Bazels Comité voor bankentoezicht en in Europa zijn hiertoe een grote hoeveelheid voorstellen gedaan, die grotendeels door middel van richtlijnen in nationale regelgeving zijn en worden geïmplementeerd.
De hervormingen van de financiële sector moeten leiden tot een robuuste financiële sector die solide, verantwoordelijk en transparant is. De minister stuurt jaarlijks een brief aan de Tweede Kamer waarin hij ingaat op de wensen van de toezichthouders (wetgevingsbrieven). Deze brief van de minister aan de Tweede Kamer geeft aan hoe ver de hervormingen zijn. In deze brief wordt daarnaast aangegeven welke wet- en regelgeving op het programma staat, wat het meest urgent is en wordt een reactie gegeven op de wensen van de toezichthouders. De minister is voornemens om de voortgangsrapportage rond de opvolging van de aanbevelingen van de Commissie De Wit te integreren in deze jaarlijkse brief aan de Tweede Kamer. Er is tevens een indicator die de tijdige omzetting van richtlijnen meet.
Macroprudentieel comité
In 2013 zal er een macroprudentieel comité zijn opgericht. Met de komst van het comité zullen partijen die in Nederland betrokken zijn bij financiële stabiliteit gezamenlijk de belangrijke ontwikkelingen op het gebied van de financiële stabiliteit inventariseren en aanbevelingen op dit vlak doen.
Nieuwe FATF standaarden
In navolging van de aanbevelingen die Nederland van de Financial Action Task Force (FATF) heeft gekregen, zal in 2013 onder andere de aangepaste Wwft in werking treden, de financiering van terrorisme separaat strafbaar gesteld worden en de werkwijze van Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-NL) worden aangepast. Nederland rapporteert in februari 2013 aan de FATF terug over de geboekte vooruitgang.
Daarnaast heeft de FATF in februari 2012 de internationale standaard aangepast en dit zal moeten leiden tot aanpassingen in de Europese richtlijn. De onderhandelingen over de 4e witwasrichtlijn worden naar verwachting in de eerste helft van 2013 afgerond en vervolgens in de Nederlandse wet- en regelgeving geïmplementeerd.
D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel budgettaire gevolgen (x € 1000) |
|||||||
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Verplichtingen – |
5 707 805 |
|
59 938 |
58 712 |
58 067 |
57 957 |
55 098 |
waarvan garantieverpichtingen – |
5 841 147 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Garantie kredietfaciliteit AFM |
|
||||||
Garantieregeling bancaire |
|||||||
leningen – |
5 823 147 |
|
|||||
Garantie en waarborg NWB |
0 |
||||||
Uitgaven |
128 238 |
78 612 |
59 938 |
58 712 |
58 067 |
57 957 |
55 098 |
waarvan juridisch verplicht |
100% |
||||||
Subsidies |
1 783 |
1 519 |
1 353 |
964 |
965 |
966 |
966 |
Geldmuseum |
1 013 |
685 |
530 |
530 |
530 |
530 |
530 |
CDFD |
770 |
834 |
823 |
434 |
435 |
436 |
436 |
Bekostiging |
61 665 |
15 728 |
14 800 |
14 625 |
14 625 |
14 625 |
14 625 |
Rechtspraak Financiële Markten |
1 245 |
1 100 |
1 100 |
1 100 |
1 100 |
1 100 |
1 100 |
Muntcirculatie |
8 380 |
13 985 |
13 385 |
13 385 |
13 385 |
13 385 |
13 385 |
Afname munten in circulatie |
52 040 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
643 |
315 |
140 |
140 |
140 |
140 |
|
Garanties |
4 481 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Terugbet.fee gar.banc.leningen |
4 481 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Voorfinanciering DNB (DGS) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
3 602 |
1 611 |
255 |
270 |
270 |
270 |
270 |
Wijzer in geldzaken |
3 602 |
1 611 |
255 |
270 |
270 |
270 |
270 |
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s |
56 305 |
59 342 |
43 130 |
42 453 |
41 807 |
41 696 |
38 837 |
Bijdrage toezicht AFM |
30 505 |
31 216 |
25 749 |
25 471 |
25 208 |
25 165 |
24 023 |
Bijdrage toezicht DNB |
25 800 |
28 126 |
17 381 |
16 982 |
16 599 |
16 531 |
14 814 |
Bijdrage aan (inter)nationale |
|||||||
organisaties |
402 |
412 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
Caribbean Financial Action |
|||||||
Taskforce |
22 |
32 |
20 |
20 |
20 |
20 |
20 |
IASB |
380 |
380 |
380 |
380 |
380 |
380 |
380 |
Ontvangsten |
906 597 |
461 475 |
176 748 |
176 086 |
7 377 |
7 377 |
7 108 |
Garanties |
365 893 |
229 631 |
169 371 |
168 709 |
0 |
0 |
0 |
feeopbrengsten gar. banc. |
|||||||
leningen |
365 893 |
229 631 |
169 371 |
168 709 |
|||
Leningen |
534 007 |
199 467 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
terugontv. voorfinanciering DNB |
|||||||
(DGS) |
91 059 |
2 160 |
|||||
ontvangsten ijsland |
442 948 |
197 307 |
|||||
Bekostiging |
2 840 |
5 184 |
5 184 |
5 184 |
5 184 |
5 184 |
5 184 |
ontvangsten muntwezen |
2 840 |
5 184 |
5 184 |
5 184 |
5 184 |
5 184 |
5 184 |
Overig |
3 857 |
27 193 |
2 193 |
2 193 |
2 193 |
2 193 |
1 924 |
D2: Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit van de uitgaven is beperkt. Het overgrote deel van de gebudgetteerde uitgaven is juridisch verplicht en hebben een wettelijke basis. Zo is de bijdrage van het ministerie van Financiën aan de toezicht- houders AFM en DNB voor de kosten van toezicht tot en met 2012 onder meer geregeld in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Vanaf 2013 zal dit de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft) zijn.
De muntcirculatie bestaat uit uitgaven die betrekking hebben op de productie van munten en een vergoeding van de kosten gemaakt door het Nationaal Analysecentrum voor Munten. Deze uitgaven zijn juridisch verplicht. De overige uitgaven zijn beleidsmatig gereserveerd en zijn nodig voor de aankoop van metaal voor reguliere circulatiemunten en bijzondere munten, alsmede het ontwerp.
E: Toelichting op de instrumenten
Subsidies Geldmuseum en CDFD
Subsidies aan Stichting Geld- en Bankmuseum en aan Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen COAP Overheidspersoneel ten behoeve van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD).
Rechtspraak Financiële Markten (accountantskamer)
De Accountantskamer beoordeelt klachten over gedragingen van accountants bij hun beroepsmatig handelen. Het gaat dan om gedragingen van de accountant in strijd met de wet of de gedrags- en beroepsregels en om gedragingen van de accountant in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. In een tuchtprocedure staat het belang van een goede beroepsuitoefening voorop. Een tuchtpro-cedure beoogt bij te dragen aan het (herstel van) vertrouwen van het publiek in de beroepsuitoefening van accountants.
Muntcirculatie
Muntcirculatie bestaat uit uitgaven die betrekking hebben op de muntpro-ductie en de vergoeding van de kosten van het Nationaal Analysecentrum voor Munten. De muntproductie in de jaren 2013 en verder is afhankelijk van de ontwikkelingen in de muntvraag.
Afname munten in circulatie
Het in omloop brengen van reguliere euromunten leidt tot ontvangsten voor de Staat en tegelijkertijd tot een schuld aan het publiek. Wanneer er meer munten in omloop worden gebracht dan dat er uit omloop terugkomen, neemt het aantal munten in circulatie toe. Deze toename leidt tot een netto ontvangst omdat de nominale waarde van de munten wordt ontvangen door de Staat. Wanneer er minder munten in omloop worden gebracht dan dat er uit omloop terugkomen, leidt dit tot een afname van munten in circulatie en tot een netto uitgave, omdat de nominale waarde wordt terugbetaald. Met de invoering van de euro deed ook de migratie van deze munten haar intrede. De realisaties van voorgaande jaren laten een wisselend beeld zien met zowel positieve als negatieve resultaten. Om deze reden wordt een stelpost van nul opgenomen voor zowel de ontvangst als de uitgave aan munten in circulatie.
Wijzer in geldzaken
Het platform Wijzer in geldzaken heeft het vergroten van financiële kennis en vaardigheden in Nederland de afgelopen jaren met succes op de kaart gezet. Uitgangspunt voor de begroting van Wijzer in geldzaken is dat het ministerie van Financiën samen met een aantal partijen uit de sector het platform financiert. Het ministerie van Financiën heeft als initiatiefnemer de eerste jaren relatief gezien meer bijgedragen, maar de komende jaren neemt de bijdrage af.
Bijdrage toezicht AFM en DNB
De hoogte van de overheidsbijdrage aan de toezichthouders AFM en DNB is met ingang van 1 januari 2013 geregeld in artikel 10 van de Wet bekostiging financieel toezicht.
Bijdrage internationale organisaties
Hieronder vallen de jaarlijkse contributie aan de International Accounting Standards Board, alsmede de bijdrage in de kosten van de Caribean Financial Action Taskforce (CFAT). De CFAT is een regionale organisatie in het Caribische gebied die witwassen en het financieren van terrorisme bestrijd
Overig
Deze post is een verzameling van kleine instrumenten: de monitoring commissies Code Banken, Verzekeraars en Corporate Governance. De uitgave aan de drie monitoring commissies is gericht op naleving van respectievelijk de Code Banken, Verzekeraars en de Corporate Governance.
Ontvangsten
Feeopbrengsten
Als onderdeel van de exit-strategie wordt sinds 1 januari 2011 aan banken die onder de garantieregeling leningen hadden uitgegeven de mogelijkheid geboden gegarandeerde leningen terug te kopen. ABN AMRO, Achmea en NIBC hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.
Aflossing voorfinanciering DGS door DNB
In 2010 heeft Financiën de DGS-uitkering aan voormalig DSB-rekeninghouders voorgefinancierd. Bij de verstrekking van deze lening is overeengekomen dat deze uiterlijk in 2012 volledig zal zijn afgelost. De lening is in 2012 conform afspraken volledig afgelost
Ontvangsten muntwezen
De ontvangsten muntwezen hebben betrekking op de uitgifte van bijzondere euromunten, de afdracht van de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM) aan de Staat van de totale nominale waarde van uitgegeven muntsets, de bijzondere euromunten en van royalty’s. Royalty’s zijn vergoedingen die de Staat ontvangt voor dukaten die KNM produceert en verkoopt. De ontvangsten muntwezen hebben tevens betrekking op verkocht metaalschroot: dit betreft metaal van vernietigde euromunten die als gevolg van beschadiging niet meer bruikbaar zijn voor de circulatie.
2.2.3: Financieringsactiviteiten publiek-private sector
A: Algemene beleidsdoelstelling
Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en materiële activa van de Staat.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Financiën stimuleert en regisseert een verantwoorde en doelmatige besteding van overheidsmiddelen. Daarnaast is de minister verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van het aandeelhouderschap van staatsdeelnemingen. De publieke doelstellingen worden met inzet van zo min mogelijk (financiële) middelen gerealiseerd of gegeven de hoeveelheid middelen wordt een zo hoog mogelijke kwaliteit nagestreefd. Bedrijfseconomische expertise wordt ingezet bij staatsdeelnemingen, complexe investeringsprojecten en transacties van de rijksoverheid en publiek- private investeringen (PPI) in Nederland.
De minister van Financiën is verantwoordelijk voor:
een optimaal financieel resultaat bij het beheren, aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen met inachtneming van de betrokken publieke belangen;
het toetsen en adviseren op bedrijfseconomische doelmatigheid bij het realiseren van publieke investeringsprojecten die in samenwerking met de markt worden verwezenlijkt, zodat vakdepartementen in staat worden gesteld hun projecten binnen budget, op tijd en met de gewenste kwaliteit te realiseren. Voorbeelden van deze projecten zijn Design-Build-Finance-Maintain - (Operate) [DBFM(O)] projecten, andere complexe projecten, verdelen van exclusieve rechten en beheer, ontwikkeling en aan- en verkoop van overtollige gronden. het overkoepelende DBFM(O) beleid en de regie van het «systeem» dat ervoor moet zorgen dat DBFM(O) in Nederland structureel goed verankerd is en toegepast wordt;
het beheren en afwikkelen van de tijdelijke overheidsinvesteringen in de gesteunde financiële instellingen;
het beheren van de Illiquid Asset Back-up Facility binnen de contractvoorwaarden;
zwaarwegende en/of principiële beslissingen (o.a. exitstrategie en beloningsbeleid) van, alsmede het houden van toezicht op NL Financial Investments (NLFI).
De minister van Financiën heeft een aantal instrumenten tot zijn beschikking, die ingezet kunnen worden voor de invulling van zijn verantwoordelijkheid:
bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Comptabiliteitswet en als aandeelhouder op basis van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en de statuten van de onderneming; de gedragsregels uit de Corporate Governance Code; bedrijfseconomische, juridische en corporate governance-expertise en kennis en kunde op het gebied van projectfinanciering en risicomanagement;
structureel en incidenteel overleg met bestuurders en commissarissen van de staatsdeelnemingen;
overleg met betrokken vakdepartementen over de mate waarin en de wijze waarop de relevante publieke belangen worden geborgd; Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996, i.h.b. artikel 6: huur-, huurkoop- en lease- overeenkomsten
PPS-code: de beheercode binnen de rijksoverheid gericht op een doelmatige en rechtmatige inzet van het instrument van publiek- private samenwerking bij de realisatie en de exploitatie van (met name meerjarige) investeringsprojecten;
Wet Stichting Administratiekantoor beheer financiële instellingen
(NLFI).
Bovenstaande instrumenten zijn verschillend van aard. De bevoegdheden die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek en Comptabiliteitswet vormen de basis van de (formele) zeggenschap. De overige instrumenten hebben een meer informeel karakter, zijn richtinggevend (zoals de Corporate Governance Code) of dienen als randvoorwaarde om de invulling te kunnen geven aan de beleidsdoelstelling (zoals de beschikbaarheid over en/of toegang tot de benodigde kennis).
De minister beoogt jaarlijks de effecten van zijn aandeelhouderschap in de reguliere staatsdeelnemingen te kunnen meten. Hiervoor zijn de volgende meetbare indicatoren en streefwaarden opgenomen:
Indicator1 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Percentage deelnemingen dat de
Corporate Governance Code
«comply-or-explain» toepast 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Percentage van deelnemingen dat minimaal een C-rating heeft conform de richtlijnen van het
Global Reporting Initiative (GRI) 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Percentage deelnemingen waarvan het beloningsbeleid conform de methodiek2 is vastgesteld 100% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Percentage van deelnemingen met dividend pay-out ratio3van ten minste 40% 80% 90% 90% 90% 90% 90%
Percentage van deelnemingen met een met een minimum return on equity (RoE) van 8% 65% 70% 80% 80% 80% 80%
1 Deelnemingen met volwaardige bedrijfsactiviteiten en waarvan het aandeelhouderschap in het beheer is van de minister van Financiën zijn meegenomen in de kengetallen. Voor beloningsbeleid zijn Thales en KLM buiten beschouwing gelaten vanwege de beperkte toepasbaarheid van de methodiek.
2 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 28 479, nr. 39.
3 Niet voor alle staatsdeelnemingen geldt een uitbetaling van dividend middels een vooraf vastgesteld dividend pay-out ratio.
Vanwege de publieke verantwoordelijkheid van de Staat bestaan de doelstellingen van de staatsdeelnemingen niet uitsluitend uit het behalen van bedrijfseconomische voordelen. Het beheer ziet vooral toe op een zakelijke aansturing van de deelnemingen en een effectief gebruik van de aan haar toevertrouwde middelen. De publieke belangen die de deelnemingen dienen te bevorderen zijn veelal geborgd via wet- en regelgeving. Deze publieke belangen zijn lastig meetbaar te maken, waardoor het lastig is hiervoor een algemeen geldende indicator op te stellen. Financiële belangen zijn wel meetbaar te maken. Doordat bovenstaande indicatoren binnen de directe invloedssfeer van de Staat als aandeelhouder liggen, kan en wordt hierop door de Staat gestuurd.
Voor het nemen van doelmatige aanbestedingsbeslissingen bij publiek-private investeringen is het aantal goed uitgevoerde Public Private Comparators (PPC) een indicator. Een PPC bevat een kostenvergelijking,
waarbij de realisatie van een project in een DBFM(O)-variant wordt vergeleken met de realisatie van hetzelfde project in een traditionele variant. De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het toezicht op het gebruik van de PPC. Over het toepassen van de PPC zijn afspraken gemaakt binnen het Rijk:
Indicator 2013 2014 2015 2016 2017
Percentage van projecten binnen het Rijk
(infrastructuur, Rijkshuisvesting, Defensie)
waar een PPC voor is uitgevoerd zoals afspraken voorschrijven 100% 100% 100% 100% 100%
Percentage PPC’s met meerwaarde voor
DBFM(O) waarvoor ‘comply-or-explain’ is toegepast 100% 100% 100% 100% 100%
Percentage PPC’s met meerwaarde voor
DBFM(O) waarvoor gekozen is voor
DBFM(O) 90% 90% 90% 90% 90%
Bron: Vakdepartementen; vakdepartementen geven aan als ze een PPC hebben uitgevoerd en wat de uitkomst is. Op basis van deze informatie komt de tabel tot stand. De voortgang en prestaties op het gebied van DBFM(O) worden uitvoeriger beschreven in de tweejaarlijkse DBFM(O) voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer.
C: Beleidswijzigingen
Bij DBFM(O) projecten worden reeds besluiten over (publiek- private) uitvoeringsvarianten genomen op basis van het instrument PPC. Het beleid is om het gebruik van dit instrument steeds verder uit te breiden naar andere complexe projecten. Voorbeeld hiervan zijn de sourcingpro-jecten van Defensie. De minister van Financiën zal de handleiding PPC aanpassen zodat deze voor een nog breder toepassingsgebied ingezet kan worden, bijvoorbeeld voor de afweging tussen uitvoeringsvarianten voor ICT- projecten van het Rijk.
In het Energierapport 2011 is het voornemen geuit om minderheidsprivatisering mogelijk te maken van de landelijke netbeheerders voor elektriciteit en gas. Hiertoe bereiden de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Financiën een wetswijziging voor, die nog ter goedkeuring aan beide Kamers zal worden voorgelegd. Indien deze wetswijziging wordt aangenomen, zal de minister van Financiën voorbereidingen treffen om tot een daadwerkelijke kapitaalmarkttransactie te komen bij Gasunie en/of Tennet. Het type transactie en de timing daarvan zijn mede afhankelijk van de situatie bij de betreffende deelneming en van de marktomstandigheden op dat moment.
In navolging van de in 2011 aan de Tweede Kamer verzonden Beleidsvisie kansspelen is toegezegd te onderzoeken of het pseudo- aandeelhouderschap van de Staat bij Holland Casino en Staatsloterij passend is. Alhoewel er nog geen concrete voorstellen tot privatisering van Holland Casino en de Staatsloterij aan de Tweede Kamer zijn voorgelegd, werken het ministerie van Veiligheid en Justitie en het ministerie van Financiën momenteel aan voorstellen voor een gemoderniseerde inrichting en -ordening van de kansspelmarkten. Afhankelijk van het nieuwe kabinet en de uitkomsten van het debat met de Tweede Kamer, zullen op zijn vroegst pas in 2013 de eerste stappen worden gezet om Holland Casino en de Staatsloterij te privatiseren.
D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel budgettaire gevolgen ( x € 1 000) |
|||||||
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Verplichtingen waarvan betalingsverplichting: Kapitaalstorting TenneT Meerjarenverplichting aan ING |
1 023 449 600 000 461 193 |
272 101 |
336 637 |
303 636 |
267 636 |
219 637 |
176 637 |
waarvan garantieverplichting: Garanties en vrijwaringen (FCI, NS, WST en TenneT) Regeling BF |
|
|
|||||
Uitgaven |
3 599 367 |
2 813 701 |
1 994 237 |
1 653 236 |
1 507 236 |
1 286 237 |
1 107 237 |
waarvan juridisch verplicht |
100% |
||||||
Vermogensverschaffing Kapitaaluitbreiding TenneT Uitkering superdividend NS Tweede herkapitalisatie ABN AMRO Kapitaalstorting couponbetaling MCN |
300 000 |
300 000 |
|||||
Bekostiging/bijdrage PPS |
|||||||
Bijdrage aan RWT NLFI (voorheen STAK) |
1 428 |
5 296 |
5 019 |
5 019 |
5 019 |
5 019 |
5 019 |
Lening Management fee IABF Funding fee IABF |
38 756 3 242 213 |
33 000 2 459 000 |
31 000 1 948 000 |
24 000 1 614 000 |
20 000 1 472 000 |
17 000 1 254 000 |
14 000 1 078 000 |
Garantie Regeling BF Dotatie begrotingsreserve TenneT |
0 4 800 |
600 4 800 |
600 4 800 |
600 4 800 |
600 4 800 |
600 4 800 |
600 4 800 |
Opdrachten Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
12 170 |
11 005 |
4 818 |
4 817 |
4 817 |
4 818 |
4 818 |
Ontvangsten |
9 925 613 |
4 909 308 |
5 201 977 |
3 645 152 |
3 472 438 |
2 013 397 |
1 721 397 |
Vermogensonttrekking Opbrengst onttrekking vermogenstitels Dividend staatsdeelnemingen Winstafdracht DNB waarvan SMP-Griekenland waarvan investeringsportefeuille DNB |
9 000 423 226 544 278 |
11 000 273 973 750 000 |
259 322 1 314 000 278 000 73 000 |
397 497 354 000 122 000 44 000 |
444 897 295 000 85 000 44 000 |
425 297 208 000 62 000 44 000 |
425 297 96 000 42 000 44 000 |
Afdrachten Holland Casino Afdrachten Staatsloterij Opbrengst verkoop vermogenstitels |
102 423 150 |
100 000 |
96 000 |
96 000 |
10 000 90 000 |
10 000 90 000 |
10 000 90 000 |
Dividend financiële instellingen |
216 244 |
121 000 |
394 000 |
||||
Bijdrage aan RWT |
|||||||
NLFI (voorheen STAK) |
0 |
3 980 |
4 300 |
4 300 |
4 300 |
4 300 |
4 300 |
Leningen Verwachte portefeuille ontvangsten IABF Garantie fee IABF Additionele fee IABF Additionele garantie fee IABF |
3 012 250 85 262 55 409 128 048 |
2 245 000 73 000 49 000 110 000 |
1 749 000 67 000 43 000 101 000 |
1 459 000 52 000 34 000 78 000 |
1 344 000 43 000 27 000 66 000 |
1 147 000 36 000 23 000 55 000 |
989 000 31 000 17 000 47 000 |
Verhandelbaarheidsfee IABF Rente en aflossing div. leningen Aflossing kapitaalversterkingen ING, Aegon en SNS Reaal |
62 999 3 500 000 |
16 000 750 000 |
19 000 750 000 |
15 000 750 000 |
12 000 750 000 |
10 000 |
7 000 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Couponbetaling en/of boetebetaling kapitaalversterking ING, Aegon en SNS Reaal Renteontvangsten Mandatory Convertible Note |
1 750 472 |
375 000 |
375 000 |
375 000 |
375 000 |
||
Garantie Regeling BF Premie-ontvangsten garantie Tennet Premie-inkomsten Capital Relief Instrument Premie-inkomsten counter indemnity |
658 4 800 25 555 |
4 800 25 555 |
4 800 25 555 |
4 800 25 555 |
4 800 6 441 |
4 800 |
4 800 |
Opdrachten Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
4 839 |
1 000 |
D2: Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit van de uitgaven is beperkt. Alle gebudgetteerde uitgaven zijn juridisch verplicht, omdat er contracten aan ten grondslag liggen. Een voorbeeld hiervan zijn de contracten die tussen de Staat en ING zijn afgesloten in het kader van de Illiquid Back-up faciliteit.
E: Toelichting op de instrumenten
Vermogensonttrekking
De vermogensonttrekkingen zien op het onttrekken van vermogen – in de vorm van dividend – aan de bij de minister van Financiën onder beheer staande staatsdeelnemingen. De geraamde bedragen zien op de reguliere staatsdeelnemingen zoals Holland Casino, de NS, Schiphol en op de tijdelijke deelnemingen ABN AMRO en ASR.
Bij de tijdelijke deelneming ABN AMRO is er sprake van schikking tussen ABN AMRO, Ageas (het voormalige Fortis België) en de Staat over de Mandatory Convertible Securities is er ook een einde gekomen aan alle nog uitstaande geschillen tussen de Nederlandse Staat en Ageas over de overname van de Nederlandse activiteiten van de voormalige Fortis-groep door de Nederlandse Staat op 3 oktober 2008.
In lijn met publieke uitlatingen van ING is de inschatting van de Staat dat ING dit jaar een gedeelte van de nog uitstaande steun zal terugbetalen, maar niet de begrote € 4,5 miljard. ING heeft aangegeven het terugbetalen van de staatssteun als topprioriteit te zien en dit zo snel mogelijk te willen doen. Op basis hiervan heeft de Staat een voorzichtige inschatting gemaakt van mogelijke tranches waarin terugbetaald zou kunnen worden. ING behoudt haar contractuele rechten. Een eventuele terugbetaling dit jaar en komende jaren dient te worden goedgekeurd door DNB. De Staat en ING voeren gesprekken met de Europese Commissie over de terugbetaling en de aanpassing van het herstructureringsplan. Dit overleg wordt voortgezet.
Bekostiging
De stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen – een rechtspersoon met een wettelijke taak – is in juli 2011 opgericht. De geraamde uitgaven om uitvoering te geven aan deze wettelijke taak betreffen netto € 0,7 miljoen.
Lening
De back-up faciliteit is een constructie gedefinieerd rond kasstromen. In de transactie was initieel sprake van vier kasstromen. De Staat heeft 80% van het risico op de Alt-A portefeuille van ING overgenomen en ontvangt van ING 80% van alle kasstromen die binnenkomen op de portefeuille. Daarnaast ontvangt de Staat een garantiefee. Voor 20% van de portefeuille is het risico op de balans van ING gebleven. De Staat betaalt een funding fee en een management fee aan ING. In oktober 2009 is een additionele betaling overeengekomen tussen de Staat en ING, waardoor twee extra kasstromen zijn toegevoegd. De extra betalingen komen overeen met een verhoging van de garantiefee met 0,826 procentpunt en een verlaging van de rentecomponent van de funding fee met 0,5 procentpunt. De management fee en de (extra) garantie fee worden jaarlijks berekend over de resterende omvang van de portefeuille. De overige kasstromen zijn maandelijkse betalingen. De verhandelbaar-heidsfee is een zevende kasstroom. Het betreft een vergoeding die de Staat van ING ontvangt voor het omzetten van een deel van de kasstromen naar een verhandelbare lening die in de repo kan worden gebruikt (Kamerstukken II, 2010–2011, 31 371, nr. 362). Iedere dollar die in 2013 wordt ontvangen wordt naar verwachting gebruikt om de verplichting aan ING versneld af te bouwen.
Garantie
Onder het instrument garanties staan de regeling Bijzondere Financiering, de garantie aan de Stichting Beheer Doelgelden en de contragarantie die is verstrekt aan ABN AMRO in het kader van de verkoop van HBU aan Deutsche Bank.
Onder de regeling Bijzondere Financiering (BF) – die wordt afbeheerd – staan nog een paar kredieten uit, die mogelijk tot schade kunnen leiden. Hiervoor is € 0,6 mln. geraamd.
De Staat heeft in 2010 een garantie verstrekt van maximaal € 300 mln. ten behoeve van de Stichting Beheer Doelgelden tegen een marktconforme vergoeding1. Op basis hiervan verkreeg TenneT Holding de financiering voor de overname van Transpower. De jaarlijkse, marktconforme premie die de Staat ontvangt, wordt afgestort in een begrotingsreserve.
Er zijn wederzijdse aansprakelijkheden ontstaan door de afsplitsing van HBU (Newbank) uit het oude ABN AMRO, nu RBS N.V. genaamd. Indien RBS N.V. niet meer aan zijn verplichtingen zou kunnen voldoen, kunnen crediteuren onder specifieke voorwaarden tot maximaal € 950 mln. claimen bij HBU. Hiervoor heeft ABN AMRO een vrijwaring afgegeven aan de kopende partij Deutsche Bank. Aangezien ABN AMRO het risico van uitbetaling niet zelf kan lopen, is er een contragarantie door de Staat afgegeven. Voor deze garantie ontvangt de Staat een premie van € 25,6 mln. op jaarbasis.
Kamerstukken II 2009/2010, 28 165, nr. 104
2.2.4 Internationale Financiële Betrekkingen
A. Doelstelling
Een bijdrage leveren aan een financieel gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Nederlandse economie wordt door zijn openheid en relatief beperkte grootte sterk beïnvloed door internationale financieel-economische ontwikkelingen zoals de schuldencrisis. Verreweg het grootste deel van de Nederlandse export en import gaat naar of komt uit andere Europese landen. Een sterke Europese economie heeft daarmee een directe weerslag op de Nederlandse economie. Mede om die reden is Nederland gebaat bij een gezonde financieel economische ontwikkeling en een stabiele budgettaire en monetaire ontwikkeling in de Europese Unie en haar lidstaten, waarbij ook de financiële stabiliteit binnen de eurozone gewaarborgd is. De minister van Financiën speelt in Nederland op dit gebied een regisserende rol en maakt daarbij gebruik van een aantal instrumenten.
Ten behoeve van de bevordering van financiële stabiliteit in de toekomst neemt de minister actief deel aan internationaal toezicht ter bevordering van de begrotingsdiscipline van lidstaten van de EU en een stabiele macro-economische omgeving in de EMU. Hieronder valt ook de economische beleidscoördinatie in de EU en de EMU, zoals door een nieuw verdrag voor begrotingsdiscipline tussen lidstaten van de EU en een procedure voor economische onevenwichtigheden. Verder neemt de minister van Financiën besluiten over het Nederlandse oordeel over aanvragen voor het Exchange Rate Mechanism (ERM-II) en voor euro-invoering, en draagt de minister van Financiën het Nederlandse standpunt over de EU begroting en het Meerjarig Financieel Kader (MFK) van de EU uit.
De minister van Financiën draagt bij aan het beheer van stabilisatiemechanismen zoals het EFSF en het ESM ten behoeve van het bewaken van de financiële stabiliteit, ook in financieel-economisch moeilijke tijden. Dit doet de minister door actief deel te nemen aan Europese overleggen zoals de Eurogroep en Ecofin en door een intensieve lobby bij Europese partners.
Internationale financiële instellingen beïnvloeden internationale financieel-economische ontwikkelingen, bijvoorbeeld door financieel-economische beleidstoezicht, en door de rol als financieel vangnet in geval van een crisis. Goed beleid van deze instellingen draagt daarom bij aan een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling en de ontwikkeling van lage- en middeninkomenslanden. De minister draagt hieraan bij door toezicht te houden op de uitvoering van de taken van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) en hun financiële soliditeit. Daarnaast levert de inbreng van de minister bij discussies in internationale fora zoals de Ecofin, Eurogroep, Working Party 3 (van de OESO) en discussies bij de G20, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en andere IFI’s een bijdrage aan de beïnvloeding van de internationale beleidsdiscussie en beleidsrespons.
C. Beleidswijzigingen
In internationaal verband zijn maatregelen getroffen om de wereldeconomie minder gevoelig te maken voor financieel economische crisissen en te zorgen dat de gevolgen, mocht een dergelijke crisis toch plaatsvinden, zo beperkt mogelijk blijven. Hierbij zal het versterken van de rol van de Internationale Financiële Instellingen bij crisispreventie en het vormen van een vangnet voor landen die in ernstige problemen dreigen te raken voortgezet worden. De minister van Financiën heeft hier voor Nederland als bewaker van de financiële belangen van de Nederlandse overheid en burger een centrale rol in. Ook wordt in 2013 gesproken over de onderhandelingen over de IMF quotaformule. Een adequate Nederlandse representatie wordt hierbij van groot belang geacht.
Op Europees vlak zal er in 2013 substantiële aandacht zijn voor een verder herstel van de financiële stabiliteit van de eurozone. De Europese schuldencrisis heeft aanleiding gegeven tot wijziging en uitbreiding van afspraken omtrent economische beleidscoördinatie (o.a. versterkt Stabiliteits- en Groeipact). Gekoppeld hieraan zal er aandacht zijn voor de lopende steunprogramma’s voor Griekenland, Spanje, Ierland en Portugal. De minister van Financiën neemt namens Nederland deel aan discussies en besluitvorming op ministerieel niveau in Eurogroep en Ecofin verband over deze onderwerpen.
Volgens de huidige planning dienen de onderhandelingen in het kader van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2014–2020 van de EU eind 2012 te zijn afgerond. Wanneer dit niet het geval is, zal ook in 2013 hierover nog onderhandeld moeten worden. Nederland zal zich inzetten voor een substantiële vermindering van de afdrachten aan de EU. Dat impliceert dat Nederland concreet inzet op een substantiële verlaging van de totale uitgaven onder het MFK dan wat de Commissie heeft voorgesteld en behoud van de huidige korting die Nederland thans op de afdrachten ontvangt.
D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel budgettaire gevolgen (x € 1000) |
|||||||
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Verplichtingen |
91 240 415 |
40 837 835 |
308 005 |
1 089 294 |
315 229 |
315 229 |
1 043 540 |
waarvan garantieverplichtingen: Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen Garantie aan DNB inzake IMF deelname Garantie DNB inzake BIS Kredieten EU-betalingsbalanssteun EFSF EFSM ESM |
1 031 375 18 518 207
|
239 581 113 445 35 445 400 |
181 519 113 445 |
962 808 113 445 |
181 519 113 445 |
181 519 113 445 |
918 515 113 445 |
Uitgaven Waarvan juridisch verplicht Deelname aan internationale instellingen |
2 284 106 337 847 |
2 005 400 1 987 813 |
2 323 757 80% 2 310 716 |
1 187 732 1 174 691 |
369 865 349 600 |
373 688 353 423 |
258 907 247 327 |
Multilarerale ontwikkelingsbanken en fondsen EFSF ESM EIB |
337 276 571 |
158 373 1 829 440 |
33 054 1 829 440 448 222 |
259 971 914 720 |
349 600 |
353 423 |
247 327 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Lening |
1 946 259 |
17 587 |
13 041 |
13 041 |
20 265 |
20 265 |
11 580 |
Griekenland |
1 946 259 |
4 546 |
|||||
Uitkering rente Aan Griekenland |
13 041 |
13 041 |
13 041 |
20 265 |
20 265 |
11 580 |
|
Ontvangsten |
127 715 |
25 241 |
64 091 |
75 938 |
80 116 |
80 123 |
80 106 |
Deelname aan internationale instellingen |
13 081 |
9 036 |
8 480 |
4 418 |
665 |
672 |
655 |
Ontvangsten IFI’s |
13 081 |
9 036 |
8 480 |
4 418 |
665 |
672 |
655 |
Lening |
114 634 |
16 205 |
55 611 |
71 520 |
79 451 |
79 451 |
79 451 |
Aflossing lening Griekenland |
|||||||
Rente ontvangsten lening Griekenland |
104 903 |
16 205 |
55 611 |
71 520 |
79 451 |
79 451 |
79 451 |
Service fee ontvangsten lening Griekenland |
9 731 |
De totale omvang van de EFSF-garantie is € 97,8 mld
D2. Budgetflexibiteit
De budgetflexibiliteit van de uitgaven is beperkt aangezien deze veelal afkomstig zijn uit meerjarige internationale en Europese verplichtingen.
E. Toelichting op de instrumenten
Deelname aan internationale banken en -fondsen
Met het oog op de financiële stabiliteit van de eurozone en Nederland zijn verschillende maatregelen genomen, waaronder de steunprogramma’s voor Griekenland, Spanje, Ierland en Portugal en de stabilisatiemechanismen EFSF, EFSM en ESM. Een totaal overzicht van alle verstrekte garanties in het kader van de stabiliteit is te vinden in het financieel overzicht interventies ten behoeve de financiële crisis.
Het overige deel van de raming voor garantieverplichtingen heeft betrekking op het zogenaamde garantiekapitaal van de internationale financiële instellingen (het deel van de verplichting dat waarschijnlijk niet tot betaling komt, het «callable capital»), op garantie-overeenkomsten tussen de Staat en DNB (onder meer de Nederlandse deelneming in IMF) en deelneming in de door de BIS te verstrekken kredietfaciliteiten.
Daarnaast draagt Nederland in het kader van de ontwikkelingssamenwerking via algemene bijdragen bij aan multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen. Deze bijdragen zijn direct na ondertekening meerjarig en onvoorwaardelijk verschuldigd. Voor een deel van de verplichtingen- en uitgavenramingen geldt dat door wisselkoersinvloeden de realisaties kunnen afwijken van de ramingen; dit deel van de realisaties is daarmee niet beleidsmatig te beïnvloeden.
De Europese Raad van 28 en 29 juni 2012 heeft unaniem opgeroepen tot een verhoging van het kapitaal van de Europese Investeringsbrank (EIB) met € 10 mrd. Deze kapitaalverhoging zal volledig inbetaald zijn. Dit besluit maakt onderdeel uit van een breder initiatief ter ondersteuning van de groei, werkgelegenheid en concurrentiekracht in de Europese Unie. Voor Nederland, met een kapitaalaandeel van 4,482%, betekent de uitbreiding een betaling van € 448,2 mln. Het totale bedrag zal waarschijnlijk in 2013 worden betaald.
2.2.5 Exportkrediet- en investeringsverzekeringen
A. Doelstelling
Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit.
B. Rol en verantwoordelijkheid
Op basis van de Kaderwet Financiële Verstrekkingen Financiën biedt de Nederlandse Staat, ter aanvulling op de private markt, faciliteiten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers betalingsrisico’s kunnen afdekken bij de Staat. Met de verschillende producten beschikbaar in de exportkrediet- en investeringsverzekeringen (de «EKV-faciliteit») kunnen Nederlandse bedrijven meer grote en op (middel)lange termijn gefinancierde exportorders verwerven, hetgeen een positief effect heeft op de werkgelegenheid.
De Minister van Financiën heeft de rol van eindverantwoordelijke voor de uitvoering van de exportkredietverzekeringsfaciliteit. Sinds de stelselwijziging die op 1 januari in 2010 in werking is getreden, treedt de Staat op als verzekeraar en voert Atradius Dutch State Business N.V. de EKV-faciliteit uit, op naam en voor rekening en risico van de Staat. De Minister van Financiën is budgetverantwoordelijk. De Minister van Financiën is, samen met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, beleidsverantwoordelijk voor het verstrekken van de verzekeringen.
Het risicoprofiel van de bestaande EKV-portefeuille en van nieuwe aanvragen worden door het ministerie van Financiën nauwlettend gevolgd door middel van een Risk Management Framework, zodat onverantwoord grote risico’s worden vermeden.
Om Nederlandse exporteurs en hun financiers internationaal onder gelijke voorwaarden te kunnen laten concurreren, wordt door Nederland in internationaal verband overlegd over de exportondersteunende maatregelen om zodoende een gelijk speelveld te bevorderen. Zo worden in OESO- en EU-verband afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder exportkredietverzekeringen mogen worden verstrekt, zoals minimum premies, maximale looptijden, het gebruik van ontwikkelingshulpgelden als instrument voor exportbevordering, maatschappelijk verantwoord ondernemen en verantwoord leenbeleid. De OESO voert een actieve dialoog met de opkomende economieën die geen deel uitmaken van de OESO om mogelijke verstoringen van het gelijke speelveld zoveel mogelijk te beperken.
Dit jaar is gekozen voor een aanpassing in de prestatie-indicatoren om een beter inzicht te geven in de effectbereiking van het beleid in het kader van de doelstelling. Hierbij wordt de doorlooptijd als indicator vervangen door een positief bedrijfsresultaat (BERB) en een best of class notering (A rating) op basis van de jaarlijkse benchmark op de verzekeringsvoor-waarden en -mogelijkheden. Deze informatie werd al jaarlijks gemeld in zowel het jaarverslag als de begroting, maar niet vanuit het perspectief van prestatie-indicator.
De doorlooptijden van verzekeringsaanvragen zijn wel een blijvend aandachtspunt in verband met een efficiënte bedrijfsvoering. In dit kader zal de doorlooptijd nog steeds voor monitoringsdoeleinden worden gebruikt. De uitdaging voor 2013 is om de doorlooptijd verder te verkorten en daarbij de kwaliteit van de beoordeling hoog te houden.
Prestatie indicator |
Begroting 2013 |
Begroting 2014 |
Begroting 2015 |
Begroting 2016 |
Begroting 2017 |
BERB benchmark |
> 0 mln A |
> 0 mln A |
> 0 mln A |
> 0 mln A |
> 0 mln A |
Internationaal is afgesproken dat EKV-faciliteit over een langere periode kostendekkend moeten zijn, om concurrentieverstoring te voorkomen. Dat betekent dat op lange termijn de premie-inkomsten voldoende moeten zijn om de uitvoeringskosten en de netto schade-uitkeringen te dekken. De kostendekkendheid van de Nederlandse faciliteit wordt gemeten middels het model voor Bedrijfseconomische Resultaatbepaling (BERB). Daaruit blijkt dat de Nederlandse EKV- faciliteit over de periode 1999 t/m 2011 een positief resultaat van € 142 mln. heeft geboekt. Ten opzichte van de omvang van de portefeuille en de schades die hieruit kunnen voortvloeien betreft dit een relatief bescheiden positief resultaat. Gegeven de voorwaarde dat het resultaat minimaal nul zal moeten zijn, is er hoewel er in een individueel jaar een negatieve uitschieter kan zijn op de lange termijn een grotere kans op een licht positief resultaat.
Om inzicht te krijgen in de concurrentiepositie van de Nederlandse EKV-faciliteit, wordt door het ministerie van Financiën jaarlijks een vergelijkend onderzoek uitgevoerd tussen de Nederlandse faciliteit en de EKV-faciliteiten in een aantal voor de concurrentie relevante landen (de «benchmark»). Een best of class binnen de benchmark meting betekent dat wij er naar streven om voor de EKV aan te sluiten bij de landen die het beste scoren op de verzekeringsvoorwaarden en -mogelijkheden. In dit kader wordt de reikwijdte van de EKV dan ook regelmatig herzien om beter aan te sluiten bij de behoeften van exporteurs en aan te sluiten bij het internationale speelveld, mits kostendekkendheid gewaarborgd blijft. Dit is conform regulier beleid.
C. Beleidswijzigingen
Als gevolg van het huidige economische klimaat is het voor exporteurs lastig om lange termijn exportfinanciering te krijgen. Om die reden heeft de Staat de bestaande exportkredietgarantieregeling («EKG») geëvalueerd en aangepast (kamerstuk 2011–2012, 31 371, nr. 371). Doel is het voor investeerders aantrekkelijker maken kapitaal vrij te maken voor exportleningen. De gewijzigde exportkredietgarantieregeling loopt in ieder geval tot en met 2014. In 2014 zal vervolgens worden bezien of deze regeling voldoende soelaas biedt voor de problemen waar Nederlandse exporteurs tegenaan lopen. In dit kader wordt ook met het bedrijfsleven en banken gesproken. Voorts wordt bekeken hoe het MKB een betere toegang kan krijgen tot de EKV.
In 2012 is, in overleg met de Rijkscommissie voor export- import- en investeringsgaranties, gekeken hoe de EKV-faciliteit mede met het oog op de verdergaande internationalisering van het Nederlandse bedrijfsleven beter aan kan sluiten bij de behoeftes van de exporteurs door middel van flexibeler landenbeleid en een verruiming van de beperkingen ten aanzien van het Nationaal bestanddeel. Aanpassingen zullen ten dele in 2013 neerslaan.
D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel budgettaire gevolgen (x € 1000) |
|||||||
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Verplichtingen |
1 098 445 |
10 616 386 |
10 616 386 |
10 616 386 |
10 616 386 |
10 616 386 |
10 616 386 |
waarvan garantieverplichtingen: |
1 087 888 |
10 603 780 |
10 603 780 |
10 603 780 |
10 603 780 |
10 603 780 |
10 603 780 |
Reguliere EKV |
1 118 144 |
10 000 000 |
10 000 000 |
10 000 000 |
10 000 000 |
10 000 000 |
10 000 000 |
Investeringsverzekeringen |
|
453 780 |
453 780 |
453 780 |
453 780 |
453 780 |
453 780 |
MIGA |
0 |
150 000 |
150 000 |
150 000 |
150 000 |
150 000 |
150 000 |
Omzetpolissen |
|
||||||
Uitgaven |
28 657 |
133 106 |
113 106 |
133 106 |
133 106 |
133 106 |
133 106 |
waarvan juridisch verplicht |
100% |
||||||
Exportkredietverzekering |
|||||||
Schade-uitkering EKV |
17 909 |
120 000 |
100 000 |
120 000 |
120 000 |
120 000 |
120 000 |
Schade-uitkering investeringsverzekeringen |
0 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
Schade-uitkering MIGA |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Schade-uitkering Omzetpolissen |
90 |
||||||
Uitgaven Seno-Gom |
101 |
||||||
Opdrachten |
|||||||
Kostenvergoeding Atradius DSB |
10 557 |
12 606 |
12 606 |
12 606 |
12 606 |
12 606 |
12 606 |
Ontvangsten |
141 642 |
312 205 |
128 550 |
99 500 |
83 750 |
82 250 |
82 250 |
Premies EKV |
55 106 |
40 000 |
40 000 |
40 000 |
40 000 |
40 000 |
40 000 |
Premies investeringsverzekeringen |
563 |
1 250 |
1 250 |
1 250 |
1 250 |
1 250 |
1 250 |
Premies omzetpolissen |
88 |
||||||
Schaderestituties EKV |
84 834 |
62 800 |
52 300 |
28 000 |
28 000 |
28 000 |
28 000 |
Ontvangsten Seno-Gom |
551 |
207 655 |
34 500 |
29 750 |
14 000 |
12 500 |
12 500 |
Overige ontvangsten |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
D2. Budgetflexibiteit
De budgetflexibiliteit van de uitgaven is zeer beperkt. De geraamde schade-uitgaven hebben het karakter van een verzekering: het ontstaan en het moment van uitgave staan niet vast, maar in geval van schade is de Staat juridisch verplicht om uit te keren mits aan de polisvoorwaarden is voldaan.
E. Toelichting op de instrumenten
Exportkredietverzekering
In de begroting is een plafond van € 10 mld. opgenomen voor hoeveel de Staat jaarlijks aan nieuwe verplichtingen kan aangaan voor de exportkredietverzekering.
Via deze verzekeringen worden Nederlandse exporteurs en hun financiers gedekt voor het politieke en commerciële risico dat zij lopen bij middellange en langlopende exportcontracten naar landen met een (ver)hoog(d) risico en/of buitenlandse afnemers met een relatief hoog risicoprofiel. Dit instrument vergroot dus de mogelijkheden voor Nederlandse export.
Voor zowel de inkomsten als de schade-uitkeringen, behorende bij dit instrument, geldt dat deze worden beïnvloed door externe factoren, zoals de vraag naar exportkredietverzekeringen door exporteurs en het betaalgedrag van debiteuren in derde landen.
Tevens kan de Staat jaarlijks voor maximaal € 453 mln. aan verplichtingen aangaan voor nieuwe investeringsverzekeringen. Via deze verzekeringen worden Nederlandse bedrijven die langdurig investeren in derde landen gedekt voor het politieke risico dat zij lopen in het land. Onderstaande grafiek laat de ontwikkeling zien van het totaal door de Staat verzekerde bedrag in de afgelopen jaren: het totale uitstaande obligo. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen definitieve verzekeringen (polissen) en voorlopige verzekeringen (dekkingstoezeggingen).
Cumulatief uitstaand obligo
■ 1 IM''' 1 |
■III ■ |
0 jaren |
voorlopig definitief |
Opdracht
Atradius Dutch State Business (ADSB) is de uitvoerder van de EKV-faciliteit. ADSB geeft in naam en voor rekening van de Staat der Nederlanden exportkrediet- en investeringsverzekeringen af. Voor de uitvoering en het beheer van de portefeuille ontvangt ADSB jaarlijks een vergoeding.
2.2.6 Btw-compensatiefonds
A. Algemene doelstelling:
Gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s hebben de mogelijkheid een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt hierin geen rol.
B. Rol en verantwoordelijkheid minister
Het btw-compensatiefonds is opgericht om een eind te maken aan de factor btw bij de afweging door decentrale overheden tussen het uitbesteden van werkzaamheden of het uitvoeren ervan door de eigen organisatie. De factor btw wordt weggenomen door het btw-compensatiefonds waaruit gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s de betaalde btw kunnen terugvragen. De betaalde btw moet daarvoor wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de btw betaald zijn over een niet-ondernemerstaak en mag geen sprake zijn van verstrekking aan een individuele derde. Voorbeelden van taken waarvoor gemeenten btw kunnen terugclaimen zijn de inzameling van huisvuil, het onderhoud aan gebouwen, het straatbeheer, schoonmaakactiviteiten, archivering, ingenieurswerkzaamheden en groenbeheer.
De minister van Financiën is verantwoordelijk voor en heeft een uitvoerende rol bij: – verstrekken, verzamelen en controleren van de opgaafformulieren en het uitbetalen van de compensabele btw; – beheer van het btw-compensatiefonds.
C. Beleidswijzigingen
Er zijn in 2013 geen beleidswijzigingen ten aanzien van het btw-compensatiefonds gepland.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel Budgettaire Gevolgen Van Beleid (x € 1 000)
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Verplichtingen 2 613 190 2 895 357 3 079 269 3 079 513 3 079 335 3 079 216
Uitgaven 2 613 190 2 895 357 3 079 269 3 079 513 3 079 335 3 079 216
Waarvan juridisch verplicht 100%
Instrument: Btw-compensatieregeling
w.v. bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden 2 311 525 2 561 662 2 724 326 2 724 486 2 724 414 2 724 326 w.v. bijdragen aan provincies 301 665 333 695 354 943 355 027 354 921 354 890
Ontvangsten 2 613 190 2 895 357 3 079 269 3 079 513 3 079 335 3 079 216
D2. Budgetflexibiliteit
De bijdrage ter compensatie van de door gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s betaalde btw is opgenomen in de Wet op het btw-compensatiefonds. De Wet bevat de voorwaarden waarbinnen gemeenten en provincies kunnen claimen uit het btw-compensatiefonds, maar stelt geen grens aan de totale omvang van claims uit het fonds. Het btw-compensatiefonds is daarmee wettelijk inflexibel in zijn totaliteit. De inkomsten van het btw-compensatiefonds komen ofwel uit de algemene middelen (als decentrale overheden taken uit hun bestaande pakket gaan uitbesteden), ofwel van departementale begrotingen (als decentrale overheden nieuwe geldstromen ontvangen waarvan taken worden uitgevoerd waarvoor btw mag worden geclaimd).
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Gemeenten declareren in absolute zin meer btw bij het btw-compensatiefonds dan provincies. Dit declaratiepatroon ligt in het verlengde van de ruimere budgettaire mogelijkheden van gemeenten ten opzichte van provincies; het Gemeentefonds is namelijk groter dan het Provinciefonds.
In relatieve zin declareren de provincies meer bij het btw-compensatiefonds. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat de provincies vooral actief zijn op het gebied van verkeer en vervoer, hetgeen een uitgavencategorie is die veelal voor compensatie van btw-bedragen in aanmerking komt.
De raming van het fonds is aangepast. Deze aanpassing is het gevolg van enerzijds de btw-verhoging uit het begrotingsakkoord 2013 die het fonds doet groeien en anderzijds de krimp van het fonds die verwacht wordt op basis van de reeds beschikbare gegevens over 2012. De kolom 2011 is leeg omdat het btw-compensatiefonds toen nog op een aparte begroting stond.
Compensatie
De Belastingdienst is belast met het verstrekken en verzamelen van opgaafformulieren en het compenseren van de btw over niet-ondernemersactiviteiten.
Controlebeleid
De controle op de toepassing van de Wet op het btw-compensatiefonds is belegd bij de Belastingdienst. De algemene beleidsdoelstelling van de Belastingdienst is het onderhouden en versterken van naleving van de regels door belastingplichtigen. Om dat te bereiken zet de Belastingdienst meerdere toezichtinstrumenten in. Een van die instrumenten is het horizontaal toezicht, waarbij de relatie is gebaseerd op het begrip vertrouwen en transparantie. De vorm en intensiteit van het toezicht van de Belastingdienst wordt daarbij aangepast aan de kwaliteit van de interne organisatie van de gemeenten en provincies.
Meetbare gegevens
Prestatie-indicator1 |
Waarde 2011 |
Streefwaarde |
Streefwaarde |
2012 |
2013 |
||
Gemeenten en provincies, waarbij de mogelijkheden tot horizontali- |
|||
sering zijn beoordeeld (als percentage van het totaal aantal gemeenten |
|||
en provincies). |
n.v.t. |
n.v.t. |
45-55% |
Gemeenten en provincies die adequaat werken aan opzet, bestaan en |
|||
werking van de fiscale beheersing (als percentage van het aantal |
|||
organisaties onder horizontaal toezicht in dit segment). |
n.v.t. |
n.v.t. |
65-75% |
1 De prestatie-indicatoren zijn ten opzichte van 2012 gewijzigd om beter aan te sluiten bij het toezichtsproces zoals de Belastingdienst dat uitvoert. Hiermee wordt eveneens consistentie bereikt met de indicatoren zoals opgenomen in de toelichting bij artikel 1 Belastingen.
De Belastingdienst richt zich bij de individuele klantbehandeling van provincies en gemeenten op het vergroten van de zekerheid over de juistheid en volledigheid van de belastingontvangsten. De Belastingdienst ondersteunt en stimuleert provincies en gemeenten om de kwaliteit van de aangifte te versterken. De Belastingdienst bespreekt met de provincie respectievelijk gemeente hoe hij zijn verantwoordelijkheid invult met betrekking tot zijn aangifte. Daarbij wordt vastgesteld hoe deze omgaat met fiscaliteit en of de randvoorwaarden aanwezig zijn om te komen tot een adequate beheersing daarvan. De provincie/gemeente beoordeelt daarna cyclisch de opzet, het bestaan en de werking van de interne beheersing van de (fiscaal relevante) bedrijfsprocessen en deelt de resultaten daarvan met de Belastingdienst. De Belastingdienst monitort dit proces en bepaalt in welke mate gesteund kan worden op deze interne beheersing. Periodiek wordt dit getoetst, doorgaans door steekproefsgewijze controles. Voor de 25–35% van de organisaties die nog niet adequaat werken aan opzet, bestaan en werking van de fiscale beheersing beoordeelt de Belastingdienst of het horizontaal toezichtstraject kan worden gecontinueerd.
Waar horizontalisering van het toezicht (nog) niet mogelijk is, voert de Belastingdienst op basis van handhavingsregie passende interventies uit.
2.2.7 Beheer Materiële Activa
A. Doelstelling
Een optimaal financieel resultaat bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen.
B. Rol en verantwoordelijkheid
Het Rijk bezit materiële activa (zowel roerende als onroerende zaken) die nodig zijn voor de realisatie van rijksdoelstellingen. Volgens de Comptabiliteitswet is de minister van Financiën belast met de verantwoordelijkheid voor het (privaatrechtelijk) beheer van de roerende en onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de Wet bij een of meer andere ministers is gelegd. In de praktijk betreft het met name beheer en verkoop van overtollige activa, dit is een uitvoerende rol. Het uitgangspunt is marktconformiteit.
Bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige rijksdoelstellingen aanwezig zijn vertegenwoordigt de minister van Financiën het Rijk. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk.
De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het vervoeren, bewaren, vernietigen en verkopen van overtollige en in beslaggenomen roerende zaken voor het Rijk.
De minister is tevens verantwoordelijk voor de coördinatie van de samenwerking en afstemming tussen de diensten die onderdeel vormen van het rijksvastgoedstelsel, zowel in de regio als landelijk. Ter bevordering van de samenwerking en afstemming tussen de diensten fungeert de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid (RVR). Ter bevordering van de samenwerking en afstemming tussen de departementen ten aanzien van rijksvastgoed fungeert vanaf april 2012 de Interdepartementale Commissie Rijksvastgoed (ICRV). De minister van Financiën draagt zorg voor de ondersteuning van de RVR en de ICRV
C. Beleidswijzigingen
Het kabinet heeft in november 2011 besloten om met rijksvastgoed beleidsmatige doelen beter te bereiken, om meer (financieel) rendement op rijksvastgoed te realiseren en om een doelmatiger organisatie van de uitvoering tot stand te brengen. De belangrijkste besluiten zijn:
-
-met het oog op het beter bereiken van beleidsmatige doelen met rijksvastgoed:
Versterking beleidsmatige afstemming m.b.t. inzet vastgoed tussen departementen;
Oprichting van een stafdirectie ter ondersteuning van de afstemming tussen zowel uitvoerende diensten als departementen.
-
-met het oog op meer (financieel) rendement op rijksvastgoed:
Departementen met vastgoed gaan vanaf 2013 werken met een
(eigen) jaarlijkse vastgoedportefeuillestrategie;
Vaststelling door de ministerraad van een jaarlijkse rijksbrede vastgoedportefeuillestrategie, gebaseerd op de raakvlakken tussen departementale vastgoedportefeuillestrategieën;
Verplichting om, met uitzondering van de afspraken die voor Dienst
Landelijk Gebied en Staatsbosbeheer zijn gemaakt in het kader van het decentralisatieakkoord en de verkooptaakstelling uit het regeerakkoord, alle verkopen van overtollig rijksvastgoed via het toekomstige Rijksvastgoedbedrijf (RVB, zie hieronder) te laten lopen, gekoppeld aan een overnameverplichting voor het RVB van overtollig rijksvastgoed; - met het oog op een doelmatiger organisatie van de uitvoering:
Samenvoeging van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB) en de Rijksgebouwendienst (Rgd) tot een RVB uiterlijk per 1-1-2014, met optie voor latere aanhaking van andere diensten.
De Interdepartementale Commissie Rijksvastgoed zal zich buigen over de in 2013 door de Ministerraad vast te stellen rijksbrede vastgoedportefeuil-lestrategie voor 2014. Tevens wordt het Financieel Kader RVOB geëvalueerd en aangepast.
Het instrument anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling zal per 2013 worden beëindigd: er wordt in de praktijk door de departementen geen gebruik van gemaakt.
D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel budgettaire gevolgen (x € 1000) |
|||||||
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Verplichtingen – |
114 310 |
96 051 |
84 580 |
83 194 |
82 549 |
82 500 |
82 449 |
Uitgaven |
93 107 |
96 051 |
84 580 |
83 194 |
82 549 |
82 500 |
82 449 |
waarvan juridisch verplicht |
65% |
||||||
Bekostiging Zakelijke lasten |
59 104 |
55 916 |
55 013 |
55 013 |
55 013 |
55 013 |
55 013 |
Opdrachten Onderhoud- en beheerskosten RVOB Beheerskosten DRZ |
10 329 383 |
9 026 300 |
7 379 300 |
6 779 300 |
6 779 300 |
6 779 300 |
6 779 300 |
Leningen |
|||||||
Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling |
0 |
4 600 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan baten-lastendienst RVOB |
23 291 |
26 209 |
21 888 |
21 102 |
20 457 |
20 408 |
20 357 |
Ontvangsten |
213 724 |
179 386 |
176 986 |
176 084 |
175 584 |
175 584 |
175 584 |
Bekostiging Zakelijke lasten |
26 512 |
26 602 |
26 602 |
26 602 |
26 602 |
26 602 |
26 602 |
Opdrachten |
|||||||
Onderhoud en beheerskosten |
4 440 |
||||||
Leningen Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling |
|||||||
Programma-ontvangsten Baten-lastendiensten Ingebruikgevingen RVOB Vervreemding RVOB |
99 045 81 822 |
97 286 53 698 |
94 886 53 698 |
93 984 53 698 |
93 484 53 698 |
93 484 53 698 |
93 484 53 698 |
Vervreemding DRZ |
1 905 |
1 800 |
1 800 |
1 800 |
1 800 |
1 800 |
1 800 |
D2. Budgetflexibiliteit
De onder de post «Zakelijke lasten» (€ 55,0 mln.) genoemde uitgaven zijn juridisch verplicht op grond van lokale belastingwetgeving. Deze middelen zijn niet alternatief aanwendbaar.
E. Toelichting op de instrumenten
Zakelijke lasten
Het gaat hier om de betaling van door gemeenten en waterschappen opgelegde belastingen en heffingen die samenhangen met het bezit van onroerende zaken. Gedacht moet worden aan de onroerendezaakbe-lasting, waterschapsheffingen en rioolheffingen. De uitgaven (€ 55,0 mln.) zijn voornamelijk opgebouwd uit gemeentelasten (€ 43,6 mln.) en waterschapslasten (€ 11,3 mln.). De ontvangsten betreffen een vergoeding van de Rijksgebouwendienst aan het RVOB voor het door het RVOB betaalde eigenarendeel van de onroerendezaakbelasting met betrekking tot panden van de Rijksgebouwendienst (€ 23,2 mln.) en terugbetalingen door bepaalde gebruikers van door het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB) betaalde gebruikerslasten (€ 3,4 mln.).
Beheer- en plankosten
Het gaat hierbij om:
– (externe) kosten in verband met onderhoud van grond en gebouwen
(€ 3,4 mln.); – afkoop (erf)pachtersinvesteringen bij beëindiging van (erf)pachtcon-tracten (€ 0,8 mln.) – (externe) kosten in verband met ingebruikgeving en vervreemding van de onroerende zaken van de minister van Financiën, bijvoorbeeld taxatiekosten, (€ 2,5 mln.), en – plankosten ten behoeve van enkele gebiedsontwikkelingsprojecten
(€ 0,6 mln.). De ontvangsten betreffen terugbetalingen van plankosten die voorgeschoten zijn voor door het RVOB uitgevoerde gebiedsontwikkelingsprojecten.
Bijdrage aan RVOB
De post bijdrage aan RVOB (€ 22,0 mln.) bestaat uit de bijdrage van de minister van Financiën aan de baten-lastendienst Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB). De baten-lastendienst RVOB is door de minister belast met de uitvoering van zijn taken met betrekking tot onroerende zaken van het Rijk.
Ingebruikgevingen RVOB
Het gaat hierbij om de opbrengsten uit ingebruikgeving (verhuring) van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat.
De ontvangsten (€ 94,9 mln.) bestaan uit inkomsten uit verpachting
(€ 44,3 mln.), huur (€ 32,4 mln.), bodemmaterialen zoals zand (€ 16,0
mln.) en verhuur jachtgenot (€ 2,1 mln.).
Vervreemding RVOB
Het gaat hierbij om de opbrengsten uit vervreemding van de onroerende zaken van de Staat, voor zover voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat.
De ontvangsten (€ 53,7 mln.) bestaan uit inkomsten uit vervreemding van agrarische onroerende zaken (€ 25,0 mln.), vervreemding van overige onroerende zaken (€ 16,5 mln.), opbrengsten uit veiling van huurrechten benzinestations langs rijkswegen (€ 10,0 mln.) en overige (€ 2,0 mln.).
Vervreemding DRZ
De verkoop van roerende zaken brengt jaarlijks € 1,8 mln. op. Het gaat in de praktijk om de verkoopopbrengsten van in beslaggenomen goederen. De kosten die hiermee gemoeid zijn bedragen jaarlijks circa € 0,3 mln. De baten-lastendienst Domeinen Roerende Zaken (DRZ) is door de minister belast met de uitvoering van zijn taken met betrekking tot roerende zaken van het Rijk.
Niet uit tabel blijkende budgettaire gevolgen
Middelenafspraken
De minister van Financiën verzorgt behalve de ingebruikgeving en vervreemding van de eigen (overtollige) onroerende zaken ook de ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere ministers. Wanneer een middelenafspraak is gemaakt met een minister, dan wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door deze minister verantwoord op zijn eigen begroting.
Onroerende zaken van de baten- lastendienst RVOB
Met inachtneming van het Financieel Kader RVOB/DO (zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 275, A en nr. 1) kan de baten-lastendienst RVOB onroerende zaken verwerven. Alle kosten en opbrengsten van verworven onroerende zaken worden verantwoord in de Baten- lastenpa-ragraaf van het RVOB.
2.2.8 Centraal Apparaat
A. Apparaat kerndepartement
Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van Financiën met uitzondering van de Belastingdienst (zie artikel 1) en de baten-lastendiensten DRZ en RVOB (zie de baten-lasten paragrafen). Het omvat de verplichtingen en uitgaven voor ambtelijk personeel (inclusief personele exploitatie), inhuur externen en materieel (inclusief ICT) voor het kerndepartement.
Tabel budgettaire gevolgen van |
beleid |
|||||||
A. Apparaatsuitgaven Kerndepartement |
||||||||
Tabel budgettaire gevolgen (x € 1000) |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Verplichtingen |
201 721 |
211 527 |
204 189 |
199 048 |
196 319 |
196 348 |
195 712 |
|
Uitgaven |
195 161 |
211 527 |
204 189 |
199 048 |
196 319 |
196 348 |
195 712 |
|
Personeel Kerndepartement |
139 480 |
136 495 |
131 336 |
128 456 |
128 155 |
127 642 |
||
Waarvan eigen personeel |
132 461 |
131 447 |
127 144 |
124 691 |
124 391 |
123 888 |
||
Waarvan inhuur externen |
6 389 |
4 517 |
3 666 |
3 239 |
3 238 |
3 235 |
||
Waarvan overig personeel |
630 |
531 |
526 |
526 |
526 |
519 |
||
Materieel Kerndepartement |
72 047 |
67 694 |
67 712 |
67 863 |
68 193 |
68 070 |
||
waarvan ICT |
13 248 |
13 122 |
11 135 |
11 112 |
11 100 |
11 074 |
||
waarvan bijdrage aan SSO’s |
39 409 |
35 517 |
35 352 |
35 403 |
34 881 |
34 754 |
||
waarvan overig materieel |
19 390 |
19 055 |
21 225 |
21 348 |
22 212 |
22 242 |
||
Ontvangsten |
29 592 |
34 132 |
27 525 |
29 693 |
30 654 |
30 404 |
30 508 |
Personeel Kerndepartement
Dit betreft alle personeelsuitgaven inclusief externe inhuur voor het kerndepartement. De inhuur is beperkt. Inhuur externen in verband met de kredietcrisis is op artikel 3 uitvoeringskosten staatsdeelnemingen ondergebracht.
Materieel Kerndepartement
Dit betreft materieeluitgaven van het Kerndepartement. Dit omvat onder andere zaken aangaande huisvesting en communicatie. ICT bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven zoals onderhoud en licenties. De bijdrage aan de Shared Service Organisaties betreft onder andere P-Direkt (salarisbedrijf van het Rijk) en de Rijksgebouwendienst.
250000- |
|||||||||
200000- |
|||||||||
150000- |
|||||||||
100000-50000- |
|||||||||
waarvan overig materieel waarvan ICT
waarvan bijdrage aan SSO’s Waarvan eigen personeel
B. Totaal overzicht Apparaat Financiën
De minister van Financiën is verantwoordelijk voor twee baten-lastendiensten: het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf en Domeinen Roerende Zaken. De apparaatsuitgaven en ontvangsten worden verder uitgesplitst en toegelicht in de baten-lastenparagraaf. Voor de AFM, waarderingskamer en DNB wordt de volledige overheidsbijdrage gebruikt voor apparaat.
De onderstaande tabel geeft de totale apparaatsuitgaven/kosten voor het ministerie van Financiën weer inclusief de baten-lastendiensten en ZBO’s/RWT’s.
B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief BLD’s en ZBO’s/RWT’s
Budgettaire gevolgen (* € 1 000) |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
Totaal apparaatsuitgaven Financiën |
3 053 288 |
2 956 902 |
2 858 833 |
2 798 400 |
2 767 625 |
2 758 695 |
– Kerndepartement |
211 527 |
204 189 |
199 048 |
196 319 |
196 348 |
195 712 |
– Belastingdienst |
2 841 761 |
2 752 713 |
2 659 785 |
2 602 081 |
2 571 277 |
2 562 983 |
Budgettaire gevolgen (* € 1 000) |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
Totaal apparaatskosten BLD’s en ZBO’s/RWT’s |
108 759 |
93 145 |
91 101 |
89 663 |
89 340 |
86 441 |
Baten-Lastendiensten |
43 454 |
44 329 |
42 962 |
42 170 |
41 958 |
41 918 |
|
23 682 |
23 282 |
22 484 |
21 802 |
21 715 |
21 675 |
– Domeinen Roerende Zaken |
19 772 |
21 047 |
20 478 |
20 368 |
20 243 |
20 243 |
ZBO’s en RWT’s |
65 305 |
48 816 |
48 139 |
47 493 |
47 382 |
44 523 |
|
31 216 |
25 749 |
25 471 |
25 208 |
25 165 |
24 023 |
|
28 126 |
17 381 |
16 982 |
16 599 |
16 531 |
14 814 |
– Waarderingskamer |
667 |
667 |
667 |
667 |
667 |
667 |
|
5 296 |
5 019 |
5 019 |
5 019 |
5 019 |
5 019 |
C. Tabel apparaatsuitgaven kerndepartement per Directoraat-Generaal
Budgettaire gevolgen (* € 1 000)
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Kerndepartement
GT
DGRB SG-cluster DGFZ
211 527 |
204 189 |
199 048 |
196 319 |
196 348 |
195 712 |
23 277 |
21 641 |
21 318 |
20 997 |
20 216 |
20 131 |
20 911 |
20 579 |
20 226 |
19 873 |
19 910 |
19 935 |
153 225 |
148 015 |
143 699 |
141 806 |
142 622 |
142 090 |
14 115 |
13 955 |
13 806 |
13 644 |
13 601 |
13 557 |
2.2.9 Algemeen
Niet in gebruik.
2.2.10 Nominaal en Onvoorzien
Artikelonderdelen en budgettaire gevolgen |
|||||||
Tabel budgettaire gevolgen (x € 1 000) |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
Verplichtingen Uitgaven Onvoorzien Loonbijstelling Prijsbijstelling |
-7 300 |
4 092 4 092 4 092 |
7 008 7 008 3 152 3 856 |
7 057 7 057 3 217 3 840 |
7 008 7 008 3 190 3 818 |
6 935 6 935 3 104 3 831 |
6 898 6 898 3 091 3 807 |
Ontvangsten |
400 000 |
400 000 |
400 000 |
400 000 |
Toelichting
Vanuit dit artikel vinden overboekingen van loon- en prijsbijstelling naar de loon- en prijsgevoelige artikelen binnen IX plaats. In de jaren 2014 en 2017 is een technische stelpost opgenomen voor de opbrengsten van de kredietcrisisinterventies. Deze wordt nog verdeeld binnen de begroting IX.
1 Zie hiervoor het rapport Risicomanagement van de Staatsschuld, evaluatie van het beleid 2008–2011 & beleid 2012–2015, Agentschap, Ministerie van Financiën, 2011 en de aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer, 32 000 IXA, nr.5, vergaderjaar 2011–2012.
2.2 DE BELEIDSARTIKELEN (Nationale Schuld) 2.2.11 Financiering staatsschuld
A. Algemene doelstelling
Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke rentekosten onder acceptabel risico voor de begroting.
B. Rol en verantwoordelijkheid minister
De minister van Financiën is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico voor de begroting.
C. Beleidswijzigingen
De doelstelling schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke rentekosten onder acceptabel risico voor de begroting is sinds 2008 vormgegeven met een 7-jaars gecentreerde portefeuille als benchmark. Op basis van de evaluatie uit 2011 is besloten hiermee door te gaan1. Wel zijn vanaf 2012 afwijkingen van het risicoprofiel van de benchmark mogelijk. Hiervoor gelden twee randvoorwaarden. De afwijkingen mogen niet leiden tot meer risico en de afwijking moet inpasbaar zijn in de begroting. De benchmark borgt de transparantie over de afwijkingen. Immers in de verantwoording worden afwijkingen ten opzichte van de benchmark in termen van risicoprofiel en kosten gerapporteerd.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 3: Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 |
Financiering staatsschuld (x € 1 mln.)1 |
||||||
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Uitgaven |
49 609 |
44 542 |
42 055 |
41 085 |
54 577 |
26 251 |
47 172 |
Juridisch verplicht |
100% |
||||||
Programma-uitgaven |
49 588 |
44 524 |
42 038 |
41 067 |
54 559 |
26 233 |
47 155 |
Leningen |
|||||||
Totaal Rentelasten |
10 040 |
9 942 |
10 234 |
10 335 |
11 191 |
12 762 |
13 890 |
Rentelasten vaste schuld |
9 332 |
9 740 |
9 992 |
9 717 |
10 387 |
11 408 |
12 179 |
Rentelasten vlottende schuld |
705 |
202 |
242 |
618 |
804 |
1 354 |
1 711 |
Uitgaven voortijdige beëindiging |
4 |
||||||
Aflossing vaste schuld |
28 229 |
30 167 |
31 804 |
30 732 |
43 368 |
13 471 |
33 265 |
Mutatie vlottende schuld |
11 319 |
4 415 |
- |
- |
- |
- |
- |
Overige kosten |
21 |
17 |
17 |
17 |
17 |
17 |
17 |
Ontvangsten |
53 243 |
60 214 |
47 127 |
48 272 |
60 246 |
34 246 |
54 822 |
Programma- ontvangsten |
53 243 |
60 214 |
47 127 |
48 272 |
60 246 |
34 246 |
54 822 |
Leningen |
|||||||
Totaal Rentebaten schuld |
262 |
214 |
113 |
134 |
910 |
1 337 |
1 241 |
Rentebaten vaste schuld |
14 |
787 |
1 229 |
1 137 |
|||
Rentebaten vlottende schuld |
262 |
214 |
113 |
120 |
123 |
108 |
104 |
Ontvangsten voortijdige beëindiging |
|||||||
Uitgifte vaste schuld |
52 980 |
60 000 |
47 014 |
48 137 |
59 336 |
32 909 |
53 581 |
Mutatie vlottende schuld |
0 |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Als gevolg van afronding in miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.
Toelichting op budgettaire gevolgen van beleid De totale uitgaven en totale ontvangsten zijn opgebouwd uit vier onderdelen. Ten eerste worden rentelasten en rentebaten verantwoord. Ten tweede zijn de aflossing en uitgifte vaste schuld in de tabel opgenomen. Als derde onderdeel is de mutatie vlottende schuld opgenomen. De vierde post betreft de overige kosten.
Rentelasten en rentebaten
Binnen de rentelasten wordt een onderscheid gemaakt tussen de rentelasten vaste schuld (schuld met een oorspronkelijke looptijd langer dan een jaar), de rentelasten vlottende schuld (korter dan een jaar) en uitgaven voortijdige beëindiging. De grootste post binnen de rentelasten wordt gevormd door de rentelasten over de vaste schuld. Hieronder vallen ook rentekosten vanwege de euriborswaps. Dit zijn de renteswaps die afgesloten worden om het profiel van het renterisico in overeenstemming te brengen met de benchmark.
De rentelasten over de vlottende schuld bestaan uit de rentelasten van schatkistpapier (DTC’s), Commercial Paper (CP’s) en rentelasten vanwege overige kortlopende schulden. Ook eventuele rentelasten vanwege de eoniaswaps maken onderdeel uit van de rentelasten vlottende schuld. De eoniaswaps worden afgesloten om het renterisico van de korte financiering (geldmarkt) op «overnight» te brengen. Het streven is om de geldmarktbehoefte te financieren tegen daggeldtarief (overnight). De Staat geeft kort schuldpapier uit met looptijden variërend van enkele dagen tot maximaal 12 maanden. Via het afsluiten van een eoniaswap wordt het rentetarief (en renterisico) teruggebracht op 1 dag.
De rentebaten vaste schuld bestaan volledig uit baten samenhangend met renteswaps. De Staat maakt gebruik van deze swaps sinds 2001.
De rentebaten vlottende schuld bestaan vooral uit vergoedingen over tijdelijk op de geldmarkt uitgezette liquiditeiten als gevolg van een positief schatkistsaldo en uit eventuele rentebaten vanwege eoniaswaps. Ook de rentebaten over de overgenomen schulden van ABN AMRO (voorheen Fortis Bank Nederland) vallen onder deze rubriek.
In de onderstaande tabel worden de belangrijkste mutaties in de rentekosten vanaf de ontwerpbegroting 2012 weergegeven.
Tabel 2: Belangrijkste mutaties rentekosten sinds ontwerpbegroting 2012 (x € 1 mln.) |
|||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
artnr. |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 1 |
10 496 |
11 783 |
12 465 |
12 796 |
13 508 |
||
Mutaties: |
11 |
||||||
Renteswaps |
|
|
|
|
|
11 |
|
Bijstelling kassaldo |
61 |
320 |
467 |
645 |
946 |
11 |
|
Bijstelling rekenrente |
|
|
|
|
|
11 |
|
Effect van schulduitgifte |
|
|
|
|
|
11 |
|
Bijstelling rente interne schuldverhoudingen |
|
|
119 |
335 |
152 |
12 |
|
Stand ontwerpbegroting 20131 |
9 303 |
9 691 |
9 730 |
9 673 |
10 324 |
11 548 |
1 Stand ontwerpbegroting betreft in deze tabel het saldo van de rente-uitgaven en -ontvangsten vermeerderd met de overige kosten. Uitsplitsing vindt plaats in de beleidsartikelen.
D2: Budgetflexibiliteit
Voor dit artikel is de budgetflexibiliteit zeer gering, omdat de verplichtingen voornamelijk voortvloeien uit de in het verleden opgebouwde schuld. De verplichtingen die opgenomen zijn in deze begroting zijn daarom op grond van de Comptabiliteitswet 2001 gelijk gesteld aan de uitgaven.
De ontvangsten en uitgaven zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. De beleidsmatige ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de operationele doelstelling bestaan uit renteontvangsten en rentebetalingen als gevolg van transacties op de geldmarkt en kapitaalmarkt.
E: Toelichting op de Instrumenten
De rentekosten over de staatsschuld liggen voor een groot deel vast. Dit komt omdat deze kosten grotendeels het gevolg zijn van de tekortontwikkeling en daarmee de schuldopbouw in het verleden en de keuzes die toen gemaakt zijn in het financieringsbeleid en het risicomanagement.
Mutaties in de raming worden veroorzaakt door een aantal factoren. In de eerste plaats wijzigen de rentekosten als gevolg van nieuwe swaps afgesloten in de periode na verschijnen van de vorige begroting. In de tweede plaats wijzigen de rentekosten als gevolg van nieuwe ramingen voor het kassaldo. Als de nieuwe saldoraming tegenvalt ten opzichte van de vorige raming dan stijgen de rentekosten, als de saldoraming meevalt, dalen de rentekosten. In de derde plaats leiden bijstellingen in de rekenrente (bron CPB) tot mutaties in de rentekosten. Ten vierde ontstaan er mutaties als gevolg van nieuwe uitgiftes. Als de rente op de uitgiftes afwijkt van de rekenrente wordt de raming aangepast.
Aflossingen en uitgifte vaste schuld
Ieder jaar wordt een deel van de vaste schuld afgelost omdat het einde van de looptijd van leningen wordt bereikt.
De raming van de uitgifte vaste schuld is een voorlopige raming, die gebaseerd is op de raming voor de aflossingen en de raming voor het tekort op kasbasis. Er wordt verondersteld dat de afgeloste schuld weer opnieuw wordt uitgegeven en dat daarnaast extra uitgifte van vaste schuld plaatsvindt om het kastekort te financieren. In werkelijkheid zal de uitgifte van vaste schuld afwijken van de som van de aflossingen en het tekort, omdat de uit te geven hoeveelheid vaste schuld wordt verkleind of vergroot door de hoeveelheid kortlopende schuld te laten toe- of afnemen. Dit leidt tot een mutatie in de vlottende schuld. Op het moment dat het financieringsplan staatsschuld 2013 wordt gepubliceerd (december 2012) wordt de raming van de uitgifte vaste schuld voor 2013 definitief vastgesteld.
Overige kosten
Het leeuwendeel van de overige kosten bestaat uit provisiekosten voor Primary Dealers (in verband met deelname aan de veilingen van nieuwe leningen). Daarnaast zijn er nog overige kosten zoals kosten betalingsverkeer en noteringskosten.
2.2.12 Kasbeheer
A. Algemene Beleidsdoelstelling
Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.
B. Rol en Verantwoordelijkheid Minister
De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en geldstromen. De doelstelling hierbij is publieke middelen doelmatig te beheren en daarbij financiële risico’s te voorkomen. Deze uitvoerende rol wordt nader toegelicht in de Eerste wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 (Kamerstukken II 2001/02, 28 035, nr. A).
Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van de rijksoverheid. Schatkistbankieren draagt bij aan een efficiënt en risico-arm beheer van publieke middelen.
Instellingen die een wettelijke taak uitvoeren (RWT’s) en hiervoor gelden van het Rijk ontvangen, kunnen schatkistbankieren. Dit houdt in dat zij de publieke gelden aanhouden bij het ministerie van Financiën. Publiek geld verlaat de schatkist dan niet eerder dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de publieke taak. Onder voorwaarden kunnen RWT’s lenen bij het ministerie van Financiën.
Betalingsverkeer van het Rijk
Wezenlijk onderdeel van het kasbeheer vormt het betalingsverkeer. Door middel van aanbestedingen van de verschillende percelen worden banken geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs/ kwaliteitsverhouding aan te bieden. Het ministerie van Financiën treedt in aanbestedingsprocedures voor het betalingsverkeer van de Rijksoverheid op als opdrachtgever. Binnen het ministerie van Financiën is deze centrale inkoopfunctie bij het Agentschap van het ministerie van Financiën belegd.
C. Beleidswijzigingen
In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat in 2013 alle provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen hun tegoeden aanhouden in de Nederlandse schatkist. Schatkistbankieren zal op termijn een verlagend effect hebben op de Nederlandse EMU-schuld van naar verwachting enkele procentpunten bbp. Aangezien op dit moment de exacte omvang en met name de timing (wanneer vallen welke middelen vrij) onduidelijk is, zijn de effecten nog niet in de meerjarige raming van dit artikel opgenomen. Wel is in de raming van de EMU-schuld in de Miljoenennota 2013 op basis van beschikbare cijfers en technische veronderstellingen een schatting gemaakt van het effect op de EMU-schuld, dit is in 2013 – 1% bbp.Overigens zij opgemerkt dat de totale rentekosten voor de Rijksoverheid door het schatkistbankieren van mede-overheden niet of nauwelijks zullen worden beïnvloed omdat mede-overheden over hun tegoeden rentes vergoed krijgen die de Staat ook betaalt op extern schuldpapier ven dezelfde looptijd. Het betreft derhalve voornamelijk een herverdeling van de rentekosten Staatschuld IXA (artikel 1) naar rentekosten interne schuldverhoudingen (artikel 2).
Mede in het licht van bovenstaande zal verder in 2013 de nadruk komen te liggen op het efficiënter inrichten van de administratieve processen rondom het schatkistbankieren. De ambitie is om de doorlooptijd van administratieve taken te verminderen, met name ten aanzien van de inregeling. Hierbij zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van ICT-faciliteiten.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4: Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (x € 1 mln.)1 |
|||||||
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Uitgaven |
8 598 |
7 020 |
8 868 |
9 701 |
12 472 |
13 408 |
15 393 |
Juridisch verplicht |
100% |
||||||
Programma-uitgaven |
8 597 |
7 019 |
8 868 |
9 701 |
12 472 |
13 407 |
15 393 |
Leningen en deposito’s |
|||||||
Rentelasten |
110 |
92 |
88 |
95 |
102 |
102 |
102 |
Verstrekte leningen |
1 755 |
1 535 |
1 305 |
1260 |
1 225 |
1 215 |
1 215 |
Afname saldi in rekening-courant en |
|||||||
deposito’s2 |
6 668 |
5 392 |
7 475 |
8 346 |
11 145 |
12 090 |
14 075 |
Uitgaven bij voortijdige beëindiging |
- |
||||||
Apparaatuitgaven |
1 |
||||||
Ontvangsten |
2 224 |
2 123 |
1 929 |
3 199 |
1 860 |
2 320 |
2 885 |
Programmaontvangsten |
2 224 |
2 123 |
1 929 |
3 199 |
1 861 |
2 320 |
2 885 |
Leningen en deposito’s |
|||||||
Rentebaten |
584 |
535 |
535 |
583 |
755 |
1 220 |
1 776 |
Ontvangen aflossingen |
1 525 |
1 588 |
1 394 |
2 616 |
1 106 |
1 100 |
1 109 |
Toename saldi in rekening-courant en |
|||||||
deposito’s_ |
111 |
||||||
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging |
4 |
1 Als gevolg van afronding in miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.
2 De posten afname en toename in saldi rekening courant en deposito’s zijn gesaldeerd weergegeven.
D2: Budgetflexibiliteit
De ontvangsten en uitgaven zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. De beleidsmatige ontvangsten en uitgaven bestaan uit renteontvangsten over aan baten-lastendiensten en RWT’s verstrekte leningen respectievelijk uit rentebetalingen over door baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s.
E: Toelichting op de instrumenten
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit vier onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) verstrekte leningen en ontvangen aflossingen, (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s, (4) uitgaven en ontvangsten bij voortijdige beëindiging. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s) en sociale fondsen over de bij het Rijk aangehouden middelen. De rentebaten bestaan uit renteontvangsten over verstrekte leningen en roodstanden op de rekening-courant. Leningen, aflossingen, rekening-courant saldi en deposito’s bepalen de schuldverhouding van het Rijk met de deelnemers van het geïntegreerd middelen-beheer.
-
3.PARAGRAAF INZAKE DE BATEN-LASTENDIENSTEN 3.1 Domeinen Roerende Zaken 3.1.1 Begroting van baten en lasten
Begroting van baten en lasten voor het jaar 2013 (x € 1 000)
Reali- |
Ontwerp |
Ontwerp |
Ontwerp |
Ontwerp |
Ontwerp |
Ontwerp |
|
satie |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
2011 |
|||||||
Baten |
|||||||
Opbrengst moederdepartement |
251 |
150 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
Opbrengst overige departementen |
11 469 |
16 758 |
18 022 |
17 523 |
17 523 |
17 523 |
17 523 |
Opbrengsten derden |
3 955 |
2 735 |
2 650 |
2 650 |
2 650 |
2 650 |
2 650 |
Rentebaten |
66 |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
Vrijval voorzieningen |
1 113 |
100 |
300 |
235 |
125 |
0 |
0 |
Buitengewone baten |
439 |
||||||
Exploitatie bijdrage |
|||||||
Totaal baten |
17 292 |
19 773 |
21 052 |
20 488 |
20 378 |
20 253 |
20 253 |
Lasten |
|||||||
Apparaatskosten |
|||||||
Personele kosten |
4 847 |
5 958 |
6 103 |
6 103 |
6 103 |
6 103 |
6 103 |
– waarvan eigen personeel |
4 617 |
5 858 |
5 998 |
5 998 |
5 998 |
5 998 |
5 998 |
– waarvan externe inhuur |
230 |
100 |
105 |
105 |
105 |
105 |
105 |
Materiele kosten |
9 236 |
13 127 |
14 339 |
13 770 |
13 660 |
13 535 |
13 535 |
– waarvan ICT |
805 |
750 |
950 |
950 |
950 |
950 |
950 |
– waarvan bijdrage aan SSO’s |
4 056 |
3 152 |
3 250 |
2 818 |
2 875 |
2 875 |
2 875 |
Rentelasten |
5 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Afschrijvingskosten |
|||||||
Materieel |
509 |
605 |
410 |
410 |
410 |
410 |
410 |
Immaterieel |
99 |
82 |
195 |
195 |
195 |
195 |
195 |
Dotaties voorzieningen |
|||||||
Buitengewone lasten |
|||||||
Totaal lasten |
14 695 |
19 772 |
21 047 |
20 478 |
20 368 |
20 243 |
20 243 |
Saldo van baten en lasten |
2 597 |
1 |
5 |
10 |
10 |
10 |
10 |
Toelichting op de baten
Opbrengsten moederdepartement
De opbrengsten betreffen opslag voor de Douane.
Opbrengsten overige departementen
– Met het Openbaar Ministerie is in 2012 een 5 jaar dienstverleningsmodel afgesloten met betrekking tot vervoer, opslag, verwerking en vernietiging van in beslaggenomen goederen. De totale inkomsten zijn geraamd op € 9.9 mln.
– Domeinen Roerende Zaken voert vanaf 2012 in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie in het kader van het Programma Aanpak Georganiseerde Hennepteelt de landelijke logistieke coördinatie van de ontmantelingen van hennepkwekerijen. De geraamde baten bedragen € 6,8 mln.
– Diverse opbrengsten voor opslag, taxaties, advies en verkoopfaciliteiten met betrekking tot het CJIB (€ 0,3 mln.), Agentschap Telecom, Defensie (€ 0,1 mln.) en Rijkswaterstaat (€ 0,1 mln.).
– Opbrengsten uit hoofde van vernietiging van datadragers die door departementen worden afgestoten (€ 0,5 mln.).
– Rijksmarktplaats voor kantoormeubilair en benodigdheden (€ 0,3 mln.).
Opbrengsten derden
De opbrengsten bestaan vooral uit opgelden (€ 2,5 mln.). Daarnaast zijn er opbrengsten van boetes bij ontbonden verkopen en opbrengsten van kentekenbewijzen (€ 0,2 mln.) bij verkoop van voertuigen.
Vrijval voorzieningen
DRZ heeft in 2011 een reorganisatievoorziening opgebouwd voor toekomstige personele kosten. Deze voorziening valt jaarlijks (in 2013 : € 0,3 mln.) gedeeltelijk vrij.
Toelichting op de lasten
Personele kosten
De categorie personele kosten omvat de salariskosten en opleidings-kosten (0,2 mln.) van ambtelijk personeel. DRZ heeft formatief (101.8 fte) waarvan 97,9 fte ingezet. De gemiddelde loonkosten van de operaties per fte bedragen € 60 642 (incl. bovengenoemde uitbreiding).
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan uit de volgende kostencategorieën:
– Huren Rijksgebouwendienst (RGD) € 3,3 mln.
– Overige huisvestingkosten € 0,8 mln.
– Vernietigingskosten hennepkwekerijen € 5,7 mln.
– Vernietigingskosten vuurwerk en overige in beslaggenomen goederen
€ 0,6 mln. – Automatisering € 1,0 mln.
– Transportkosten m.b.t. vuurwerk en voertuigen € 0,9 mln. – Bedrijfsmiddelen € 0,3 mln. – Courtage bemiddeling verkoop € 0,4 mln. – Schadeuitkeringe € 0,2 mln. – Reis- en verblijfkosten, bureaukosten, communicatie en overige kosten
€ 1,1 mln.
Totaal € 14,3 mln.
Afschrijvingen
Afschrijvingen van immateriële activa houden verband met de technische realisatie van het Beslagportaal, aanpassing barcodering, Rijksmarkt-plaats, «Track and trace» en upgrade van het automatiseringssysteem. Afschrijvingen van materiële activa houden voornamelijk verband met voertuigen, heftrucks, kantoormachines, gereedschappen en verbouwingen.
Kasstroomoverzicht (x € 1 000) |
|||||||
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
|
4 499 |
6 226 |
3 850 |
4 360 |
4 675 |
4 991 |
5 306 |
|
2 290 |
688 |
610 |
615 |
615 |
615 |
615 |
3a. -/- Totaal investeringen |
|
|
|
|
|
|
|
3b +/+ Totaal boekwaarde desinvesteringen |
303 |
||||||
3 Totaal investeringskasstroom |
|
|
|
|
|
|
|
4a. -/- Eenmalige uitkering aan moederdepar- |
|||||||
tement |
|
|
|||||
4b. +/+ Eenmalige storting door moederdepar- |
|||||||
tement |
|||||||
4c. -/- Aflossingen op leningen |
|
||||||
4d. +/+ Beroep op de leenfaciliteit |
|||||||
4 Totaal financieringskasstroom |
|
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
6 226 |
3 850 |
4 360 |
4 675 |
4 991 |
5 306 |
5 621 |
Toelichting
De geraamde investeringen ( € 0,1 mln.) worden aangewend t.b.v. het Beslagportaal, poolauto’s en reguliere vervanginginvesteringen. De financiering vindt plaats uit eigen middelen.
3.1.3 Doelmatigheidsindicatoren
Doelmatigheidsindicatoren |
|||||||
realisatie |
OB |
OB |
OB |
OB |
OB |
OB |
|
Indicatoren |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
Kostendekking Bewaartaak Verkooptaak |
119% 120% 163% |
100% 100% 100% |
100% 100% 100% |
100% 100% 100% |
100% 100% 100% |
100% 100% 100% |
100% 100% 100% |
Vernietiging datadragers Vernietiging vuurwerk |
69% 84% |
100% 100% |
100% 100% |
100% 100% |
100% 100% |
100% 100% |
100% 100% |
FTE-totaal (excl. Externe inhuur) 90
Omzet per productgroep *€ 1 000
Bewaren 9 806
Verkopen 3 955
Vernietiging datadragers 413
Verwerking vuurwerk 1 500
Vernietiging hennep –
Totale omzet 15 674
Saldo van baten en lasten (%) 15%
Betalingstermijn facturen – binnen 30 dagen 92%
Gegrond aantal klachten DRZ < 20%
85,8
8 458 2 735 450 1 500 6 500 19 643
0%
90%
101,8
9 239 2 650 525 1 500 6 808 20 722
0%
90%
101,8
8 729 2 650 525 1 200 7 119 20 223
0%
90%
101,8
8 729 2 650 525 1 200 7 119 20 223
0%
90%
101,8
8 729 2 650 525 1 200 7 119 20 223
0%
90%
101,8
8 729 2 650 525 1 200 7 119 20 223
0%
90%
zie zie zie zie zie
< 20% toelichting toelichting toelichting toelichting toelichting
Uitvoering kwaliteitsprogramma |
100% |
90% |
90% |
90% |
90% |
90% |
|
Klanttevredenheid |
7.0 |
- |
- |
7.0 |
- |
7.0 |
- |
Toelichting
Kostendekkendheid DRZ
De kostendekkendheid van de kerntaken wordt berekend door de geplande kosten af te zetten tegen de verwachte opbrengsten. Voor 2013 zijn geen bijzonderheden te verwachten en zal DRZ haar taken kostendekkend uitvoeren.
Omzet naar productgroep
Bewaren: In deze categorie is o.a. de omzet die verbonden is met de uitvoering van Rijksmarktplaats opgenomen.
Verkopen: de omzet voor de verkopen lopen terug als gevolg van minder inbeslaggenomen goederen die verkocht worden en een verminderd aanbod van overcomplete goederen die DRZ verkoopt voor overige departementen.
FTE-totaal
Het vermelde aantal fte’s betreft de begrotingssterkte. Er zijn per 1 januari 2012 16 fte aan de formatie toegevoegd voor de uitvoering van de ontmanteling hennepkwekerijen door DRZ.
Saldo van baten en lasten (%)
Het percentage is als volgt berekend: het saldo van baten en lasten gedeeld door de totale baten.
Betalingstermijn facturen (%)
De gemiddelde termijn (aantal dagen) waarbinnen leveranciersfacturen betaald worden bedraagt 30 dagen. De norm is dat 90% binnen deze termijn betaald wordt.
Gegrond aantal klachten (%)
Eind 2011 geconstateerd dat de indicator van 20% gegrond niet aansluit bij de verschillende klachtenstromen. Besloten is de indicator te herzien en op te splitsen naar: verkoop / opslag / artikel 117 Sv gerelateerde klachten en deze af te zetten tegen criteria die voor deze categorieën relevant zijn. Dat levert onderstaande normering op:
Klachten categorie Norm
Verkoop < 0,8%
Opslag < 0,5%
Art. 117 Sv schadeloosstelling < 7%
Uitvoering kwaliteitsprogramma (%)
Het kwaliteitsprogramma (interne controle en inventarisatie) zal ten minste voor 90% uitgevoerd worden.
Klanttevredenheid
Het klanttevredenheidsonderzoek heeft betrekking op zowel de aanleverende klant als de afnemende klant. Dit onderzoek vindt elke 2 jaar plaats.
3.2 Baten-lastenparagraaf RVOB
De hoofddoelstelling van RVOB/Directie Vastgoed is het doelmatig in gebruik geven van rijksvastgoed en het doelmatig verkopen van overtollig rijksvastgoed. RVOB/Directie Ontwikkeling is de ontwikkelpoot van de dienst en opereert namens het Rijk bij de planvorming van complexe ruimtelijke projecten.
Meerjarige apparaatbegroting van baten en |
lasten |
||||||
(Bedragen * € 1 000) |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
Baten |
|||||||
Omzet moederdepartement |
21 791 |
22 319 |
21 888 |
21 102 |
20 457 |
20 402 |
20 356 |
Omzet overige departementen |
85 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
Omzet derden |
2 400 |
950 |
950 |
950 |
950 |
950 |
950 |
Rentebaten |
94 |
10 |
20 |
20 |
20 |
20 |
20 |
Vrijval voorzieningen |
458 |
||||||
Bijzondere baten |
12 |
||||||
Totale baten |
24 840 |
23 779 |
23 358 |
22 572 |
21 927 |
21 877 |
21 826 |
Lasten |
|||||||
Apparaatskosten |
|||||||
Personele kosten |
15 253 |
16 358 |
15 948 |
15 513 |
15 218 |
15 348 |
15 297 |
– waarvan eigen personeel |
15 054 |
16 158 |
15 748 |
15 313 |
15 018 |
15 148 |
15 097 |
– waarvan externe inhuur |
199 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
Materiële kosten |
4 970 |
6 812 |
6 902 |
6 559 |
6 209 |
6 029 |
6 029 |
– waarvan apparaat ICT |
946 |
1 600 |
1 400 |
1 400 |
1 400 |
1 400 |
1 400 |
– waarvan bijdrage aan SSO’s |
750 |
750 |
750 |
750 |
750 |
750 |
750 |
Rentelasten |
1 |
15 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Afschrijvingskosten |
|||||||
– materieel |
375 |
472 |
407 |
387 |
350 |
313 |
324 |
– waarvan apparaat ICT |
209 |
392 |
329 |
311 |
279 |
253 |
273 |
– immaterieel |
25 |
25 |
25 |
25 |
25 |
25 |
25 |
Overige kosten |
|||||||
– dotaties voorzieningen |
598 |
||||||
– bijzondere lasten |
|||||||
Totaal lasten |
21 222 |
23 682 |
23 282 |
22 484 |
21 802 |
21 715 |
21 675 |
Saldo van baten en lasten |
3 618 |
97 |
76 |
88 |
125 |
162 |
181 |
In de meerjarige apparaatbegroting is de taakstelling van het kabinet Rutte verwerkt, die ingaat in 2012. Dit komt tot uiting in het neerwaarts verloop van Omzet moederdepartement. Ter invulling van de taakstelling worden zowel de personele kosten als materiële kosten verminderd.
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement ( € 21,9 mln.)
De omzet in 2013 is als volgt te verdelen naar de diverse producten:
Producten |
Omzetbedrag |
(* € 1 000) |
|
Erfpacht |
940 |
Huur |
3 458 |
Pacht |
1 912 |
Medegebruik |
1 435 |
Behandelen zakelijke lasten |
1 369 |
Onbeheerde nalatenschappen |
1 000 |
Bodemmaterialen |
256 |
Beheerstaken in eigen beheer |
786 |
Verkopen |
6 610 |
Aankopen |
48 |
Taxatie & Advies |
1 289 |
Projectopdrachten gebiedsontwikkeling |
690 |
Business cases gebiedsontwikkeling |
1 748 |
Adviezen over ontwikkelmogelijkheden |
347 |
Totaal |
21 888 |
Omzet overige departementen (€ 0,5 mln.)
De omzet betreft vergoedingen in verband met te verrichten taxaties ten behoeve van RWS, RGD en Defensie.
Omzet derden (€ 1,0 mln.)
De betreffende omzet heeft betrekking op:
– Opbrengsten Domeinen Roerende Zaken (DRZ) i.v.m. ICT-dienstverlening (€ 750 000).
– Opbrengst activiteiten in verband met Onbeheerde nalatenschappen (€ 200 000).
Rentebaten (€ 0,02 mln.)
De rentebaten zijn berekend op basis van een rentevoet van 1 %.
Toelichting op de lasten
Personeel (€ 15,9 mln.)
De personele kosten 2012 zijn opgebouwd uit 2 componenten:
– Eigen personeel (€ 15,7 mln.), betrekking hebbende op 226 fte’s (de te verwachten bezetting 2013). De gehanteerde gemiddelde prijs per fte bedraagt circa € 70 000-– Externe inhuur (€ 0,2 mln.).
Materieel (€ 6,9 mln.)
De materiële kosten 2013 zijn onder te verdelen in onderstaande categorieën.
Materiële kosten – categorieën |
Bedrag |
(* € 1 000) |
|
ICT |
1 400 |
Huren |
2 293 |
Huisvesting |
575 |
Opleiding en wervingskosten |
420 |
Reis- en verblijfkosten |
644 |
Communicatie |
315 |
Landsadvocaat |
500 |
Overig |
755 |
Totaal |
6 902 |
Huren (€ 2,3 mln.)
De huurkosten voor de inhuizing bij het ministerie van Financiën bedragen € 1,3 mln. Het overig deel ad € 1 mln. betreft de huurkosten van de regionale eenheden.
Afschrijvingskosten (€ 0,4 mln.)
De afschrijvingskosten zijn bepaald op basis van de huidige investeringsvoorraad en de te verwachten (vervangings)investeringen. In onderstaande tabel zijn de betreffende afschrijvingskosten uitgesplitst naar activagroep. Tevens is hierbij de gehanteerde (totale) afschrijvingstermijn vermeld.
Activagroepen |
afschrijvings |
Bedrag |
termijnen |
(* € 1 000) |
|
Meubilair |
10 jaar |
13 |
Kantoormachines |
5 jaar |
4 |
ICT |
3 jaar |
354 |
Telecommunicatie apparatuur |
7 jaar |
34 |
Voertuigen |
4 jaar |
27 |
Totaal |
432 |
Saldo van baten en lasten (€ 0,1 mln.)
Uitgaande van het maximaal eigen vermogen op 31 december 2012 (5%
regeling) zal het saldo van baten en lasten worden afgedragen aan het moederdepartement.
Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1 000) |
|||||||
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
|
5 119 |
8 814 |
8 673 |
8 613 |
8 674 |
8 837 |
8 793 |
|
|
394 |
418 |
446 |
460 |
485 |
500 |
3a. -/- Totaal investeringen |
|
|
|
|
|
|
|
3b +/+ Totaal boekwaarde desinvesteringen |
12 |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
4a. -/- Eenmalige uitkering aan moederdepar- |
|||||||
tement |
|
|
|
|
|
|
|
4b. +/+ Eenmalige storting door moederdepar- |
|||||||
tement |
1 000 |
3 643 |
|||||
4c. -/- Aflossingen op leningen |
|
|
|||||
4d. +/+ Beroep op de leenfaciliteit |
6 627 |
19 000 |
90 000 |
||||
|
6 548 |
18 939 |
89 903 |
|
|
|
|
|
8 814 |
8 673 |
8 613 |
8 674 |
8 837 |
8 793 |
8 706 |
Toelichting
-
1.Het jaar 2011 betreft de daadwerkelijke realisatiegegevens. Het jaar 2012 betreft de mutaties zoals opgenomen in de ontwerpbegroting 2012.
-
2.De totale operationele kasstroom komt tot stand door het resultaat van baten en lasten te vermeerderen met de geplande afschrijvingen en te verminderen met de onttrekking aan voorzieningen (betalingen).
-
3.a. De investeringen hebben grotendeels betrekking op RVOB/Directie
Ontwikkeling. Het betreft aankoop van gronden en activering van plankosten.
-
4.a. De eenmalige uitkering aan het moederdepartement heeft betrekking op de bestemming van de vastgestelde winst van het voorgaande dienstjaar. (5%-regeling eigen vermogen). d. Het beroep op de leenfaciliteit betreft de investeringen, zoals gemeld onder 3.
Doelmatigheidsindicatoren |
|||||||
Indicatoren |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
Kostprijzen per product |
|||||||
– Pacht |
€ 574 |
€ 735 |
€ 728 |
€ 722 |
€ 715 |
€ 709 |
€ 702 |
– Huur |
€ 625 |
€ 735 |
€ 728 |
€ 722 |
€ 715 |
€ 709 |
€ 702 |
– Erfpacht |
€ 513 |
€ 622 |
€ 616 |
€ 611 |
€ 605 |
€ 600 |
€ 594 |
– Medegebruik / overig |
€ 417 |
€ 396 |
€ 392 |
€ 389 |
€ 385 |
€ 382 |
€ 378 |
– Zakelijke lasten |
€ 375 |
€ 396 |
€ 392 |
€ 389 |
€ 385 |
€ 382 |
€ 378 |
Omzet per productgroep (* 1 000) |
|||||||
– Homogene producten |
€ 11 445 |
€ 10 463 |
€ 10 944 |
€ 10 647 |
€ 10 340 |
€ 10 315 |
€ 10 291 |
– Heterogene producten |
€ 13 395 |
€ 13 316 |
€ 12 414 |
€ 11 925 |
€ 11 587 |
€ 11 562 |
€ 11 535 |
– Totaal |
€ 24 840 |
€ 23 779 |
€ 23 358 |
€ 22 572 |
€ 21 927 |
€ 21 877 |
€ 21 826 |
Aandeel directe uren |
61% |
58% |
60% |
62% |
64% |
65% |
66% |
Aantal directe uren voor medewerker in |
|||||||
primair proces |
1 350 |
1 270 |
1 280 |
1 290 |
1 300 |
1 310 |
1 320 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) |
257,1 |
257,1 |
257,1 |
257,1 |
257,1 |
257,1 |
257.1 |
begrotingssterkte |
|||||||
Mate van kostendekkendheid |
100% |
100% |
100% |
100% |
100% |
100% |
100% |
Indicatoren |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
Saldo van baten en lasten (%) |
15% |
1% |
1% |
1% |
1% |
1% |
1% |
Percentage in het gelijkgestelde procedu- |
|||||||
res (WOZ) |
84% |
70% |
70% |
70% |
70% |
70% |
70% |
Uitkomst klanttevredenheidsonderzoek |
6.8 |
7.0 |
7,0 |
||||
Klachten binnen termijn van 6 weken |
|||||||
afgehandeld |
92% |
80% |
80% |
80% |
80% |
80% |
80% |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
Kostprijzen per product
De hierboven vermelde kostprijzen zijn berekend op basis van vastgestelde normtijden, vermenigvuldigd met het voor het betreffende jaar ingeschatte uurtarief. Het betreft alleen homogene producten. Voor de heterogene producten zijn geen normtijden vastgesteld. In het begrotingsjaar is ten opzichte van 2012 sprake van hogere kostprijzen. Dit wordt veroorzaakt door hogere uurtarieven. Er zijn namelijk minder uren beschikbaar in verband met de toename van het gebruik van de PAS regeling.
Omzet naar productgroep
Binnen het RVOB is sprake van homogene en heterogene producten. Er is een inschatting gemaakt van het aantal te leveren producten.
Aandeel directe uren voor totaal RVOB
Dit kengetal geeft aan hoe het totale aantal netto te werken uren (aanwezige uren) aan directe en indirecte uren besteed wordt. Het geeft daarmee inzicht in het aandeel van de overhead (bedrijfsvoering, management en beleid). De te verwachten stijging van het aandeel directe uren is het gevolg van sturing op het verhogen van de directe uren voor medewerkers in het primair proces.
Aantal directe uren voor medewerker in primair proces
Dit kengetal laat de ontwikkeling zien van het aantal directe uren dat een medewerker (in fte) in het primaire proces op jaarbasis levert.
FTE-totaal
Het vermelde aantal fte’s betreft de begrotingssterkte en geeft het maximaal toegestaan aantal fte’s weer.
Mate van kostendekkendheid
Het uitgangspunt is dat de baten-lastendienst RVOB volledig kostendekkend is.
Saldo van baten en lasten (%)
Het (streef)percentage betreft het saldo van baten en lasten gedeeld door de totale baten.
Percentage in het gelijkgestelde procedures (WOZ) Het RVOB/DV betaalt namens het Rijk de onroerendezaakbelasting. Zij beoordeelt hiertoe de aanslagen en maakt waar nodig bezwaar. Door het aantal gehonoreerde bezwaarschriften te vergelijken met het aantal ingediende bezwaarschriften ontstaat een beeld van de effectiviteit van het maken van bezwaar door het RVOB/DV. De in de tabel vermelde norm stelt dat minimaal 70% van alle ingediende bezwaarschriften door de gemeente toegekend moet worden. Door de norm op 70% te stellen (in plaats van bijvoorbeeld 90%) wordt voorkomen dat alleen bezwaarschriften worden ingediend waarbij het vrijwel zeker is dat het RVOB in het gelijk wordt gesteld.
Uitkomst klanttevredenheidsonderzoek
Met een interval van drie jaar wordt een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Het doel is dat de klanten het RVOB tenminste met een 7
waarderen.
Klachten binnen termijn van 6 weken afgehandeld
Doelstelling is dat alle ontvangen klachten binnen de gestelde termijn van de klachtenprocedure, binnen 6 weken, inhoudelijk worden beantwoord. In de regel krijgt het RVOB weinig klachten (<10 stuks). Om te voorkomen dat een kleine onvolkomenheid (bijvoorbeeld 1 klacht 1 dag buiten de termijn) leidt tot een onevenredig negatief beeld is een kleine foutenmarge in het kengetal ingebouwd (80%-score).
-
4.BIJLAGEN
4.1 RWT’s en ZBO’s
Naam organisatie |
RWT |
ZBO |
Begrotingsartikel |
Rijksbijdrage 2013 (bedragen x € 1 000) |
Apparaatskosten |
Internetadres |
Waarderingskamer Autoriteit Financiële |
X X |
X X |
Art. 1 Art. 2 |
667 25 749 |
667 25 749 |
|
Markten (AFM) |
||||||
Nederlands Bureau der |
X |
Art. 2 |
0 |
|||
Motorrijtuigverzekeraars Stichting Waarborgfonds Motorverkeer |
X |
Art. 2 |
0 |
|||
Commissie Eindtermen |
X |
X |
Art. 2 |
0 |
||
Accountantsopleiding De Nederlandsche Bank |
X |
X |
Art 2 |
17 381 |
17 381 |
|
(DNB) |
||||||
Stichting Administratie Kantoor financiële Instel- |
X |
Art 3 |
5 019 |
5 019 |
||
lingen (NLFI) Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid (SAMO) |
X |
Art. 8 |
0 |
Toelichting functie ZBO’s en RWT’s
Waarderingskamer
De Waarderingskamer heeft als belangrijkste taak het houden van toezicht op de waardering van onroerende zaken door de gemeenten in het kader van de Wet WOZ. De Wet WOZ is gericht op een uniforme waardering van onroerende zaken ten behoeve van de belastingheffing door het Rijk, de gemeenten en de waterschappen. De apparaatskosten worden door de Waarderingskamer in rekening gebracht bij het Rijk (25%), de gemeenten (50%) en de waterschappen (25%).
Autoriteit Financiële Markten (AFM), De Nederlandsche Bank (DNB)
Het toezicht op de financiële markten is onderverdeeld in twee domeinen, te weten het prudentieel toezicht en het gedragstoezicht. Prudentieel toezicht is gericht op de soliditeit van financiële ondernemingen en het bijdragen aan de stabiliteit van de financiële sector terwijl het gedragstoe-zicht zich richt op ordelijke en transparante processen op de financiële markten, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en zorgvuldige behandeling van cliënten. Op grond van de artikelen 1:24 en 1:25 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) oefent DNB het prudentieel toezicht op financiële ondernemingen uit en is de AFM belast met de uitoefening van het gedragstoezicht. Beide toezichthouders beslissen tevens de toelating van de financiële ondernemingen tot de financiële markten.
Voor hun financiering kunnen de toezichthouders een beroep doen op twee bronnen, te weten de Staat en de onder toezicht staande ondernemingen. De hoogte van de overheidsbijdrage is geregeld in artikel 10 van de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft), welke wet per 1 januari 2013 in werking treedt. De doorberekening van de kosten van de toezichthouder aan marktpartijen is geregeld in de artikelen 11 t/m 13 van de Wbft.
Zoals in de toelichting bij artikel 1 van de Wbft is aangegeven, is de bekostiging van het toezicht op de BES-eilanden, met uitzondering van het toezicht uit hoofde van de Pensioenwet BES, buiten de reikwijdte van de Wbft gehouden. De kosten van het toezicht van DNB en de AFM op grond van de Wet financiële markten BES worden ingevolge die wet ten dele doorberekend aan de onder toezicht staande ondernemingen. Het grootste deel van de kosten komt voor rekening van de Staat.
Ten slotte ontvang DNB ook een bijdrage van het rijk voor de bij DNB ondergebrachte FEC-eenheid. De eenheid maakt deel uit van het Financieel Expertise Centrum hetgeen is vastgelegd in het Convenant houdende afspraken over de samenwerking in het kader van het Financieel Expertise Centrum (Stcrt. 2009, nr. 71).
Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars
Het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars is verantwoordelijk voor het regelen van schaden door buitenlandse motorrijtuigen in Nederland en staat garant voor betaling van schade als onverzekerde Nederlandse motorvoertuigen in andere bij het groenekaartsysteem aangesloten landen schade veroorzaken. Daarnaast is het Nederlands Bureau op grond van artikel 27b van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) aangewezen als Informatiecentrum waarbij personen die schade hebben geleden die is veroorzaakt door een motorrijtuig uit een EU-lidstaat, informatie kunnen verkrijgen die hen in staat kan stellen een vordering tot schadevergoeding in te dienen. Het Nederlands Bureau der Motorrijtuigenverzekeraars oefent geen openbaar gezag uit en is daarom geen ZBO.
Stichting Waarborgfonds Motorverkeer
Het Waarborgfonds Motorverkeer vergoedt overeenkomstig artikel 26 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) schade aan benadeelden in gevallen, genoemd in artikel 25 Wam. Het betreft onder andere gevallen waarbij de veroorzaker onbekend is gebleven of deze niet verzekerd is. Daarnaast is het Waarborgfonds Motorverkeer ingevolge artikel 27k Wam aangewezen als Schadevergoedingsorgaan. In die hoedanigheid treedt het in specifieke gevallen op bij schaden die in het buitenland zijn veroorzaakt door buitenlandse motorrijtuigen. Het Waarborgfonds Motorverkeer oefent geen openbaar gezag uit en is daarom geen ZBO.
Commissie Eindtermen Accountantsopleiding
De Commissie Eindtermen Accountantsopleiding heeft de volgende wettelijke taken:
– Het vaststellen van de eindtermen voor accountantsopleidingen met inachtneming van daarvoor geldende vakgebieden en de beroepsprofielen.
– Het aanwijzen van de opleidingen die het theoretisch deel van de accountantsopleiding geheel of gedeeltelijk verzorgen, met uitzondering van de eindtermen die betrekking hebben op de praktijkstage, voor zover deze opleidingen niet zijn geaccrediteerd overeenkomstig artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
– Het toetsen van de praktijkstage aan de mate waarin wordt voldaan aan de eindtermen.
– De afgifte van de verklaring van vakbekwaamheid: toelating tot het accountantsberoep van buitenlandse accountants.
De stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI)
De stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI) is op 1 juli 2011 opgericht op grond van de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen. NLFI voert het privaatrechtelijke beheer over de deelnemingen van de Staat der Nederlanden in de vennootschappen ABN AMRO Group N.V, ASR Nederland N.V., RFS Holdings B.V. en ABN AMRO Preferred Investments B.V. Het Rijk vergoedt de kosten die NLFI maakt. De Minister van Financiën brengt een groot deel van deze kosten in rekening bij de vennootschappen waarvan aandelen door de stichting worden beheerd, op grond van het besluit houdende regels inzake doorberekening van kosten van de stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen.
Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid
De Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid (SAMO, voorheen Stichting Maror-gelden Overheid) is belast met de afwikkeling van onder het publiekrechtelijke regime afgegeven beschikkingen en is een ZBO. De minister houdt toezicht op SAMO, dit is vastgelegd in de statuten. Ter dekking van de uitvoeringskosten is in 2005 een eenmalige subsidie van € 1,7 mln. aan SAMO verstrekt, voor de resterende doorlooptijd van SAMO. De Algemene Rekenkamer houdt bevoegdheden bij de SAMO. In 2013 wordt de opheffing van de SAMO voorzien.
4.2 Overzicht staatsdeelnemingen
Operationele deelnemingen in beheer bij Financiën |
|
BNG |
50% |
Connexxion |
33% |
COVRA |
100% |
DNB |
100% |
FMO |
51% |
Gasunie |
100% |
Havenbedrijf Rotterdam |
29% |
Holland Casino |
Stichting |
KLM |
6% |
Koninklijke Nederlandse Munt |
100% |
NS |
100% |
NWB Bank |
17% |
Schiphol |
70% |
Staatsloterij |
Stichting |
TenneT |
100% |
Thales |
1% |
UCN |
100% |
Operationele deelnemingen in beheer bij het beleidsdepartement |
|
BOM |
57% |
Energie Beheer Nederland |
100% |
Gasterra |
10% |
LIOF |
94% |
Meerstad |
10% |
NAATC |
8% |
Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij |
100% |
Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland |
58% |
Prorail |
100% |
Saba Bank |
8% |
Winair |
8% |
Deelneming in afbeheer |
|
ALTMAA |
35% |
K.G. Holding |
100% |
NIO |
100% |
Rechterland |
100% |
Twinning Holding |
100% |
Tijdelijke financiële deelnemingen |
|
ABN AMRO Group |
100% |
ASR Nederland N.V. |
100% |
4.3 Budgettair overzicht interventies t.b.v. de financiele sector
Tabel 1: Budgettair overzicht interventies
(bedragen in € mln.) – update MJN 2013
2008 2010
2011
2012
2013
A. Verwerving Fortis/RFS/AA
-
1.ABN AMRO Group N.V. – ASR Verzekeringen N.V. – RFS Holdings B.V. (incl. Z-share en residual N-share)
-
2.Overbruggingskrediet Fortis
-
3.Aflossingen overbruggingskrediet Fortis
-
4.Renteontvangsten overbruggingskredieten Fortis
-
5.Dividend ABN Amro Group N.V.
-
6.Dividend ASR Verzekeringen N.V.
-
7.Dividend RFS Holdings B.V.
27 971 4 575
-
-1 374
0
0
-
-6
27 955 3 750
-
-825
-
-169
-
-200
0 0
27 955
3 750
0
-
-152
-
-50
-
-71
0
27 955
3 750
0
-
-107
-
-394
0 0
Capital Relief Instrument ABN-AMRO
-
8.Garantieverlening (geëffectueerd)
-
9.Afname voorwaardelijke verplichting (zonder uitgaven)
-
10.Premieontvangsten
32 611
32 611
-
-193
Counter Indemnity ABN-AMRO
-
11.Garantieverlening (geëffectueerd)
-
12.Premieontvangsten
Δ Staatsschuld
950 - 26
30 844
-
-26
1 236
-
-26
299
-
-26
527
B. Kapitaalverstrekkingsfaciliteit (€ 20 mld.)
-
13.Verstrekt kapitaal ING
-
14.Verstrekt kapitaal Aegon
-
15.Verstrekt kapitaal SNS Reaal
-
16.Aflossing ING
-
17.Aflossing Aegon
-
18.Aflossing SNS Reaal
-
19.Couponrente ING
-
20.Couponrente Aegon
-
21.Couponrente SNS Reaal
-
22.Repurchase fee ING
-
23.Repurchase fee Aegon
-
24.Repurchase fee SNS Reaal
10 000
3 000
750
-
-5000
-
-1500
-
-185
-
-684
-
-177 - 39
-
-347
-
-160
0
2 000 1 500
1 000 - 750
750
375
750
375
Δ Staatsschuld
5 659
5 250
1 125
1 125
C. Back-up faciliteit ING EUR/USD> |
1,34 |
1,29 |
1,27 |
1,25 |
|
8 248 106
|
3 242 39
|
2 459 33
|
1 948 31
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
0 |
|
13 084 16 376 |
10 264 13 934 |
8 203 11 719 |
6 679 9 651 |
Δ Staatsschuld = saldo Back-up faciliteit 0
D. Garantiefaciliteit bancaire leningen
-
35.Garantieverlening (geëffectueerd) 50 275
-
36.Afname voorwaardelijke verplichting – 11 277
-
37.Stand openstaande garanties (cumulatief 35–36) 38 998
-
38.Premieontvangsten garanties bancaire leningen (gesaldeerd) – 523
-
39.Schade-uitkeringen 0
-
-5 823
33 175
-
-361
0
14 925
18 250
-
-230
0
0
18 250
-
-169
0
Δ Staatsschuld (excl. nr. 35, 36 en 37)
523
361
230
169
0
0
0
0
0
0
Tabel 1: Budgettair overzicht interventies |
||||
(bedragen in € mln.) – update MJN 2013 |
2008 2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
E1. IJsland |
||||
|
1 428 |
|||
|
||||
door DNB |
7 |
|||
|
1 329 |
919 |
736 |
|
tussenrekening «recovery topping up’ |
33 |
15 |
||
|
51 |
42 |
31 |
|
Totale vordering (42 + reeks 43) |
1 380 |
1 012 |
860 |
|
|
0 |
|
|
|
|
0 |
0 |
0 |
|
E2. Griekenland |
||||
|
1 248 |
1 946 |
5 |
0 |
|
1 248 |
3 194 |
3 199 |
3 199 |
|
0 |
0 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
13 |
13 |
||
Δ Staatsschuld (excl. nr. 42, 43 en 47) |
2 653 |
1 388 |
|
|
F. Europese instrumenten |
||||
|
||||
EU-begroting |
2 946 |
|
||
|
25 872 |
71 910 |
||
|
35 445 |
|||
|
13 610 |
|||
|
1 |
1 |
||
|
1 829 |
1 829 |
||
Δ Staatsschuld (56 en 57) |
1 |
1 |
1 829 |
1 829 |
G. Overige gevolgen |
||||
|
62 |
3 |
6 |
2 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
|
|
|
|
0 |
Δ Staatsschuld (excl. rente) |
38 634 |
|
|
|
Staatsschuld cumulatief (excl. rente) |
38 634 |
33 176 |
33156 |
33 121 |
Toerekenbare rentelasten |
3 979 |
1 280 |
1 161 |
1 173 |
4.4 Lijst met afkortingen
A
AFM AOW Awb
B
BBP
BIS
BTW
C
CDFD
CP
CRI
D
DBFMO
DGS
DNB
DRZ
DSL
DTC
E
EFSF
EKV
EMU
Eonia
ESM
EU
F
FATF FIOD
G
G20
GMB
I
IABF IASB IFI IMF
Autoriteit Financiële Markten Algemene Ouderdomswet Algemene Wet Bestuursrecht
Bruto Binnenlands Product
Bank for International Settlements
Belasting over de toegevoegde waarde
College Deskundigheid Financiële Dienstverlening Commercial Paper Capital Relief Instrument
Design, Build, Finance, Maintain, Operate
Deposito Garantie Stelsel
De Nederlandsche Bank
Domeinen Roerende Zaken
Dutch State Loan
Dutch Treasury Certificate
European Financial Stability Facility Exportkredietverzekering Europese Monetaire Unie European Overnight Index Average Europese stabiliteitsmechanisme Europese Unie
Financial Action Task Force on money laundering Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst
De G20 (Groep van 20) is een groep bestaande uit 19 landen en de Europese Unie. Geïntegreerd Middelen Beheer
Illiquid Assets Back-up Facility International Accounting Standards Board Internationale Financiële instelling Internationaal Monetair Fonds
M
MCN MGO MIGA MKB
O
OESO
Mandatory Convertible Note Middelgrote ondernemingen Multilateral Investment Guarantee Agency Midden- en Kleinbedrijf
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
P
PPC PPI
Publiek Private Comparator Publiek-Private Investering
PPS
Publiek-private samenwerking
R
RGD
RHB
RVOB
RVR
RWT
S
SAMO
SGP
SENO-GOM
SSO STAK
T
TK
Rijksgebouwendienst Rijkshoofdboekhouding Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf Raad voor Vastgoed Rijksoverheid Rechtspersoon met een wettelijke taak
Stichting Afwikkeling Maror-gelden
Stabiliteits- en Groeipact
Stichting Economische Samenwerking Nederland
Oost-Europa en Garantiefaciliteit voor Opkomende
Markten
Shared Service Organisaties
Wet Stichting Administratiekantoor financiële instellingen
Tweede Kamer
V
VIA VGEM
W
WBft Wft WOZ WWFT
Vooringevulde Aangifte
Veiligheid, Gezondheid, Economie en Milieu
Wet bekostiging financieel toezicht
Wet op het financieel toezicht
Wet Waardering Onroerende Zaken
Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme
Z
ZBO ZGO ZZP
Zelfstandig Bestuursorgaan Zeer Grote Ondernemingen Zelfstandigen Zonder Personeel
4.5. BEGRIPPENLIJST
Anticiperende aankopen
Het in een vroegtijdig stadium verwerven van vastgoed, zodat het Rijk deze relatief goedkoop in zijn bezit krijgt en zijn publieke doelen tijdig kan realiseren.
Baten-lastendienst
Een onderdeel van de rijksoverheid waarvoor afwijkende beheersregels gelden gericht op het bevorderen van bedrijfsmatig werken. Belangrijk aspect hierbij is dat het batenlastenstelsel wordt toegepast en de dienst toegang heeft tot een leen- en depositofaciliteit bij de minister van Financiën.
Bazels Comité
Het Basel Committee on Banking Supervision is een internationaal comitee voor toezichthouders op banken
Commercial Paper (CP)
Schuldbewijzen met een korte looptijd die kunnen worden ingezet om tijdelijke kastekorten van het Rijk te financieren. CP is een geldmarktinstrument dat wordt uitgegeven en verhandeld op discontobasis. CP kent flexibele uitgiftemomenten en looptijden. Bovendien bestaat de mogelijkheid uit te geven in vreemde valuta. CP is een aanvulling op het DTC programma voor wat betreft de kortere looptijden.
Compliance
Het onderhouden en versterken van de bereidheid van belastingplichtigen tot nakoming van de wettelijke verplichtingen.
Comptabiliteitswet 2001
In de Comptabiliteitswet 2001 is het beheer van de financiën van het Rijk vastgesteld. De diverse hoofdstukken in deze wet gaan in op onder andere de begroting, het begrotingsbeheer en de bedrijfsvoering van het Rijk, het toezicht van de ministers en de verantwoording van het Rijk.
Corporate governance
Het besturen van een onderneming, het afleggen van verantwoording daarover en de verdeling van de verschillende daarvoor relevante bevoegdheden over de organen van de onderneming.
Deposito
Het deposito is geld dat door een belegger voor een bepaalde rentevaste periode tegen een rentevergoeding is ondergebracht bij een bank of – in het geval van geïntegreerd middelenbeheer – bij de schatkist van de Rijksoverheid. De looptijd van een deposito kan variëren van een dag (zogeheten daggeld) tot meerdere jaren.
Dutch State Loans (DSL’s)
Engelse benaming voor Nederlandse staatsleningen.
Dutch Treasury Certificates (DTC’s)
Engelse benaming voor Nederlands schatkistpapier. Schuldbewijzen met een korte looptijd uitgegeven door het Rijk om tijdelijke kastekorten van het Rijk te financieren. DTC’s worden uitgegeven en verhandeld op discontobasis. DTC wordt uitgegeven in looptijden van 3 tot en met 12 maanden op vooraf vastgestelde data.
Fiscale monitor
Enquêtes die jaarlijks onder de belastingplichtigen worden gehouden over de kwaliteit van de dienstverlening door de Belastingdienst.
Kassaldo
Het verschil tussen de ontvangsten en uitgaven op kasbasis van het Rijk (inclusief deelnemers schatkistbankieren).
EMU-schuld
Het totaal van de uitstaande leningen ten laste van de gehele collectieve sector. Dit is de optelsom van de uitstaande leningen ten laste van het Rijk, de sociale fondsen en de lokale overheid, minus de onderlinge schuldverhoudingen tussen deze drie subsectoren. De EMU-schuld is een brutoschuldbegrip.
Gecentreerde portefeuille
Een portefeuille die gekenmerkt wordt door een gelijkmatig aflosprofiel dat in stand gehouden kan worden door voortdurend in één en dezelfde looptijd leningen uit te geven.
Geïntegreerd middelenbeheer
Het bundelen van publieke middelen gericht op een doelmatig kasbeheer. Publieke middelen zijn middelen die verkregen zijn bij of krachtens de wet ingestelde heffing(en).
Liquiditeit
In een markt met voldoende liquiditeit kunnen grote aan- en verkooporders verhandeld worden zonder dat dit een substantieel effect op de prijs (koers) heeft.
Nationale schuld
Vaste en vlottende schuld van de Staat zoals die samenhangt met het artikel Financiering staatsschuld en het artikel Kasbeheer in deze begroting.
Pseudo-aandeelhouderschap
Anders dan de overige staatsdeelnemingen, zijn de Staatsloterij en Holland Casino een stichting. Er is derhalve geen sprake van aandeelhouderschap van de Staat in deze deelnemingen, maar van pseudo-aandeelhouderschap. De invulling door de Staat van de relatie met deze beide ondernemingen is materieel niet anders dan ware de Staat formeel aandeelhouder.
Rechtspersoon met een Wettelijke Taak (RWT)
Een zelfstandige organisatie die in een wet geregelde taak uitvoert met behulp van publiek geld, welk geld is verkregen bij of krachtens de wet ingestelde heffing.
Rekening-courant
Een rekening waarover in de regel giraal betalingsverkeer wordt afgewikkeld en waaruit (een deel van) de onderlinge financiële verhouding is op te maken tussen de houder van de rekening en de instelling alwaar de rekening wordt aangehouden.
Rekenrente
Boekhoudkundig veronderstelde rente in begroting en meerjarencijfers (bron CPB).
Renteswap
Een renteswap is een contract tussen twee partijen waarin wordt overeengekomen om gedurende de looptijd een vaste rente te ruilen tegen een variabele rente (meestal 6 of 3 maanden).
Schatkistsaldo
Saldo op de rekening van het Rijk bij De Nederlandsche Bank.
Seno-Gom
Stichting Economische samenwerking Nederland – Oost Europa en Garantiefaciliteit voor Opkomende Markten
Staatsschuld
Het totaal van de uitstaande geldelijke leningen van de Staat (vaste en vlottende schuld) is de bruto staatsschuld. Leningen met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar vormen de vaste (gevestigde) staatsschuld. Leningen met een oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar vormen de vlottende staatsschuld. Soms wordt een ruimere definitie gebruikt voor de vlottende staatsschuld, namelijk bestaande uit leningen met een oorspronkelijke looptijd van maximaal twee jaar. De staatsschuld is niet gelijk aan de EMU-schuld, die een breder begrip meet.
Strip- en destripfaciliteit
Een stripfaciliteit stelt beleggers in staat een bepaalde lening te ontbinden. Dat betekent dat de hoofdsom en elk van de coupons van de specifieke lening apart verhandeld kunnen worden. Een destripfaciliteit daarentegen biedt de mogelijkheid om een reeks van coupons aan een hoofdsom te binden en op deze manier een nieuwe lening te creëren.
Vaste schuld
Leningen met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar. Wordt ook wel gevestigde schuld genoemd.
Vlottende schuld
Leningen met een oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar.
-
5.EVALUATIE- EN ONDERZOEKSOVERZICHT
Soort onderzoek |
Titel/onderwerp |
Artikel |
Start |
Afronding |
Vindplaats |
|
|||||
doeltreffendheid en |
|||||
doelmatigheid van |
|||||
beleid |
|||||
1a. Beleidsdoor- |
|||||
lichting |
|||||
Beleidsdoorlichting belastingdienst |
art. 1 |
2009 |
2010 |
Kamerstukken II 2010/2011, 31 066, nr. 98 |
|
Het genereren van inkomsten voor de |
art. 1 |
2015 |
2015 |
||
financiering van overheidsbeleid. Solide, |
|||||
eenvoudige en fraudebestendige fiscale |
|||||
wet- en regelgeving is hiervoor de basis. |
|||||
Doeltreffende en doelmatige uitvoering van |
|||||
die wet- en regelgeving zorgen er voor dat |
|||||
burgers en bedrijven bereid zijn hun |
|||||
wettelijke verplichtingen ten aanzien van de |
|||||
Belastingdienst na te komen (compliance). |
|||||
Functioneren financiële markten (invloed |
art. 2 |
2011 |
2011 |
vervallen. Zie kamer- |
|
wet- en regelgeving) |
stukken II 2010/2011, 32 013, nr. 16 |
||||
Randvoorwaarden te creëren die een |
art. 2 |
2017 |
2017 |
||
integer en stabiel systeem bevorderen en |
|||||
er toe bijdragen dat de activiteiten van |
|||||
financiële instellingen gericht zijn op het |
|||||
leveren van betrouwbare dienstverlening |
|||||
aan burgers en bedrijven |
|||||
Optimaal financieel resultaat bij de |
art. 3 |
2012 |
2012 |
Vervallen vanwege het |
|
realisatie van publieke doelen bij inves- |
IBO-onderzoek |
||||
teren in en verwerven, afstoten en |
|||||
beherenv an de financiële en materiële |
|||||
activa van de staat. |
|||||
Optimaal financieel resultaat bij de |
art. 3 |
2016 |
2016 |
||
realisatie van publieke doelen bij inves- |
|||||
teren in en verwerven, afstoten en beheren |
|||||
van de financiële en materiële activa van de |
|||||
staat. |
|||||
Een bijdrage leveren aan een gezond en |
art. 4 |
2015 |
2015 |
||
welvarend Europa en een evenwichtige |
|||||
internationale financieel-economische |
|||||
ontwikkeling. |
|||||
Beleidsdoorlichting Internationale |
art. 4 |
2010 |
2010 |
Kamerstukken |
|
financiele betrekkingen |
2009/2010, 31 935, nr. 5 |
||||
Het bieden van mogelijkheden voor |
art. 5 |
2014 |
2014 |
||
verzekering van betalingsrisico’s die zijn |
|||||
verbonden aan export en investeringen in |
|||||
het buitenland, in aanvulling op de markt, |
|||||
en het creëren en handhaven van een |
|||||
gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op |
|||||
dit vlak. |
|||||
Beleidsdoorlichting BTW compensatie- |
art. 6 |
2010 |
2010 |
Kamerstuk 2009/2010, |
|
fonds |
31 935, nr. 7 |
||||
Beleidsdoorlichting BTW compensatie- |
art. 6 |
2016 |
2016 |
||
fonds |
|||||
Een optimaal financieel resultaat bij het |
art. 7 |
2011 |
2013 |
||
verwerven, beheren, ontwikkelen en |
|||||
afstoten van materiële activa van/voor het |
|||||
Rijk ten behoeve van de realisatie van |
|||||
rijksdoelstellingen. |
|||||
Efficiënt beheren en vervreemden van |
art. 7 |
2011 |
2012 |
||
onroerende zaken van het Rijk. |
Soort onderzoek |
Titel/onderwerp |
Artikel |
Start |
Afronding |
Vindplaats |
1b. Ander onderzoek |
|||||
naar doeltreffendheid |
|||||
en/of doelmatigheid |
|||||
Effect uitvoering toezicht MGO/ZGO op |
art. 1 |
2011 |
2012 |
||
doelstelling compliance |
www.rijksoverheid.nl/ documenten-en-publicaties/rapporten/ 2012/06/20/rapport-van-de-commissie-stevens-over-horizontaal-toezicht-bij-de-belastingdienst.html |
||||
Effect uitvoering toezicht Toeslagen op |
art. 1 |
2011 |
2013 |
||
doelstelling compliance. |
|||||
Effect uitvoering toezicht Douane op |
art. 1 |
2012 |
2013 |
||
doelstelling compliance. |
|||||
Aftrek wegens geen of geringe eigen |
art. 1 |
2011 |
2012 |
||
woningschuld |
|||||
Evaluatierapport van MIA en VAMIL |
art. 1 |
2012 |
|||
2005-2010 |
|||||
Evaluatie van de IEA |
art. 1 |
2012 |
|||
Evaluatie WBSO 2006–2010 |
art. 1 |
2012 |
|||
|
|||||
Fiscale Monitor |
art. 1 |
jaarlijks |
jaarlijks |
||
Evaluatie toezicht accountants |
art. 2 |
2013 |
2013 |
||
Rapportage DBFMO (op verzoek van TK) |
art. 3 |
2012 |
2012 |
||
FATF-evaluatie |
art. 2 |
2010 |
2011 |
||
Onderzoek ARK naar DBFMO |
art 3 |
2012 |
2013 |
||
PPS voortgangsrapportage 20092010 |
art. 3 |
2013 |
2014 |
||
Evaluatie Financieel Kader RVOB |
art. 7 |
2012 |
2012 |
-
6.BIJLAGEN
A. Verdiepingshoofdstukken
Artikel 1
Opbouw uitgaven (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
3 544 852 |
3 398 901 |
3 279 708 |
3 217 705 |
3 191 828 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
|
|
|
|
|
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Loonbijstelling |
12 668 |
12 391 |
12 200 |
12 070 |
11 993 |
|
Prijsbijstelling |
17 186 |
16 003 |
15 302 |
15 059 |
14 875 |
|
Vrijval aanvullende post |
7 836 |
11 096 |
11 336 |
11 336 |
11 336 |
|
Aanpassen kasritme uitvoeringskosten fiscale wetsvoor- |
||||||
stellen |
|
9 000 |
|
1 800 |
|
|
Overige mutaties |
7 352 |
3 868 |
17 566 |
9 698 |
9 685 |
|
Extrapolatie |
2 968 287 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
3 348 205 |
3 244 427 |
3 114 399 |
3 039 745 |
3 010 581 |
2 968 287 |
Opbouw ontvangsten (x € 1000)
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Stand ontwerpbegroting 2012 Mutatie 1e suppletoire begroting
Nieuwe mutaties
Ramingsaanpassing boetes en schikkingen
Belastingontvangsten
Extrapolatie
Stand ontwerpbegroting 2013
118 134 875 126 079 102 134 759 234 140 606 888 140 512 547 - 6 520 589 - 238 800 - 238 800 - 238 800 - 238 800
16 200 11 000 11 000 11 000 11 000
-
-1 151 968 - 7 655 593 - 14 395 908 - 13 777 071 - 8 912 796
138 082 820
110 462 946 118 200 909 120 135 526 126 602 017 131 371 951 138 093 820
Toelichting
Uitgaven
Naast de loon- en prijsbijstelling zijn de uitgaven verhoogd met de vrijval van de aanvullende post. Deze post is bedoeld om de uitvoeringskosten voor de belastingdienst, voortvloeiend uit aanpassingen aan wet- en regelgeving te compenseren.
Ontvangsten
De ontvangstenraming van de bestuurlijke boetes en schikkingen is structureel met 11 mln verhoogd.
Artikel 2
Opbouw uitgaven (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
64 244 |
60 524 |
59 844 |
59 199 |
59 089 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
12 718 |
|
|
|
|
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Caribean financial action taskforce |
- 12 |
- 12 |
- 12 |
- 12 |
||
CDFD |
386 |
|||||
Monitoring commissie verzekeraars |
125 |
|||||
Monitoring commissie banken |
35 |
|||||
Monitoring commissie corporate governance |
25 |
|||||
Extrapolatie |
55 098 |
|||||
AFM |
1 500 |
|||||
DNB |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
|
Wijzer in geldzaken |
50 |
|||||
CDFD |
20 |
|||||
overig |
35 |
25 |
||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
78 612 |
59 938 |
58 712 |
58 067 |
57 957 |
55 098 |
Opbouw ontvangsten (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
242 739 |
184 753 |
184 753 |
7 677 |
7 677 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
20 686 |
|
|
|
|
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Ontvangsten IJsland |
197 307 |
|||||
Extrapolatie |
7 108 |
|||||
garantieregeling bancaire lening |
743 |
|
|
|||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
461 475 |
176 748 |
176 086 |
7 377 |
7 377 |
7 108 |
Toelichting
Uitgaven
CDFD
Voor 2013 is voor CDFD/CAOP een te laag bedrag begroot. Het CDFD heeft naar verwachting een subsidie nodig van in ieder geval € 776 000,
€ 386 000 meer dan het begrote bedrag. Besloten is om te komen tot een doelheffing voor het CDFD. Het streven is om deze uiterlijk per 1 januari
2014 gerealiseerd te hebben.
Monitoring commissie verzekeraars
In de begroting is alleen voor 2012 budget opgenomen. Gezien de verwachtingen omtrent de werkzaamheden van de commissie is er ook budget voor 2013 opgenomen.
AFM
Dit betreft het aandeel van het ministerie van SZW in door Financiën te verstrekken bijdragen voor het toezicht op de Financiële Markten.
overig
Deze post bestaat uit prijsbijstellingen voor commissie code banken, commissie corporate governance en een overboeking van ELI voor bijdrage aan «bevorderen ondernemerschap».
Ontvangsten
Ontvangsten Ijslandbank
Uit de boedel van de Landsbanki heeft Nederland € 197,3 mln. van de vorderingen ontvangen.
Garantieregeling bancaire lening
Closing out fee voor eerdere aflossing van NIBC in 2012. Dat is de boete ontvangen voor de misgelopen fee.
Artikel 3
Opbouw uitgaven (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
2 377 720 |
1 899 218 |
1 633 217 |
1 463 217 |
1 249 218 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
251 000 |
29 000 |
54 000 |
75 000 |
63 000 |
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Nozema |
|
|||||
Regeling BF |
|
|||||
Loonbijstelling |
19 |
19 |
19 |
19 |
19 |
|
Prijsbijstelling |
126 |
|||||
IABF |
186 000 |
66 000 |
|
|
|
|
Extrapolatie |
1 107 237 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
2 813 701 |
1 994 237 |
1 653 236 |
1 507 236 |
1 286 237 |
1 107 237 |
Opbouw ontvangsten (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
7 891 115 |
3 157 515 |
2 344 015 |
2 091 901 |
1 971 460 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
1 202 889 |
128 462 |
154 137 |
273 537 |
87 937 |
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Dividend staatsdeelnemingen |
31 304 |
|||||
IABF |
187 000 |
66 000 |
|
|
|
|
Opbrengst onttrekking vermogenstitels |
11 000 |
|||||
Dividend financiele instellingen |
|
|||||
Winstafdracht DNB |
|
725 000 |
56 000 |
13 000 |
|
|
Aflossing kapitaalversterkingen ING |
|
750 000 |
750 000 |
750 000 |
||
Couponbetaling en/of boetebetaling kapitaalver- |
||||||
strekking ING |
|
375 000 |
375 000 |
375 000 |
||
Extrapolaties |
1 721 397 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
4 909 308 |
5 201 977 |
3 645 152 |
3 472 438 |
2 013 397 |
1 721 397 |
Toelichting
Uitgaven:
Nozema
De claim van Nozema is afgehandeld en het restant van het budget kan daarom vrijvallen.
Regeling BF
De regeling Bijzondere Financiering wordt afbeheerd. De verwachting is dat komende jaren steeds minder uitgaven worden gedaan voor deze regeling.
IABF
Door een wijziging van de eurodollar rekenkoers (depreciatie van de euro)
zijn de ramingen voor de ontvangsten en uitgaven bijgesteld.
Ontvangsten:
Dividend financiële instellingen
ABN AMRO geeft aan in 2012 geen interim-dividend uit te zullen uitkeren. ABN AMRO geeft als achterliggende reden dat het gezien de marktomstandigheden, economisch klimaat, eurocrisis, onzekere vooruitzichten en invoering van Basel 3 in 2013, verstandig is om een sterke kapitaalpositie te hebben.
Winstafdracht DNB
DNB volgt voor haar jaarrekening de grondslagen zoals vastgesteld door de Governing Council van de ECB. Deze grondslagen zijn vastgelegd in de ECB Accounting regelgeving. Op dit moment loopt in de ECB een procedure om de Accounting regelgeving uit te breiden met een bepaling voor het vormen van een algemene voorziening voor «Foreign exchange rate, interest rate, credit and gold price risks». Besluitvorming door de Governing Council van de ECB is voorzien eind november/begin december 2012. Een eventuele dotatie aan een voorziening, komt ten laste van winst. Mede met het oog op de risico’s die DNB loopt, is vanuit behoedzaamheidsoverwegingen besloten om vooralsnog geen rekening te houden met de mogelijkheid dat DNB over 2012 een interim-dividend uitkeert. Daarom is de raming in 2012 naar beneden bijgesteld.
Aflossing kapitaalversterking ING + couponbetaling en/of boetebetaling kapitaalversterking ING
In lijn met publieke uitlatingen van ING is de inschatting van de Staat dat ING dit jaar een gedeelte van de nog uitstaande steun zal terugbetalen, maar niet de begrote € 4,5 miljard. ING heeft aangegeven het terugbetalen van de staatssteun als topprioriteit te zien en dit zo snel mogelijk te willen doen. Op basis hiervan heeft de Staat een voorzichtige inschatting gemaakt van mogelijke tranches waarin terugbetaald zou kunnen worden. ING behoudt haar contractuele rechten. Een eventuele terugbetaling dit jaar en komende jaren dient te worden goedgekeurd door DNB. De Staat en ING voeren gesprekken met de Europese Commissie over de terugbetaling en de aanpassing van het herstructureringsplan. Dit overleg wordt voortgezet.»
Dividend staatsdeelnemingen
Bij de te ontvangen dividenden van de staatsdeelnemingen doen zich meevallers voor. Deze meevallers worden voornamelijk veroorzaakt door Tennet en de NS.
Opbrengst onttrekking vermogenstitels
Rechterland N.V., een staatsdeelneming in afbeheer, zal geliquideerd worden. In dat kader zal een superdividend uitgekeerd worden.
IABF
Door een wijziging van de eurodollar rekenkoers (depreciatie van de euro)
zijn de ramingen voor de ontvangsten en uitgaven opwaarts bijgesteld.
Artikel 4
Opbouw uitgaven (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
1 249 472 |
1 123 415 |
1 174 822 |
1 268 190 |
1 148 586 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting (inc ISB) |
755 928 |
752 100 |
12 910 |
-898 325 |
-774 898 |
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Kapitaalstorting EIB |
448 222 |
|||||
Overig |
20 |
|||||
Extrapolatie |
258 907 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
2 005 400 |
2 323 757 |
1 187 732 |
369 865 |
373 688 |
258 907 |
Opbouw ontvangsten (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
183 036 |
226 480 |
307 418 |
591 665 |
913 672 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
|
|
|
|
|
|
Nieuwe mutaties |
||||||
renteontvangsten Griekenland |
|
|
|
|
|
|
Extrapolatie |
80 106 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
25 241 |
64 091 |
75 938 |
80 116 |
80 123 |
80 106 |
Uitgaven
De kapitaalstorting voor de EIB voor het Europese Groei-iniatief wordt in 2013 betaald.
Ontvangsten
De renteontvangsten zijn naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling wordt veroorzaakt door een aanpassing van de renteraming aan de hand van de nieuwe rekenrente (MEV)
Artikel 5
Opbouw uitgaven (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
133 106 |
133 106 |
153 106 |
153 106 |
153 106 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
- |
- |
- |
- |
- |
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Schade-uitkering EKV |
|
|
|
|
||
Extrapolatie |
133 106 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
133 106 |
113 106 |
133 106 |
133 106 |
133 106 |
133 106 |
Opbouw ontvangsten (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
104 550 |
94 050 |
69 750 |
69 750 |
69 750 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
207 655 |
34 500 |
29 750 |
14 000 |
12 500 |
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Extrapolatie |
82 250 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
312 205 |
128 550 |
99 500 |
83 750 |
82 250 |
82 250 |
Toelichting
Uitgaven
Schade-uitkering EKV
De raming van de schade-uitkeringen van de exportkredietverzekering wordt structureel neerwaarts bijgesteld.
Artikel 6
Opbouw uitgaven (x € 1000)
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Stand ontwerpbegroting 2012 mutaties 1e sup. 2012
Nieuwe mutaties Ramingsaanpassing Overboekingen Extrapolatie
Stand Ontwerpbegroting 2013
3 123 921 3 077 946 3 077 946 3 077 547 3 077 547 - 54 645
456 836 |
|
1 270 |
1 669 |
1 669 |
750 |
527 |
53 |
297 |
119 |
3 079 216 2 613 190 2 895 357 3 079 269 3 079 513 3 079 335 3 079 216
Opbouw ontvangsten (x € 1000)
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Stand ontwerpbegroting 2012 mutaties 1e sup. 2012
Nieuwe mutaties Ramingsaanpassing Overboekingen Extrapolatie
Stand Ontwerpbegroting 2013
3 123 921 3 077 946 3 077 946 3 077 547 3 077 547 - 54 645
456 836 |
|
1 270 |
1 669 |
1 669 |
750 |
527 |
53 |
297 |
119 |
3 079 216 2 613 190 2 895 357 3 079 269 3 079 513 3 079 335 3 079 216
Toelichting
Uitgaven en ontvangsten
Ramingsaanpassing
De mutatie betreft een ramingsaanpassing als gevolg van enerzijds de btw-verhoging uit het begrotingsakkoord 2013 die het fonds doet groeien en anderzijds de krimp van het fonds die verwacht wordt op basis van de reeds beschikbare gegevens over 2012.
Artikel 7
Opbouw uitgaven (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
88 111 |
86 875 |
91 290 |
90 645 |
90 596 |
|
Mutatie 1e suppletore begroting |
6 343 |
1 500 |
1 500 |
1 500 |
1 500 |
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Anticiperende aankopen |
|
|
|
|
||
Plankosten RVOB |
600 |
|||||
Beheersuitgaven DRZ |
300 |
300 |
300 |
300 |
300 |
|
loon- en prijsbijstelling |
1 297 |
105 |
104 |
104 |
104 |
|
Extrapolatie |
82 449 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
96 051 |
84 580 |
83 194 |
82 549 |
82 500 |
82 449 |
Opbouw ontvangsten (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
179 859 |
177 459 |
176 557 |
176 057 |
176 057 |
|
Mutatie 1e suppletore begroting |
|
|
|
|
|
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Beheersontvangsten DRZ |
300 |
300 |
300 |
300 |
300 |
|
Extrapolatie |
175 584 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
179 386 |
176 986 |
176 084 |
175 584 |
175 584 |
175 584 |
Toelichting
Uitgaven
Plankosten
De plankosten betreffen de kosten die gemaakt worden voor gebiedsont-wikkelingprojecten. De kosten worden een jaar van te voren geraamd.
Beheersuitgaven DRZ
De beheersuitgaven worden voortaan apart inzichtelijk gemaakt ( € 0,3 mln. per jaar). Als tegenhanger worden de beheersontvangsten verhoogd met eenzelfde bedrag ( € 0,3 mln. per jaar).
Ontvangsten
Beheersontvangsten DRZ Zie toelichting bij DRZ.
Anticiperende aankopen
Het instrument anticiperende aankopen wordt geschrapt. Sinds 2009 is er geen gebruik meer van gemaakt.
Artikel 8
Opbouw uitgaven (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
188 261 |
184 989 |
185 024 |
183 397 |
184 732 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
29 360 |
28 072 |
22 623 |
21 345 |
20 643 |
|
Nieuwe mutaties |
||||||
loonbijstelling |
703 |
709 |
717 |
712 |
719 |
|
prijsbijstelling |
1 627 |
|||||
naar art 1, SSO P-Direkt |
|
|
|
|
|
|
overig |
|
|
|
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2013 |
211 527 |
204 189 |
199 048 |
196 319 |
196 348 |
195 712 |
Opbouw ontvangsten (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
27 065 |
28 969 |
31 064 |
32 024 |
31 660 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
7 888 |
|
|
|
|
|
Nieuwe mutaties |
||||||
overig |
-821 |
|
|
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2013 |
34 132 |
27 525 |
29 693 |
30 654 |
30 404 |
30 508 |
Toelichting
Uitgaven
In 2012 is een eenmalige overboeking gedaan van het ministerie van EL&I aan het ministerie van Financiën voor (een deel van) het controleplan van de Auditdienst Rijk.
Ontvangsten
In 2012 is een meevaller bij de apparaatontvangsten als gevolg van ontvangsten voor IF’ers. Meerjarig is er sprake van een desaldering met de uitgaven voor de ADR.
Artikel 10
Opbouw uitgaven (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
3 386 |
2 938 |
3 014 |
3 064 |
3 055 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
13 307 |
13 406 |
13 211 |
13 000 |
12 853 |
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Uitkeren loonbijstelling |
|
|
|
|
|
|
Prijsbijstelling |
3 856 |
3 840 |
3 818 |
3 831 |
||
Overig |
1 064 |
205 |
202 |
199 |
198 |
|
Extrapolatie |
6 898 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
4 092 |
7 008 |
7 057 |
7 008 |
6 935 |
6 898 |
Opbouw ontvangsten (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 Mutatie 1e suppletoire begroting |
479 000 |
600 000 |
||||
Nieuwe mutaties Bijstelling stelpost |
|
|
400 000 |
400 000 |
||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
400 000 |
400 000 |
400 000 |
400 000 |
Toelichting
Uitgaven
Loon- en prijsbijstelling
De mutaties betreffen het uitkeren van de loon- en prijsbijstelling naar de apparaatbudgetten van de Financiën begroting. Een gedeelte van de uitgekeerde prijsbijstelling is nog niet verdeeld over de budgetten van
Financiën.
Ontvangsten
Bijstelling stelpost
Op basis van de laatste inzichten wordt technische stelpost geactualiseerd. Het betreft toekomstige ontvangsten uit de interventies in de financiële sector.
Artikel 11
Opbouw uitgaven (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 Mutatie 1e suppletoire begroting |
41 071 8 386 |
43 725 - 1 376 |
38 478 3 049 |
42 041 6 775 |
29 132 - 3 344 |
|
Nieuwe mutaties Rente Vaste Schuld Rente Vlottende Schuld Vaste Schuld Vlottende Schuld Overig |
0
|
0 0 |
0 0 |
0 |
185 278 0 0 |
|
Stand ontwerpbegroting 2013 |
44 542 |
42 055 |
41 085 |
54 577 |
26 251 |
47 172 |
Opbouw ontvangsten (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 Mutatie 1e suppletoire begroting |
42 468 17 704 |
46 838 - 792 |
39 033 3 857 |
39 351 7 836 |
25 456 614 |
|
Nieuwe mutaties Rente Vaste Schuld Vlottende Schuld |
42 0 0 |
1 105 0 |
5 541 0 |
13 340 0 |
8 287 0 |
|
Stand ontwerpbegroting 2013 |
60 214 |
47 127 |
48 272 |
60 246 |
34 246 |
54 822 |
Uitgaven en Ontvangsten
Door een nieuw kastekort en realisaties zijn de ramingen voor rente en uitgifte schuld bijgesteld.
Artikel 12
Opbouw uitgaven (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
4 658 |
7 620 |
11 527 |
12 491 |
9 908 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
2 970 |
6 233 |
3 811 |
4 259 |
8 918 |
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Mutaties Rekening courant |
|
|
|
|
|
|
Extrapolatie |
15 393 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
7 020 |
8 868 |
9 701 |
12 472 |
13 408 |
15 393 |
Opbouw ontvangsten (x € 1000) |
||||||
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Stand ontwerpbegroting 2012 |
2 067 |
1 736 |
3 507 |
2 414 |
2 708 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting |
75 |
266 |
|
|
|
|
Nieuwe mutaties |
||||||
Mutaties Rekening courant |
|
|
|
|
|
|
Extrapolatie |
2 885 |
|||||
Stand ontwerpbegroting 2013 |
2 123 |
1 929 |
3 199 |
1 860 |
2 320 |
2 885 |
Uitgaven en Ontvangsten
De mutatie van het rekening-dourantsaldi en rente wordt grotendeels veroorzaakt door ontwikkelingen bij de sociale fondsen.
C. Subsidie-overzicht
Artikel (bedragen * |
Subsidie |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
Aantal |
Evaluatie |
€ 1 000) |
verleningen 2011 |
moment |
||||||||
Artikel 2 |
CDFD |
770 |
834 |
823 |
434 |
435 |
436 |
436 |
1 |
2012 |
Artikel 2 |
Nader te |
|||||||||
Geldmuseum |
1 013 |
685 |
530 |
530 |
530 |
530 |
530 |
1 |
bepalen |
|
Totaal subsidieregelingen |
1 783 |
1 519 |
1 353 |
964 |
965 |
966 |
966 |
Overzicht subsidies
In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van de subsidies van het Ministerie van Financiën. Binnen deze bijlage wordt de subsidiedefinitie van de Algemene wet bestuursrecht gebruikt. De Algemene wet bestuursrecht definieert een subsidie als volgt (artikel 4.21Awb):
«De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten».
6.1 Bijlage inzake moties en toezeggingen
Overzicht van de door de Staten-Generaal aanvaarde moties en door bewindslieden gedane toezeggingen
FISCAAL |
||||
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties |
||||
Onderdeel A.1 Moties |
waarvan de uitvoering is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
1. |
2010-2011 |
Van Vliet verzoekt de regering alle financiële |
Kamerstukken II 2010/11, |
Afgerond bij brief van de |
bonussen die vanaf 2008 bij ABN, AMRO, |
31 980, nr.30 |
Minister en Staatssecretaris |
||
ASR Verzekeringen, ING, SNS en AEGON |
Aangenomen 22 maart 2011 |
van Financiën van |
||
zijn uitgekeerd, eenmalig tegen een tarief |
27 oktober 2011. Kamer- |
|||
van 100% te belasten in de loonheffing dan |
stukken II 2011/12, 31 980, nr. |
|||
wel aftrek van het totale bonusbedrag in de |
56 |
|||
vennootschapsbelasting te weigeren. |
||||
2. |
2010-2011 |
Braakhuis en Omtzigt verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2010/11, |
Afgerond bij brief van de |
in overleg te treden met sociale partners om |
32 131, nr. 24 |
Staatssecretaris, van |
||
te bezien of het Witteveenkader gebaseerd |
Aangenomen 12 april 2011 |
Financiën mede namens de |
||
kan worden op het uniforme loonbegrip en |
Minister van SZW van |
|||
het resultaat van de gesprekken binnen vier |
8 maart 2012. Kamerstukken |
|||
maanden aan de Tweede Kamer voor te |
II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 12 |
|||
leggen. |
||||
3. |
2010-2011 |
Van Vliet verzoekt de regering nieuwe |
Kamerstukken II 2010/11, |
Afgerond bij brief van de |
standaardcriteria op te stellen op basis |
25 087, nr. 8 |
Staatssecretaris van |
||
waarvan het parlement kan zien welke |
Aangenomen 30 juni 2011 |
Financiën van 18 oktober |
||
uitgangspunten gelden voor het sluiten van |
2011. Kamerstukken II |
|||
een fiscaal verdrag met een derde staat. |
2010/11, 25 087 nr. 27 |
|||
4. |
2010-2011 |
Groot verzoekt de regering geen belasting- |
Kamerstukken II 2010/11, |
Afgerond bij brief van de |
verdragen af te sluiten waarin het heffings- |
25 087, nr. 19 |
Staatssecretaris van |
||
recht over pensioenen hoofdzakelijk |
Aangenomen 30 juni 2011 |
Financiën van 18 oktober |
||
toekomt aan de woonstaat en verzoekt de |
2011. Kamerstukken II |
|||
Kamer te rapporteren over de omvang van |
2010/11, 25 087 nr. 27 |
|||
de misgelopen en nog mis te lopen |
||||
belastinginkomsten als gevolg van |
||||
pensioenemigratie. |
||||
5. |
2010-2011 |
Bashir en Van Vliet verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2010/11, |
Afgerond .Is opgenomen in |
bij het Belastingplan 2012 met maatregelen |
32 800, nr. 17 |
de Wet van 12 juli 2012. Wet |
||
te komen om het zogenaamde Bosal-gat in |
Aangenomen 30 juni 2011 |
uitwerking fiscale maatre- |
||
de vennootschapsbelasting te dichten. |
gelen Begrotingsakkoord 2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321 |
|||
6. |
2010-2011 |
Omtzigt en Schouten verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2010/11, |
Afgerond. Is meegenomen |
met een kabinetsbrief te komen die een |
32 800, nr. 19 |
in de Memorie van |
||
integrale visie bevat op het geven van geld, |
Aangenomen 30 juni 2011 |
Toelichting van de Geefwet |
||
geven in natura en vrijwilligerswerk en |
Kamerstukken II 2011/12, |
|||
vooral de fiscale behandeling daarvan, |
33 006, nr. 3 |
|||
waarin in het bijzonder wordt ingegaan op |
||||
SBBI’s en die in september 2011 aan de |
||||
Kamer te sturen ter behandeling bij het |
||||
Belastingplan 2012. |
||||
7. |
2011-2012 |
Dijkgraaf verzoekt de regering een |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond bij brief van de |
commissie in te stellen om, voortbouwend |
33 000, nr. 58 |
Staatssecretaris van |
||
op de adviezen over belastingherziening en |
Aangenomen 11 oktober |
Financiën van 9 februari |
||
de ideeën uit de fiscale agenda, waaronder |
2011 |
2012. Kamerstukken II |
||
een loonsomheffing, een aantal scenario’s |
2011/12, 32 740, nr. 11 |
|||
uit te werken. |
||||
8. |
2011-2012 |
Kuiper c.s. verzoekt de regering een |
Kamerstukken I 2011/2012, |
Afgerond bij brief van de |
commissie in te stellen die studie doet naar |
33 000, F |
Minister van BZK en de |
||
een meer toekomstbestendig stelsel van |
Aangenomen 1 november |
Staatssecretaris van |
||
hypotheekrenteaftrek. |
2011 |
Financiën van 25 mei 2012. Kamerstukken II 2011/12, 33 280, nr. 4 |
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties |
||||
Onderdeel A.1 Moties |
waarvan de uitvoering is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
9. |
2011-2012 |
Omtzigt en Neppérus verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2011/2012, |
Afgerond bij brief van de |
om in overleg met de Europese Commissie |
30 922, nr. 12 |
Staatssecretaris van |
||
en Duitsland, Frankrijk en Ierland tot een |
Aangenomen 8 november |
Financiën van 8 maart 2012. |
||
datum te komen waarop in alle genoemde |
2011 |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
lidstaten de wetswijziging met betrekking |
33 000 IXB, nr. 12 |
|||
tot het btw-tarief op paarden, in werking |
||||
moet treden. |
||||
10. |
2011-2012 |
Schouten en Dijksma verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond bij brief van |
de mogelijkheden te onderzoeken om de |
33 000 XII, nr. 42 |
11 november (Kamerstukken |
||
maatregel van de willekeurige afschrijving |
Aangenomen 3 november |
II 2011/12, 33 003, nr. 29) |
||
in 2012 te verlengen. |
2011 |
|||
11. |
2011-2012 |
Van Vliet verzoekt de regering ervoor te |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond, motie is onder- |
zorgen dat de 30%-regeling zodanig gericht |
33 003, nr. 43 |
steuning van kabinetsbeleid |
||
wordt dat alleen werknemers met een |
Aangenomen 17 november |
(o.m. convenant BD-KNVB) |
||
duidelijke toegevoegde meerwaarde voor |
2011 |
|||
de Nederlandse arbeidsmarkt onder deze |
||||
regeling kunnen vallen. |
||||
12. |
2011-2012 |
Van Vliet verzoekt de regering kritisch te |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond bij brief van de |
kijken naar de praktijk bij de Belastingdienst |
33 003, nr. 44 |
Staatssecretaris van |
||
met als uitgangspunt beperking van het |
Aangenomen 17 november |
Financiën van 16 mei 2012 |
||
aantal dienstauto’s tot een minimum en |
2011 |
waarbij het Beheersverslag |
||
daarover te rapporteren in het komende |
Belastingdienst 2011 is |
|||
beheersverslag van de Belastingdienst. |
aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 24 |
|||
13. |
2011-2012 |
Schouten en Omtzigt verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond bij brief van de |
de mogelijkheid te onderzoeken, hoe |
33 003, nr. 46 |
Staatssecretaris van |
||
vakantiedagen om te zetten zijn in een gift |
Aangenomen 17 november |
Financiën van 15 juni 2012, |
||
en de Kamer hierover in het voorjaar 2012 |
2011 |
opgenomen in het verslag |
||
te informeren. |
van een schriftelijk overleg. Kamerstukken II 2011/12, 33 006, nr. 18 |
|||
14. |
2011-2012 |
Omtzigt en van Vliet verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond bij brief van de |
in overleg te treden met vertegenwoor- |
33 003, nr. 53 |
Staatssecretaris van |
||
digers van SBBI-koepels en voorstellen uit |
Aangenomen 17 november |
Financiën van 20 maart |
||
te werken waarbij zaken als bijvoorbeeld de |
2011 |
2012. Kamerstukken II |
||
periodieke gift en de steunstichting mogelijk |
2011/12, 33 006, nr. 17 |
|||
gestroomlijnd worden en in ieder geval op |
||||
eenvoudige en heldere wijze gebruikt |
||||
kunnen worden door SBBI’s en de Kamer |
||||
hierover voor 1 april 2012 te informeren. |
||||
15. |
2011-2012 |
Dijkgraaf verzoekt de regering in het |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond tijdens de plenaire |
Belastingplan 2013 nieuwe fiscale instru- |
33 003, nr. 54 |
behandeling van het |
||
menten waar mogelijk te voorzien van |
Aangenomen 17 november |
Belastingplan 2012. |
||
kwantitatieve doelstellingen; een analyse te |
2011 |
Handelingen II 2010/11, |
||
maken van de doelstellingen van bestaande |
33 003, TK nr. 24 , blz. 9-104. |
|||
fiscale instrumenten en deze waar mogelijk |
Daar waar mogelijk wordt |
|||
te voorzien van kwantitatieve toetsingscri- |
aan de motie uitvoering |
|||
teria; een horizonbepaling op te nemen |
gegeven, zo wordt In de |
|||
voor zo veel mogelijk bestaande fiscale |
afdrachtvermindering |
|||
instrumenten. |
onderwijs nu ook horizonbepaling opgenomen. Zie Memorie van Toelichting bij het Belastingplan 2013. |
|||
16. |
2011-2012 |
Braakhuis en Groot verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond bij brief van de |
de substance-eisen en de naleving van de |
33 003, nr. 62 |
Staatssecretaris van |
||
substance-eisen tegen het licht te houden |
Aangenomen 17 november |
Financiën van 25 juni 2012. |
||
en de TK hierover te informeren voor het |
2011 |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
AO Fiscale agenda. |
25 087, nr. 32 |
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties |
||||
Onderdeel A.1 Moties |
waarvan de uitvoering is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
17. |
2011-2012 |
Lucassen verzoekt de regering de aanvraag- |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond. Aan de motie is |
procedure voor huurtoeslag zodanig vorm |
33 000 VII, nr. 78 |
gevolg gegeven door de |
||
te geven dat te hoge toekenningen en |
Aangenomen 22 november |
pilot «aanpak slechte |
||
daardoor de noodzaak tot hoge terugvorde- |
schatters». Voor nadere |
|||
ringen worden beperkt. |
toelichting zie de halfjaarsrapportage Belastingdienst van mei 2012, aangeboden bij brief van de staatssecretaris van Financiën van 6 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131 |
|||
18. |
2011-2012 |
De Liefde verzoekt de regering initiatief- |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond bij brief van de |
nemers te wijzen op de fiscale mogelijk- |
33 000 XVI, nr. 80 |
Minister van VWS van 4 juni |
||
heden van de nieuwe Geefwet en te |
Aangenomen 6 december |
2012. Kamerstukken II |
||
onderzoeken of een schaatsloterij gereali- |
2011 |
2011/12, 33 000 XVI, nr. 176 |
||
seerd kan worden. |
||||
19. |
20 112 012 |
Van Hijum c.s. verzoek de regering om de |
Kamerstukken II 2011/12, |
In voorbereiding. Voortouw |
arbeidsmarktpositie, inzetbaarheid en |
33 046, nr. 30 |
ligt bij Minister van SZW |
||
mobiliteit van ouderen vanaf 2012 actief te |
Aangenomen 7 februari 2012 |
|||
volgen, en op basis van de monitor te |
||||
bepalen of en, zo ja, in hoeverre te zijner tijd |
||||
aanpassingen van het vitaliteitspakket |
||||
mogelijk zijn zonder hiermee de gezamen- |
||||
lijke ambitie ten aanzien van de arbeidspar- |
||||
ticipatie van 55-plussters te ondermijnen. |
||||
20. |
2011-2012 |
Omtzigt c.s. verzoekt de regering met de |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond bij brief van de |
Duitse regering opnieuw in overleg te |
33 000 IXB, nr. 19 |
staatssecretaris van |
||
treden en snel een werkbare oplossing voor |
Aangenomen 26 april 2012 |
Financiën van 26 juni 2012. |
||
te stellen voor het probleem van de definitie |
Kamerstukken II 2011/12, |
|||
van dwangarbeiders en ervoor zorg te |
33 000 IXB, nr. 27 |
|||
dragen dat in de tussentijd de Nederlandse |
||||
Belastingdienst zo min mogelijk bijstand |
||||
verleent bij de inning van belastingen over |
||||
de betwiste pensioenen, wanneer aanne- |
||||
melijk is dat deze voortkomen uit dwang- |
||||
arbeid. |
||||
21. |
2011-2012 |
Van Vliet verzoekt de regering om binnen- |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond bij brief van de |
landse belastingplichtigen die naast een |
33 000 IXB, nr. 22 |
staatssecretaris van |
||
Nederlands inkomen ook een Duits inkomen |
Aangenomen 26 april 2012 |
Financiën van 26 juni 2012. |
||
ontvangen, optimaal te informeren over de |
Kamerstukken II 2011/12, |
|||
mogelijkheden om dubbele heffing te |
33 000 IXB, nr. 27 |
|||
voorkomen en hen daarover per brief te |
||||
informeren. |
||||
22. |
2011-2012 |
Bashir verzoekt de regering ieder jaar vóór |
Kamerstukken II 2011/12, |
Afgerond bij brief van de |
het meireces de Kamer per brief uitgebreid |
33 000 IXB, nr. 21 |
staatssecretaris van |
||
te rapporteren over de ontwikkelingen en de |
Aangenomen 26 april 2012 |
Financiën van 26 juni 2012. |
||
problemen van de grensarbeiders en |
Kamerstukken II 2011/12, |
|||
mogelijke oplossingsrichtingen. |
33 000 IXB, nr. 27 |
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties
Onderdeel A.2 Moties waarvan de uitvoering nog niet is afgerond
Vergaderjaar Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van zaken/Planning
2009–2010 Tang c.s. verzoekt de regering het gebruik van de fiets onder de oude en nieuwe regeling expliciet onderdeel uit te laten maken van de evaluatie van de werkkosten-regeling die na 2 jaar plaatsvindt.
Kamerstukken II 2009/10, 32 128, nr. 45
Evaluatie voorzien voor eind 2012
1.
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties |
||||
Onderdeel A.2 Moties |
waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
2. |
2010-2011 |
Van Vliet en Neppérus verzoeken de regering om binnen een jaar na inwerkingtreding van de Wet uniformering loonbegrip de inkomenseffecten van deze flankerende maatregelen voor werknemers te meten alsook de bereikte vereenvoudiging te evalueren de Kamer hierover te informeren. |
Kamerstukken II 2010/11, 32 131, nr. 18 Aangenomen 12 april 2011 |
Evaluatie voorzien voor 2014 |
3. |
2010-2011 |
Neppérus en van Vliet verzoeken de regering om na de inwerkingtreding van de Wet uniformering loonbegrip de effecten ten aanzien van de ontwikkeling van de loonkosten voor bedrijven via onder meer loonstrookjes te meten en om de Kamer via een evaluatie hierover te informeren een jaar na inwerkingtreding van de wet. |
Kamerstukken II 2010/11, 32 131, nr. 23 Aangenomen 12 april 2011 |
Evaluatie voorzien voor 2014 |
4. |
2010-2011 |
Omtzigt en Harbers verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2010/11, |
Rapportage voorzien voor |
alleen nog TIEA’s te sluiten die een bepaling |
25 087, nr. 26 |
2013 |
||
bevatten op basis waarvan automatische |
Aangenomen 30 juni 2011 |
|||
gegevensuitwisseling mogelijk is, en de |
||||
Kamer te informeren over welke TIEA’s |
||||
daadwerkelijk tot gegevensuitwisseling |
||||
hebben geleid. Verzoeken tevens over twee |
||||
jaar een lijst aan de Kamer te doen |
||||
toekomen met TIEA’s en verdragen die niet |
||||
tot gegevensuitwisseling hebben geleid en |
||||
aan te geven of zij bereid is die verdragen |
||||
en TIEA’s op te zeggen. |
||||
5. |
2011-2012 |
Recourt en van Raak verzoeken de regering zo snel mogelijk inzicht te geven in de concrete criteria die worden gehanteerd bij het vrijstellen van belasting van vermogen van leden van het Koninklijk Huis. |
Kamerstukken II 2011/12, 33 000 III, nr. 7 Aangenomen 13 oktober 2011 |
In voorbereiding |
6. |
2011-2012 |
Omtzigt en Groot verzoeken de regering het |
Kamerstukken II 2011/12, |
Het overleg met de sector is |
mogelijk te maken om de huurtoeslag |
33 003, nr. 49 |
gaande om na te gaan of |
||
rechtstreeks over te maken naar de |
Aangenomen 22 december |
oplossingen voor de |
||
woningbouwcorporaties |
2011 |
incassoproblematiek mogelijk zijn zonder inbreuk op het ene bankrekeningnummer te maken. |
||
7. |
2011-2012 |
Omtzigt en Van Vliet verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2011/12, |
Planning afronding 4e |
met een voorstel te komen voor een |
33 003, nr. 52 |
kwartaal 2012. |
||
Anbi-register, waarin de volgende zaken |
Aangenomen 17 november |
De Kamer is tussentijds |
||
openbaar gemaakt worden en gratis |
2011 |
geïnformeerd over de laatste |
||
toegankelijk zijn:naam, adres en contactge- |
stand van zaken bij brief van |
|||
gevens van de anbi; bestuurssamenstelling; |
4 juli 2012. Kamerstukken II |
|||
verkort jaarverslag, beloningen van |
2011/12, 33 003, nr. |
|||
bestuurders en van medewerkers die de |
84.Overleg is gaande met de |
|||
dg-norm overschrijden. |
Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF). |
|||
8. |
2011-2012 |
Groot en Omtzigt verzoeken de regering in een nota aan de TK vóór 1 april 2012 haar visie te geven op de maatschappelijke rol van woningcorporaties en de daarbij passende fiscale behandeling. |
Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 56 Aangenomen 17 november 2011 |
In voorbereiding |
9. |
2011-2012 |
Braakhuis verzoekt de regering bij de winstbox afschaffing van het urencriterium te betrekken. |
Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 79 Aangenomen 17 november 2011 |
In voorbereiding |
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties |
||||
Onderdeel A.2 Moties |
waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
10. |
2911-2012 |
Van Bemmel en Van Vliet verzoeken de regering de Belastingdienst de gegevens betreffende schadevoertuigen, waar de genoemde «tegenbewijsregeling» op van toepassing is, ter beschikking te laten stellen aan de verzekeraars. |
Kamerstukken II 2011/12, 29 398, nr. 306 Aangenomen 29 november |
In voorbereiding |
11. |
2011-2012 |
Van Gent c.s. verzoekt de regering bij het onderzoek naar het afschaffen van het urencriterium ook de aanvraag van kinderopvang toeslag te betrekken. |
Kamerstukken II 2011/12, 31 322, nr. 149 Aangenomen 13 december 2011 |
In voorbereiding |
12. |
2011-2012 |
Van Vliet verzoekt de regering na twee jaar |
Kamerstukken II 2011/12, |
Planning afronding niet |
te evalueren of het gelukt is dat de |
32 877, nr. 8 |
eerder voorzien dan in 2015. |
||
Nederlandse ondernemers een aantoonbare |
Aangenomen 16 februari |
De wet treedt per 1 januari |
||
administratieve lastenvermindering krijgen |
2012 |
2013 in werking. |
||
en de Kamer hierover te informeren. |
||||
13. |
2011-2012 |
Bosman c.s. verzoekt de regering in overleg |
Kamerstukken II 2011/12, |
Voortouw voor dit Konink- |
met de verschillende landen te onderzoeken |
33 000 IV, nr. 62 |
rijksoverleg ligt bij het |
||
hoe de belemmeringen voor personen en |
Aangenomen 6 maart 2012 |
Ministerie van V&J, in |
||
goederen binnen het Caraïbisch deel van |
verband met de nadruk op |
|||
het Koninkrijk kunnen worden opgeheven, |
personenvervoer. |
|||
waaronder het voorkomen van dubbele |
||||
invoerheffingen bij de doorvoer van |
||||
goederen. |
||||
14. |
2011-2012 |
Van Vliet c.s. verzoekt de regering, in het verlengde van eerdere aangenomen moties, de sluiting van de kantoren in Venlo en Emmen te heroverwegen en eerst te kijken naar mogelijke maatregelen buiten de regio’s. |
Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 124 Aangenomen 22 maart 2012 |
In voorbereiding |
15. |
2011-2012 |
Neppérus c.s. verzoekt de regering, om daar waar mogelijk zo spoedig als het kan te komen tot een juiste verdeling van heffingsrechten ter voorkoming van dubbele bankenbelasting en de Tweede Kamer vóór 1 oktober 2012 over de voortgang te rapporteren. |
Kamerstukken II 2011/12, 33 121, nr. 21 Aangenomen 22 mei 2012 |
In voorbereiding |
16. |
2011-2012 |
Groot verzoekt de regering, het onderzoek naar de invoering van een forfaitaire aftrek over het eigen vermogen langs de lijnen van de belastingcommissie Continuïteit en Vernieuwing niet stop te zetten, maar integendeel energiek voort te zetten en de Kamer op de hoogte te houden van de vorderingen van dit onderzoek. |
Kamerstukken II 2011/12, 33 287, nr. 15 Aangenomen 21 juni 2012 |
In voorbereiding |
17. |
2011-2012 |
Van Vliet en Bashir verzoeken de regering de totale derving aan vennootschapsbelasting per jaar door het Bosalgat voor het zomerreces aan de Kamer te rapporteren. |
Kamerstukken II 2011/12, 33 287, nr. 16 Aangenomen 21 juni 2012 |
In voorbereiding |
18. |
2011-2012 |
Van Vliet verzoekt de regering tot een |
Kamerstukken II 2011/12, |
Planning is om vóór |
nadere afbakening te komen van de |
31 066, nr. 136 |
1 oktober 2012 het actieplan |
||
doelgroepen voor wie horizontaal toezicht |
Aangenomen 5 juli 2012 |
intensivering toezicht en |
||
inderdaad een geschikt model is voor |
invordering naar de TK te |
|||
invulling van de relatie tussen Belasting- |
sturen. |
|||
dienst en belastingplichtige en de Kamer |
||||
hierover vóór 1 oktober 2012 te informeren. |
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties |
||||
Onderdeel A.2 Moties |
waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
19. |
2011-2012 |
Omtzigt c.s. verzoekt de regering vóór |
Kamerstukken II 2011/12, |
Planning is om vóór |
1 oktober met een plan te komen om de tax |
31 066, nr. 144 |
1 oktober 2012 het actieplan |
||
gap te halveren, dan wel zo mogelijk nog |
Aangenomen 5 juli 2012 |
intensivering toezicht en |
||
verder te verkleinen, door met gerichte |
invordering naar de TK te |
|||
acties zowel op het gebied van handhaving |
sturen. |
|||
als invordering de belastingopbrengst te |
||||
vergroten. Verzoekt de regering tevens, |
||||
hierbij in kaart te brengen met welke |
||||
gerichte investeringen de belastingop- |
||||
brengst met een veelvoud vergroot kan |
||||
worden. |
||||
20. |
2011-2012 |
Groot en Braakhuis verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2011/12, |
Planning is om vóór |
in het plan van aanpak van de regering een |
31 066, nr. 141 |
1 oktober 2012 het actieplan |
||
concrete en uitdagende doelstelling te |
Aangenomen 5 juli 2012 |
intensivering toezicht en |
||
formuleren voor de hoeveelheid extra |
invordering naar de TK te |
|||
verticale belastingcontroles die de komende |
sturen. |
|||
jaren moet worden uitgevoerd en de |
||||
hoeveelheid werknemers die hiertoe bij de |
||||
Belastingdienst wordt vrijgemaakt. |
||||
21. |
2011-2012 |
Groot en Braakhuis verzoeken de regering |
Kamerstukken II 2011/12, |
Planning is om vóór |
nieuw onderzoek te doen naar de omvang |
31 066, nr. 145 |
1 oktober 2012 het actieplan |
||
en samenstelling van het nalevingstekort en |
Aangenomen 5 juli 2012 |
intensivering toezicht en |
||
in de rapportage hierover aan de Kamer niet |
invordering naar de TK te |
|||
enkel de percentages te vermelden, maar |
sturen. |
|||
ook de nominale bedragen aan misgelopen |
||||
belastinginkomsten. |
||||
22. |
2011-2012 |
Peters verzoekt de regering, zich in Europa |
Kamerstukken II 2011/12, |
In voorbereiding. Voortouw |
sterk te maken voor een EU-breed laag |
32 827, nr. 36 |
ligt bij Ministerie van OCW. |
||
btw-tarief voor digitale nieuwsproducten en |
Aangenomen 5 juli 2012 |
|||
boeken. |
||||
23. |
2011-2012 |
Sent c.s. verzoekt het kabinet de Kamer tijdig, in elk geval uiterlijk 1 juni 2013 te informeren over de kredietverleningsituatie in Nederland middels een rapport van De Nederlandsche Bank en, indien noodzakelijk een voorstel te doen voor onmiddellijk te effectueren ingrepen in de situatie. |
Kamerstukken II 2011/12, 33 121, I Aangenomen 10 juli 2012 |
Vóór 1 juni 2013 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
1. |
2006-2007 |
Toegezegd om drie jaar na de inwerking- |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond/achterhaald. Het |
treding van het wetsvoorstel Wijziging van |
behandeling van het |
verzoek en de toezegging |
||
de Wet op de kansspelbelasting in verband |
wetsvoorstel Wijziging van |
zijn aan de orde gesteld bij |
||
met kansspelen via internet, bij de te |
de Wet op de kansspelbe- |
de behandeling van het |
||
houden evaluatie ook in te gaan op de |
lasting in verband met |
wetsvoorstel waarbij |
||
handhaving en om het regime voor fysieke |
kansspelen via internet op |
internetkansspelen in de |
||
kansspelautomaten hierin te betrekken. |
20 juni 2007. Handelingen II 2006/07, TK nr. 83, blz. 4553 |
kansspelbelasting zijn betrokken. Dit ging vooraf aan de herziening van de kansspelbelasting in verband met de kansspelautomaten. Door de latere wetswijziging is deze toezegging dus vervallen. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
2. |
2007-2008 |
Toegezegd de zogenaamde ondernemings- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
variant nader te onderzoeken en in het |
AO van 20 mei 2008 over |
Staatssecretaris van |
||
najaar een rapportage hierover naar de |
belastingplicht overheidsbe- |
Financiën van 11 mei 2012. |
||
Kamer te sturen en om de ovb en |
drijven. Kamerstukken II |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
btw-aspecten hierin mee te nemen. |
2007/08, 31 213, nr. 3, blz. 6 |
31 213, nr. 7 |
||
3. |
2008-2009 |
Toegezegd dat het effect van de doorwerk- |
Staatssecretaris tijdens de |
De toezegging is niet meer |
bonus, in het bijzonder op arbeidspartici- |
behandeling van het |
opportuun in verband met |
||
patie van ouderen, zal worden gemonitord |
Belastingplan 2009 in de |
het afschaffen van de |
||
en dat aan de Kamer daarover zal worden |
Eerste Kamer op |
doorwerkbonus per |
||
gerapporteerd. |
16 december 2008. Handelingen I 2008/09, EK nr. 15, blz. 763 |
1-1-2013. Zie voor de toelichting de brief van de staatssecretaris van Financiën van september 2012 die op Prinsjesdag bij het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden. Kamerstukken nog niet beschikbaar. |
||
4. |
2008-2009 |
Toegezegd om met een voorstel te komen |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond. Is opgenomen in |
voor de vennootschapsbelasting waarin de |
AO Ecofin van 23 april 2009. |
de Wet van 12 juli 2012. Wet |
||
Kamer wordt geïnformeerd over de wens |
Kamerstukken II 2008/09, |
uitwerking fiscale maatre- |
||
om te komen tot een evenwichtige |
21 501-07, nr. 658, blz. 12 |
gelen Begrotingsakkoord |
||
belastingheffing en een goed vestigings- |
2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321 |
|||
klimaat. |
||||
5. |
2008-2009 |
Toegezegd de Kamer jaarlijks te informeren |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
over de resultaten die de Staatssecretaris |
AO Ecofin van 2 juli 2009. |
Staatssecretaris van |
||
heeft bereikt op het gebied van |
Kamerstukken II 2008/09, |
Financiën van 16 mei 2012 |
||
informatieuitwisselings-verdragen. |
21 501-07, nr. 669, blz. 28 |
waarbij het Beheersverslag Belastingdienst 2011 wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 24 |
||
6. |
2009-2010 |
Toegezegd na te denken over aanpassingen |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
in de dividendbelasting naar aanleiding van |
AO Winstbelasting |
Staatssecretaris van |
||
een suggestie van de heer De Néree van |
multinationals op 14 januari |
Financiën van 9 september |
||
een unilaterale afschaffing van de dividend- |
2010. Kamerstukken II |
2011. Kamerstukken II |
||
belasting in deelnemingsverhoudingen. |
2009/10, 31 369, nr. 10, blz. 26 Staatssecretaris tijdens het |
2010/11, 32 500 IXB, nr. 25 |
||
7. |
2009-2010 |
Toegezegd het Vpb-wetsvoorstel ruim vóór |
Afgerond bij. Is opgenomen |
|
het zomerreces bij de Tweede Kamer in te |
AO Winstbelasting |
in de Wet van 12 juli 2012. |
||
dienen. |
multinationals op 14 januari 2010. Kamerstukken II 2009/10, 31 369, nr. 10, blz. 38 |
Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321 |
||
8. |
2010-2011 |
Toegezegd om de effecten van de tijdelijke |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
fiscale maatregelen ter stimulering van de |
behandeling van het |
Minister van Financiën van |
||
woningmarkt mee te nemen in de evaluatie |
Belastingplan 2011 op het |
16 september 2011. |
||
van de andere maatregelen die in het kader |
Wetgevingsoverleg van |
Kamerstukken II 2010/11, 33 |
||
van de crisisbestrijding zijn genomen. |
8 november 2010. Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr.32, blz. 41 |
000, nr. 32 |
||
9. |
2010-2011 |
Toegezegd onderzoek te doen naar de |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
mogelijkheden om een meldingsplicht voor |
behandeling van het |
Staatssecretaris van |
||
constructies in te voeren, in overleg met de |
Belastingplan 2011 op het |
Financiën van 23 december |
||
Becon-organisaties. |
Wetgevingsoverleg van 8 november 2010. Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr.32, blz. 73 én tijdens het verzamel AO van 6 april 2011 over diverse fiscale onderwerpen. Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 66 |
2011 waarbij de 9e halfjaarsrapportage Belastingdienst is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr 116. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
10. |
2010-2011 |
Toegezegd om na te gaan wat de uitspraak |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
van de Hoge Raad inzake de onverbin- |
wetgevingsoverleg op |
Staatssecretaris van |
||
dendheid van de Fierensmarge |
15 november 2010 over het |
Financiën van 9 september |
||
(WOZ-waardering) betekent en of dit tot |
binnenlands bestuur en het |
2011. Kamerstukken II |
||
nieuwe wetgeving zal leiden. Vóór |
gemeente- en provincie- |
2010/11, 32 500 IXB, nr. 25 |
||
eventuele nieuwe wetgeving zal de Kamer |
fonds 2011. Kamerstukken II |
|||
hiervan op de hoogte worden gesteld. |
2010/11, 32 500 VII, nr. 20, blz. 29 |
|||
11. |
2010-2011 |
Toegezegd om per brief terug te komen op |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
de stand van zaken met betrekking tot de |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
discussie over energiebelastingen van |
het Belastingplan 2011 op |
Financiën van 9 september |
||
buurthuizen (SBBI’s). |
17 november 2010. Handelingen II 2010/11, nr. 23, blz. 64 |
2011. Kamerstukken II 2010/11, 32 500 IXB, nr. 25 |
||
12. |
2010-2011 |
Toegezegd om aan het eind van 2011 een |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van |
tussenevaluatie te houden van de werkkos- |
plenaire behandeling van |
24 oktober 2011, Kamer- |
||
tenregeling. |
het Belastingplan 2011 op 17 november 2010. Handelingen II 2010/11, nr. 23, blz. 71 |
stukken II 2011/12, 32 504, nr. 70. |
||
13. |
2010-2011 |
Toegezegd bereid te zijn te onderzoeken of |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van |
verdere vereenvoudiging van de werkkos- |
plenaire behandeling van |
24 oktober 2011, Kamer- |
||
tenregeling mogelijk is. |
het Belastingplan 2011 op 17 november 2010. Handelingen II 2010/11, nr. 23, blz. 71 |
stukken II 2011/12, 32 504, nr. 70. |
||
14. |
2010-2011 |
Toegezegd bereid te zijn om in kaart te |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
brengen, bijvoorbeeld in de Voorjaarsnota, |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
hoe het internationale speelveld rondom |
het Belastingplan 2011 op |
Financiën van 6 september |
||
energiebelastingen in de hoogste schijf in |
17 november 2010. |
2011. Kamerstukken II |
||
elkaar zit. |
Handelingen II 2010/11, nr. 23, blz. 90 |
2010/11, 32 740, nr. 8 |
||
15. |
2010-2011 |
Toegezegd dat de effecten van de |
Minister-president tijdens de |
De toezegging is achterhaald |
btw-verhoging op podiumkunsten zullen |
Algemene Politieke |
ivm het weer onderbrengen |
||
worden gemonitord, in het bijzonder het |
Beschouwingen in de Eerste |
van de podiumkunsten in |
||
mogelijke effect op het theaterbezoek. |
Kamer op 7 december 2010. Handelingen I 2010/11, nr. 10, blz. 74 |
het verlaagde btw-tarief. Zie de brief van de staatssecretaris van Financiën van september 2012 die op Prinsjesdag bij het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden. Kamerstukken nog niet beschikbaar. |
||
16. |
2010-2011 |
Toegezegd de adviezen van de OESO m.b.t. |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
de mirrlees review te betrekken bij het |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
opstellen van de fiscale agenda 2011–2015 |
het Belastingplan 2011 op |
Financiën van 9 september |
||
en te bezien of deze toepasbaar zijn binnen |
21 december 2010 in de EK. |
2011. Kamerstukken I |
||
de Nederlandse context. |
Handelingen I 2010/11, EK nr. 13, blz. 3 |
2010/11, 32 500 IXB, F |
||
17. |
2010-2011 |
Toegezegd de komende jaren te bekijken of |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond. Het alternatief is |
er niet een beter alternatief is voor de |
plenaire behandeling van |
gevonden in de Wet van |
||
afbouw van de heffingskortingen voor |
het Belastingplan 2011 op |
12 juli 2012. Wet uitwerking |
||
maatschappelijke beleggingen, die door de |
21 december 2010 in de EK. |
fiscale maatregelen |
||
sector worden aangedragen. |
Handelingen I 2010/11, EK nr. 13, blz. 14 |
Begrotingsakkoord 2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321 |
||
18. |
2010-2011 |
Toegezegd om een nota uit te brengen over |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
thema’s belastingplicht overheidsbedrijven |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
en Woco’s en tot die tijd de gevolgen van |
het Belastingplan 2011 op |
Financiën van 11 mei 2012. |
||
het beleidsbesluit te bevriezen en de |
21 december 2010 in de EK. |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
vrijstelling voor zorg-woco’s nog een jaar te |
Handelingen I 2010/11, EK |
31 213, nr. 7 |
||
handhaven. |
nr. 13, blz. 18 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
19. |
2010-2011 |
Toegezegd dat op het moment dat er een |
Minister tijdens het AO |
Afgerond bij de indiening |
wetsvoorstel voor een bankenbelasting naar |
depositogarantiestelsel, |
van het wetsvoorstel |
||
de Kamer komt, hierbij ook een analyse zal |
resolutiefondsen en |
bankenbelasting. Kamer- |
||
worden gegeven waarom de Minister denkt |
bankenbelasting op 16 maart |
stukken II 2011/12, 33 121, nr. |
||
dat voldaan is aan de voorwaarden en hoe |
2010. Kamerstukken II |
2 |
||
de invloed van een bankenbelasting wordt |
2010/11, 21 501-07, nr. 791, |
|||
ingeschat. |
blz. 17 |
|||
20. |
2010-2011 |
Toegezegd in augustus een brief te sturen |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
over de stand van zaken met betrekking tot |
verzamel-AO van 6 april |
Staatssecretaris van |
||
de btw-constructies. |
2011 over diverse fiscale onderwerpen. Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr.66, blz. 15 |
Financiën van 23 december 2011 waarbij de 9e halfjaarsrapportage Belastingdienst is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr 116. (blz. 12–14) |
||
21. |
2010-2011 |
Toegezegd bij het komende Belastingplan in |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van |
te gaan op de mogelijkheden om de |
verzamel-AO van 6 april |
24 oktober 2011, Kamer- |
||
werkkostenregeling uit te breiden. Welke |
2011 over diverse fiscale |
stukken II 2011/12, 32 504, nr. |
||
huidige specifieke vrijstellingen zouden |
onderwerpen. Kamerstukken |
70. |
||
daar alsnog in onder kunnen worden |
II 2010/11, 32 504, nr.66, blz. |
|||
gebracht. |
19 |
|||
22. |
2010-2011 |
Toegezegd om in te gaan op een door de |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
heer Omtzigt aan te leveren specifieke casus |
verzamel-AO van 6 april |
Staatssecretaris van |
||
over partnerbegrip. In de brief zal dan ook |
2011 over diverse fiscale |
Financiën van 9 september |
||
worden ingegaan op wat het registreren |
onderwerpen. Kamerstukken |
2011. Kamerstukken II |
||
van een samenlevingscontract kost. |
II 2010/11, 32 504, nr.66, blz. 23 Staatssecretaris tijdens de |
2010/11, 32 500 IXB, nr. 25 |
||
23. |
2010-2011 |
Toegezegd om in de halfjaarlijkse rappor- |
Afgerond bij brief van de |
|
tages van de Belastingdienst in te gaan op |
plenaire behandeling in de |
Staatssecretaris van 20 juni |
||
de voortgang van het nieuwe toeslagen- |
TK van het wetsvoorstel |
2012. Kamerstukken II |
||
systeem NTS en de realisatie van de |
uniformering loonbegrip |
2011/12, 32 131, nr. 25 |
||
correctiefaciliteit in het licht van de |
(32 131) op 7 april 2011. |
|||
implementatie van het voorliggende |
Handelingen II 2010/11, nr. |
|||
wetsvoorstel. |
71, blz. 68 |
|||
24. |
2010-2011 |
Toegezegd om in april 2012 een tussenstand |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
naar de Kamer te sturen op basis van de |
plenaire behandeling in de |
Staatssecretaris van |
||
CEP-cijfers met betrekking tot koopkrachtef- |
TK van het wetsvoorstel |
Financiën van 20 juni 2012. |
||
fecten en lasten als gevolg van het |
uniformering loonbegrip |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
voorliggende wetsvoorstel. |
(32 131) op 7 april 2011. Handelingen II 2010/11, nr. 71, blz. 69 |
32 131, nr. 25 |
||
25. |
2010-2011 |
Toegezegd om in de tussenstand die in april |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
2012 naar de Kamer komt te rapporteren of |
plenaire behandeling in de |
Staatssecretaris van |
||
alles volgens plan verloopt (bijvoorbeeld |
TK van het wetsvoorstel |
Financiën van 20 juni 2012. |
||
met de software en andere zaken). |
uniformering loonbegrip (32 131) op 7 april 2011. Handelingen II 2010/11, nr. 71, blz. 70 |
Kamerstukken II 2011/12, 32 131, nr. 25 |
||
26. |
2010-2011 |
Toegezegd om te kijken naar de mogelijk- |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
heden van verdere vereenvoudiging van de |
plenaire behandeling in de |
Staatssecretaris van |
||
loonaangifte bij de loonsomheffing op het |
TK van het wetsvoorstel |
Financiën van 24 januari |
||
punt van de omvang van de gegevensset |
uniformering loonbegrip (32 |
2012 waarbij de verkenning |
||
(voormalige PANA-bericht). |
|
loonsomheffing is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 32 740, nr. 9 |
||
27. |
2010-2011 |
Toegezegd in overleg te treden met |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
pensioenkoepels, verzekeraars en de sociale |
plenaire behandeling in de |
Staatssecretaris van |
||
partners en te verkennen of zij het uniforme |
TK van het wetsvoorstel |
Financiën van 8 maart 2012. |
||
loonbegrip kunnen hanteren als grondslag |
uniformering loonbegrip (32 |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
voor pensioengevend loon en het Witte- |
|
33 000 IXB, nr. 12 |
||
veenkader. |
Handelingen II 2010/11, nr. 71, blz. 70 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
28. |
2010-2011 |
Toegezegd te bezien wat mogelijk is om de |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
door de werkgever verschuldigde premies |
plenaire behandeling in de |
Staatssecretaris van |
||
werknemersverzekeringen en bijdrage IAB |
TK van het wetsvoorstel |
Financiën van 20 juni 2012. |
||
ten behoeve van de werknemer, voor de |
uniformering loonbegrip (32 |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
werknemer zichtbaar te maken op de |
|
32 131, nr. 25 |
||
jaaropgaaf en de Kamer hierover te |
Handelingen II 2010/11, nr. |
|||
informeren. |
71, blz. 72 |
|||
29. |
2010-2011 |
Toegezegd om binnen een jaar in één van |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
de volgende rapportages, terug te komen |
plenaire behandeling in de |
Staatssecretaris van |
||
op de gevolgen van het wetsvoorstel |
TK van het wetsvoorstel |
Financiën van 9 september |
||
uniform loonbegrip op alimentatiebe- |
uniformering loonbegrip |
2011. Kamerstukken II |
||
dragen. |
(32 131) op 7 april 2011. Handelingen II 2010/11, nr. 71, blz. 80 |
2010/11, 32 500 IXB, nr. 25 |
||
30. |
2010-2011 |
Toegezegd voorafgaande aan de invoering |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
van de wet en samen met het CPB bij de |
plenaire behandeling in de |
staatssecretaris van |
||
actualisering van de lastenplaatjes en |
EK van het wetsvoorstel |
Financiën van september |
||
budgettaire plaatjes de loonkosteneffecten |
uniformering loonbegrip |
2012 die op Prinsjesdag bij |
||
in kaart zal brengen op basis van de nieuwe |
(32 131) op 24 mei 2011. |
het pakket Belastingplan aan |
||
gegevens. |
Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 57 |
de Kamer is aangeboden. |
||
31. |
2010-2011 |
Toegezegd bij het Belastingplan 2013 een |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
aparte paragraaf te wijden aan de gevolgen |
plenaire behandeling in de |
staatssecretaris van |
||
van het wetsvoorstel uniformering |
EK van het wetsvoorstel |
Financiën van september |
||
loonbegrip. |
uniformering loonbegrip (32 131) op 24 mei 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 58 |
2012 die op Prinsjesdag bij het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden. |
||
32. |
2010-2011 |
Toegezegd bereid te zijn te kijken naar |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
eventuele onvoorziene gevolgen van het |
plenaire behandeling in de |
staatssecretaris van |
||
wetsvoorstel Uniformering loonbegrip voor |
EK van het wetsvoorstel |
Financiën van september |
||
individuele belastingplichtigen en/of |
uniformering loonbegrip |
2012 die op Prinsjesdag bij |
||
groepen belastingplichtigen. |
(32 131) op 24 mei 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 58 |
het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden. |
||
33. |
2010-2011 |
Toegezegd in de voorbereiding van |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
Prinsjesdag 2012 een finale afweging te |
plenaire behandeling in de |
staatssecretaris van |
||
maken met betrekking tot het corporate |
EK van het wetsvoorstel |
Financiën van september |
||
beeld 2013. Hierin zal het wetsvoorstel ULB, |
uniformering loonbegrip |
2012 die op Prinsjesdag bij |
||
inclusief alle aanvullende maatregelen, |
(32 131) op 24 mei 2011. |
het pakket Belastingplan aan |
||
verwerkt zijn. |
Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 59 |
de Kamer is aangeboden. |
||
34. |
2010-2011 |
Toegezegd in het najaar met een verder |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
uitwerking van de loonsomheffing te |
plenaire behandeling in de |
Staatssecretaris van |
||
komen. Hierin zal de dissertatie van dr. |
EK van het wetsvoorstel |
Financiën van 8 maart 2012. |
||
Werger nader worden bestuurd. Tevens |
uniformering loonbegrip |
Kamerstukken I 2011/12, |
||
wordt de verantwoordelijkheidsverdeling |
(32 131) op 24 mei 2011. |
33 003, P |
||
van de sociale partners afzonderlijk |
Handelingen I 2010/11, nr. |
|||
geadresseerd. |
28, blz. 59 |
|||
35. |
2010-2011 |
Toegezegd t.z.t. bij de verdere uitwerking |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
van de loonsomheffing de verantwoordelijk- |
plenaire behandeling in de |
Staatssecretaris van |
||
heidsverdeling van de sociale partners |
EK van het wetsvoorstel |
Financiën van 24 januari |
||
afzonderlijk te adresseren. |
uniformering loonbegrip (32 131) op 24 mei 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 62 |
2012 waarbij de verkenning loonsomheffing is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 32 740, nr. 9 |
||
36. |
2010-2011 |
Toegezegd om als er zinnige zaken te |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
melden zijn met betrekking tot de |
AO «Groenboek, de |
Staatssecretaris van 6 juni |
||
problemen met de ontwikkelingen rond het |
toekomst van de btw» op |
2012 waarbij de 10e |
||
teruggaafsysteem, de Kamer via een |
25 mei 2011. Kamerstukken |
halfjaarrapportage wordt |
||
reguliere rapportage zal worden ingelicht. |
II 2010/11, 22 112, nr. 1186, blz. 9 |
aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
37. |
2010-2011 |
Toegezegd om het verzoek om informatie |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond, Op 6 december jl |
voor ondernemers centraal inzichtelijk te |
AO «Groenboek, de |
is de mededeling van de |
||
maken, in Brussel op tafel te leggen de |
toekomst van de btw» op |
Commissie over de |
||
Kamer hier te zijner tijd over te informeren. |
25 mei 2011. Kamerstukken II 2010/11, 22 112, nr. 1186, blz. 9 |
toekomst van de BTW verschenen. Hierin kondigt de Cie aan dat zij met hulp van de lidstaten een EU-portaal voor ondernemers gaat inrichten met informatie over de EU-btw-verplichtingen. Hierover is een BNC- fiche aan TK gestuurd op 13 januari 2012. |
||
38. |
2010-2011 |
Toegezegd bereid te zijn om te kijken of in |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
Europa voor een aantal energiebelastingen |
AO «Groenboek, de |
Staatssecretaris van |
||
de minimumtarieven zouden kunnen |
toekomst van de btw» op |
Financiën van 6 september |
||
worden opgevoerd om daarmee in |
25 mei 2011. Kamerstukken |
2011. Kamerstukken II |
||
Nederland wat meer ruimte te krijgen voor |
II 2010/11, 22 112, nr. 1186, |
2010/11, 32 740, nr. 8 |
||
verdere vergroening. |
blz. 13 |
|||
39. |
2010-2011 |
Toegezegd als de Kamer daar behoefte aan |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
heeft om een technische briefing te |
AO «Groenboek, de |
Staatssecretaris van |
||
verzorgen over de acties op het gebied van |
toekomst van de btw» op |
Financiën van 23 december |
||
fraudebestrijding in de afgelopen paar jaar |
25 mei 2011. Kamerstukken |
2011 waarbij de 9e halfjaars- |
||
en wat er nog staat te gebeuren. Dit kan op |
II 2010/11, 22 112, nr. 1186, |
rapportage Belastingdienst |
||
verzoek van de Kamer ook in een brief |
blz. 14 |
is aangeboden. Kamer- |
||
verwoord worden. |
stukken II 2011/12, 31 066, nr 116. (blz. 14–19) |
|||
40. |
2010-2011 |
Toegezegd om nader te rapporteren in het |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
jaarlijkse beheersverslag van de Belasting- |
AO Fiscaal Verdragsbeleid |
Staatssecretaris van |
||
dienst over de uitgewisselde informatie |
op 8 juni 2011. Kamer- |
Financiën van 16 mei 2012 |
||
onder TIEA’s. |
stukken II 2010/11, 25 087, nr. 25, blz. 27 |
waarbij het Beheersverslag Belastingdienst 2011 wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 24 |
||
41. |
2010-2011 |
Toegezegd een brief te sturen in antwoord |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
op de aanvullende vragen over de |
verzamel AO Belastingdienst |
Staatssecretaris van |
||
dwangsomregeling in relatie tot toeslagen. |
op 15 juni 2011. Kamerstukken II 2010/11, 31 066, nr. 109, blz. 15 |
Financiën van 9 september 2011. Kamerstukken II 2010/11, 32 500 IXB, nr. 25 |
||
42. |
2010-2011 |
Toegezegd in de eerstvolgende halfjaarsrap- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
portage de stand weer te geven van de |
verzamel AO Belastingdienst |
Staatssecretaris van |
||
bestrijding van ontwijkconstructies bij |
op 15 juni 2011. Kamer- |
Financiën van 23 december |
||
schenk- en erfbelasting. |
stukken II 2010/11, 31 066, nr. 109, blz. 15 |
2011 waarbij de 9e halfjaarsrapportage Belastingdienst is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr 116. (blz. 11–12 ad 4) |
||
43. |
2010-2011 |
Toegezegd in de eerstvolgende halfjaarsrap- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
portage de stand van zaken weer te geven |
verzamel AO Belastingdienst |
Staatssecretaris van |
||
van de pilot doorverbinden BelastingTe- |
op 15 juni 2011. Kamer- |
Financiën van 23 december |
||
lefoon. |
stukken II 2010/11, 31 066, nr. 109, blz. 16 |
2011 waarbij de 9e halfjaarsrapportage Belastingdienst is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr 116. (blz. 5) |
||
44. |
2010-2011 |
Toegezegd schriftelijk te reageren op het |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
artikel in het FD van 9 juni 2011 «Stop |
verzamel AO Belastingdienst |
Staatssecretaris van |
||
retoriek over zwartgeldboetes». |
op 15 juni 2011. Kamerstukken II 2010/11, 31 066, nr. 109, blz. 18 |
Financiën van 9 september 2011. Kamerstukken II 2010/11, 32 500 IXB, nr. 25 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
45. |
2010-2011 |
Toegezegd in de eerstvolgende halfjaarsrap- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
portage in te gaan op het percentage |
verzamel AO Belastingdienst |
Staatssecretaris van |
||
afgedane beroepschriften waarbij de |
op 15 juni 2011. Kamer- |
Financiën van 23 december |
||
belastingplichtige in het gelijk werd gesteld, |
stukken II 2010/11, 31 066, nr. |
2011 waarbij de 9e halfjaars- |
||
dit in relatie tot zowel de wijze van |
109, blz. 21 |
rapportage Belastingdienst |
||
afhandeling van bezwaarschriften als de |
is aangeboden. Kamer- |
|||
hogere griffierechten. |
stukken II 2011/12, 31 066, nr 116. (blz. 26–27) |
|||
46. |
2010-2011 |
Toegezegd een door het lid Bashir |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond. De Staatssecre- |
aangedragen casus over btw-toepassing in |
verzamel AO Belastingdienst |
taris heeft tijdens het AO |
||
geval van een individuele ondernemer in |
op 15 juni 2011. Kamer- |
Belastingdienst op 15 juni |
||
ontvangst te nemen. |
stukken II 2010/11, 31 066, nr. 109, blz. 21 |
2011 de casus in ontvangst genomen. |
||
47. |
2010-2011 |
Toegezegd om in de toelichting op het |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
Belastingplan 2012 vast te leggen wat de |
AO Autobrief en Fiscale |
Staatssecretaris van |
||
voorwaarden en termijnen zijn voor de |
Agenda op 30 juni 2011. |
Financiën van 8 maart 2012. |
||
leasepersonenvoertuigen om mee te doen |
Kamerstukken II 2010/11, |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
aan de proef black box. |
32 800, nr. 21, blz. 19 |
33 000 IXB, nr. 12 |
||
48. |
2010-2011 |
Toegezegd om ontwikkelingen 0% |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond. Zal worden |
vrijstelling de komende jaren bij de cyclus |
AO Autobrief en Fiscale |
meegenomen in de jaarlijkse |
||
van het Belastingplan te communiceren. |
Agenda op 30 juni 2011. Kamerstukken II 2010/11, 32 800, nr. 21, blz. 23 |
Belastingplancyclus. Zie brief van de staatssecretaris van Financiën van september 2012 die op Prinsjesdag met het pakket Belastingplan is aangeboden. |
||
49. |
2010-2011 |
Toegezegd overleg te voeren met de groen |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond tijdens parlemen- |
gas sector over verhouding BPM-MRB- |
AO Autobrief en Fiscale |
taire behandeling Wet |
||
bijtelling en accijnzen. |
Agenda op 30 juni 2011. Kamerstukken II 2010/11, 32 800, nr. 21, blz. 28 |
uitwerking autobrief. |
||
50. |
2010-2011 |
Toegezegd een brief te sturen met |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
betrekking tot een bezoek aan Curacao dat |
AO Belasting- en premiewet- |
Staatssecretaris van |
||
afgelopen zomer 2011 is afgelegd + een |
geving BES op 14 september |
Financiën van 30 januari |
||
uitnodiging voor een nader gesprek. Binnen |
2011. Kamerstukken II |
2012. Kamerstukken II |
||
twee maanden zal hierover aan de Kamer |
2011/12, 32 893, nr. 2 |
2011/12, 31 568, nr. 93 |
||
teruggekoppeld worden. |
||||
51. |
2010-2011 |
Toegezegd vóór de behandeling van het |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
Belastingplan 2012 een brief te sturen over |
AO Belasting- en premiewet- |
Staatssecretaris van |
||
de stand van zaken met betrekking tot de |
geving BES op 14 september |
Financiën van 30 januari |
||
douane-entrepots. |
2011. Kamerstukken II 2011/12, 32 893, nr. 2 |
2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 568, nr. 93 |
||
52. |
2010-2011 |
Toegezegd de Kamer te informeren over |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
een onderzoek naar een alternatief voor de |
AO Belasting- en premiewet- |
Staatssecretaris van |
||
voorlopige teruggaaf op Curacao. |
geving BES op 14 september 2011. Kamerstukken II 2011/12, 32 893, nr. 2 |
Financiën van 30 januari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 568, nr. 93 |
||
53. |
2011-2012 |
Toegezegd om bij herziening van het fiscale |
De Minister-president tijdens |
Afgerond bij brief van de |
stelsel ook de problemen mee te nemen |
de Algemene politieke |
Staatssecretaris van |
||
voor eenverdieners en mensen met |
beschouwingen in de TK op |
Financiën van 9 februari |
||
zorgtaken binnen het gezin of daarbuiten |
22 september 2011. |
2012. Kamerstukken II |
||
met betaald of onbetaald werk. |
Handelingen II 2011/12, TK nr. 3, blz. 2–21 |
2011/12, 32 740, nr. 11 |
||
54. |
2011-2012 |
Toegezegd een brief te sturen aan de |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
Europese Commissie om aan te geven dat |
plenaire debat in de TK op |
Staatssecretaris van |
||
Nederland bereid is de uitspraak van het |
3 november 2011 over het |
11 november 2011 aan de |
||
Hof te implementeren maar dat Nederland |
wetsvoorstel wijziging van |
Europese Commissie. Geen |
||
wil wachten tot ook andere EU landen |
de Wet op de omzetbe- |
Kamerstuk beschikbaar. |
||
(waaronder Duitsland en Frankrijk) de |
lasting 1968 (aanpassing |
|||
wetgeving gaan aanpassen. |
tarief levende dieren). Handelingen II 2011/12, TK nr. 19, blz. 8–87 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
55. |
2011-2012 |
Toegezegd de Kamer vóór het kerstreces te |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
informeren over de reactie van de Europese |
plenaire debat in de TK op |
Staatssecretaris van |
||
Commissie op de brief van Financiën en in |
3 november 2011 over het |
Financiën van 8 maart 2012. |
||
deze brief aan de Kamer in te gaan op de |
wetsvoorstel wijziging van |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
actuele stand van zaken in de andere |
de Wet op de omzetbe- |
33 000 IXB, nr. 12 |
||
Europese landen. |
lasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren). Handelingen II 2011/12, TK nr. 19, blz. 8–87 |
|||
56. |
2011-2012 |
Toegezegd met de sector in overleg te gaan |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
om pijnpunten te inventariseren, waaronder |
plenaire debat in de TK op |
Staatssecretaris van |
||
ook over hoe vaak grensoverschrijdende |
3 november 2011 over het |
Financiën van 19 december |
||
leveringen aan buitenlandse particulieren |
wetsvoorstel wijziging van |
2011. Kamerstukken II |
||
voorkomen. |
de Wet op de omzetbelasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren). Handelingen II 2011/12, TK nr. 19, blz. 8–89 |
2011/12, 30 922, nr. 18 |
||
57. |
2011-2012 |
Toegezegd de Kamer een brief te sturen |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond, onderwerp is |
naar aanleiding van de discussie over het |
plenaire debat in de TK op |
meegenomen in mededeling |
||
groenboek, als de procedure hierover is |
3 november 2011 over het |
Commissie toekomst BTW |
||
afgerond. |
wetsvoorstel wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren). Handelingen II 2011/12, TK nr. 19, blz. 8–89 |
waarvan BNC- fiche ook aan TK is gestuurd op 13 januari 2012. |
||
58. |
2011-2012 |
Toegezegd een Nota van Wijziging te sturen |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij de tweede nota |
waarin wordt geregeld dat de ingangs- |
plenaire debat in de TK op |
van wijziging van |
||
datum van het wetsvoorstel per KB zal |
3 november 2011 over het |
7 november 2011. Kamer- |
||
plaatsvinden. |
wetsvoorstel wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren). Handelingen II 2011/12, TK nr. 19, blz. 8–91 |
stukken II 2011/12, 30 922, nr. 17 |
||
59. |
2011-2012 |
Toegezegd om nadat de CPB-analyse m.b.t. |
Minister tijdens het AO |
Afgerond bij brief van de |
de financiële transactietaks binnen is, de |
Ecofin op 3 november 2011. |
Minister van Financiën van |
||
Kamer over de uitkomsten te informeren. |
Kamerstukken II 2011/12, 21 501-07, nr. 862, blz. 30 |
20 maart 2012. Kamerstukken II 2011/12, 32 013, nr. |
||
60. |
2011-2012 |
Toegezegd om naar aanleiding van vragen |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond met de brief van |
over het spreiden van het indienen van |
wetgevingsoverleg |
4 juli 2012 over de |
||
wetsvoorstellen, om in juni 2012 een brief |
Belastingplan op |
aanpassing van de |
||
aan de Kamer te sturen waarin wordt |
7 november 2011. Kamer- |
reiskostenregeling respectie- |
||
ingegaan op de wetsvoorstellen die een |
stukken II 2011/12, 30 003, nr. |
velijk de brief van 25 mei |
||
behoorlijke impact hebben, zodat de Kamer |
81, blz. 4 |
2012 naar aanleiding van de |
||
zich hierop kan voorbereiden. |
motie Kuiper. Kamerstukken II 2011/12, 33 280, nr. 4 en 33 287, nr. 23. Verder wordt opgemerkt dat een aantal belangrijke fiscale maatregelen uiteindelijk reeds is opgenomen in de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 die voor het zomerreces door beide Kamers is aanvaard. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
61. |
2011-2012 |
Toegezegd de Kamer vóór 1 maart 2012 te |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
informeren over de voortgang van het |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van 8 maart |
||
overleg met België, dat er op gericht is |
Belastingplan op |
2012. Kamerstukken II |
||
gezamenlijk met België en eventueel andere |
7 november 2011. Kamer- |
2011/12, 33 000 IXB, nr. 12 |
||
verdragslanden uit het systeem van het |
stukken II 2011/12, 30 003, nr. |
|||
Eurovignet te stappen. |
81, blz. 5 |
|||
62. |
2011-2012 |
Toegezegd om de renteaftrekbeperking |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij 3e Nota van |
conform de NOB-variant aan te passen bij |
wetgevingsoverleg |
Wijziging van Kamerstukken |
||
Nota van Wijziging. |
Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 8 |
II 2011/12, 30 003, nr 11. |
||
63. |
2011-2012 |
Toegezegd in het kader van het aangekon- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij. Is opgenomen |
digde wetsvoorstel mbt het Bosalgat een |
wetgevingsoverleg |
in de Wet van 12 juli 2012. |
||
wat uitgebreider kader te schetsen voor de |
Belastingplan op |
Wet uitwerking fiscale |
||
Kamer waarin ook enkele alternatieve |
7 november 2011. Kamer- |
maatregelen Begrotingsak- |
||
afwegingen worden gemaakt. |
stukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 14 |
koord 2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321 |
||
64. |
2011-2012 |
Toegezegd vóór de plenaire behandeling |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
nog een brief aan de Kamer te sturen |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
waarin open eindjes aan de orde komen. |
Belastingplan op |
Financiën van 11 november |
||
Daarin zal ook de vraag van de heer Omtzigt |
7 november 2011. Kamer- |
2011. Kamerstukken II |
||
worden meegenomen over de doorwerk- |
stukken II 2011/12, 30 003, |
2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
bonus en het pensioenakkoord. |
nr.81, blz. 17 |
|||
65. |
2011-2012 |
Toegezegd dat de Belastingdienst in haar |
Staatssecretaris tijdens het |
De nieuwe regeling rond |
communicatie naar burgers extra aandacht |
wetgevingsoverleg |
heffingsrente gaat in per |
||
zal besteden aan de mogelijkheid om uitstel |
Belastingplan op |
1 januari 2013. In het najaar |
||
van betaling te krijgen. |
7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 18 |
2012 zal worden gestart met communicatie over de nieuwe regeling. Via verschillende kanalen zal actief aandacht worden besteed aan de nieuwe regeling (bijvoorbeeld via de berichtgeving rondom de aangifteproducten). |
||
66. |
2011-2012 |
Toegezegd een brief te sturen waarin mbt |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
de 30%-regeling verschillende alternatieven |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
op een rijtje worden gezet en waarin ook de |
Belastingplan op |
Financiën van 11 november |
||
docenten van internationale scholen |
7 november 2011. Kamer- |
2011. Kamerstukken II |
||
worden meegenomen. |
stukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 23 |
2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
67. |
2011-2012 |
Toegezegd vóór de plenaire behandeling in |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
de reeds toegezegde brief, terug te komen |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
op de vraag over de verhoging van de IACK. |
Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 32 |
Financiën van 11 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
68. |
2011-2012 |
Toegezegd als blijkt na berekeningen van |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
het CPB (die in november gereed zijn), dat |
wetgevingsoverleg |
staatssecretaris van |
||
het vitaliteitspakket moet worden |
Belastingplan op |
Financiën van september |
||
aangepast, dat zal worden meegenomen in |
7 november 2011. Kamer- |
2012 die op Prinsjesdag bij |
||
het Belastingplan 2013. |
stukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 33 |
het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden. |
||
69. |
2011-2012 |
Toegezegd terug te komen op vragen van |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
de heer Omtzigt over het door de Belasting- |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
dienst opgegeven aantal nieuwe spaarloon- |
Belastingplan op |
Financiën van 11 november |
||
regelingen die zijn afgesloten en over een |
7 november 2011. Kamer- |
2011. Kamerstukken II |
||
antimisbruikbepaling ten aanzien van de |
stukken II 2011/12, 30 003, |
2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
fiscale eenheid (overnameholding). |
nr.81, blz. 39 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
70. |
2011-2012 |
Toegezegd terug te komen op een vraag van |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
mw. Schouten over de WOZ-waarde en een |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
eventuele tegenbewijsregeling en de |
Belastingplan op |
Financiën van 11 november |
||
budgettaire kant en de uitvoeringslasten. |
7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 42 |
2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
71. |
2011-2012 |
Toegezegd terug te komen op wat binnen |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
de bestaande regeling mogelijk is mbt de |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
bpm voor voedselbanken. |
Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 51 |
Financiën van 11 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
72. |
2011-2012 |
Toegezegd om in een nota van wijziging te |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond in de Nota van |
regelen dat de definitie van een SBBI in de |
wetgevingsoverleg |
wijziging, Kamerstukken II |
||
Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt |
Belastingplan op |
2011/12, 33 006, nr. 7 |
||
opgenomen. |
7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 54 |
|||
73. |
2011-2012 |
Toegezegd de budgettaire consequenties |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
van het openstellen van de periodieke |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
giftenaftrek voor steunstichtingen op een |
Belastingplan op |
Financiën van 11 november |
||
rijtje te zetten. |
7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 55 |
2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
74. |
2011-2012 |
Toegezegd terug te komen op een door de |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
heer Dijkgraaf aangereikte wetenschappe- |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
lijke studie over de multiplier in het kader |
Belastingplan op |
Financiën van 11 november |
||
van de geefwet. |
7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 58 |
2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
75. |
2011-2012 |
Toegezegd om het alternatief van de heer |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
Groot mbt de multiplier te laten berekenen |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
en de Kamer hierover te informeren. |
Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 59 |
Financiën van 11 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
76. |
2011-2012 |
Toegezegd na te gaan of het geplande |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
overleg met SBF naar voren geschoven kan |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
worden zodat de uitkomsten mbt de |
Belastingplan op |
Financiën van 11 november |
||
anti-oppoteis nog vóór de plenaire |
7 november 2011. Kamer- |
2011. Kamerstukken II |
||
behandeling met de Kamer kunnen worden |
stukken II 2011/12, 30 003, |
2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
gedeeld. |
nr.81, blz. 61 |
|||
77. |
2011-2012 |
Toegezegd om de suggesties van de leden |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij Nota van |
Groot, Van Vliet en Huizing mbt de |
wetgevingsoverleg |
wijziging Kamerstukken II |
||
dwangsomregeling mee te nemen in een |
Belastingplan op |
2011/12, 33 005, nr. 7 |
||
nota van wijziging. |
7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 62 |
|||
78. |
2011-2012 |
Toegezegd om alle vragen die gesteld zijn |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
over de dwangsomregeling schriftelijk te |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
beantwoorden. |
Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 63 |
Financiën van 11 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
79. |
2011-2012 |
Toegezegd om na te gaan of er iets gedaan |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgedaan. Op de website |
kan worden in de sfeer van voorlichting |
wetgevingsoverleg |
van de Belastingdienst is |
||
over de gevolgen van het vervallen van de |
Belastingplan op |
hier aandacht aan besteed. |
||
kindertoeslag voor de toeslagen. |
7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 67 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
80. |
2011-2012 |
Toegezegd om, het liefst vóór de behan- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
deling van de fiscale agenda op 23 januari |
wetgevingsoverleg |
Staatssecretaris van |
||
2012, een brief te sturen met opties voor |
Belastingplan op |
Financiën van 3 februari |
||
een verdere vereenvoudiging van de |
7 november 2011. Kamer- |
2012. Kamerstukken II |
||
uitvoering van de diverse regelingen. |
stukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 67 |
2011/12, 31 066, nr. 117 |
||
81. |
2011-2012 |
Toegezegd de plussen en minnen alternatief |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
banken voor groen beleggen te schetsen. |
wetgevingsoverleg Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 68 |
Staatssecretaris van Financiën van 11 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29 |
||
82. |
2011-2012 |
Toegezegd op de dag van aanname van het |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond. Het bericht is op |
Belastingplan een bericht op de site van de |
plenaire behandeling van |
de site van de Belasting- |
||
Belastingdienst te laten plaatsen over de |
het Belastingplan op |
dienst geplaatst. |
||
gevolgen van de afschaffing van de |
16 november 2011. |
|||
kindertoeslag in box 3 voor de toeslagen. |
Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–81 |
|||
83. |
2011-2012 |
Toegezegd een besluit te maken waarin |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond. Als bijlage bij |
m.b.t. het boetebeleid duidelijk wordt |
plenaire behandeling van |
brief van 11 november 2011 |
||
gemaakt in welke gevallen de boete op het |
het Belastingplan op |
meegestuurd. Kamerstukken |
||
niet nakomen van de informatieverplichting |
16 november 2011. |
II 2011/12, 33 003, nr. 18. |
||
kan samenlopen met een andere boete. |
Handelingen II 2011/12, TK |
|||
Toezending gewijzigde besluit aan de |
nr. 24, blz. 9-85 |
|||
Kamer. |
||||
84. |
2011-2012 |
Toegezegd te monitoren of auto’s met een |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond. Zal worden |
maximale CO_-uitstoot van 50gr/km ook |
plenaire behandeling van |
meegenomen in de jaarlijkse |
||
daadwerkelijk op de markt gaan komen. |
het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–86 |
Belastingplancyclus. Zie brief van de staatssecretaris van Financiën van september 2012 die op Prinsjesdag met het pakket Belastingplan is aangeboden. |
||
85. |
2011-2012 |
Toegezegd met de Minister van EL&I in |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond. Vertogas |
overleg te treden over het opzetten van een |
plenaire behandeling van |
(onderdeel Nederlandse |
||
certificeringsysteem voor groen gas. |
het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–87 |
GasUnie) certificeert groen gas dat afkomstig is van een volgens specifieke richtlijnen goedgekeurde hernieuwbare gasinstallatie. Volgens sectorafspraken zal het aandeel groengas bij aardgastankstations in 2014 voor 100% uit gecertificeerd groengas bestaan. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
86. |
2011-2012 |
Toegezegd vóór het eind van het jaar een |
Staatssecretaris tijdens de |
Deze toezegging is niet meer |
brief te sturen over de stand van zaken mbt |
plenaire behandeling van |
opportuun. De toezegging |
||
mededingingsaspecten getoetst door de |
het Belastingplan op |
omtrent het toetsen van |
||
Nma. |
16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–101 |
mededingingsaspecten door bijvoorbeeld de NMa is gedaan in het dossier heffingskortingen maatschappelijk beleggen, bij de behandeling van Belastingplan 2012. Meer concreet had de toezegging betrekking op een toets van een door de sector aangedragen alternatief voor het afbouwen van de heffingskortingen. Inmiddels is het pakket groen beleggingen in het wetsvoorstel UFM 2013 aangenomen, waarbij de fiscale faciliteiten grotendeels gehandhaafd zijn. Het is derhalve niet meer nodig om het alternatief van de sector te overwegen. Zie brief van de staatssecretaris van Financiën van september 2012 die bij het pakket Belastingplan op Prinsjesdag aan de Kamer is aangeboden. |
||
87. |
2011-2012 |
Toegezegd vóór het zomerreces 2012 een |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
notitie aan de Kamer te sturen waarin de |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
verhouding tussen de geheimhouding en |
het Belastingplan op |
Financiën van 16 mei 2012. |
||
het recht op informatie van de Kamer |
16 november 2011. |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
uitgebreid in beeld wordt gebracht. |
Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–102 |
33 003, nr. 83 |
||
88. |
2011-2012 |
Toegezegd om de mogelijkheid te onder- |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond. Is meegenomen |
zoeken om huizenbezitters die dichterbij |
Algemene financiële |
in het wetsvoorstel |
||
hun werk gaan wonen een korting op de |
beschouwingen in de EK op |
eigenwoning dat op |
||
overdrachtsbelasting te geven. |
22 november 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 8, blz. 8–59 |
Prinsjesdag 2012 bij het pakket Belastingplan 2013 is aangeboden aan de Kamer. |
||
89. |
2011-2012 |
Toegezegd om de Minister van Financien te |
In Memorie van Antwoord, |
Afgerond bij brief van de |
verzoeken bij het opstellen van de |
Kamerstukken I 33 003, D |
Staatssecretaris van |
||
Miljoenennota 2013 de ZVW-premie apart |
Financiën van 8 maart 2012. |
|||
zichtbaar te maken in de betreffende |
Kamerstukken I 2011/12, |
|||
tabellen van bijlage 2 van de Miljoenennota. |
33 003, P |
|||
90. |
2011-2012 |
Toegezegd het wetsvoorstel Bosal en de in |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond. Het deel mbt |
de fiscale agenda aangekondigde wetswijzi- |
plenaire behandeling van |
Bosal is afgerond in de Wet |
||
gingen op het terrein van het formeel recht |
het Belastingplan in de EK |
van 12 juli 2012. Wet |
||
vóór het zomerreces 2012 naar de Kamer te |
op 13 december 2011. |
uitwerking fiscale maatre- |
||
sturen. Indien niet mogelijk dan worden EK |
Handelingen I 2011/12, EK |
gelen Begrotingsakkoord |
||
en TK vóór het zomerreces hierover |
nr. 12, blz. 8-41 |
2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321 |
||
schriftelijk geïnformeerd. |
Het deel mbt formeel recht is opgenomen in het Wetsvoorstel wijziging WIB, Kamerstuk ken II 2011/12, 33 246, nr. 2 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
91. |
2011-2012 |
Toegezegd om preciezer naar de cijfers over |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
de btw en de IB te kijken om te toetsen of de |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
notitie van de heer Reuten (over dempend |
het Belastingplan in de EK |
Financiën van 8 maart 2012. |
||
conjunctuur effect van de IB t.o.v. de btw) te |
op 13 december 2011. |
Kamerstukken I 2011/12, |
||
toetsen en te zien of ze kloppen. |
Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–45 |
33 003, P |
||
92. |
2011-2012 |
Toegezegd in overleg met het Ministerie van |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
OCW te kijken naar een btw-vrijstelling |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
wanneer jongeren met hun school naar een |
het Belastingplan in de EK |
Financiën van 31 mei 2012. |
||
theater gaan. |
op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–50 |
Kamerstukken I 2011/12, 33 003, S (kopje: «cultuur») |
||
93. |
2011-2012 |
Toegezegd te bekijken, in overleg met het |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
Ministerie van OCW, in hoeverre het nieuwe |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
beleid mbt podiumkunsten heeft geleid tot |
het Belastingplan in de EK |
Financiën van 31 mei 2012. |
||
verdringing van nieuw talent. |
op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–51 |
Kamerstukken I 2011/12, 33 003, S |
||
94. |
2011-2012 |
Toegezegd ervoor open te staan om in |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
overleg met de NOV mogelijke knelpunten |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
te inventariseren en oplossingen te zoeken |
het Belastingplan in de EK |
Financiën van 31 mei 2012. |
||
mbt vrijwilligerswerk. |
op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–52 |
Kamerstukken I 2011/12, 33 003, S |
||
95. |
2011-2012 |
Toegezegd in week van 19 december te |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgedaan bij brief van de |
overleggen over een alternatief voor groen |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
beleggen en de Kamer hierover te |
het Belastingplan in de EK |
Financiën van 23 december |
||
informeren. |
op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–53 |
2011, Kamerstukken I 33 003 L |
||
96. |
2011-2012 |
Toegezegd een notitie aan de Kamer te |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
sturen over goed koopmansgebruik. |
plenaire behandeling van het Belastingplan in de EK op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–55 |
Staatssecretaris van Financiën van 8 maart 2012. Kamerstukken I 2011/12, 33 003, P |
||
97. |
2011-2012 |
Toegezegd een algemene notitie te |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
schrijven in het eerste kwartaal van 2012 |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
met de bevindingen over de vpb-plicht van |
het Belastingplan in de EK |
Financiën van 11 mei 2012. |
||
overheidsbedrijven. |
op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–57 |
Kamerstukken II 2011/12, 31 213, nr. 7 |
||
98. |
2011-2012 |
Toegezegd op een zo eenvoudig mogelijke |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
wijze de complexe faciliteiten uit de geefwet |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
uit te leggen aan burgers die gebruik maken |
het Belastingplan in de EK |
Financiën van 31 mei 2012. |
||
van deze faciliteiten. |
op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–63 |
Kamerstukken I 2011/12, 33 003, S |
||
99. |
2011-2012 |
Toegezegd met de zorgwoningcorporaties |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
waarvan de goedkeuring vervalt, |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
constructief vaststellingsovereenkomsten te |
het Belastingplan in de EK |
Financiën van 31 mei 2012. |
||
sluiten over de openingsbalans. |
op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–64 |
Kamerstukken I 2011/12, 33 003, S |
||
100. |
2011-2012 |
Toegezegd de suggestie van de heer Essers |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
mbt de Hillenregeling (uitbreiden tot alle |
plenaire behandeling van |
Minister van BZK en de |
||
gevallen waarin extra wordt afgelost op |
het Belastingplan in de EK |
Staatssecretaris van |
||
hypothecaire leningen) mee te nemen in de |
op 13 december 2011. |
Financiën van 25 mei 2012. |
||
toegezegde notitie aan de Eerste Kamer |
Handelingen I 2011/12, EK |
Kamerstukken I 2011/12, |
||
over de hypotheekrenteaftrek. |
nr. 12, blz. 8–66 |
33 000, S |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
101. |
2011-2012 |
Toegezegd om de brief naar de EK mbt de |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
hypotheekrenteaftrek, naar aanleiding van |
debat over de Najaarsnota |
Minister van BZK en de |
||
de motie Kuiper, ook naar de Tweede Kamer |
op 21 december 2011. |
Staatssecretaris van |
||
te sturen. |
Handelingen II 2011/12, TK nr. 39–10, blz. 90 |
Financiën van 25 mei 2012. Kamerstukken II 2011/12, 33 280, nr. 4 |
||
102. |
2011-2012 |
Toegezegd de Kamer uiterlijk 1 mei 2012 te |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
informeren over de eerste resultaten van |
AO over de vaststelling van |
Staatssecretaris van |
||
het interdepartementale draagkrachton- |
de begrotingsstaat van |
Financiën van 11 juni 2012. |
||
derzoek, een onderzoek dat op dit moment |
Koninkrijksrelaties (IV) voor |
Kamerstukken II 2011/12, 33 |
||
op de BES-eilanden wordt uitgevoerd. |
het jaar 2012 op 30 januari |
000 H, nr. 7 |
||
Daarbij zal ook naar de inkomenspositie van |
2012. |
|||
ouderen worden gekeken. |
Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IV, nr. 57, blz. 14 |
|||
103. |
2011-2012 |
Toegezegd om bij gebleken dubbele |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
belasting binnen de BES-eilanden deze |
AO over de vaststelling van |
Staatssecretaris van |
||
dubbele belasting zo veel en zo snel |
de begrotingsstaat van |
Financiën van 27 april 2012. |
||
mogelijk op te heffen de Kamer hierover te |
Koninkrijksrelaties (IV) voor |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
informeren. |
het jaar 2012 op 30 januari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IV, nr. 57, blz. 14 |
33 000 IV, nr. 71 |
||
104. |
201 102 012 |
Toegezegd om uiterlijk 3 februari 2012 terug |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
te komen op het nultarief voor de transport- |
AO over de vaststelling van |
Staatssecretaris van |
||
kosten. |
de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2012 op 30 januari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IV, nr. 57, blz. 14 |
Financiën van 6 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 568, nr. 96 |
||
105. |
2011-2012 |
Toegezegd aan de heer Groot om in het |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
substanceonderzoek dat zal worden |
AO Fiscaal (verdrags) beleid |
Staatssecretaris van |
||
uitgevoerd, tevens mee te nemen hoeveel |
op 1 februari 2011. |
Financiën van 25 juni 2012. |
||
dienstverleningslichamen in Nederland |
Kamerstukken II 2011/2012, |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
actief zijn. |
25 087, nr. 30, blz. 19 |
25 087, nr. 32 |
||
106. |
2011-2012 |
Toegezegd aan de heer Omtzigt om tevens |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
in het substanceonderzoek mee te nemen |
AO Fiscaal (verdrags) beleid |
Staatssecretaris van |
||
om hoeveel firma’s het gaat, hoeveel |
op 1 februari 2011. |
Financiën van 25 juni 2012. |
||
daarvan een dienstverleningslichaam zijn |
Kamerstukken II 2011/2012, |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
en nog een aantal andere concrete vragen. |
25 087, nr. 30, blz. 20 |
25 087, nr. 32 |
||
107. |
2011-2012 |
Toegezegd aan de heer Braakhuis om in het |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
substanceonderzoek ook in te gaan op |
AO Fiscaal (verdrags) beleid |
Staatssecretaris van |
||
mogelijke maatregelen om de substance- |
op 1 februari 2011. |
Financiën van 25 juni 2012. |
||
eisen te verstevigen en op mogelijke |
Kamerstukken II 2011/2012, |
Kamerstukken II 2011/12, |
||
consequenties van die maatregelen. |
25 087, nr. 30, blz. 21 |
25 087, nr. 32 |
||
108. |
2011-2012 |
Toegezegd aan de heer Omtzigt om |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
schriftelijk te reageren op de vraag over de |
AO Fiscaal (verdrags) beleid |
Staatssecretaris van |
||
overeenkomst met Duitsland over de |
op 1 februari 2011. |
Financiën van 14 maart |
||
ABP-pensioenen. |
Kamerstukken II 2011/2012, 25 087, nr. 30, blz. 25 |
2012. Kamerstukken II 2011/12, 25 087, nr. 31 |
||
109. |
2011-2012 |
Toegezegd aan de heer Braakhuis om in het |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond in de brief van de |
substanceonderzoek ook mee te nemen een |
AO Fiscaal (verdrags) beleid |
Staatssecretaris van |
||
update van de country-by-country |
op 1 februari 2011. |
Buitenlandse Zaken van |
||
reporting. |
Kamerstukken II 2011/2012, 25 087, nr. 30, blz. 26 |
9 mei 2012. Hierin is een update gegeven van de country-by-country reporting. De brief is opgenomen in het verslag van het schriftelijk overleg van 10 mei 2012. Kamerstukken II 2011/12, 21 501-04, nr. 142, blz. 4–6 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
110. |
2011-2012 |
Toegezegd aan de heer Braakhuis de |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
eerstvolgende keer dat een verdrag naar de |
AO Fiscaal (verdrags) beleid |
Staatssecretaris van |
||
Kamer wordt gestuurd dat met een |
op 1 februari 2011. |
Financiën van 14 maart |
||
ontwikkelingsland is gesloten, daaraan een |
Kamerstukken II 2011/2012, |
2012. Kamerstukken II |
||
diepere beschouwing dan gebruikelijk toe te |
25 087, nr. 30, blz. 26 |
2011/12, 25 087, nr. 31 |
||
voegen. |
||||
111. |
2011-2012 |
Toegezegd aan de SP een terugkoppeling te |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
geven over door haar aangeleverde |
AO Belastingdienst op |
Staatssecretaris van |
||
IND-gevallen met betrekking tot aanvraag |
9 februari 2012. Kamer- |
Financiën van 17 april 2012. |
||
toeslagen. |
stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.10 |
Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 128 |
||
112. |
2011-2012 |
Toegezegd dat de scripts van de BelTel met |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
betrekking tot de inzending van jaarop- |
AO Belastingdienst op |
Staatssecretaris van 6 juni |
||
gaven voor de toeslagen, zullen worden |
9 februari 2012. Kamer- |
2012 waarbij de 10e |
||
aangepast. |
stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.11 |
halfjaarrapportage wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131 |
||
113. |
2011-2012 |
Toegezegd in de volgende halfjaarsrap- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
portage de stand van zaken weer te geven |
AO Belastingdienst op |
Staatssecretaris van 6 juni |
||
van de pilot «verbetering schatting inkomen |
9 februari 2012. Kamer- |
2012 waarbij de 10e |
||
bij aanvraag toeslagen». |
stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.12 |
halfjaarrapportage wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131 |
||
114. |
2011-2012 |
Toegezegd te onderzoeken wat de mogelijk- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
heden zijn om te voorkomen dat de |
AO Belastingdienst op |
Staatssecretaris van 6 juni |
||
Belastingdienst «bank van lening» wordt bij |
9 februari 2012. Kamer- |
2012 waarbij de 10e |
||
toeslagen. |
stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.12 |
halfjaarrapportage wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131 |
||
115. |
2011-2012 |
Toegezegd om als het rapport van de |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
Commissie Stevens verschenen is, de |
AO Belastingdienst op |
Staatssecretaris van |
||
Kamer hierover te rapporteren. |
9 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.14 |
Financiën van 21 juni 2012 waarbij het rapport is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 133 |
||
116. |
2011-2012 |
Toegezegd in de volgende halfjaarsrap- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
portage de stand van zaken weer te geven |
AO Belastingdienst op |
Staatssecretaris van 6 juni |
||
van de verbetering van de processen van |
9 februari 2012. Kamer- |
2012 waarbij de 10e |
||
invordering en de bijbehorende automati- |
stukken II 2011/12, 31 066, |
halfjaarrapportage wordt |
||
sering. |
nr.120, blz.16 |
aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131 |
||
117. |
2011-2012 |
Toegezegd de door het CDA en PvdA |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond. De aangedragen |
aangeleverde voorbeelden van navordering |
AO Belastingdienst op |
voorbeelden zijn binnen de |
||
giftenaftrek op basis van de vrijwilligersver- |
9 februari 2012. Kamer- |
Belastingdienst opnieuw |
||
goeding, zullen worden bekeken. |
stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.16 |
beoordeeld. |
||
118. |
2011-2012 |
Toegezegd in de volgende halfjaarsrap- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
portage een overzicht te geven van de |
AO Belastingdienst op |
Staatssecretaris van |
||
gevallen van automatische informatie- |
9 februari 2012. Kamer- |
Financiën van 16 mei 2012 |
||
uitwisseling met verdragspartners. |
stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.18 |
waarbij het Beheersverslag Belastingdienst 2011 is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 24 |
||
119. |
2011-2012 |
Toegezegd dat de notitie over de relatie |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
tussen de geheimhoudingsplicht en het |
AO Belastingdienst op |
Staatssecretaris van |
||
recht van de Kamer op informatie in het |
9 februari 2012. Kamer- |
Financiën van 16 mei 2012. |
||
voorjaar naar de Kamer gaat. |
stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.18 |
Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 83 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
120. |
2011-2012 |
Toegezegd in de volgende halfjaarsrap- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
portage een overzicht te geven van de |
AO Belastingdienst op |
Staatssecretaris van 6 juni |
||
verbeteringen bij de Belastingdienst naar |
9 februari 2012. Kamer- |
2012 waarbij de 10e |
||
aanleiding van klachten ingediend bij de |
stukken II 2011/12, 31 066, |
halfjaarrapportage wordt |
||
Nationale Ombudsman. |
nr.120, blz.19 |
aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131 |
||
121. |
2011-2012 |
Toegezegd te onderzoeken wat de mogelijk- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
heden zijn van vereenvoudiging en |
AO Belastingdienst op |
Staatssecretaris van 6 juni |
||
digitalisering van de formulieren voor |
9 februari 2012. Kamer- |
2012 waarbij de 10e |
||
Nederlanders die woonachtig en werkzaam |
stukken II 2011/12, 31 066, |
halfjaarrapportage wordt |
||
zijn in het buitenland. |
nr.120, blz.19 |
aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131 |
||
122. |
2011-2012 |
Toegezegd aan de Commissie Van |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij de speech die |
Dijkhuizen speciaal aandacht te vragen voor |
AO Fiscale agenda op |
de Staatssecretaris heeft |
||
het onderwerp leefvormneutraliteit. |
15 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 32 740, nr. 12, blz.26 |
gehouden bij de installatie van de commissie op 17 februari 2012. |
||
123. |
2011-2012 |
Toegezegd enkele scenario’s uit te werken |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond. Is meegenomen |
voor een btw-schuif (btw-verhoging per |
AO Fiscale agenda op |
in het wetsvoorstel |
||
cohort, verhoging laag btw-tarief, inclusief |
15 februari 2012. Kamer- |
uitwerking fiscale maatre- |
||
koopkracht, grens en participatie-effecten.). |
stukken II 2011/12, 32 740, nr. 12, blz.34 |
gelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 287, nr. 2 |
||
124. |
2011-2012 |
Toegezegd om na te gaan of de Belasting- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
dienst ook is overgegaan op de werkkosten- |
AO Fiscale agenda op |
Staatssecretaris van |
||
regeling en dit aan de Kamer terug te |
15 februari 2012. Kamer- |
Financiën van 8 maart 2012. |
||
koppelen. |
stukken II 2011/12, 32 740, nr. 12, blz. 37 |
Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 12 |
||
125. |
2011-2012 |
Toegezegd dat in de volgende halfjaarsrap- |
Staatssecretaris tijdens het |
Afgerond bij brief van de |
portage weer productiecijfers van de |
AO Fiscale agenda op |
Staatssecretaris van 6 juni |
||
Belastingdienst zullen worden opgenomen. |
15 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 32 740, nr. 12, blz.38 |
2012 waarbij de 10e halfjaarrapportage wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131 |
||
126. |
2011-2012 |
Toegezegd vóór het meireces 2012 een brief |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
te sturen over de stand van zaken in het |
plenaire behandeling van |
Staatssecretaris van |
||
kader van de aanpak van de |
het wetsvoorstel Implemen- |
Financiën van 29 mei 2012. |
||
btw-carrouselfraude en welke nadere acties |
tatie richtlijn facturerings- |
Kamerstukken II 1011/12, |
||
daarvoor misschien nodig zijn in wetgeving |
regels op 15 februari 2012. |
31 066, nr. 130 |
||
of in uitvoeringsbesluiten. |
Handelingen II 2011/12, TK nr. 54–7, blz. 39 |
|||
127. |
2011-2012 |
Toegezegd aan de Minister van Financiën te |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
vragen om in zijn regulier overleg met de |
behandeling van het |
Staatssecretaris van |
||
banken de zorgen van de Kamer over de |
wetsvoorstel bankenbe- |
Financiën van 25 mei 2012. |
||
consument en de kredietverlening over te |
lasting op 18 april 2012. |
Kamerstukken II 1011/12, |
||
brengen. |
Handelingen II 2011/12, TK nr. 78–6, blz. 60 |
33 121, nr. 31 |
||
128. |
2011-2012 |
Toegezegd om vóór de stemmingen een |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
brief te sturen over de doelmatigheidsvrij- |
behandeling van het |
Staatssecretaris van |
||
stelling. |
wetsvoorstel bankenbe-lasting op 18 april 2012. Handelingen II 2011/12, TK nr. 78–6, blz. 85 |
Financiën van 20 april 2012, Kamerstukken II 2011/12, 33 121, nr. 26 |
||
129. |
2011-2012 |
Toegezegd te bekijken wat mogelijk is om |
Staatssecretaris tijdens |
Afgerond bij brief van de |
restschuld tijdelijk mee te financieren met |
wetgevingsoverleg op |
staatssecretaris van |
||
de nieuwe hypotheek. |
18 juni over o.a. het wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 245, nr. 10, blz.39 |
Financiën van september 2012 die op Prinsjesdag bij het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
|||
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
Toegezegd een brief te sturen over de |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond bij brief van de |
forensenbelasting waarin wordt geschetst |
plenaire behandeling op |
Staatssecretaris van |
|
op hoofdlijnen hoe de regeling er uit gaat |
20 juni 2012 over het |
Financiën van 4 juli 2012. |
|
zien. |
wetsvoorstel Uitwerking |
Kamerstukken II 2011/12, |
|
fiscale maatregelen |
33 287, nr. 23 |
||
Begrotingsakkoord 2013. |
|||
Kamerstukken II 2011/12, TK |
|||
nr. 98, blz. 3-27 |
|||
|
Toegezegd aan de heer Ester dat de voor- en |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond. Is meegenomen |
nadelen van het fiscaal faciliteren van |
plenaire behandeling in de |
in het wetsvoorstel Fiscale |
|
thuiswerken in het kader van de herziening |
EK van het wetsvoorstel |
herziening kosten vervoer |
|
van het fiscaal regime woon- werkverkeer, |
Uitwerking fiscale maatre- |
dat op Prinsjesdag 2012 aan |
|
zal meewegen en dat hierin in de toelichting |
gelen Begrotingsakkoord |
de TK is aangeboden. |
|
aandacht zal worden besteed. |
2013 op 10 juli 2012. Handelingen I 2011/12, EK nr. 37, blz. 7–74 |
||
|
Toegezegd om de zorgen van mw. de Boer |
Staatssecretaris tijdens de |
Afgerond voor het ministerie |
over de BIG-registratie, dat het soms |
plenaire behandeling in de |
van Financiën. Op 17 juli is |
|
moeilijk is om te worden opgenomen in het |
EK van het wetsvoorstel |
op ambtelijk niveau contact |
|
BIG-register, over te brengen aan de |
Uitwerking fiscale maatre- |
opgenomen met het |
|
Minister van VWS. |
gelen Begrotingsakkoord 2013 op 10 juli 2012. Handelingen I 2011/12, EK nr. 37, blz. 7–75 |
Ministerie van VWS. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
|||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
Toegezegd om de Kamer te informeren over |
Staatssecretaris tijdens de |
Deze toezegging zal worden |
een eventuele stelselwijziging, mede in het |
behandeling van het |
meegenomen in een nieuw |
|
kader van de toegezegde wijziging van de |
wetsvoorstel Wijziging van |
wetsvoorstel dat wordt |
|
Wet op de kansspelbelasting naar |
de Wet op de kansspelbe- |
voorbereid door het |
|
aanleiding van de Kamervragen over de |
lasting in verband met |
ministerie van Veiligheid en |
|
Zeeuwse milieuprijs. |
kansspelen via internet op |
Justitie inzake legalisering |
|
20 juni 2007. |
online kansspelen. |
||
Handelingen II 2006/07, TK |
|||
nr. 83, blz. 4 549 |
|||
|
Toegezegd om belastingheffing op basis |
Staatssecretaris tijdens de |
Het buitenkansbeginsel zal |
van het buitenkansbeginsel te betrekken bij |
behandeling van het |
worden meegenomen in een |
|
de eventuele stelselwijziging. |
wetsvoorstel Wijziging van |
nieuw wetsvoorstel dat |
|
de Wet op de kansspelbe- |
wordt voorbereid door het |
||
lasting in verband met |
Ministerie van Veiligheid en |
||
kansspelen via internet op |
Justitie. Inzake legalisering |
||
20 juni 2007. |
van online kansspelen. |
||
Handelingen II 2006/07, TK |
|||
nr. 83, blz. 4 550 |
|||
|
Toegezegd om te beginnen met het |
Staatssecretaris tijdens de |
De planning is om in |
incasseren van relatief kleine bedragen en |
behandeling van het |
september 2012 de |
|
dat vervolgens vanaf 2008 te gaan |
wetsvoorstel Versterking |
monitoring af te ronden en |
|
monitoren zodat met de Kamer kan worden |
fiscale rechtshandhaving op |
daarna de Kamer in te |
|
afgestemd wat de gevolgen hiervan zijn. |
25 september 2007 (30 322). Handelingen I 2007/08, EK nr. 1, blz. 37 |
lichten. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
|||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
Toegezegd om de hoogte van de accijnsta- |
Staatssecretaris tijdens het |
In voorbereiding. |
rieven op alcohol en tabak nader te bezien |
wetgevingsoverleg op |
||
(los van de budgettaire aspecten). |
16 november 2007. Kamerstukken II 2007/08, 31 205 en 31 206, nr. 61, blz. 9 Staatssecretaris tijdens de |
||
|
Toegezegd om de doelmatigheids-bepaling |
Gedeeltelijk afgerond bij |
|
(de bepaling die de inspecteur onder |
behandeling van het |
brief van de Minister van |
|
voorwaarden en nadat de materiële |
Belastingplan 2008 en OFM |
Financiën van10 mei 2010. |
|
belastingschuld is vastgesteld, de wettelijke |
op 18 december 2007. |
Kamerstukken I 2009/10, |
|
mogelijkheid geeft om af te wijken van de |
Handelingen I 2007/08, EK |
31 205, 31 206, T. |
|
formele regels) te evalueren. |
nr. 15, blz. 637 |
Vervolgens heeft de Kamer op 18 mei 2010 een aanvulling op de evaluatie gevraagd. Deze aanvulling is aan de Kamer toegezegd bij brief van de Staatssecretaris van Financiën van 29 november 2010. Kamerstukken I 2010/11, 31 205 en 31 206, X In het najaar van 2012 zal een rapportage naar de Kamer gaan. |
|
|
Toegezegd op het moment van inwerking- |
Staatssecretaris tijdens het |
Planning afronding medio |
treding van het gemoderniseerde CDW te |
debat over de Algemene |
2013. |
|
bekijken of de AEO-status voor bedrijven |
douanewet (30 580)op |
Tussentijdse stand van zaken |
|
daadwerkelijk heeft geleid tot versnelling |
16 januari 2008. Handelingen |
aangegeven in de verzamel- |
|
van bepaalde afhandelingen. |
II 2007/08, TK nr. 41, blz. |
brief toezeggingen van |
|
3 202 |
september 2011 (Kamerstuk 32 500 IXB, nr. 25) |
||
|
Toegezegd om als er problemen zijn die niet |
Staatssecretaris tijdens de |
Wordt meegenomen in de |
in de normale uitvoeringspraktijk opgelost |
plenaire behandeling van |
evaluatie die in 2013 wordt |
|
kunnen worden, en die dus echt tot |
het wetsvoorstel excessieve |
gehouden. |
|
knelpunten leiden, de Kamer hierover in te |
beloningsbestanddelen |
||
lichten. |
(31 459) op 3 september 2008. Handelingen II 2008/09, TK nr. 107, blz. 7 875 |
||
|
Toegezegd bereid te zijn de wet aan te |
Staatssecretaris tijdens de |
Wordt meegenomen in de |
passen indien de Belastingdienst aanloopt |
plenaire behandeling van |
evaluatie die in 2013 wordt |
|
tegen situaties waarin grensverkennend een |
het wetsvoorstel excessieve |
gehouden. |
|
bepaalde maatregel wordt ontweken wat tot |
beloningsbestanddelen |
||
ongewenst gedrag leidt. |
(31 459) op 3 september 2008. Handelingen II 2008/09, TK nr. 107, blz. 7 878 |
||
|
Toegezegd om de automatische verlenging |
Staatssecretaris tijdens de |
In voorbereiding |
van de VAR in 2016 te evalueren. |
behandeling van het Belastingplan 2009 en OFM 2009 op het wetgevingsoverleg van 7 november 2008. Kamerstukken II 2008/09, 31 704, nr. 76 |
||
|
Toegezegd dat voor bepaalde posities van |
Staatssecretaris tijdens de |
Evaluatie voorzien voor 2013 |
«phantom income» bij Technopartners en |
plenaire behandeling van |
||
andere venture capital-fondsen fiscaal mag |
het wetsvoorstel belasting- |
||
worden aangesloten bij daadwerkelijke |
heffing excessieve |
||
realisatie. Een dergelijke regeling zal |
beloningsbestanddelen op |
||
worden uitgewerkt als voldoende casuïstiek |
9 december 2008. Hande- |
||
zich heeft aangediend. |
lingen I 2008/09, EK nr. 13, blz. 616 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
11. |
2008-2009 |
Toegezegd om als blijkt dat door het wetsvoorstel situaties ontstaan waarbij de werkingssfeer van de wet zich uitbreidt over situaties waarvoor dat niet de bedoeling was, collateral damage met ongewenste effecten, dat beleid ontwikkeld wordt om dat te voorkomen. |
Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen op 9 december 2008. Handelingen I 2008/09, EK nr. 13, blz. 616 |
Evaluatie voorzien voor 2013 |
12. |
2009-2010 |
Toegezegd een jaarlijkse rapportage te |
Staatssecretaris tijdens de |
Eerste rapportage is |
sturen over de resultaten van de aanpak van |
behandeling van de |
voorzien voor 2013 |
||
APV’s, trusts en SPF’s. |
wijziging van de Successiewet 1956 op het wetgevingsoverleg van 12 oktober 2009. Kamerstukken II 2009/10, 31 930, nr. 40, blz. 39 |
|||
13. |
2009-2010 |
Toegezegd om uiterlijk twee jaar na |
Staatssecretaris tijdens de |
Planning afronding evaluatie |
inwerkingtreding van de verdragen met |
behandeling in de TK van |
voorzien voor eind 2013 |
||
Qatar en Bahrein, de werking van de |
twee wetsvoorstellen mbt |
|||
anti-misbruikbepalingen in de verdragen te |
verdragen met Bahrein en |
|||
evalueren. |
Qatar ter voorkoming van dubbele belasting op 15 oktober 2009. . Handelingen II 2009/10, TK nr. 15, blz. 1 115 |
|||
14. |
2009-2010 |
Toegezegd het onderzoek naar de bedrijfs- |
Staatssecretaris tijdens de |
In voorbereiding. Er zijn |
opvolgingsregeling (BOR) als boedelfaci- |
plenaire behandeling in de |
signalen dat BOR in de |
||
liteit, waarnaar in de motie Cramer wordt |
TK van de wijziging van de |
uitvoering onder omstandig- |
||
gevraagd, uit te voeren en de Kamer |
Successiewet 1956 op |
heden aanleiding is voor |
||
hierover te informeren. |
29 oktober 2009. Handelingen II 2009/10, TK nr. 18, blz. 1 432 |
ingewikkelde berekeningen. Gewacht wordt nu op resultaten van een meer diepgaande evaluatie. |
||
15. |
2009-2010 |
Toegezegd om in de te houden evaluatie |
Staatssecretaris tijdens de |
Evaluatie voorzien voor 4e |
werkkostenregeling specifiek ook in te gaan |
behandeling van het |
kwartaal 2012 |
||
op de fiets en bedrijfsfitness en hierover |
Belastingplan 2010 op het |
|||
gegevens te gaan verzamelen. |
wetgevingsoverleg van 9 november 2009. Kamerstukken II 2009/10, 32 128, nr.52, blz. 46 |
|||
16. |
2009-2010 |
Toegezegd de Kamer een brief te sturen |
Staatssecretaris tijdens de |
Planning afronding 3e |
zodra er zicht is op de resultaten van de |
plenaire behandeling van |
kwartaal 2012 |
||
maatregelen van het dga-pakket. |
het Belastingplan 2010 in de TK op 18 november 2009. Handelingen II 2009/10, TK nr. 26, blz. 2 413 |
|||
17. |
2009-2010 |
Toegezegd om de regeling voor ANBI’s en |
Staatssecretaris tijdens de |
Planning afronding |
SBBI’s na een aantal jaren te evalueren. |
plenaire behandeling van de Wijziging van de Successiewet in de EK op 15 december 2009. Handelingen I 2009/10, EK nr. 13, blz. 456, 456 |
2014/2015 bij de reguliere evaluatie van de giftenaftrek/ geeffaciliteiten. |
||
18. |
2009-2010 |
Toegezegd om in 2012 te starten met de evaluatie van het APV-regime en de Kamer over de uitkomsten te informeren. |
Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van de Wijziging van de Successiewet in de EK op 15 december 2009. Handelingen I 2009/10, EK nr. 13, blz. 456, 457 |
Evaluatie voorzien voor 2013 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
19. |
2009-2010 |
Toegezegd om bij de evaluatie mee te nemen of het amendement Cramer c.s. (omvang van voorwaardelijke vrijstelling voor de verkrijging van ondernemingsvermogen, kamerstuk 31 930, nr. 79) problemen oplevert ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel van het kabinet. |
Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van de Wijziging van de Successiewet in de EK op 15 december 2009. Handelingen I 2009/10, EK nr. 13, blz. 478 |
In voorbereiding |
20. |
2009-2010 |
Toegezegd om nadere analyse te doen naar |
Staatssecretaris tijdens de |
Planning van afronding bij |
het gegeven dat de gepercipieerde pakkans |
plenaire behandeling van |
de volgende halfjaarrap- |
||
bij adviseurs zo laag is en daarover met de |
het Belastingplan 2010 in de |
portage in december 2012. |
||
adviseurs om de tafel te gaan zitten. |
EK op 22 december 2009. Handelingen I 2009/10, EK nr. 14, blz. 504 |
|||
21. |
2009-2010 |
Toegezegd om de forfaitaire ruimte bij de |
Staatssecretaris tijdens de |
Planning afronding voorzien |
werkkostenregeling in de gaten te houden. |
plenaire behandeling van |
voor eind 2012 |
||
De Belastingdienst zal looncontroles |
het Belastingplan 2010 in de |
|||
uitvoeren en nagaan of hierbij een |
EK op 22 december 2009. |
|||
onbedoeld effect optreedt. |
Handelingen I 2009/10, EK nr. 14, blz. 522 |
|||
22. |
2010-2011 |
Toegezegd om het wetsvoorstel van de |
Minister van SZW namens |
Afronding niet eerder |
leden Dezentjé Hamming-Bluemink en |
de Minister van Financiën |
voorzien dan eind 2012. De |
||
Crone houdende wijziging van de Awr ten |
tijdens de behandeling op |
wet is per 1 juli 2011 in |
||
behoeve van de rechtsbescherming van |
15 september 2010 van het |
werking getreden. |
||
belastingplichtigen bij controle-handelingen |
wetsvoorstel van de leden |
|||
van de fiscus, jaarlijks te evalueren bij het |
Dezentjé Hamming- |
|||
Beheersverslag van de Belastingdienst. |
Bluemink en Crone houdende wijziging van de Awr ten behoeve van de rechtsbescherming van belastingplichtigen bij controlehandelingen van de fiscus. Handelingen II 2010/11, TK nr. 100, blz. 8 087 |
|||
23. |
2010-2011 |
Toegezegd om in het evaluatieproces rondom de WOLBES de IB/LB mee te nemen en te bezien of daarin iets gewijzigd moet worden. |
Minister tijdens het wetgevingsoverleg van 27 september 2010 inzake de wetsvoorstellen fiscaal stelsel BES. Kamerstukken II 2010/2011, 32 189, 32 190 en 32 276, nr. 21, blz. 37 |
Evaluatie voorzien voor 2014 |
24. |
2010-2011 |
Toegezegd om in het evaluatieproces rondom de WOLBES de invoering van accijns op alcohol en tabak op Saba en Sint Eustatius mee te nemen. |
Minister tijdens het wetgevingsoverleg van 27 september 2010 inzake de wetsvoorstellen fiscaal stelsel BES. Kamerstukken II 2010/2011, 32 189, 32 190 en 32 276, nr. 21, blz. 51 |
Evaluatie voorzien voor 2014 |
25. |
2010-2011 |
Toegezegd om overleg op te starten met Sint Maarten, gericht op de invoering van accijns op alcohol en tabak. |
Minister tijdens het wetgevingsoverleg van 27 september 2010 inzake de wetsvoorstellen fiscaal stelsel BES. Kamerstukken II 2010/2011, 32 189, 32 190 en32 276, nr. 21, blz. 51 |
In voorbereiding |
26. |
2010-2011 |
Toegezegd om over drie jaar een terugkop- |
Staatssecretaris tijdens de |
Planning afronding in |
peling vanuit een kwalitatieve invalshoek te |
plenaire behandeling van |
2014/2015 |
||
geven van de ervaringen die dan zijn |
het belastingverdrag tussen |
|||
opgedaan met de «corporate tie breaker». |
Nederland en het Verenigd Koninkrijk op 3 november 2010. Handelingen II 2010/11, TK nr. 17, blz. 49 |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
27. |
2010-2011 |
Toegezegd dat als er vanuit de Belasting- |
Staatssecretaris tijdens de |
Tot nu toe geen signalen |
dienst op de BES-eilanden signalen komen |
plenaire behandeling van de |
gekregen. |
||
dat er belastingparadijzen gaan ontstaan |
BES-wetsvoorstellen in de |
|||
door de vestigingsplaats van lichamen, dit |
EK op 14 december 2010. |
|||
bij het Belastingplan 2013 aan de Eerste |
Handelingen I 2010/11, EK |
|||
Kamer gerapporteerd zal worden. |
nr. 11, blz. 23 |
|||
28. |
2010-2011 |
Toegezegd om eerder dan de reeds |
Staatssecretaris tijdens de |
In voorbereiding. Er zijn |
toegezegde evaluatie in 2012, terug te |
plenaire behandeling van |
signalen dat BOR in de |
||
komen op de aangepaste bedrijfsopvol- |
het Belastingplan 2011 op |
uitvoering onder omstandig- |
||
gingsregeling. |
21 december 2010 in de EK. Handelingen I 2010/11, EK nr. 13, blz. 6 |
heden aanleiding is voor ingewikkelde berekeningen (en dus administratieve lasten). Gewacht wordt nu op resultaten van een meer diepgaande evaluatie. |
||
29. |
2010-2011 |
Toegezegd in de loop van 2011 een wetsvoorstel in te dienen dat het mogelijk maakt dat belastingrechtspraak openbaar is. |
Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 13 januari 2011. Kamerstukken II 2010/11, 31 066, nr. 100, blz. 28 |
In voorbereiding |
30. |
2010-2011 |
Toegezegd bereid te zijn om als blijkt dat er lacunes in de Notitie Verdragsbeleid zitten, deze aan te vullen, aan te passen. |
Staatssecretaris tijdens het mondeling overleg op 5 april 2011 in de Eerste Kamer over de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid. Kamerstukken I 2010/11, 25 087, A, blz. 6 |
In voorbereiding |
31. |
2010-2011 |
Toegezegd om wanneer de komende vier |
Staatssecretaris tijdens de |
Terugkoppeling aan de beide |
jaar blijkt dat de onderhavige wet en de |
plenaire behandeling in de |
Kamers is pas aan de orde |
||
middelen die de ontvanger ter beschikking |
EK van het wetsvoorstel |
als zich situaties voordoen |
||
staan onvoldoende verhinderen dat |
Dezentjé Hamming- |
zoals in de toezegging |
||
kwaadwillende belastingplichtigen door |
Bluemink en Crone |
omschreven. |
||
vertragingstechnieken middelen aan het |
houdende wijziging van de |
|||
zicht van de fiscus onttrekken of zelfs |
Awr ten behoeve van de |
|||
vertrekken, de regering onmiddellijk zal |
rechtsbescherming van |
|||
ingrijpen en de Kamers hierover zal |
belastingplichtigen bij |
|||
informeren. |
controlehandelingen van de fiscus op 12 april 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 24, blz. 3 |
|||
32. |
2010-2011 |
Toegezegd de wet na invoering specifiek op |
Staatssecretaris tijdens de |
Niet eerder voorzien dan na |
loonkosten te evalueren en hierin tevens |
plenaire behandeling in de |
2013. De wet wordt naar |
||
mee te nemen hoe de lastenneutraliteit zal |
EK van het wetsvoorstel |
verwachting per 1-1-2013 |
||
uitwerken voor de verschillende categorieën |
uniformering loonbegrip |
ingevoerd. De evaluatie kan |
||
(MKB, grootbedrijf, markt en overheid) |
(32 131) op 24 mei 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 57 |
pas daarna plaatsvinden. |
||
33. |
2010-2011 |
Toegezegd in 2012 een complete tabel, met |
Staatssecretaris tijdens de |
Voorzien voor najaar 2012 bij |
herberekening van tabel 4) en de private |
plenaire behandeling in de |
de finetuning van het |
||
sector en de loonkostenwijziging voor de |
EK van het wetsvoorstel |
wetsvoorstel uniformering |
||
overheidssector te verstrekken. |
uniformering loonbegrip (32 131) op 24 mei 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 62 |
loonbegrip. |
||
34. |
2010-2011 |
Toegezegd om bij eventuele overheveling |
Staatssecretaris tijdens het |
In voorbereiding. Implicaties |
van de regeling gehandicapten MRB naar |
AO Autobrief en Fiscale |
van overheveling worden |
||
de WMO (in het kader van heroverweging |
Agenda op 30 juni 2011. |
momenteel in kaart |
||
vrijstellingen / bijzondere regelingen |
Kamerstukken II 2010/11, |
gebracht. Resultaten worden |
||
autobelastingen) in overleg met VWS ook |
32 800, nr. 21, blz. 26 |
meegenomen met het |
||
de inkomenseffecten in kaart te brengen en |
onderzoek naar bijzondere |
|||
de Kamer hiervan op de hoogte te brengen. |
regelingen in de autobelas-tingen. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
35. |
2011-2012 |
Toegezegd met de waterleidingbedrijven te overleggen en afspraken te maken dat de af te schaffen belasting ten goede komt aan de gebruikers en niet in de verkeerde zakken terechtkomt en de Kamer hierover te informeren. |
Staatssecretaris tijdens het wetgevingsoverleg Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 6 |
In voorbereiding |
36. |
2011-2012 |
Toegezegd dat de vitaliteitsspaarrekening |
Staatssecretaris tijdens het |
Voorzien voor 2019 bij de |
zal worden meegenomen bij de evaluatie |
wetgevingsoverleg |
volgende reguliere separate |
||
van de doorwerkbonus in 2019 |
Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 16 |
evaluatie |
||
37. |
2011-2012 |
Toegezegd om een eventueel gevonden |
Staatssecretaris tijdens het |
Overleg met de sector is |
oplossing voor het éénbankrekening- |
wetgevingsoverleg |
gaande. |
||
nummer voor kinderopvang instellingen |
Belastingplan op |
|||
aan de Kamer voor te leggen. |
7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 39 |
|||
38. |
2011-2012 |
Toegezegd nog eens nader te kijken naar de |
Staatssecretaris tijdens het |
In voorbereiding. Is aan de |
buitenlandse busjes in het kader van de |
wetgevingsoverleg |
orde geweest in de |
||
autobelastingen. Is het mogelijk die busjes |
Belastingplan op |
halfjaarrapportage die in juli |
||
op te sporen en te controleren of zij worden |
7 november 2011. Kamer- |
2012 is verzonden aan de |
||
aangemeld? |
stukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 51 |
Kamer. Zal in de volgende halfjaarrapportage (december 2012) opnieuw en meer uitgebreid aan de orde komen. |
||
39. |
2011-2012 |
Toegezegd het verzoek van de heer Omtzigt |
Staatssecretaris tijdens de |
Het verzoek is doorgeleid |
om zo spoedig mogelijk in 2012 inzicht te |
plenaire behandeling van |
naar de staatssecretaris van |
||
krijgen in de hoeveelheden van gestort |
het Belastingplan op |
I&M. Rapportage zal |
||
afval, door te geleiden naar de Staatssecre- |
16 november 2011. |
plaatsvinden in het kader |
||
taris van I & M. |
Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–74 |
van de begroting van I&M. |
||
40. |
2011-2012 |
Toegezegd om de verzilvering van de RDA |
Staatssecretaris tijdens de |
Voorzien voor 2017.De |
mee te nemen in de evaluatie van de |
plenaire behandeling van |
verzilvering van de Research |
||
WBSO. |
het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–75 |
|
||
41. |
2011-2012 |
Toegezegd in de eerste helft van 2012 |
Staatssecretaris tijdens de |
Planning afronding 3e |
informatie te geven en een vergelijking te |
plenaire behandeling van |
kwartaal 2012 |
||
maken tussen Nederland en andere landen |
het Belastingplan op |
|||
mbt de 30%-regeling en andere gunstige |
16 november 2011. |
|||
aspecten Nederlands vestigingsklimaat. |
Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–78 |
|||
42. |
2011-2012 |
Toegezegd om samen met de minister van |
Staatssecretaris tijdens de |
Het Planbureau voor de |
I&M een brief te schrijven over de mogelijk- |
plenaire behandeling van |
leefomgeving (PBL) heeft op |
||
heden om paralelle import van vervuilende |
het Belastingplan op |
verzoek van het ministerie |
||
oldtimers te beperken. |
16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–90 |
van I&M de milieueffecten onderzocht van oldtimers en het instellen van milieuzones. De PBL-beleidsstudie «Milieueffecten van oldtimers» is begin augustus 2012 gepubliceerd. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
43. |
2011-2012 |
Toegezegd in 2012, voorafgaand aan de |
Staatssecretaris tijdens de |
Planning afronding eind |
behandeling van het wetsvoorstel OFM of |
plenaire behandeling van |
augustus 2012 |
||
het Belastingplan 2013, een brief aan de |
het Belastingplan op |
|||
Kamer te sturen mbt de transparantie van |
16 november 2011. |
|||
ANBI’s en een strafrechtelijke veroordeling. |
Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–91 |
|||
44. |
2011-2012 |
Toegezegd de regeling mbt ANBI’s te monitoren en indien er aanleiding bestaat om de definitie aan te scherpen, hierop terug te komen en de Kamer hierover de informeren. |
Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–92 |
In voorbereiding |
45. |
2011-2012 |
Toegezegd naar aanleiding van het amendement van de heer Braakhuis over de vervanging van de eis van de notariële akte periodieke giften door een onderlinge schenkingsovereenkomst, hierop terug te komen. |
Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–94 |
In voorbereiding |
46. |
2011-2012 |
Toegezegd om in 2014 bij de evaluatie van de giftenaftrek zoveel mogelijk informatie over de werking van de geefwet bij de evaluatie te betrekken. |
Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–98 |
Voorzien voor 2014 |
47. |
2011-2012 |
Toegezegd om bij het onderzoek naar de winstbox, waarover in 2012 wordt gerapporteerd, ook informatie te verstrekken over verschillen tussen het bruto-nettotraject van ondernemers en werknemers. |
Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–105 |
In voorbereiding |
48. |
2011-2012 |
Toegezegd te kijken naar de indirecte |
Staatssecretaris tijdens de |
Voorzien voor 2014 bij de |
CO_-uitstoot en het directe en indirecte |
plenaire behandeling van |
evaluatie van de wet |
||
energieverbruik bij de productie van auto’s, |
het Belastingplan in de EK |
uitwerking autobrief. |
||
in het bijzonder van elektrische auto’s bij de |
op 13 december 2011. |
|||
aangekondigde evaluatie. |
Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–45 |
|||
49. |
2011-2012 |
Toegezegd bij de verdere uitwerking van een verschuiving van de IB naar de btw de suggestie van de heer Van Boxtel mee te nemen om de btw op bepaalde schadelijke zaken zoals vetten, alcohol en tabak, flink te verhogen om zodoende de extreem stijgende zorgkosten in de hand te houden. |
Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan in de EK op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–45 |
In voorbereiding |
50. |
2011-2012 |
Toegezegd om te bezien of het vereiste van de notariële akte voor periodieke giften nog wel nodig is. |
Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan in de EK op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–49 |
In voorbereiding |
51. |
2011-2012 |
Toegezegd het internationale uitgangspunt om belasting op goederen alleen op de eindbestemming te heffen, nadere invulling te geven, met name voor wat betreft de afspraken met Sint-Maarten en Curacao. De heer Bochove zal een paar concrete voorbeelden aanleveren. De Staatssecretaris zal uiterlijk 1 mei 2012 de Kamer informeren. |
Staatssecretaris tijdens het AO over de vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2012 op 30 januari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IV, nr. 57, blz. 14 |
In voorbereiding |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
52. |
2011-2012 |
Toegezegd aan mw. Neppérus en de heren |
Staatssecretaris tijdens het |
Voorzien voor voorjaar 2013 |
Omtzigt en Van vliet om in het volgende |
AO Fiscaal (verdrags) beleid |
bij het volgende beheers- |
||
beheersverslag van de Belastingdienst in te |
op 1 februari 2011. |
verslag Belastingdienst |
||
gaan op de aantallen m.b.t. het uitwisselen |
Kamerstukken II 2011/2012, |
|||
van informatie aan Nederland en door |
25 087, nr. 30, blz. 21 |
|||
Nederland. |
||||
53. |
2011-2012 |
Toegezegd te onderzoeken de modaliteiten om in belastingzaken prejudiciële vragen voor te leggen om de afdoeningstermijnen van fiscale geschillen te bespoedigen. |
Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 9 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.18 |
In voorbereiding |
54. |
2011-2012 |
Toegezegd bij de verkenning van de winstbox ook de vraag van het lid Groot mee te nemen over integrale vergelijking belasting ondernemers-werknemers. |
Staatssecretaris tijdens het AO Fiscale agenda op 15 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 32 740, nr. 12, blz.39 |
In voorbereiding |
55. |
2011-2012 |
Toegezegd op enig moment vóór de eindbeslissing eind 2013, een tussenrapportage naar de Kamer te sturen over de stand van zaken op dat moment. Voor wat betreft de spreiding zal er worden aangesloten bij de rapportage van de Minister van BZK in het najaar. Als er andere zaken, zoals bijvoorbeeld dienstverlening, handhaving en nieuwe concepten aan de orde komen, zal de Kamer vooraf en separaat worden geïnformeerd. In de tussenrapportage zal ook een passage worden opgenomen over de plannen met de Douane. |
Staatssecretaris tijdens het plenaire debat op 22 maart 2012 over sluiting van de Belastingdienstkantoren Emmen en Venlo. Handelingen II 2011/12, TK nr. 67–10, blz. 81 |
In voorbereiding |
56. |
2011-2012 |
Toegezegd aan de heer Schouw om verder te gaan met het uitwerken van de gedachte van front- en back offices Belastingdienst bij Gemeenten (Gemeentehuizen). |
Staatssecretaris tijdens het plenaire debat op 22 maart 2012 over sluiting van de Belastingdienstkantoren Emmen en Venlo. Handelingen II 2011/12, TK nr. 67–10, blz.84 |
In voorbereiding |
57. |
2011-2012 |
Toegezegd dat als er majeure beslissingen worden genomen die samenhangen met het sluiten van kantoren, de Kamer hierover geïnformeerd zal worden, bijvoorbeeld eens per kwartaal. Dan zullen ook andere zaken worden meegenomen die passen binnen het totale plaatje. |
Staatssecretaris tijdens het plenaire debat op 22 maart 2012 over sluiting van de Belastingdienstkantoren Emmen en Venlo. Handelingen II 2011/12, TK nr. 67–10, blz..85 |
In voorbereiding |
58. |
2011-2012 |
Toegezegd om in het beheersverslag, de halfjaarrapportage of anders in een aparte brief in te gaan op het onderzoek naar de handhavingcapaciteit. |
Staatssecretaris tijdens het plenaire debat op 22 maart 2012 over sluiting van de Belastingdienstkantoren Emmen en Venlo. Handelingen II 2011/12, TK nr. 67–10, blz. 93 |
In voorbereiding |
59. |
2011-2012 |
Toegezegd na 3 jaar de bankenbelasting op |
Staatssecretaris tijdens de |
Niet eerder dan nadat de |
zeker moment te evalueren en te bezien of |
behandeling van het |
Wet bankenbelasting is |
||
de bankenbelasting de goede prikkels geeft |
wetsvoorstel bankenbe- |
ingevoerd. |
||
en zorgt voor de bijdrage die van de banken |
lasting op 18 april 2012. |
|||
wordt gevraagd. |
Handelingen II 2011/12, TK |
|||
nr. 78-6, blz.67 |
||||
60. |
2011-2012 |
Toegezegd dat als er aanleiding voor is om |
Staatssecretaris tijdens de |
Niet eerder dan nadat de |
te constateren dat er ontwijkgedrag bij de |
behandeling van het |
Wet bankenbelasting is |
||
banken optreedt, de Kamer hierover zal |
wetsvoorstel bankenbe- |
ingevoerd. |
||
worden ingelicht. |
lasting op 18 april 2012 Handelingen II 2011/12, TK nr. 78–6, blz.84. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
61. |
2011-2012 |
Toegezegd te overleg gen met de banken |
Staatssecretaris tijdens |
In voorbereiding. Er is wel al |
over overheveling tegoeden sociaal-etisch |
wetgevingsoverleg op |
contact opgenomen met de |
||
beleggen naar groen beleggen vóór |
18 juni over o.a. het |
Nederlandse Vereniging van |
||
Prinsjesdag. |
wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 245, nr. 10, blz.37 |
Banken. |
||
62. |
2011-2012 |
Toegezegd op een nader te bepalen moment een afgewogen voorstel te doen om oneigenlijk gebruik en bepaalde constructies te bestrijden, dit naar aanleiding van vragen over het zogenaamde «Scheepjeshofarrest» inzake beleggingsfondsen, onroerendezaakli-chamen en overdrachtsbelasting. |
Staatssecretaris tijdens wetgevingsoverleg op 18 juni over o.a. het wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 245, nr. 10, blz.41 |
In voorbereiding |
63. |
2011-2012 |
Toegezegd om eventuele problemen mbt Bosal mee te nemen bij het BP 2013 |
Staatssecretaris tijdens wetgevingsoverleg op 18 juni over o.a.het wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 245, nr. 10, blz.42 |
In voorbereiding |
64. |
2011-2012 |
Toegezegd de voorhangprocedure van de |
Staatssecretaris tijdens |
Afgerond. De voorhangpro- |
Algemene Maatregel van Bestuur met |
wetgevingsoverleg op |
cedure is opgenomen in de |
||
betrekking tot Bosal, wettelijk te regelen. |
18 juni over o.a. het wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 245, nr. 10, blz. 53 |
Wet van 12 juli 2012. Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321 |
||
65. |
2011-2012 |
Toegezegd zich in te zetten om de btw-systematiek voor de tabaksbranche te wijzigen. |
Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling op 20 juni 2012 over het wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, TK nr. 98, blz. 3–22 |
In voorbereiding |
66. |
2011-2012 |
Toegezegd vóór 1 oktober 2012 een |
Staatssecretaris tijdens het |
Planning vóór 1 oktober |
actieplan naar de Kamer te sturen voor |
AO Belastingdienst op |
2012 |
||
intensivering toezicht en invordering |
27 juni 2012. |
|||
Belastingdienst. |
Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 21 |
|||
67. |
2011-2012 |
Toegezegd in de begroting 2013 recente |
Staatssecretaris tijdens het |
Wordt meegenomen in het |
uitkomsten van de onderzoeken naar de |
AO Belastingdienst op |
actieplan toezicht en |
||
nalevingstekorten bij particulieren en MKB, |
27 juni 2012. Kamerstukken |
invordering Belastingdienst. |
||
op te nemen. |
II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 21 |
(Planning vóór 1 oktober 2012 naar de Kamer) |
||
68. |
2011-2012 |
Toegezegd op korte termijn een brief naar de Kamer te sturen met maatregelen om wat meer checks and balances in te bouwen voor wat betreft ZZP-ers omdat daar ook een deel van de tax gap zit. |
Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 21 |
In voorbereiding |
69. |
2011-2012 |
Toegezegd de praktijk van verzending van dwangbevelen per post te evalueren. |
Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 28 |
In voorbereiding |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
70. |
2011-2012 |
Toegezegd bij het Belastingplan 2013 te bekijken of het mogelijk is rente bij terugvorderingen toeslagen in rekening te brengen. |
Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 29 |
In voorbereiding |
71. |
2011-2012 |
Toegezegd te onderzoeken of de bevestigingsbrief bij wijziging van rekeningnummers nog nodig is. |
Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 29 |
In voorbereiding |
72. |
2011-2012 |
Toegezegd contact op te nemen met de Minister van VWS over het op orde krijgen van de verzekerdenadministratie zorgverzekering. |
Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 30 |
In voorbereiding |
73. |
2011-2012 |
Toegezegd in de eerstvolgende halfjaarrap- |
Staatssecretaris tijdens het |
Eerstvolgende halfjaarrap- |
portage een toelichting te geven op de |
AO Belastingdienst op |
portage in december 2012 |
||
vermindering van het aantal deurwaarders |
27 juni 2012. Kamerstukken |
|||
bij de Belastingdienst. |
II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 33 |
|||
74. |
2011-2012 |
Toegezegd om in de eerstvolgende |
Staatssecretaris tijdens het |
Eerstvolgende halfjaarrap- |
halfjaarrapportage iets op te nemen over de |
AO Belastingdienst op |
portage in december 2012 |
||
Belastingdienst van Caraïbisch Nederland. |
27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 34 |
|||
75. |
2011-2012 |
Toegezegd om vóór het einde van het zomerreces 2012 een brief te sturen met cijfermatige informatie mbt bankbalansen over de jaren 2006 t/m 2009. |
Staatssecretaris in de nota naar aanleiding van het verslag van 29 juni 2012. Kamerstukken I 2011/12, 33 121, F, blz. 9 |
In voorbereiding |
76. |
2011-2012 |
Toegezegd dat de kredietverlening |
Staatssecretaris tijdens de |
3 jaar na invoering van de |
permanent zal worden gemonitord en dat er |
plenaire behandeling in de |
bankenbelasting (2015) |
||
na 3 jaar een evaluatie van de werking van |
EK op 3 juli 2012 over de |
|||
de bankenbelasting plaats zal vinden. |
Wet bankenbelasting. Handelingen I 2011/12, EK nr. 36, blz. 8–78 |
|||
77. |
2011-2012 |
Toegezegd de Kamer te informeren over het betrekken van de werkvloer (belastingdeurwaarders, ontvangers en controleurs) bij de opstelling van het actieplan voor intensivering toezicht en invordering Belastingdienst. |
Staatssecretaris tijdens het debat op 5 juli 2012 naar aanleiding van het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken nog niet beschikbaar |
In voorbereiding |
78. |
2011-2012 |
Toegezegd het onderzoek van HFC naar het belang van de non-bank financiële sector aan de Kamer toe te zenden. |
Staatssecretaris tijdens het debat op 5 juli 2012 naar aanleiding van het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken nog niet beschikbaar |
In voorbereiding |
NIET-FISCAAL
Overzicht van de door de Staten-Generaal aanvaarde moties en door bewindslieden gedane toezeggingen
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties |
||||
Onderdeel A.1 Moties |
waarvan de uitvoering is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
1. |
2010-2011 |
Motie Blanksma-Van den Heuvel, verzoekt |
Kamerstukken II 2010–2011, |
Afgerond. Motie is nadruk- |
passende maatregelen regering zodat |
31 980, nr. 24. |
kelijk onder de aandacht |
||
banken Code Banken kunnen aanvullen en |
gebracht van de NVB. Zie |
|||
Tweede Kamer voor september 2011 |
het overzicht bij Kamer- |
|||
informeren over de |
stukken II, 2011–2012, |
|||
implementatie van deze maatregelen. |
31 980, nr. 55. |
|||
2. |
2010-2011 |
Motie Blanksma-Van den Heuvel, verzoekt |
Kamerstukken II 2010–2011, |
Afgerond. Motie is nadruk- |
alvast wetgeving voor te bereiden om |
31 980, nr. 26. |
kelijk onder de aandacht |
||
aanbevelingen uit Code Banken indien |
gebracht van de NVB. Zie |
|||
mogelijk op zeer korte termijn wettelijk te |
het overzicht bij Kamer- |
|||
kunnen verankeren. |
stukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 55. |
|||
3. |
2010-2011 |
Motie Huizing, verzoekt koppeling |
Kamerstukken II 2010–2011, |
Afgerond. Wetgeving is in |
bankierseed aan de geschiktheids- en |
31 980, nr. 37. |
gang gezet. Onderdeel van |
||
betrouwbaarheidstoets van DNB en AFM. |
de Wijzigingswet Financiële Markten 2013. Zie o.a. Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nrs. 63 en 76. |
|||
4. |
2010-2011 |
Motie Dijkhoff/Ormel over een Europese |
Kamerstukken II, 2010–2011, |
Afgerond. Kamerstukken II, |
financiële transactiebelasting als nieuw |
21 501-20, nr. 546. |
2010-2011, 21 501-20, nr. |
||
eigen middel van de EU. |
553, p. 12. |
|||
5. |
2010-2011 |
Motie Plasterk c.s., verzoekt het regelen van |
Kamerstukken II 2010–2011, |
Afgerond. Het productgoed- |
wettelijke bevoegdheden aan de AFM voor |
31 980 nr. 35. |
keuringsproces maakt deel |
||
toezicht het beleid inzake de ontwikkeling |
uit van het Wijzigingsbesluit |
|||
van financiële producten. |
Financiële Markten 2013. |
|||
6. |
2010-2011 |
Motie Schouw c.s. over het opnemen van |
Kamerstukken II, 2010–2011, |
Verwijzing in departe- |
de landenspecifieke aanbevelingen voor |
21 501-20, nr. 537. |
mentale begrotingen 2012 |
||
Nederland in de departementale begro- |
en miljoenennota 2012. Het |
|||
tingen. |
zal tevens worden opgenomen in de miljoenennota 2013. |
|||
7. |
2010-2011 |
Motie Plasterk c.s. over het vooraf |
Kamerstukken II, 2010–2011, |
Kamerstuk 21 501-07, nr. 921 |
bespreken met de Tweede Kamer van door |
21 501-20, nr. 547. |
en Kamerstuk 21 501-20, nr. |
||
Nederland voorgestelde wijzigingen in de |
639, besproken tijdens het |
|||
aanbevelingen aan Nederland in het kader |
Algemeen Overleg van |
|||
van het Europese semester. |
13 juni 2012: zie Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 935. |
|||
8. |
2010-2011 |
Motie Ten Broeke/Ormel over nominale |
Kamerstukken II, 2010–2011, |
Afgerond. Eerste deel motie |
bevriezing EU-begroting 2012 en behoud |
32 502, nr.4. |
beantwoord in brief aan de |
||
korting bij volgend MFK EU-begroting. |
Tweede Kamer (overgenomen in Nederlandse inzet). Tweede deel beantwoord bij reactie Commissievoorstel MFK. Kamerstuk 21 501-03, nr.58 en Kamerstuk 21 501-20, nr. 553. |
|||
9. |
2010-2011 |
Motie Plasterk/Voordewind over inzet op |
Kamerstukken II, 2010–2011, |
Afgerond. Eerste deel motie |
nominale bevriezing EU-begroting 2012 en |
32 502, nr.19 . |
beantwoord in brief aan |
||
2013 alsmede bij volgend MFK (2014–2020). |
Tweede Kamer (overgenomen in Nederlandse inzet). Tweede deel beantwoord bij reactie Commissievoorstel MFK. Kamerstuk 21 501-03, nr.58 en Kamerstuk 21 501-20, nr. 553. |
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties |
||||
Onderdeel A.1 Moties |
waarvan de uitvoering is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
10. |
2010-2011 |
Motie Plasterk/Ten Broeke over de |
Kamerstukken II, 2010–2011, |
Afgerond. Begin september |
Nederlandse inzet bij de onderhandelingen |
32 502, nr.7. |
heeft kabinet reactie |
||
MFK waarbij gefocust zou moeten worden |
gestuurd naar de Kamer |
|||
op vier doelstellingen. |
over Commissievoorstel nieuw MFK. Kamerstuk 21 501-20, nr. 553. |
|||
11. |
2010-2011 |
Motie Ormel c.s. over synergie Europees |
Kamerstukken II, 2010–2011, |
Afgerond. Begin september |
beleid/besparingen en nationaal beleid/ |
32 502, nr.8. |
heeft kabinet reactie naar |
||
besparingen. |
Kamer over Commissievoorstel nieuw MFK gestuurd. Kamerstuk 21 501-20, nr. 553. |
|||
12. |
2010-2011 |
Motie Pechtold/Van Gent over het infor- |
Kamerstukken II, 2010–2011, |
Zie brief toekomst visie |
meren van de Kamer bij het definitieve |
21507-07, nr. 826. |
EMU. Kamerstukken II, |
||
steunpakket over de visie op de toekomst |
2010-2011, 21 501-07, nr. |
|||
van de Europese Monetaire Unie. |
839. |
|||
13. |
2011-2012 |
Motie Koolmees/Braakhuis over de toestand |
Kamerstukken II 2011–2012, |
Afgerond bij brief van |
van ’s Rijks Financiën/ MEOP. |
33 000, nr. 49. |
29 november 2011 (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 869). |
||
14. |
2011-2012 |
Motie Koolmees c.s. over uitwerking van |
Kamerstukken II 2011–2012, |
Brief regering – minister van |
het akkoord. |
21 501-20, nr. 576. |
Financiën, J.C. de Jager – 29 november 2011. Reactie op motie Koolmees en Braakhuis (33 000, nr. 49) aangaande de macro-economische onevenwichtigheden en het voorkomen en mitigeren van deze onevenwichtigheden. Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 869. |
||
15. |
2011-2012 |
Motie Sap/Schouw over wegnemen van |
Kamerstukken II 2011–2012, |
Verslag informele Europese |
bezwaren van het Europees Parlement. |
21 501-20, nr.607. |
Raad. Kamerstuk 21 501-20, nr. 611. |
||
16. |
2011-2012 |
Motie Blanksma-Van den Heuvel c.s. over |
Kamerstukken II, 2011–2012, |
Afgerond. Zie Kamerstukken |
deelname van Italië en Spanje aan |
21 501-20, nr. 579. |
II, 2011-2012, 21 501-20, nr |
||
preventieve programma’s . |
584 p. 27. |
|||
17. |
2011-2012 |
Motie Sap c.s. over een analyse van de |
Kamerstukken II 2011–2012, |
Kamerstuk 21 501-07, nr. |
opties vergroting noodfonds. |
21 501-20, nr. 580. |
868. |
||
18. |
2011-2012 |
Motie Plasterk c.s. over de onderhande- |
Kamerstukken II, 2011–2012, |
Afgerond. Zie o.a. |
lingen over de «by-laws». |
33 221, nr. 10. |
Kamerstuk 2011–2012, 33 221, nr. B. |
||
19. |
2011-2012 |
Motie Slob/Voordewind spreekt uit dat de |
Kamerstukken II, 33 280, nr. |
De Kamer wordt geïnfor- |
regering in 2013 óók geen indexatie van de |
11. |
meerd in hoofdstuk 2 van de |
||
uitvoerings-kosten toepast voor contract- |
Miljoenennota 2013. |
|||
loonstijging voor de overige budgetgefinan- |
||||
cierde zbo’s |
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties
Onderdeel A.2 Moties waarvan de uitvoering nog niet is afgerond
Vergaderjaar Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van zaken/Planning
2008-2009
2010-2011
2010-2011
2010-2011
2010-2011
Verzoek om loyaliteitsdividend en extra stemrecht voor trouwe aandeelhouders wettelijk te verankeren.
Kamerstukken II, 2008–2009, 31 371, nr. 197.
Motie Haubrich-Gooskens, verzoekt de regering stappen te nemen om te komen tot een verbod op aantoonbare directe investeringen in de productie, verkoop en distributie van clustermunitie. Motie Braakhuis om de Tweede Kamer voortaan halfjaarlijks in te lichten over de voortgang van de implementatie van de 27 aanbevelingen van de commissie-De Wit.
Motie Slob/Braakhuis over een actieve inzet voor herziening van de strikte geheimhoudingsplicht.
Eerste Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 187 (R1902),
Kamerstukken II, 2010–2011, 31 980, nr. 34.
Kamerstukken II, 2010–2011, 31 980, nr. 20.
Motie Huizing, verzoekt de Kamer te informeren indien de naleving van de beloningsbepalingen uit de Code Banken onvoldoende is en de toezichthouders niet hebben ingegrepen.
Kamerstukken II 2010–2011, 31 980, nr. 22.
De minister van Veiligheid en Justitie is in zijn brief van 28 april 2011 ingegaan op de mogelijkheden van het wettelijk regelen van het belonen van langetermijn aandeelhouders (Kamerstukken 31 980, nr. 48). In november 2011 heeft een rondetafelgesprek plaatsgevonden met vertegenwoordigers van aandeelhouders en ondernemingen en academici om te bezien of een wettelijke regeling voor loyaliteitsdividend kan bijdragen aan langetermijn-aandeelhouderschap. Deze deskundigen gaven aan dat er onvoldoende zicht is op de positieve effecten van een dergelijke regeling. De algemene conclusie is dat het belonen van langetermijn-aandeelhouderschap via extra stemrecht of extra dividend geen effectief middel is om lange termijn waardecreatie te behalen en om de negatieve aspecten van korte termijn handel te voorkomen. Het verbod op investeringen in clustermunitie maakt deel uit van het Wijzigingsbesluit Financiële Markten 2013.
Tweede voortgangsrapportage is in mei 2012 verstuurd. Rapportage over de voortgang vindt voortaan plaats tezamen met de reactie op de jaarlijkse wetgevings-brieven van DNB en de AFM. In lijn met de motie is met succes bepleit dat er in CRD IV een bepaling omtrent verruiming van het vertrou-welijkheidsregime wordt opgenomen. Zie ook de tweede voortgangsrapportage commissie-De Wit van 29 mei 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 72, bijlage). De Monitoring Commissie heeft eind 2012 gerapporteerd (Kamerstukken II 2011/12, 32 013, nr. 18.). Hieruit bleek dat er flinke stappen waren gezet, maar dat men er nog niet was. Eind 2013 zal de Commissie wederom rapporteren.
1.
2.
F.
3.
4.
5.
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties
Onderdeel A.2 Moties waarvan de uitvoering nog niet is afgerond
Vergaderjaar Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van zaken/Planning
2010-2011
10.
2010-2011
2010-2011
2010-2011
2010-2011
11.
2011-2012
Motie Braakhuis c.s., verzoekt oproep Kamerstukken II 2010–2011,
financiële instellingen om gedragscodes op 31 980, nr. 33. te stellen.
Motie Van Vliet, vraagt het kabinet geen «onomkeerbare stappen; in de privatisering van ABN AMRO te zetten zonder de Kamer in te lichten.
Motie Groot/Bashir, vraagt het kabinet de wenselijkheid en vorm van een permanent belang in ABN AMRO te onderzoeken. Motie Blanksma-Van den Heuvel, vraagt het kabinet na te denken over de corporate governance van ABN AMRO ná de exit.
Motie nr. 28. Zorgen dat nummerportabi-liteit zo snel mogelijk wordt ingevoerd en de Kamer voor het zomerreces informeren over de stappen die hiertoe worden genomen.
Kamerstukken II, 2010–2011, 28 165, nr. 125.
Kamerstukken II, 2010–2011, 28 165, nr. 127.
Kamerstukken II, 2010–2011, 28 165, nr. 128.
N.a.v. Kamerstukken II 31 980, nr. 46.
Motie Backer c.s. verzoekt om met voorrang na te streven in de EU dat er een volwaardige Europese toezichthouder op banken ontstaat.
Eerste Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 33 000, M.
Overleg gevoerd met betrokken instanties, DUFAS, ministerie SZW en de Pensioenraad. Tweede Kamer wordt op de hoogte gehouden via de halfjaarlijkse voortgangsrapportage over aanbevelingen commissie-De Wit.
De minister zal de Tweede Kamer nadere informatie sturen in aanloop naar de exit.
De minister zal de Tweede Kamer nadere informatie sturen, waarschijnlijk in 2012. De minister zal de Tweede Kamer nadere informatie sturen in aanloop naar de exit.
Middels de brief van 7 maart 2012 is de Tweede Kamer op de hoogte gesteld van de kabinetsreactie t.a.v. het groenboek van de EC getiteld «Naar een geïntegreerde Europese markt voor kaart-, internet- en mobiele betalingen» (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 22 112, nr. 1375). Hierin heeft Nederland nogmaals een oproep gedaan aan de Europese Commissie om te bekijken welke mogelijkheden op termijn bestaan voor de invoering van nummerporta-biliteit. Nederland zal in Europa, in elk passend gremium, blijven pleiten voor nummerportabiliteit. Op basis van de conclusies van de Eurotop en Europese Raad (ER) van 28 en 29 juni wordt er op dit moment in Europa gewerkt aan het opzetten van Europees bankentoezicht (Effective Single Supervisory Mechanism). Effectief Europees bankentoezicht is als voorwaarde gesteld voor het mogelijk maken van directe herkapitalisatie van Europese banken door het ESM. De Europese Commissie (EC) publiceert naar verwachting in september een voorstel voor een verordening waarmee dit Europese bankentoezicht wordt opgericht.
6.
7.
8.
9.
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties
Onderdeel A.2 Moties waarvan de uitvoering nog niet is afgerond
Vergaderjaar Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van zaken/Planning
12.
13.
14.
15.
2011-2012
2011-2012
2011-2012
2011-2012
16.
2011-2012
17.
18.
2011-2012
2011-2012
Verzoek om een brief met een reactie op het rapport van Worldwide Investments in Cluster Munitions.
Motie Leegte, vraagt het kabinet om de Kamer te informeren over alle financiële risico’s voor de belastingbetaler als gevolg van Duitse investeringen van TenneT. Motie Harbers c.s. over vooraf voor instemming voorleggen van een verhoging of wijziging van het maatschappelijk kapitaal.
Motie Blanksma-Van den Heuvel c.s. over een maximale en zo vroeg mogelijke betrokkenheid van het IMF.
Motie Harbers c.s. over afspraken over tekorten en schulden.
Ordedebat, Regeling van werkzaamheden, 14 juni
2012.
Kamerstukken II, 2011–2012,
29 023, nr. 125.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 33 221, nr. 11.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 33 221, nr. 12.
Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-20, nr. 577.
Motie Dijkgraaf over de AAA-status van Frankrijk.
Motie-Van Vliet over een wettelijke regeling vergelijkbaar met Volcker Rule.
Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-20, nr. 581.
Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 64.
In voorbereiding.
De minister zal de Tweede Kamer informeren over de risico’s.
Tot nu toe is er geen sprake geweest van verhoging van het maatschappelijk kapitaal.
Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 932 voor IMF betrokkenheid bij de steun voor Spanje en Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 931 voor IMF betrokkenheid bij de steun voor Cyprus De kabinetsinzet ten aanzien van de toekomstige vormgeving van de EMU is neergelegd in Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 839. Het kabinet blijft zich inzetten voor realisatie van het daarin beschreven sanctie-instrumentarium. Motie niet langer actueel nu rating van Frankrijk in januari 2012 door S&P is verlaagd en Frankrijk geen AAA-status meer bezit bij alle grootste rating-agencies. Zoals aangegeven in het VAO van 18 april 2012, zal eerst gepoogd worden invulling te geven aan de Volcker-rule op EU-niveau. Hiervoor is het rapport van belang van de door de Europese Commissie ingestelde «High-level expert Group on reforming the structure of the EU banking sector» dat deze zomer wordt verwacht. Vervolgens zal de wijze waarop de Volcker-rule in Nederland moet worden ingevoerd, worden onderzocht door de Nederlandse onderzoekscommissie die aansluitend op de High-level expert group aan het werk zal gaan om aanbevelingen te doen over de toekomst van de Nederlandse bancaire sector.
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties |
||||
Onderdeel A.2 Moties |
waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
|||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats |
Stand van zaken/Planning |
|
19. |
2011-2012 |
Motie-Huizing over de nutsfuncties van |
Kamerstukken II, 2011–2012, |
De Nederlandsche Bank is in |
banken. |
31 980, nr. 65. |
samenwerking met de betrokken banken doende om resolutieplannen op te stellen voor de Nederlandse systeembanken. De Europese Commissie heeft inmiddels een richtlijnvoorstel gepubliceerd voor een raamwerk voor herstelen resolutieplannen op EU-niveau. |
||
20. |
2011-2012 |
Motie-Blanksma-van den Heuvel/Plasterk |
Kamerstukken II, 2011–2012, |
De instelling van de |
over het instellen van een commissie. |
31 980, nr. 71 |
commissie is in voorbereiding. |
||
21. |
2011-2012 |
Motie-Blanksma-van den Heuvel c.s. over |
Kamerstukken II, 2011–2012, |
De motie betreft een aspect |
niet investeren in risicovolle beleggingsca- |
31 980, nr. 67. |
dat wordt onderzocht in de |
||
tegorieën. |
context van de Volcker-rule. Deze materie zal worden betrokken in het onderzoek van de commissie die aanbevelingen zal doen over de toekomst van de bancaire sector. |
|||
22 |
2011-2012 |
Motie Pechtold over voorafgaand aan |
Debat over de Europese Top |
Tot nu toe aan voldaan. Zie |
belangrijke bijeenkomsten over de aanpak |
21 501-20, nr. 645. |
alle verzonden Geannoteerde |
||
van de eurocrisis helder en eenduidig te |
Agenda’s t.b.v. de Eurogroep |
|||
communiceren over de inzet van het |
en Ecofin Raden en de |
|||
kabinet in Europees verband; |
Geannoteerde Agenda’s t.b.v. de Europese Raden. |
|||
23. |
2011-2012 |
Motie Voordewind/Slob over bij Prins- |
Kamerstukken II, 33 280, nr. |
De Kamer wordt geïnfor- |
jesdag te informeren op welke wijze |
10. |
meerd bij de Algemene |
||
teruglopende onderwijsbudgetten vanwege |
Financiële Beschouwingen of |
|||
dalende leerlingaantallen toch voor het |
de begrotingsbehandeling |
|||
onderwijs behouden kunnen blijven. |
van het ministerie van OCW. |
|||
24. |
2011-2012 |
De motie heeft betrekking op de voorge- |
Kamerstukken II, 32 730, nr. |
De in de omschrijving van de |
nomen huurprijsherziening van ligplaatsen |
10. |
motie genoemde keuze is niet |
||
voor woonboten op Staatseigendom en |
gemaakt door de huurders |
|||
voorziet in een keuze door de |
waardoor terug gevallen is op |
|||
woonbooteigenaren/huurders van |
het oorspronkelijke huurprijs- |
|||
ligplaatsen tussen het oorspronkelijke |
herzieningsvoorstel met |
|||
huurprijsherzieningsvoorstel met versoepe- |
versoepelingen. Huurders van |
|||
lingen in combinatie met het door de |
ligplaatsen voor woonboten |
|||
verhuurder in gezamenlijkheid met |
ontvangen ter uitvoering van |
|||
woonbootorganisaties voeren van bindend |
de motie in 2012/2013 onder |
|||
adviesprocedures ter vaststelling van de |
toepassing van maatwerk |
|||
huurprijs en het oorspronkelijke huurprijs- |
(nieuwe) huurprijsherzie- |
|||
herzieningsvoorstel met versoepelingen. |
ningsvoorstellen. |
|||
25. |
2011-2012 |
Motie Sent c.s. verzoekt het kabinet de |
Eerste Kamer, vergaderjaar |
De Kamer zal geïnformeerd |
Kamer tijdig, in elk geval uiterlijk 1 juni |
2011–2012, 33 121, J. |
worden over de kredietverle- |
||
2013, te informeren over de kredietverle- |
ningssituatie in Nederland. |
|||
ningssituatie in Nederland middels een |
||||
rapport van De Nederlandsche Bank en, |
||||
indien noodzakelijk, onmiddellijk in te |
||||
grijpen in de situatie. |
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond
Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken/planning
2006-2007
De minister zal bezien in overleg met de minister van Justitie, of artikel 2:8 BW verder moet worden gespecificeerd.
AO Commissie Frijns 5 juli 2007, Kamerstukken II 2006–2007, 31 083, nr. 2.
-
2.2008-2009
-
3.2008-2009
-
4.2009-2010
Toezegging om de Kamer te informeren over de problematiek vanuit de FNLI.
Toezegging om schriftelijk in te gaan op de voorwaarden voor het krijgen van leningen uit hoofde van de betalingsbalanssteun van de Europese Unie.
Studie dienstverlening in andere landen.
Plenair debat van 21 januari 2009.
AO van 3 juni 2009.
AO 3 december, regels voor de Financiële dienstverlening, Kamerstukken II, 29 507, nr. 90, de brief van de minister van Financiën d.d. 27 november 2009 inzake Regelgeving financiële dienstverlening, Kamerstukken II, 29 507, nr. 89.
Er is geen aanleiding om de regelgeving aan te passen. In overweging 9 van de Nederlandse corporate governance code van 2008 is opgenomen dat aandeelhouders bij hun handelen in beginsel hun eigen belangen mogen nastreven, binnen het kader van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Hoe groter het belang is dat een aandeelhouder in de vennootschap houdt, hoe groter zijn verantwoordelijkheid is jegens de vennootschap, minderheidsaandeelhouders en andere bij de vennootschap betrokkenen. Voorts is het enquêterecht aangepast en dit treedt op 1 januari 2013 in werking. Op basis van de nieuwe regels kan een vennootschap een enquête starten jegens individuele aandeelhouders die zich misdragen. Aan deze toezegging is voldaan. Zie brief Kredietver-zekeringsmaatregelen d.d. 26 juni 2009 (Kamerstukken II, 2008–2009, 31 371 nr. 223). Aan deze toezegging is voldaan. Zie Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 6 en 7 juli 2009, verzonden op 25 juni 2009. De norm voor het productontwikkelingsproces maakt deel uit van het Wijzigingsbesluit Financiële Markten 2013. In deze norm is ook een analyse van de internationale regels meegenomen.
1.
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond
Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken/planning
2009-2010
Nader onderzoek consumentenwebsite naar Engels model.
AO van 3 december 2009.
2009-2010
2009-2010
2009-2010
Vraag van het lid Tang omtrent financiële exposure bij Spaanse instellingen.
Tijdens het AO is toegezegd op een rij te zetten waarom er verschil van mening is over het instrument dat gebruikt had kunnen worden bij de aanbeveling.
Nadere informatie over de bankenbelasting.
AO van 11 februari 2010.
AO van 10 maart 2010.
2009-2010
Toezegging om in de schriftelijke beantwoording bij de Voorjaarsnota in te gaan op de klimaatfinanciering.
AO 14 april 2010, Toekomst Financiële sector, de brief van de minister van Financiën d.d. 7 april 2010 over de maatregelen voor de financiële sector op de korte termijn, Kamerstukken II, 32 013, nr. 12. Kamerstukken II, 2009–2010, 21 501-07, nr. 737.
Uitgevoerd. De FSA heeft ons bericht dat de site toentertijd (februari 2010) werd bezocht door circa 18 000 bezoekers per week en het budget voor hun gehele programma gericht op financiële bekwaamheid 21 miljoen pond bedroeg. De website wijzeringeldzaken is sedertdien uitgebreid. Daarbij is voor een opzet gekozen dat past bij de platformgedachte en bovendien past binnen het beschikbare, veel geringere, budget van Wijzer in geldzaken. De website is onderverdeeld in overzichtelijke en aansprekende themas, waaronder de levensfasen, die doorverwijzen naar relevante informatie van onder meer de partners van Wijzer in geldzaken. Dit heeft geresulteerd in maar liefst 1 157 634 bezoeken in 2011 (oftewel 22 262 bezoeken per week). Aan deze toezegging is voldaan. Zie hiervoor o.a. de brief van 13 juni 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 922) ter beantwoording van de vragen van het lid Van Dijck. Aan deze toezegging is voldaan. Zo heeft er o.a. een gesprek plaatsgevonden tussen de Kamer en professor Scheltema, en een gesprek tussen de Kamer en de toezichthouders. Afgehandeld met brief van de minister d.d. 18 mei 2010. Kamerstuk 31 980 nr. 9, pagina 8–11.
Aan deze toezegging is voldaan. Zie Handelingen II, 2010–2011, vergadering- nummer 14.
5.
6.
7.
8.
9.
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond
Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken/planning
-
10.2009-2010
Inzet in de discussies omtrent dark pools.
AO van 11 februari 2010.
-
11.2009-2010
-
12.2009-2010
-
13.2009-2010
Toezegging om het verslag van de bijeenkomst van de Van Rompuygroep voor het AO van 16 juni aan de Kamer te doen toekomen, alsmede om de Kamer op de hoogte te houden van de bijeenkomsten.
AO van 2 juni 2010.
Evaluatie Stimuleringspakket: Debat over Voorjaarsnota
De toezegging om, voor zover het mogelijk is, 2010. op het deelniveau van de regelingen (die onderdeel uitmaken van het stimuleringspakket) te evalueren wat de effectiviteit is geweest, met als doel te leren (wat effectief is en wat niet) en lessen te trekken voor de toekomst.
Toezegging om te onderzoeken of onderuitge- Debat over Voorjaarsnota putte budgetten kunnen worden ingezet voor 2010. stimulatieregelingen voor de woningmarkt.
In december 2011 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inzet tijdens de onderhandelingen in Brussel over de herziening van MiFID (MiFID II). De reikwijdte van MiFID wordt uitgebreid waardoor meer activiteiten onder de richtlijn komen te vallen, en transparantie wordt vergroot. Zie Kamerstukken II 2011/12, 22 112, nr. 1271. Aan deze toezegging is voldaan. Zie Verslag van de Ecofin Raad van 7 en 8 juni 2010 (Kamerstukken II, 2009–2010, 21 501-07, nr. 742) van 15 juni 2010; Verslag van de Eurogroep en Ecofin Raad van 12 en 13 juli en Van Rompuy werkgroep 12 juli 2010 (Kamerstukken II, 2009–2010, 21 501-07, nr. 746)) van 20 juli 2010; Verslag Eurogroep, Ecofin Raad en Van Rompuy Taskforce 6 en 7 september te Brussel (Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nr. 751) van 13 september 2010; Verslag Van Rompuy werkgroep van 27 september 2010 (BFB10– 1098M) van 4 oktober 2010; Verslag van de Van Rompuy Werkgroep en de Eurogroep van 18 oktober en de Ecofin Raad van 19 oktober 2010 te Luxemburg (Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nr. 758) van 26 oktober 2010; Verslag van de Eurogroep en Ecofin Raad van 6 en 7 december 2010 (Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nr. 771) van 15 december 2010. Aan deze toezegging is voldaan.
(zie Kamerstukken II, 2010–2011, 33 000, nr. 32).
Aan deze toezegging is voldaan (zie. Kamerstukken II, 2009–2010, 32 395, nr. 14). Budgettair verwerkt bij Slotwet 2010 («herinzet middelen stimuleren woningbouw»).
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/planning |
|
14. |
2010-2011 |
Een overzicht van het beleid t.a.v. investe- |
Spoeddebat clustermunitie |
Vervalt met de introductie van |
ringen in clustermunitie van banken en |
22 september 2010 (door |
het verbod op investeringen |
||
verzekeraars die steun van de overheid |
minister Donner). |
in clustermunitie, dat deel |
||
hebben ontvangen (in samenwerking met |
uitmaakt van het Wijzigings- |
|||
SZW, die hieraan gekoppeld een brief over |
besluit Financiële Markten |
|||
toepasbaarheid aanpak kinderarbeid op |
2013. |
|||
clustermunitie-casus moet schrijven). |
||||
15. |
2010-2011 |
Toezegging om schriftelijk te verduidelijken wat de taakverdeling en de overdracht van beslissingsbevoegdheid inhoudt. |
AO van 6 oktober 2010. |
Aan deze toezegging is voldaan (zie Kamerstukken 2010–2011, 26 234, nr. 108). |
16. |
2010-2011 |
Toezegging terug te komen op de vraag hoe |
AO Jaarvergadering |
Afgerond. Zie onder meer |
de rol van de Wereldbank tijdens de crisis |
IMF/Wereldbank, 6 oktober |
geannoteerde agenda VJV |
||
zich tot de EPA’s verhoudt. |
2010. Kamerstukken 2010–2011, 26 234, nr. 107. |
april 2011: kamerstukken 2010–2011, 26 234, nr. 112. |
||
17. |
2010-2011 |
Toezegging om terug te komen op vragen van het lid Sap over het beschermen van kleine spaarders. |
AO van 28 oktober 2010 . |
Afgerond. De informatievoorziening aan consumenten wordt verbeterd in de nieuwe richtlijn inzake DGS. Nederland zet zich hier in de onderhandeling voor in. Zie o.a. Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nrs. 776 en 791. |
18. |
2010-2011 |
Toezegging om terug te komen op vragen van het lid Blanksma-Van den Heuvel omtrent de hoogte van claims. |
AO van 28 oktober 2010. |
Aan deze toezegging is voldaan. In de tweede termijn van het betreffende AO is antwoord gegeven op de vragen van het lid Blanksma-Van den Heuvel (zie Kamerstukken II, 2010–2011, 32 432, nr. 9, p. 30–35). |
19. |
2011-2011 |
Toezegging om de verantwoordelijke |
Algemene Financiële |
Aan deze toezegging is |
bewindspersoon uit te nodigen de vragen van |
Beschouwingen 2011. |
voldaan. |
||
het lid Reuten naar het CBS door te geleiden. |
||||
20. |
2010-2011 |
Vooruitlopend op het algehele provisieverbod |
AO 25 november 2010 |
Deze maatregelen zijn |
prioriteit te geven aan bonusprovisieverbod |
bespreking evaluatie |
verwerkt in het Wijzigingsbe- |
||
bij schadeverzekeringen en norm tegen |
provisieregelgeving en |
sluit financiële markten 2012 |
||
excessieve beloningen die klant direct aan |
voorstel provisieverbod |
dat per 1 januari 2012 in |
||
adviseur betaalt. |
Kamerstukken II, 31 086, nr. 26. |
werking is getreden. Het bonusprovisieverbod is neergelegd in artikel 149a aanhef en lid 2 onderdeel c van het Besluit Gedragstoe-zicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) en de norm tegen excessieve beloningen in artikel 149a lid 2 onder a BGfo. |
||
21 |
2010-2011 |
Toezegging schriftelijk in te gaan op Nederlandse prioriteiten voor Franse G20-top. |
AO 2 december 2010. |
Aan deze toezegging is voldaan. Zie Kamerstuk 21 501-07 nr. 790. |
22. |
2010-2011 |
Toezegging om aan de Kamer te rapporteren |
Plenair debat van 17 maart |
Aan deze toezegging is |
over de uitvoering van de motie over de |
2011. |
voldaan bij brief van 13 april |
||
bankierseed. |
2012, waarin de beleidsvoornemens over een eed of belofte uiteen worden gezet (Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 63). |
|||
23. |
2010-2011 |
Toezegging om wettelijke maatregelen te |
Plenair debat van 17 maart |
Aan deze toezegging is |
nemen t.a.v. Code Banken indien het rapport |
2011. |
voldaan, zie de reactie van de |
||
hiertoe aanleiding geeft. |
minister op de rapportages van MCB en DNB (Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 55, p. 11–12). |
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/planning |
|
24. |
2010-2011 |
Toezegging Kamer nadere duidelijkheid te |
AO Jaarvergadering |
Aan deze toezegging is |
geven over de discussie rond de stoel/ |
IMF/Wereldbank, 12 april |
voldaan, zie Kamerstuk |
||
onverwijld te informeren. |
2011. Kamerstukken 2010–2011, 26 234, nr. 114. |
26 234 nr. 121 en Kamerstuk 26 234 nr. 125. |
||
25. |
2010-2011 |
Aangaande beleggingsverzekeringen wil de |
AO van 20 april 2011 |
Afgerond. Tweede Kamer is |
minister op basis van een inventarisatie van |
Kamerstukken II 29 507, nr. |
geïnformeerd bij brief van |
||
de verschillende regelingen en het flankerend |
100. |
24 november 2011, Kamer- |
||
beleid het gesprek met verzekeraars en |
stukken II 2011–2012, 29 507, |
|||
consumentenstichtingen aangaan. |
nr. 106. |
|||
26. |
2010-2011 |
Toezeggingen: |
AO «Verantwoording en |
Aan de toezeggingen is |
– om de ministers te vragen het inzicht in de |
toezicht bij rechtspersonen |
voldaan. De verbeteringen |
||
rechtmatigheid, de toezichtsvisies, en de |
met een wettelijke taak en |
met betrekking tot jaarver- |
||
financiële stromen bij RWT’s in de departe- |
bij overheidsstichtingen» |
slagen zijn in de Rijksbegro- |
||
mentale jaarverslagen te verbeteren en per |
d.d. 27 april 2011. |
tingvoorschriften verwerkt. |
||
departement |
||||
– een overzicht van stichtingen openbaar te |
||||
maken, en: |
||||
– reviews op accountantscontroles bij RWT’s |
||||
zullen voortaan periodiek op basis van een |
||||
risicoanalyse plaatsvinden. |
||||
27. |
2010-2011 |
De minister heeft toegezegd bij het toesturen |
Eerste Kamer behandeling |
In de beleids-en wetgeving- |
van zijn voornemens ten aanzien van wet- en |
van Wijzigingswet |
brief op het terrein van de |
||
regelgeving op het terrein van de financiële |
Financiële Markten 2010, |
financiële markten, die eind |
||
markten ook inzicht te geven in de |
10 mei 2011 (Handelingen I |
oktober 2011 naar het |
||
samenhang van deze voornemens. |
2010–2011, nr. 26 item 5). |
parlement is gestuurd (Kamerstukken II 2010/11 31 980, nr. 55), is uitgebreid ingegaan op bedoelde samenhang. |
||
28. |
2010-2011 |
Toezegging om extra wettelijke maatregelen |
Eerste Kamer behandeling |
Het productontwikkelings- |
te treffen, indien de naleving van een |
van Wijzigingswet |
proces maakt deel uit van het |
||
goedwerkend productontwikkelingsprocees |
Financiële Markten 2010, |
Wijzigingsbesluit Financiële |
||
onvoldoende is. |
10 mei 2011 (Handelingen I 2010–2011, nr. 26 item 5) |
Markten 2013. |
||
29. |
2010-2011 |
Toezegging om aan de minister van BZK het gevoelen van de kamer inzake hypotheken en particuliere erfpacht over te brengen. |
AO van 18 mei 2011. |
Deze wens is op ambtelijk niveau overgebracht aan BZK. |
30. |
2010-2011 |
Bezuinigingsmonitor: |
Verantwoordingsdebat, |
Zoals toegezegd zal de |
Toezegging om te rapporteren over de |
19 mei 2011. |
monitor twee keer per jaar |
||
voortgang van de bezuinigingsmaatregelen |
verschijnen. Ten tijde van het |
|||
en alle tekortreducerende maatregelen uit het |
financieel jaarverslag en ook |
|||
regeerakkoord. |
op Prinsjesdag bij de Miljoenennota. |
|||
31. |
2010-2011 |
Brief met idee over alternatieve aanpak |
AO van 7 juni 2011 over |
Op 23 september 2011 is |
uitvaartverzekeringen. |
provisieregelgeving Kamerstukken II, 31 086, nr. 28. |
hierover een brief aan de Kamer gezonden Kamerstukken II, 32 545, nr. 4). Ingevolge deze brief en de reactie van de Tweede Kamer in het AO van 8 maart 2012 (Kamerstukken II 32 545 , nr. 8), zijn uitvaartverzekeringen onder het provisieverbod geschaard. |
||
32. |
2010-2011 |
In de toelichting bij wijziging Bgfo |
AO van 7 juni 2011 over |
In de toelichting bij de norm |
voorbeelden noemen m.b.t. excessieve |
provisieregelgeving |
tegen excessieve beloningen |
||
beloningen. |
Kamerstukken II 31 086, nr.28. |
in artikel 149a lid 2 onder a BGfo zijn voorbeelden opgenomen. |
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/planning |
|
33. |
2010-2011 |
Toezegging om de volledige set indicatoren aan de Kamer voor te leggen, alvorens akkoord te geven. |
AO van 29 juni 2011. |
Aan deze toezegging is voldaan. Zie Geannoteerde Agenda t.b.v. Eurogroep en Ecofin Raad van 7 en 8 november 2011 (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 857) met mogelijkheid tot bespreken in het AO van 3 november 2011. |
34. |
2010-2011 |
Toezegging om de Kamer schriftelijk te informeren over de door Griekenland genomen maatregelen. |
AO van 21 juli 2011. |
Aan deze toezegging is voldaan. Zie Schriftelijk Overleg inzake het verslag van de vergadering van de staatshoofden en regeringsleiders van het eurogebied d.d. 21 juli 2011 en de garantiestelling aan de ECB (Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nr. 830 en ook Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nr. 808). |
35 |
2010-2011 |
Tijdens het Algemeen Overleg op 16 augustus toegezegd een analyse te sturen van de voor-en nadelen van eurobonds. |
AO van 16 augustus 2011. |
Aan deze toezegging is voldaan, zie Kamerstukken II 2011–2012 21 501-07 nr. 844 (Verstuurd 5 oktober, BFB2011–2288M). |
36. |
2010-2011 |
Toezegging om het risicoprofiel n.a.v. de verstrekte garanties te melden in het jaarverslag van Financiën en het jaarverslag staatsdeelnemingen. |
Debat Voorjaarsnota. |
Voldaan. Opgenomen in FJR 2011. |
37. |
2010-2011 |
Tijdens het Algemeen Overleg op 16 augustus |
Kamerstukken II, 2010–2011, |
Aan deze toezegging is |
verzoek om brief met volgende elementen: |
21 501-07, nr. 833. |
voldaan. Zie Kamerstukken II, |
||
– Duidelijk overzicht van de gevolgen voor de |
2010-2011, 21 501-07, nr.829. |
|||
begroting van het pakket van de Eurotop van |
||||
21 juli |
||||
– Inzicht in netto PSI |
||||
– Inzicht in risico’s opkopen van obligaties |
||||
door ECB (indien nodig vertrouwelijk) |
||||
– Inzicht in uiteindelijke bijdrage van het IMF |
||||
– Bandbreedtes van het EFSF |
||||
38. |
2010-2011 |
Toezegging om de Kamer te informeren over |
Plenair debat van |
Aan deze toezegging is |
de te nemen beslissing omtrent afspraken in |
17 augustus 2011. |
voldaan. Zie de Geannoteerde |
||
het sanctieregime van het SGP. |
agenda Europese Raad d.d. 17 en Eurozone top d.d. 18 oktober 2011 te Brussel (kenmerk DIE-1215/11) en het Verslag Europese bijeenkomsten 22 en 23 oktober 2011 (kenmerk DIE-1330/11) van 24 oktober 2011 en Verslag Europese Raad en Eurozone Top d.d. 26 oktober 2011 (kenmerk DIE-1361/11) van 28 oktober 2011. |
|||
39. |
2011-2012 |
Tijdens het Algemeen Overleg van |
Kamerstukken II 2011–2012, |
Aan deze toezegging is |
29 september het verzoek om verslag van de |
21 501-07 nr. 845 en |
voldaan, het verslag is |
||
Eurogroep en Ecofin Raad van 3 en 4 oktober |
Kamerstukken II 2011–2012, |
verstuurd voor aanvang AFB |
||
voor aanvang AFB. |
21 501-07 nr. 843. |
4 oktober (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 843). |
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond
Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken/planning
-
40.2011-2012
-
41.2011-2012
-
42.2011-2012
-
43.2011-2012
-
44.2011-2012
-
45.2011-2012
-
46.2011-2012
-
47.2011-2012
-
48.2011-2012
-
49.2011-2012
Tijdens het Algemeen Overleg van 29 september het verzoek om een brief over de werking van de onevenwichtighedenpro-cedure en de asymmetrische behandeling.
Tijdens het Algemeen Overleg van
3 november verzoek om technische briefing over ESM.
Tijdens het Algemeen Overleg van
3 november verzoek om technische briefing over de werking van het scoreboard in de onevenwichtighedenprocedure.
Tijdens het Algemeen Overleg van 3 november het verzoek om in het Eurogroep/ Ecofin verslag van 7/8 november vraag te beantwoorden of in de nieuwe Mifid richtlijn (Mifid-2) de AFM bevoegdheden zal verliezen.
Tijdens het Algemeen Overleg van
3 november het verzoek om in Eurogroep/
Ecofin verslag een geupdate tijdslijn voor implementatie 26/10 besluitvorming toe te voegen.
Tijdens het Algemeen Overleg van 3 november toezegging om tijdens de Eurogroep van 7 november aandacht te vragen voor hedge funds in uitwerking 26 januari besluitvorming.
Tijdens het Algemeen Overleg van 3 november toezegging om in het onderzoek van CPB naar de FTT ook de stamp duty zoals in het VK mee te nemen.
Tijdens het Algemeen Overleg van
16 november toezegging om bundeling van onderzoeken naar de gevolgen uiteenvallen eurozone.
AO Ecofin 24 november 2011: In het Eurogroep/Ecofin verslag vermelden welke stappen er op governance gebied tot nu toe al gezet zijn.
AO 24 november 2011: met het verslag Eurogroep/Ecofin moeten de exposures van pensioenfondsen op zuidelijke lidstaten van Q2–2011 worden meegestuurd.
Kamerstukken II 2011–2012 21 501-07 nr. 847.
AO van 3 november 2011.
AO van 3 november 2011.
Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 858.
Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 858.
Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 858.
Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 862.
Kamerstukken II, 2011–2012, 21501-20-587.
Kamerstukken II 2011–2012, 21 501-07 nr. 865.
Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 865.
Aan deze toezegging is voldaan middels de Kamer-brief Versterken Europese economische stabiliteit en groeivermogen. Aan deze toezegging is voldaan. Op 7 december 2011 heeft er een technische briefing plaats gevonden door directeur BFB. Aan deze toezegging is voldaan. Op 8 februari 2012 heeft een technische briefing plaats gevonden, o.a. over het scoreboard. Aan deze toezegging is voldaan, dit is opgenomen in Verslag Eurogroep/Ecofin 7/8 november, verstuurd op 10 november (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 858).
Aan deze toezegging is voldaan, dit is opgenomen in Verslag Eurogroep/Ecofin 7/8 november, verstuurd op 10 november (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 858)
Aan deze toezegging is voldaan bij beantwoording van de schriftelijke vragen Plasterk, verzonden met het Verslag Eurogroep/Ecofin 7/8 november, verstuurd op 10 november (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 858).
Aan deze toezegging is voldaan, zie CPB notitie: Evaluatie van de financiële transactiebelasting – 21 december 2011. Aan deze toezegging is voldaan. Zie brief regering – minister van Financiën, 6 december 2011 (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 587). Aan deze toezegging is voldaan, dit is opgenomen in Verslag van de Eurogroep van 29 november 2011 te Brussel (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 865). Aan deze toezegging is voldaan, dit is opgenomen in Verslag van de Ecofin Raad van 30 november 2011 te Brussel (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 866).
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/planning |
|
50. |
2011-2012 |
AO 24 november 2011: In de geannoteerde |
Kamerstukken II, 2011–2012, |
Aan deze toezegging is |
agenda voor de Eurogroep/Ecofin van januari |
21 501-07 nr. 876. |
voldaan, dit is opgenomen in |
||
moet er een uitgebreidere omschrijving |
geannoteerde agenda van de |
|||
worden gegeven over de code of conduct. |
Eurogroep en Ecofin Raad van 23 en 24 januari 2012 te Brussel. |
|||
51. |
2011-2012 |
Incidentele suppletoire begroting over IMF |
Kamerstuk 2011–2012, |
Aan deze toezegging is |
middelen met uitleg. |
33 090-IXB, nr. 5. |
voldaan,dit is opgenomen in wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (BZ/2011/861 M). |
||
52. |
2011-2012 |
Brief als er een Fins opt out komt voor 85% |
Kamerstukken II, 2011–2012, |
Aan deze toezegging is |
clausule in het ESM verdrag, bij uitwerking |
21 501-07, nr. 884 |
voldaan. Zie brief noodreser- |
||
ESM verdrag. |
vefonds ESM, verstuurd op 15 februari 2012 (BFB 2012–897M). |
|||
53. |
2011-2012 |
Tijdens plenair debat NJN verzoek om brief |
Kamerstukken 2011–2012, |
Aan deze toezegging is |
met meer uitleg over IMF middelen |
21 501-07, nr. 874 |
voldaan. Zie brief bilaterale leningen aan het IMF (22 december 2011) |
||
54. |
2011-2012 |
Toezegging om per brief in te gaan op het flankerend beleid, de kostennorm en de zorgplicht van beleggingsverzekeringen. |
AO van 1 december 2011. |
Aan deze toezegging is voldaan bij brief van 5 juli 2012 (kenmerk FM/2012/ 974 M). Afgerond. Het model |
55. |
2011-2012 |
Tijdens het AO van december 2011 met de |
||
vaste commissie voor Financiën en de |
subsidiebijlage in de |
|||
commissie voor de Rijksuitgaven over het |
rijksbegrotingsvoorschriften |
|||
onderzoeksrapport «Leren van subsidie- |
is aangepast. |
|||
evaluaties» van de Algemene Rekenkamer |
||||
toegezegd dat de subsidiebijlage bij de |
||||
begroting wordt uitgebreid met informatie |
||||
over: einddatum subsidie, datum (jaartal) |
||||
geplande en uitgevoerde evaluaties en |
||||
verwijzing naar laatste evaluatie(-rapport) via |
||||
hyperlink. |
||||
56. |
2011-2012 |
Tijdens het AO van december 2011 met de |
Regeling van de Minister- |
Afgerond. In de Comptabili- |
vaste commissie voor Financiën en de |
President, Minister van |
teitswet wordt een wettelijke |
||
commissie voor de Rijksuitgaven over het |
Algemene Zaken, van |
horizonbepaling opgenomen. |
||
onderzoeksrapport «Leren van subsidie- |
21 juni 2012, nr. 3113629; |
Deze horizonbepaling houdt |
||
evaluaties» van de Algemene Rekenkamer |
Staatscourant 2012, nr. |
in dat een subsidieregeling |
||
toegezegd dat zal worden bekeken of |
13009. |
automatisch na maximaal vijf |
||
subsidies van een horizonbepaling kunnen |
jaar vervalt. Voortzetting, of |
|||
worden voorzien. |
een langere looptijd, is alleen mogelijk indien een gemotiveerd ontwerp van een hiertoe strekkende wijzigingsregeling aan de Tweede Kamer is overlegd (voorhangprocedure). Om snel aan de wens van de Tweede Kamer tegemoet te komen, is per 1 juli 2012 een daartoe strekkende bepaling in de «Aanwijzingen voor subsidieverstrekking» opgenomen. |
|||
57. |
2011-2012 |
Toezegging om aan de Kamer te rapporteren over de voortang van de aanpak van misbruik van vastgoed. |
AO van 13 december 2011. |
Aan deze toezegging is voldaan bij brief van 7 maart 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 29 911, nr. 63). |
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/planning |
|
58. |
2011-2012 |
Toezegging om CBP te verzoeken de impact van kantorenleegstand op het investeringsklimaat mee te nemen in haar onderzoek. |
AO van 13 december 2011. |
Gedurende reguliere contacten bleek dat dit onderwerp reeds werd meegenomen in algemeen onderzoek naar de kantoren-markt in Nederland. Inmiddels heeft het CPB via de notitie «kantorenmarkt in historisch en toekomstig perspectief» (juni 2012) een bijdrage geleverd aan de maatschappelijke discussie omtrent kantorenleegstand. |
59. |
2011-2012 |
Toezegging om aan te geven wat onder een noodsituatie verstaan wordt. |
AO van 15 december 2011. |
Aan deze toezegging is voldaan bij brief van 15 februari 2012 (zie Kamerstukken 2011–2012, 21 501-07, nr. 884). |
60. |
2011-2012 |
Toezegging om berekeningen over de effecten van een financial transaction tax op de economie en pensioenfondsen aan de Kamer te sturen. |
AO van 15 december 2011. |
Aan deze toezegging is voldaan bij brief van 20 maart 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 32 013, nr. 23). |
61. |
2011-2012 |
Toezegging om de Kamer te informeren over de uitkomst van de gesprekken over de schuldreductie. |
AO van 15 december 2011. |
Aan deze toezegging is voldaan bij brief van 20 maart 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 893). |
62. |
2011-2012 |
Toezegging aan de Eerste Kamer omtrent het |
Behandeling Eerste Kamer |
Aan deze toezegging is |
aanmerken van een bijkantoor als «signi- |
van het wetsvoorstel ter |
voldaan. Zoals door de |
||
ficant» door DNB in geval van een markt- |
implementatie van de |
minister toegelicht, is het op |
||
aandeel lager dan 2%. |
gewijzigde herziene richtlijn banken en gewijzigde herziene richtlijn kapitaal-toereikendheid, Handelingen I 2011–2012, nr. 2. |
basis van het wetsvoorstel mogelijk dat een bijkantoor door DNB als significant wordt aangemerkt als het marktaandeel lager is dan 2%. Het betreffende wetsvoorstel is op 30 december 2011 in werking getreden. |
||
63. |
2011-2012 |
Toezegging om in de reactie op de internet- |
Plenair wetgevingsdebat |
Aan deze toezegging is |
consultatie terug te komen op de wens om |
van 7 februari 2012. |
voldaan. Op 2 april 2012 is de |
||
kantoorspecifieke rapportages door de AFM |
reactie op de internetconsul- |
|||
openbaar te laten maken. |
tatie en het definitieve kabinetsstandpunt m.b.t. de voorstellen van Europees Commissaris Barnier voor een verordening en wijziging van de auditrichtlijn verzonden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2011–2012, 22 112, nr. 1390). |
|||
64. |
2011-2012 |
Toezegging om per brief terug te komen met |
Plenair wetgevingsdebat |
Aan deze toezegging is |
diverse opties t.a.v. de scheiding van controle |
van 7 februari 2012. |
voldaan. Op 2 april 2012 is de |
||
en advies. |
reactie op de internetconsultatie en het definitieve kabinetsstandpunt m.b.t. de voorstellen van Europees Commissaris Barnier voor een verordening en wijziging van de auditrichtlijn verzonden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2011–2012m 22 112, nr. 1390). |
Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/planning |
|
65. |
2011-2012 |
AO Ecofin 7 maart 2012: Getallenoverzicht |
Kamerstukken 2011–2012, |
Aan deze toezegging is |
van de 130 mrd, de publieke componenten |
21 501-07 nr. 893. |
voldaan, zie Kamerbrief |
||
PSI en hoe de sweeteners werken. |
nieuw leningenprogramma Griekenland (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 918). |
|||
66. |
2011-2012 |
Terugkoppelen over de Nederlandse inzet ten aanzien van groei Griekenland (d.m.v. structuurfondsen, inzet EIB/EBRD, World Bank approach) en de weerklank die Nederland daarbij kreeg |
AO Ecofin van 7 maart 2012. |
Aan deze toezegging is voldaan (zie Kamerstukken II, 2011–2012, 22 112 nr. 1421). |
67. |
2011-2012 |
Toezegging om in FM-plan op de plannen omtrent solvabiliteit van banken in te gaan. |
AO van 22 maart 2012. |
Aan deze toezegging is voldaan. Zie hiervoor de punten 21 en 22 van het plan «Aanpak financiële sector» (http://www.rijksoverheid.nl/ documenten-en-publicaties/ circulaires/2012/04/13/aanpak-financiele-sector.html ). |
68. |
2011-2012 |
Toezegging om uiterlijk 30 april een stabiliteitsprogramma in te leveren. |
AO van 22 maart 2012. |
Het programma is ingeleverd op 27 april 2012 (bij brief met kenmerk AFEP/2012/111). |
69. |
2011-2012 |
Toezegging om het Begrotingsverdrag zo snel mogelijk aan de Kamer te sturen. |
AO van 22 maart 2012. |
Het Begrotingsverdrag is verstuurd op 15 mei 2012 (toezending Nederlandse versie Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de EMU, met kenmerk DIE-217/11). |
70. |
2011-2012 |
Toezegging om inzichtelijk te maken hoe de motie omtrent nationale besparingen in Europees verband zal worden uitgevoerd. |
AO van 22 maart 2012. |
Het kabinet heeft o.a. in een brief over de informatievoorziening over nieuwe Commissievoorstellen (Kamerstukken II, 2010–2011, 22 112, nr. 1198) en in de kabinetsreactie op het Commissievoorstel voor het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020 (Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-20, nr.553) aangegeven hoe het omgaat met de motie-Ormel. Daarna is dit toegelicht in diverse BNC-fiches en AO’s en SO’s RAZ. |
71. |
2011-2012 |
Toezegging om terug te rapporteren over productgoedkeuringsprocessen en methodo-logieën m.b.t. ESMA. |
AO van 24 maart 2012. |
Aan deze toezegging is voldaan. Een uiteenzetting is opgenomen in Verslag van de informele Ecofin Raad van 31 maart 2012 te Kopenhagen (Kamerstukken 2011–2012, 21 501–07, nrs. 904 en 928). |
72. |
2011-2012 |
Toezegging om de uitkomsten van de |
Plenair wetgevingsdebat |
Dit is gebeurd middels een |
berekening van DNB inzake de effecten op |
van 18 april 2012. |
brief aan de Tweede Kamer |
||
kredietverlening te delen met de Kamer. |
op 25 mei (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 33 121, nr. 31). |
|||
73. |
2011-2012 |
Toezegging om een kabinetsreactie te geven |
Plenair debat van 5 juni |
Aan deze toezegging is |
op het rapport Van Rompuy. |
2012. |
voldaan. Zie Verslag van de Raad Algemene Zaken 26 juni 2012 met kenmerk DIE-/12, en Verslag van de Europese Raad van 28 en 29 juni met kenmerk DIE-906/12. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/planning |
|
1. |
2006-2007 |
De minister zegt toe bij de aanpassing van |
AO Commissie Frijns 5 juli |
Wetsvoorstel is op 5 juli |
de Wet Melding Zeggenschap aandacht te |
2007, Kamerstukken II, |
2012 met algemene |
||
besteden aan de samenloop tussen grens |
2006-2007, 31 083, nr. 2. |
stemmen aangenomen door |
||
melding zeggenschap en deelnemingsvrij- |
de Tweede Kamer (Kamer- |
|||
stelling en gevolgen voor kleine beleggers. |
stukken II, 2008–2009, 32 014). Momenteel is de wet in behandeling in de Eerste Kamer. |
|||
2. |
2008-2009 |
Toezegging de Wet wijziging boetestelsel |
Handelingen II 2008–2009, |
Deze evaluatie zal eind 2013, |
financiële wetgeving over vier jaar te |
nr. 54, pag. 4357–4369. |
begin 2014 worden |
||
evalueren. De evaluatie zal de vraag of het |
uitgevoerd. |
|||
wetsvoorstel voldoende mogelijkheden |
||||
biedt om individuen te beboeten en de |
||||
vraag of de geëffectueerde boetes tegen het |
||||
plafond aan zitten meenemen. |
||||
3. |
2009-2010 |
Toezegging om de vraag van het lid Vendrik of voormalige dochters van de DSB bank gebruik maken van koopsompolissen uit te zoeken. |
AO van 10 maart 2010. |
In het rapport van de commissie Scheltema is hierover opgemerkt dat DSB medio 2009 is opgehouden met het gebruik van koopsompolissen, maar dat andere binnen het concern langer met koopsompolissen gewerkt hebben. |
4. |
2009-2010 |
In het debat is toegezegd na drie jaar een |
Plenair debat van 30 juni |
Deze evaluatie zal drie jaar |
evaluatie te doen over de ervaringen met de |
2010. |
na inwerkingtreding |
||
PPI’s. |
plaatsvinden, rondom eind 2013, begin 2014. |
|||
5. |
2009-2010 |
In het debat over het rapport Scheltema is |
Het hoofdlijnendebat van |
In januari 2011 is de Tweede |
toegezegd periodieke rapportages over de |
1 juli 2010. |
Kamer gerapporteerd over |
||
cultuuromslag bij DNB aan de Kamer te |
de aanpak van het Plan van |
|||
doen toekomen. |
Aanpak Cultuurverandering van DNB (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 648, nr. 1 (bijlage)). Voorts is bij gelegenheid van de tweede voortgangsrapportage over aanbeveling 25 van de Tijdelijke commissie onderzoek financieel stelsel – die medio mei 2012 naar de Tweede Kamer is gezonden – periodiek gerapporteerd over dit onderwerp (zie Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 72). |
|||
6. |
2010-2011 |
De Minister heeft toegezegd jaarlijks de |
In de aanbiedingsbrief bij |
20 oktober 2011 is de tweede |
Kamer te informeren over zijn voornemens |
het |
brief aan de Tweede Kamer |
||
ten aanzien van wet- en regelgeving op het |
rapport van de commissie |
gestuurd. Naar verwachting |
||
terrein van de financiële markten. |
Scheltema (Kamerstukken II, 2009–2010, 32 432 nr. 1). |
zal rond Prinsjesdag de volgende brief aan het parlement worden gezonden. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/planning |
|
7. |
2010-2011 |
Toezegging om de uitvoering van de Code |
Handelingen I, 2010–2011, |
Eind december 2011 heeft de |
Banken scherp in de gaten te houden en |
nr. 10. |
Monitoring Commissie haar |
||
maatregelen te nemen indien de resultaten |
eerste volledige rapportage |
|||
niet bevallen. |
gepresenteerd (bijlage bij Kamerstukken II, 2011–2012, 32 013, nr. 20). De minister van Financiën heeft in een reactie (Kamerstukken II, 2011–2012, 32 013, nr. 20) hierop aangegeven behoorlijke stappen van de banken waar te nemen, maar ook nog aandachtspunten te zien, en volledige naleving te verwachten eind 2012. |
|||
8. |
2010-2011 |
Aanpassing van de Wwft in navolging van |
Brief aan de Tweede Kamer |
Het wetsvoorstel ter |
de FATF evaluatie. Ten aanzien van de |
van 4 maart 2011. |
wijziging van de Wwft ligt |
||
geconstateerde tekortkomingen wordt reeds |
momenteel in de Tweede |
|||
gewerkt aan een wetswijziging. Het streven |
Kamer ter behandeling |
|||
is om eind van dit jaar de betreffende |
(Kamerstukken II, 2011–2012, |
|||
wetswijziging aan uw Kamer te doen |
33 238, nr. 2). |
|||
toekomen. |
||||
9. |
2010-2011 |
Het meer duidelijkheid verschaffen over garanties EFSF-lening aan Ierland (incl. cashbuffer en rente). |
Dit zal worden opgenomen in de miljoenennota 2013. |
|
10. |
2010-2011 |
De minister zal de Tweede Kamer periodiek |
Kamerstukken 2010–2011, |
De minister zal periodiek |
op de hoogte houden van de voortgang ten |
28 165, nr. 130. |
rapporteren en te zijner tijd |
||
aanzien van de exit van de staat uit de |
de Tweede Kamer betrekken. |
|||
financiële deelnemingen en zal de Kamer |
||||
nader informeren in aanloop naar de exit. |
||||
11. |
2010-2011 |
De minister zal de Tweede Kamer infor- |
Kamerstukken 2010–2011, |
Het besluit is gepubliceerd |
meren over besluit van de Europese |
28 165, nr. 130. |
(JOCE L/133/2011). Dit zal |
||
Commissie inzake vermeende staatssteun |
worden meegenomen in de |
|||
aan ABN AMRO. |
periodieke rapportage over ABN AMRO. |
|||
12. |
2010-2011 |
De exit-strategie voor de financiële instellingen zal t.z.t. aan de Kamer worden voorgelegd, daarbij zullen o.a. de mogelijkheden zijn onderzocht om te borgen dat ABN Amro een Nederlands bedrijf blijft. |
AO van 8 juni 2011. |
In behandeling. |
13. |
2010-2011 |
Minister zal de Kamer betrekken indien er |
Plenair wetgevingsdebat van |
Indien deze situatie zich |
sprake is van vermogensstortingen bij |
28 juni 2011. |
voordoet, zal de Kamer |
||
staatsdeelnemingen. |
hierover geïnformeerd worden. |
|||
14. |
2010-2011 |
Minister zal de Kamer betrekken indien er |
Plenair wetgevingsdebat van |
Indien deze situatie zich |
sprake is van privatisering van staatsdeelne- |
28 juni 2011. |
voordoet, zal de Kamer |
||
mingen. |
hierover geïnformeerd worden. |
|||
15. |
2011-2012 |
Minister laat de Kamer weten wat de mogelijkheden zijn voor een tweede pilot pensioenfondsen en internationale institutionele beleggers voor DBFM(O) |
AO van 15 september 2011. |
In behandeling. |
16. |
2011-2012 |
Minister stuurt een tussentijdse rapportage DBFM(O) naar de Kamer |
AO van 15 september 2011. |
In behandeling. |
17. |
2011-2012 |
Toezegging om verzoek van het lid Blanksma-Van den Heuvel over de signaalmarge mee te nemen bij de uitwerking van de Wet Hof |
Plenair debat 5 oktober 2011. |
Aan de Wet Hof wordt gewerkt. De Raad van State heeft advies uitgebracht. |
18. |
2011-2012 |
Toezegging tot schrijven van een brief over |
Wetgevingsoverleg van |
Zoals toegezegd zal deze in |
twee jaar inzake consumentenbescherming |
24 oktober 2011. |
2013 aan de Kamer worden |
||
op de BES-eilanden. |
gezonden. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond
Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken/planning
19.
2011-2012
20.
2011-2012
21.
2011-2012
22. |
2011-2012 |
23. |
2011-2012 |
24. |
2011-2012 |
25. |
2011-2012 |
26.
2011-2012
Toezegging om de Kamer te informeren over de ontwikkelingen rondom de «put up or shut up» regeling.
Wetgevingsoverleg van 24 oktober 2011.
Toezegging om de evaluatie van de Wta naar de Kamer te sturen.
Toezegging om precies na te gaan of de Wet Hof voldoet aan de Europese afspraken.
Toezegging tot het doen van een analyse omtrent stilvallen van de hypotheekmarkt. Toezegging om de Kamer in het najaar een geactualiseerde versie van het toezichtsar-rangement te sturen. Toezegging om te onderzoeken of een generieke zorgplicht mogelijk is. Brief met de staatssecretaris I&M over Nederlandse inzet in klimaatonderhandelingen na 2012.
Toezegging om in het najaar met een uiteenzetting over bail-in debt te komen.
AO van 27 oktober 2011.
AO 15 december 2011.
AO van 21 december 2011.
Plenair wetgevingsdebat van 6 februari 2012.
Plenair debat van 28 februari
2012.
AO Ecofin van 7 maart 2012.
AO Ecofin van 22 maart 2012.
De «put up or shut up»-regeling is onderdeel van de wijziging van het Besluit openbare biedingen Wft (Staatsblad 2012, 196) met beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2012. Zoals gezegd zullen de ontwikkelingen bij deze regeling in overleg met de AFM worden bekeken. Deze toezegging zal te zijner tijd worden nagekomen. Aan deze toezegging wordt later voldaan. Gezien de vele ontwikkelingen op het terrein van accountancy is mede op verzoek van de AFM de evaluatie een jaar uitgesteld tot medio 2013 . Aan de Wet Hof wordt gewerkt. De Raad van State heeft advies uitgebracht. In voorbereiding.
In voorbereiding.
In voorbereiding. Nog niet aan de orde.
Zoals toegezegd zal deze in het najaar aan de Eerste Kamer worden gestuurd. Zie ook het BNC fiche over dit richtlijnvoorstel (Kamerstukken II, 2011–2012, 22 112, nr. 1446). Op 6 juni 2012 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een richtlijn betreffende het herstel en de afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen gedaan (http://ec.europa.eu/prelex/ detail_dossier_real.cfm? CL=nl&DosId=201699). De Commissie stelt voor de afwikkelautoriteit de bevoegdheid te geven om de maatregel van de zogeheten bail in toe te passen (de mogelijkheid om vorderingen af te schrijven of te converteren in aan delen), wanneer er, al dan niet waarschijnlijk, een deconfiture is van een bank («fail or likely to fail»).
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/planning |
|
27. |
2011-2012 |
Toezegging om de voor- en nadelen van het introduceren van een Volcker-rule voor het tegengaan van excessieve risico’s met de Kamer te delen. |
AO van 28 maart 2012. |
Zoals aangegeven in het VAO van 18 april 2012, zal eerst gepoogd worden invulling te geven aan de Volcker-rule op EU-niveau. Hiervoor is het rapport van belang van de door de Europese Commissie ingestelde «High-level expert Group on reforming the structure of the EU banking sector» dat deze zomer wordt verwacht. Vervolgens zal de wijze waarop de Volcker-rule in Nederland moet worden ingevoerd, worden onderzocht door de Nederlandse onderzoekscommissie die aansluitend op de High-level expert group aan het werk zal gaan om aanbevelingen te doen over de toekomst van de Nederlandse bancaire sector. |
28. |
2011-2012 |
Toezegging tot het nemen van voorbereidende stappen voor de mogelijke instelling van een commissie om de visie op de financiële sector verder uit te werken. |
AO van 28 maart 2012. |
De instelling van de commissie is in voorbereiding. |
29. |
2011-2012 |
Toezegging om de Kamer te berichten hoe private equity kan worden vormgegeven en wat de consequenties zijn in het onderzoek naar de Volcker-rule. |
AO van 28 maart 2012. |
De motie betreft een aspect dat wordt onderzocht in de context van de Volcker-rule. Deze materie zal worden betrokken in het onderzoek van de commissie die aanbevelingen zal doen over de toekomst van de bancaire sector. |
30. |
2011-2012 |
Toezegging om de Vrijstellingsregeling Wft |
Memorie van Antwoord, |
Gedeeltelijk afgerond. De |
en de Wft aan te passen i.v.m. een omissie |
Kamerstuk 33 023 nr. B, |
Vrijstellingsregeling Wft is |
||
t.a.v. werkgevers met een hoofdkantoor in |
19 april 2012. |
inmiddels aangepast |
||
de EER en zetel buiten de EER |
middels een wijzigingsregeling van 13 juni 2012 (zie Staatscourant 2012, 12286) waarmee nieuw artikel 55a is ingevoegd. De aanpassing van artikel 5:3 van de Wft is in voorbereiding. |
|||
31. |
2011-2012 |
Toezegging om een brief te sturen over de minderheidsprivatisering van Tennet. |
AO over deelnemingen, 10 april 2012. |
In behandeling. |
32. |
2011-2012 |
Toezegging om de dividendvooruitzichten |
AO over deelnemingen, |
Aan deze toezegging is |
bij de Voorjaarsnota verwerken. |
10 april 2012. |
voldaan in het Financieel Jaarverslag Rijk 2011 en de Voorjaarsnota 2012. Hierin is een nadere toelichting is gegeven op de verwerking van het dividend DNB. |
||
33. |
2011-2012 |
De minister zal de Tweede Kamer infor- |
Kamerstukken 2011–2012, |
De minister van Financiën |
meren over de mogelijkheden voor een |
28 165, nr. 133. |
zal de Kamer hierover |
||
gedeeltelijke privatisering van de NS. |
informeren nadat de ordeningsdiscussie is afgerond. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen |
||||
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond |
||||
Vergaderjaar |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats |
Stand van zaken/planning |
|
34. |
2011-2012 |
De minister zal een inventarisatie maken |
Kamerstukken 2011–2012, |
Dit zal worden meegenomen |
van variabele beloningen «onder in het |
28 165, nr. 133. |
in het Jaarverslag staats- |
||
gebouw» van staatsdeelnemingen en |
deelnemingen 2011. |
|||
daarbij ook aandacht besteden aan |
||||
maatschappelijke eisen. |
||||
35. |
2011-2012 |
De minister zal de rvc van NS verzoeken |
Kamerstukken 2011–2012, |
De minister heeft aange- |
met een nieuw voorstel te komen voor het |
28 165, nr. 133. |
geven te trachten dit voor |
||
beloningsbeleid van de NS en daarbij ook |
2013 af te ronden. |
|||
zogeheten knock-out criteria mee te nemen. |
||||
36. |
2011-2012 |
De minister zal in het jaarverslag explicieter |
Kamerstukken 2011–2012, |
Dit zal worden meegenomen |
ingaan op de vraag welke deelnemingen |
28 165, nr. 133. |
in het Jaarverslag staats- |
||
geprivatiseerd kunnen worden en nader |
deelnemingen 2011. |
|||
ingaan op de publieke belangen die zijn |
||||
gemoeid met de deelnemingen. |
||||
37. |
2011-2012 |
De minister zal de Tweede Kamer infor- |
Kamerstukken 2011–2012, |
De Kamer zal na de zomer |
meren over de uitkomsten van een |
28 165, nr. 133. |
worden geinformeerd. |
||
onafhankelijk onderzoek naar de overname |
||||
door Gasunie in Duitsland. |
||||
38. |
2011-2012 |
De staatssecretaris zal in overleg met |
Kamerstukken 2011–2012, |
Dit zal door het nieuwe |
staatssecretaris Teeven werken aan een |
28 165, nr. 133. |
kabinet aan de Tweede |
||
visie op de kansspelmarkt. |
Kamer worden gezonden. |
|||
39. |
2011-2012 |
De minister zal over twee jaar een nieuw |
Kamerstukken 2011–2012, |
In beginsel zal dit in 2014 |
beoordelingskader voor het beloningsbeleid |
28 165, nr. 133. |
worden opgesteld en te |
||
van staatsdeelnemingen opstellen en |
zijner tijd zal de Tweede |
|||
daarbij meenemen de mogelijkheid van een |
Kamer worden geïnfor- |
|||
maximum van 10% variabele beloning. |
meerd. |
|||
40. |
2011-2012 |
De minister zal trachten het volgende |
Kamerstukken 2011–2012, |
Dit betreft het Jaarverslag |
jaarverslag deelnemingen eerder te laten |
28 165, nr. 133. |
staatsdeelnemingen 2011, |
||
verschijnen. |
dat ruim voor het einde van dit jaar aan de Tweede Kamer zal worden gezonden. |
|||
41. |
2011-2012 |
De Kamer zal uiterlijk in het najaar van 2012 een afschrift ontvangen van het protocol tussen de twee ministers die eindverantwoordelijk zijn voor het toezicht op de financiële markten. |
Nota naar aanleiding van het Verslag behorend bij het voorstel van de Wet bekostiging financieel toezicht (Kamerstuk 33 057, nr. 6). Nota naar aanleiding van het |
In voorbereiding. |
42. |
2011-2012 |
Toezegging om met de toezichthouders te |
In voorbereiding. |
|
bezien of het draagkrachtbeginsels |
Verslag behorend bij het |
|||
afdoende is betrokken bij de vaststelling |
voorstel van de Wet |
|||
van de minimumbedragen van de te |
bekostiging financieel |
|||
onderscheiden toezichtcategorieën. |
toezicht (Kamerstuk 33 057, nr. 6). Schriftelijk overleg 3 mei |
|||
43. |
2011-2012 |
Toezegging om de Tweede Kamer in een |
Wanneer het voorstel is |
|
vroeg stadium in te lichten over de stand |
2012. |
gepubliceerd, zal de Tweede |
||
van zaken omtrent het voorstel met |
Kamer een BNC-fiche |
|||
betrekking tot een Europees raamwerk voor |
(Beoordeling Nieuwe |
|||
crisismanagement in de financiële sector. |
Commissievoorstellen) ontvangen, waarin het kabinet een eerste oordeel geeft over het voorstel. |
|||
44. |
2011-2012 |
Toezegging aan de Eerste Kamer, gedaan op 22 mei 2012 tijdens de plenaire behandeling van het voorstel van de Wet bekostiging financieel toezicht, om bijvoorbeeld bij de evaluatie van de bonusregeling de boetes naar de schatkist te heroverwegen. |
Handelingen I, 2011–2012, nr. 30, item 6. |
In voorbereiding. |
Door bewindslieden gedane toezeggingen
Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond
Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken/planning
45.
2011-2012
46.
2011-2012
47.
48.
2011-2012
2011-2012
Tijdens het AO op 6 juni «Verantwoording EU middelen» met de commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissie voor Europese Zaken is toegezegd dat dit najaar een tussentijds overzicht van de terugvorderingen en boetes in de periode 2007–2013 zal worden gepresenteerd. Toezegging over dat de minister de secretaris-generaal van Financiën en de secretaris-generaal van Algemene Zaken zal verzoeken om ten behoeve van de volgende formatie ambtelijk na te denken over hoe zbo’s kunnen worden meegenomen als er een politieke wens is voor een nullijn, zodat het op een goede manier gedicht kan worden.
Toezegging om aandacht te besteden in de Miljoenennota over de opmerking van het lid Irrgang over dat bezuinigen leidt tot lagere economische groei. Toezegging om mogelijke wijziging van de begrotingsregels onder de aandacht te brengen van de aanstaande informateur als een wens van in ieder geval een deel van de Kamer.
Kamerstuk 33 163, nr. 5.
In behandeling.
Debat over Voorjaarsnota 5 juli 2012.
In behandeling.
Debat over Voorjaarsnota 5 juli 2012.
Debat over Voorjaarsnota 5 juli 2012.
In behandeling, wordt in de miljoenennota 2013 opgenomen.
In behandeling.