Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën voor het jaar 2013

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 33400 IX - Vaststelling begroting Financiën 2013.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën voor het jaar 2013 ; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting
Document­datum 25-09-2012
Publicatie­datum 25-09-2012
Nummer KST33400IX2
Kenmerk 33400 IX, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2012–2013

33 400 IX

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IX) voor het jaar 2013

Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoud

 
   

pag.

A.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

2

B.

BEGROTINGSTOELICHTING

5

1.

LEESWIJZER

5

2.1

DE BELEIDSAGENDA

8

2.2

DE BELEIDSARTIKELEN (Financiën)

19

 

Artikel 1: Belastingen

19

 

Artikel 2: Financiële Markten

30

 

Artikel 3: Financieringsactiviteiten publiek-private sector

35

 

Artikel 4: Internationale Financiële Betrekkingen

41

 

Artikel 5: Exportkrediet- en investeringsverzekeringen

44

 

Artikel 6: Btw- compensatiefonds

48

 

Artikel 7: Beheer Materiële Activa

51

 

Niet-Beleidsartikelen

 
 

Artikel 8: Centraal Apparaat Kerndepartement

55

 

Artikel 9: Algemeen

58

 

Artikel 10: Nominaal en Onvoorzien

59

2.2

DE BELEIDSARTIKELEN (Nationale Schuld)

60

 

Artikel 11: Financiering staatsschuld

60

 

Artikel 12: Kasbeheer

64

3.

PARAGRAAF INZAKE DE BATEN-LASTENDIENSTEN

66

4.

BIJLAGEN

76

4.1

RWT’s en ZBO’s

76

4.2

Overzicht staatsdeelnemingen

79

4.3

Budgettair overzicht interventies t.b.v. de financiële sector

80

4.4

Lijst met afkortingen

82

4.5

Begrippenlijst

84

5.

EVALUATIE- EN ONDERZOEKSOVERZICHT

87

6.

BIJLAGEN

89

6.1

Bijlage inzake moties en toezeggingen

103

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

De afwijkingen van de Comptabiliteitswet 2001 die in de wetsartikelen 5 tot en met 9 van deze begrotingswet worden doorgevoerd, zijn tijdelijke voorzieningen. De Tweede kamer is hiervan eerder op de hoogte gesteld (zie voor de desbetreffende kamerstukken de onderstaande artikelsgewijze toelichtingen). Deze tijdelijke voorzieningen zullen, zodra een nieuw kabinet is aangetreden, naar verwachting worden verwerkt in een structurele wijziging van de Comptabiliteitswet (de Zesde wijziging van de Comptabiliteitswet 2001).

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën voor het jaar 2013 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2013. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2013.

Met de vaststelling van deze wetsartikelen worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten van de begroting van de Nationale Schuld en van de departementale begroting van Financiën voor het jaar 2013 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 3

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de baten-lastendiensten Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf en Domeinen Roerende Zaken voor het jaar 2013 vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de diensten die een baten-lastenstelsel voeren.

Wetsartikel 5

Met dit wetsartikel wordt vooruitgelopen op een structurele wijziging van de Comptabiliteitswet 2001, waarbij de begroting van Nationale Schuld niet meer door middel van een separaat begrotingswetsvoorstel wordt vastgesteld, maar als onderdeel van het wetsvoorstel waarin ook de departementale begroting van het Ministerie van Financiën ter autorisatie wordt aangeboden. Hiermee wordt een administratievelastenverlichting gerealiseerd zonder dat er materieel sprake is van informatieverlies. Het voornemen hiertoe is al eerder met de Tweede Kamer besproken (Kamerstukken II,Kamerstuk 31 700 IXB, nr.3).

Deze gewijzigde begrotingspresentatie en -vaststelling werkt door in de presentatie van de beide jaarverslagen, in die zin dat de jaarverslagen van nationale schuld en het Ministerie van Financiën in één boekwerk zullen worden opgenomen. Omdat de jaarverslagen niet in de vorm van wetsvoorstellen aan de Staten-Generaal worden voorgelegd, hoeft de Comptabiliteitswet 2001 daarvoor niet te worden gewijzigd.

Een van de voorwaarden die de Tweede Kamer aan de integratie stelde was dat de Algemene Rekenkamer op de zelfde manier kan blijven rapporteren over de onrechtmatigheden en onzekerheden en hieraan op dezelfde wijze conclusies kan verbinden. De voorgestelde integratie voldoet aan deze voorwaarde en leidt ook niet tot wijziging van de tolerantiegrenzen die bij de controle worden gehanteerd. Door het opnemen van twee separate begrotingsstaten worden de tolerantiegrenzen namelijk niet verruimd, omdat de bedragen bij de begrotingsartikelen in die twee staten niet bij elkaar worden opgeteld.

De integratie leidt tot een administratieve lastenverlichting voor alle bij het begrotings- en verantwoordingsproces betrokken partijen (ministerie van Financiën, ministerraad, kabinet van de Koningin, Raad van State, Algemene Rekenkamer, Tweede Kamer, Eerste Kamer en de drukker van de kamerstukken), omdat er minder afzonderlijke wetsvoorstellen en jaarverslagen opgesteld hoeven te worden.

Wetsartikel 6

Met de vaststelling van dit wetsartikel wordt vooruitgelopen op een structurele wetswijziging van het Btw-compensatiefonds per 1 januari 2013 of 2014, die zal regelen dat het Btw-compensatiefonds geen begrotingsfonds meer is als bedoeld in de Comptabiliteitswet 2001 en dat er derhalve geen separate begroting meer hoeft te verschijnen. Hiermee wordt een administratieve lastenverlichting gerealiseerd zonder dat er materieel sprake is van informatieverlies.

Onderdeel c van dit wetsartikel – dat regelt dat voor de uitgaven van het Btw-compensatiefonds geen verplichtingen worden geraamd – heeft als doel te bewerkstelligen dat begrotingsartikel 6 van deze begroting comptabel op dezelfde wijze kan worden behandeld als de overige begrotingsartikelen in deze begroting. Dat houdt in dat er wel verplichtingen worden geraamd, maar voor de verplichtingenraming kan de regel verplichtingen=kas worden gehanteerd.

Wetsartikel 7

In het streven naar een vermindering van regeldruk en administratieve lasten binnen de overheid is de Tweede Kamer in 2006 op de hoogte gesteld van het voornemen tot het integreren van de Voorlopige Rekening in het Financieel Jaarverslag van het Rijk (Kamerstukken II, 2005/06, 29 949, nr. 55). In de praktijk is de Voorlopige Rekening de afgelopen jaren wel steeds naar de Kamer verzonden. In lijn met het eerdere voornemen tot het integreren van de Voorlopige Rekening in het Financieel Jaarverslag van het Rijk zal met ingang van het begrotingsjaar 2012 de Voorlopige Rekening niet langer afzonderlijk naar de Kamer verzonden worden. De wijzigingen van de begrotingen na de Najaarsnota, die tot nog toe in de Voorlopige Rekening werden gemeld, worden voortaan opgenomen in het Financieel Jaarverslag van het Rijk en via de slotwetten aan de Kamer voorgelegd: de afwijking van artikel 50 van de Comptabiliteitswet 2001 voor het jaar 2012 is geregeld in de eerste suppletoire begroting 2012 van het ministerie van Financiën. In de onderhavige begroting wordt dit geregeld voor het jaar 2013.

Wetsartikel 8

De aanvullingen en de afwijking van de Comptabiliteitswet 2001 die voor het jaar 2013 in dit artikel met betrekking tot verplichtingen-kasagentschappen worden doorgevoerd, vloeien voort uit de besluiten die het kabinet heeft genomen naar aanleiding van de evaluatie van het baten-lastendienstmodel. De Tweede Kamer is van die besluiten op de hoogte gebracht bij de brief van de Minister van Financiën van 25 augustus 2011 (Kamerstukken II, 2011/12, 28 737 nr. 21).

Een verplichtingen-kasagentschap is een nieuw type agentschap, dat nevengeschikt is aan een baten-lastenagentschap (in de huidige Comptabiliteitswet nog aangeduid als baten-lastendienst). Het is op termijn de bedoeling – in de nieuwe Comptabiliteitswet 201X, waarvoor een voorstel van wet thans wordt voorbereid, maar waarvan de indiening bij de Tweede Kamer pas op zijn vroegst eind 2013 te verwachten is – het begrip baten-lastendienst te vervangen door het begrip baten-lastenagentschap. De thans voor het jaar 2013 door middel van het onderhavige artikel geregelde aanvullingen en afwijking van de Comptabiliteitswet zullen vooruitlopend op die nieuwe Comptabiliteitswet wel al via de tussentijdse zesde wijziging van die wet structureel worden geregeld. Voor het instellen van een verplichtingen-kasagentschap dient hetzelfde instellingstraject te worden doorlopen als voor het instellen van een baten-lastenagentschap. Dit wordt geregeld in het eerste lid, onderdeel c. Dit instellingstraject, alsmede de nadere regels met betrekking tot verplichtingen-kasagentschappen, bedoeld in onderdeel d, en de voorwaarden die aan een kasreserve van een verplichtingen-kasagentschap kunnen worden gesteld (onderdeel e) zullen worden opgenomen in de Regeling agentschappen.

In de onderdelen f, g en h wordt geregeld dat voor verplichtingen-kasagentschappen in de begroting en in het jaarverslag in plaats van baten, lasten, kapitaaluitgaven en kapitaalontvangsten zullen worden opgenomen de financiële verplichtingen, de (kas)uitgaven en de (kas)ont-vangsten, zoals dat op grond van het verplichtingen-kasstelsel ook voor gewone departementale diensten het geval is.

Een kasreserve (onderdeel e) is een niet-geoormerkte, meerjarige budgettaire voorziening die een verplichtingen-kasagentschap op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën aanhoudt, bedoeld om jaarlijkse fluctuaties in de exploitatie op te vangen. De toevoegingen en onttrekkingen aan een kasreserve zullen, evenals dat het geval is bij een begrotingsreserve, als uitgaven en ontvangsten worden beschouwd. Dat wordt in het tweede lid geregeld.

De Minister van Financiën, J. C. de Jager

B. BEGROTINGSTOELICHTING

  • 1. 
    LEESWIJZER

Welke budgettaire gevolgen heeft de kredietcrisis voor de Staat? Welke beleidsdoelstellingen worden nagestreefd op het gebied van de fiscaliteit, de financiële markten of op het gebied van de nieuwe financiële Staatsdeelnemingen? Hoe gaat de Staat om met roerende en onroerende zaken? In deze begroting wordt antwoord gegeven op deze en vele andere vragen. De begroting IX is opgebouwd uit negen beleidsartikelen met uiteenlopende beleidsterreinen en drie niet- beleidsartikelen. Deze beleidsartikelen weerspiegelen het gehele werkterrein van het ministerie van Financiën inclusief het beheer van de staatsschuld en het kasbeleid van het Rijk.

De beleidsartikelen voor Financiën zijn:

  • 1. 
    Belastingen
  • 2. 
    Financiële markten
  • 3. 
    Financieringsactiviteiten publiek-private sector
  • 4. 
    Internationale financiële betrekkingen
  • 5. 
    Exportkrediet- en investeringsverzekeringen
  • 6. 
    Btw- compensatiefonds
  • 7. 
    Beheer materiële activa

De niet- beleidsartikelen zijn:

  • 8. 
    Centraal apparaat kerndepartement
  • 9. 
    Algemeen
  • 10. 
    Nominaal en onvoorzien

De beleidsartikelen voor Nationale Schuld zijn

  • 11. 
    Financiering staatsschuld (transactiebasis)
  • 12. 
    Kasbeheer (transactiebasis)

De begrotingstoelichting is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 bevat de beleidsagenda, de beleidsprioriteiten en de begroting op hoofdlijnen. Ook wordt in hoofdstuk 2 op de beleidsartikelen en de niet- beleidsartikelen ingegaan, waarvan de budgettaire mutaties toegelicht worden in het verdiepingshoofdstuk (internetbijlage). In hoofdstuk 3 is de paragraaf inzake de baten- lastendiensten Domeinen Roerende Zaken en Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf opgenomen. Als bijlagen het budgettair overzicht interventies ten behoeve van de Financiële Sector, een lijst met staatsdeelnemingen en de bijlage ZBO’s en RWT’s opgenomen. Als laatste volgt de afkortingen- en begrippenlijst. Het begrotings- en algemeen financieel-economisch beleid wordt toegelicht in de Miljoenennota en komt beknopt aan de orde in de beleidsagenda.

Samenvoegen IXA en IXB

Per Ontwerpbegroting 2013 is gekozen om de begrotingen van de Nationale Schuld en Financiën samen te voegen. Bij het samenvoegen van de begrotingen komt het gehele beleidsterrein in één begroting terecht. Hierdoor kan ook in de beleidsagenda een completer beeld gegeven van alle speerpunten van de minister van Financiën. Dit sluit aan bij de inrichting van de Rijksbegroting naar de taken en verantwoordelijkheden van de ministers.

Financiering Staatsschuld en Kasbeheer

Vanaf 2013 behandelt deze begroting tevens de schuld van de Nederlandse rijksoverheid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de schuld die extern wordt gefinancierd, door bijvoorbeeld banken, beleggers en pensioenfondsen en de schulden of tegoeden die verschillende aan de schatkist gelieerde instellingen - via het geïntegreerd middelenbeheer -hebben bij het ministerie van Financiën. De schuld die extern wordt gefinancierd wordt in het artikel financiering staatsschuld behandeld (artikel 11). Het geïntegreerd middelen beheer wordt behandeld in het artikel kasbeheer (artikel 12). Beide artikelen worden middels een aparte begrotingstaat vastgesteld.

De begroting van de nationale schuld heeft twee specifieke eigenschappen die zijn vastgelegd in de CW. De eerste eigenschap is dat voor beide artikelen kas is verplichting geldt. Ten tweede wordt in afwijking van artikel 3, eerste lid van de CW, van rente-uitgaven en renteontvangsten van een jaar in de begroting van nationale schuld (artikel 11 en 12) niet verstaan de geldelijke betalingen en ontvangsten in dat jaar, maar de rentekosten onderscheidenlijk de renteopbrengsten die op transactiebasis aan een jaar worden toegerekend. Met de registratie van rente op transactiebasis voor de Nationale Schuld wordt aangesloten bij de Europese voorschriften van het ESR 1995 (Europees Stelsel van Rekeningen). Het ESR 1995 is de Europese methode om onder meer het EMU-saldo en het geharmoniseerde BNP (Bruto Nationaal Product) als grondslag voor de afdracht van de eigen middelen aan de Europese Unie te berekenen.

Kredietcrisis

Als gevolg van de kredietcrisis is door de minister van Financiën een aantal maatregelen getroffen om het vertrouwen in de financiële sector en de reële economie te herstellen. Dit heeft grote invloed gehad op deze begroting. In de bijlage financiële interventies in het kader van de kredietcrisis is daarom een overzicht van de getroffen maatregelen te vinden en de gevolgen voor het beleid toegelicht. In paragraaf 2.2.2 wordt dieper ingegaan op het beleidsterrein financiële markten. Het beleid over het fonds financiële structuurversterking, de deelneming in de ABN-Amro Group N.V. en de Illiquid Assets Back-up facility (IABF) is toegelicht in 2.2.3. In 2.2.4. zijn de verstrekte garanties voor het stabiliteitsmechanisme verwerkt en de lening aan Griekenland. De effecten van de kredietcrisis maatregelen op de staatsschuld zijn verwerkt in artikel 11.

Groeiparagraaf

Op 20 april 2011 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met een aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» (Kamerstuk 31 865, nr.26). De nieuwe presentatie moet leiden tot meer inzicht in financiële informatie, de rol en verantwoordelijkheid van de minister en moet een duidelijke splitsing tussen apparaat en programma laten zien.

De belangrijkste veranderingen zijn:

in deze begroting zijn alle begrotingsartikelen ingevuld volgens de nieuwe voorschriften, inclusief de aanpassing van de tabel Budgettaire gevolgen van beleid. Dit betekent dat voor 2013 budgettaire flexibiliteit is aangescherpt;

per artikel is aangegeven welke rol de minister heeft, deze kan bestaan uit regisseren, uitvoeren , financieren en stimuleren;

in de beleidsagenda is aan het eind een totaaloverzicht opgenomen van de beleidsdoorlichtingen,

aan deze begroting is tevens een lijst met staatsdeelnemingen toegevoegd.

2.1 DE BELEIDSAGENDA

2.1.1 Het werkterrein van het Ministerie van Financiën op hoofdlijnen

De minister van Financiën draagt de verantwoordelijkheid voor de voorbereiding en uitvoering van onder meer:

  • a) 
    het algemeen financieel-economische en internationale financiële beleid
  • b) 
    het begrotingsbeleid en doelmatig beheer van ’s- Rijks financiën
  • c) 
    het financieringsbeleid
  • d) 
    het fiscale beleid
  • e) 
    het heffen, controleren en innen van de belastingen
  • f) 
    het beheer van materiële eigendommen van het Rijk

Het begrotings- en algemeen financieel-economische beleid wordt toegelicht in de Miljoenennota en komt beknopt aan de orde in de beleidsagenda. Ook de belastingontvangsten worden toegelicht in de Miljoenennota.

De financiën van de decentrale overheden, waarvoor de minister van Financiën medeverantwoordelijk is, komen aan de orde in de Miljoenennota en in de begrotingen van het Gemeente- en Provinciefonds.

2.1.2 Beleidsagenda 2013

Gezien de demissionaire status van het kabinet dat deze begroting opstelt, is gekozen voor een sobere invulling van de beleidsagenda 2013, waarbij wordt ingegaan op de relevante ontwikkelingen die de begroting in financiële zin raken. In de artikelen wordt, zoals in andere jaren, de relevante financiële en beleidsinformatie die samenhangt met de voorgenomen uitgaven vermeld.

Huishoudboekje op orde

De belangrijkste bijdrage aan het huishoudboekje op orde brengen is voor het ministerie van Financiën drieledig. Als eerste ziet het toe op de uitvoering van de afspraken uit het regeerakkoord en aanvullend begrotingsakkoord waaronder de naleving van de begrotingsregels. Ten tweede wordt door het ministerie van Financiën zelf een bijdrage geleverd aan de bezuinigingen. De bezuinigingen worden vooral op het apparaat ingevuld. Een aanzienlijk deel van deze bezuinigingen slaat neer bij de Belastingdienst. Ten derde zal Nederland zich conform het regeerakkoord inzetten voor een substantiële vermindering van de afdrachten aan de EU.

2.1.3 Houdbare financiering van beleidsprioriteiten

Gezonde overheidsfinanciën zijn van essentieel belang. Sinds de tweede helft van 2011 zijn we geconfronteerd met nieuwe onzekerheden en tegenvallende economische ontwikkelingen. Nederland is opnieuw in een recessie terechtgekomen en voor de komende jaren wordt een lage economische groei verwacht. Als gevolg hiervan dreigden de overheidsfinanciën voor 2013 verder te verslechteren. In de ontstane politieke situatie hebben de fracties van VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie de handen ineen geslagen en een begrotingsakkoord voor 2013 gesloten dat het EMU-tekort terugdringt tot 3% bbp. Hiermee wordt koers gezet richting gezonde overheidsfinanciën en een versterking van de economie.

Voor het kabinet is het op orde brengen van de overheidsfinanciën één van de belangrijkste prioriteiten. Zonder ingrijpen dreigt de overheidsschuld verder op te lopen en wordt de rekening doorgeschoven naar volgende generaties. Structurele maatregelen voor de lange termijn zijn noodzakelijk om de overheidsfinanciën houdbaar te maken.

Op advies van de dertiende Studiegroep Begrotingsruimte heeft het kabinet Rutte-Verhagen afgesproken om in totaal € 18 miljard te besparen per 2015. Als gevolg van de verslechterde economische situatie zijn nog eens voor € 12 miljard aanvullende maatregelen genomen in het begrotingsakkoord 2013. Hiermee zijn we er echter nog lang niet.

De veertiende Studiegroep Begrotingsruimte adviseert, voor overheidsfinanciën die bijdragen aan stabiliteit en vertrouwen, een pakket aan maatregelen te nemen van € 20 miljard in de periode tot en met 2017.

Daarnaast heeft de Studiegroep geadviseerd de omvang en vormgeving van het lokaal belastinggebied nader te onderzoeken. Daarnaast is in overweging gegeven om het btw-compensatiefonds (BCF) af te schaffen.

Rechtmatigheid

Het is de verwachting dat het percentage rechtmatigheidsfouten op begrotingshoofdstukniveau binnen de gestelde tolerantiegrens van 1 procent blijft. De afgelopen jaren is dit ook ruimschoots gerealiseerd.

2.1.4 Sobere en effectieve EU-begroting

In 2013 zal Nederland zich inzetten voor een substantiële vermindering van de afdrachten aan de EU. Nederland streeft naar een sobere en effectieve begroting waarin duidelijke prioriteiten worden gesteld en waarbij de afdrachten evenwichtiger en transparanter worden verdeeld. De minister van Financiën zet zich in de Begrotingsraad in om dit standpunt in de jaarbegroting van de EU terug te zien, terwijl hij, tezamen met de minister president en de minister van Buitenlandse Zaken, zich ook inzet voor een voor Nederland gunstige ontwikkeling van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader van de EU voor de periode 2014–2020.

2.1.5 Robuuste financiële sector

De overheid wil dat de activiteiten van financiële instellingen gericht zijn op het leveren van betrouwbare dienstverlening aan burgers en bedrijven.

Met acceptabele en transparante risico’s, waarbij de kosten van overmatig risicovol gedrag niet worden afgewenteld op de belastingbetaler. De

overheid, toezichthouders en financiële sector voeren hiertoe onder meer de volgende hervormingen uit:

– versterking en verbreding toezicht;

– beter bestuur van financiële instellingen;

– aanscherping kapitaal- en liquiditeitseisen;

– consument meer centraal in financiële dienstverlening.

Daartoe zullen er in 2013 een groot aantal Europese richtlijnen en verordeningen geïmplementeerd dan wel uitonderhandeld worden, waaronder de regels rond kapitaal- en liquiditeitseisen (CRD IV, Solvency II en Omnibus II), regels omtrent markten voor financiële instrumenten (MiFID II), accountancy, hypotheken en witwassen.

In 2013 zal er ook aandacht uitgaan naar de versterking van het Europees toezicht, het macroprudentieel comité, de Commissie die onderzoek zal doen naar de structuur van de bancaire sector en het Europese crisisma-nagementraamwerk. Ook zullen de eerste ervaringen worden opgedaan met het provisieverbod, het toezicht op de productontwikkeling, de verbeterde vakbekwaamheidseisen en de eed/belofte financiële sector («bankierseed»).

2.1.6 Financieel beheer interventies financiële sector

Financiële Instellingen

Het beleid is gericht op een voortvarende, maar zakelijk verantwoorde exit uit de verschillende belangen en, in het bijzonder bij ASR Nederland en ABN AMRO, op de ondernemingsstrategie die de exit mogelijk moet maken. De minister heeft op 24 januari 2011 de hoofdlijnen van het exitbeleid naar de Tweede Kamer gestuurd. Samengevat is dit beleid gericht op een substantiële reductie van de belangen in de financiële sector, waarbij gestreefd wordt naar het recupereren van de nog uitstaande publieke middelen die zijn geïnvesteerd in ABN AMRO, ASR Nederland, ING en SNS REAAL.

De aandelen in ABN AMRO, ABN AMRO Preferred Investments en ASR zijn overgedragen tegen uitgifte van certificaten aan de Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI). De verwachting is dat in 2012 de aandelen RFS worden overgedragen. Tot die tijd voert NLFI al wel het beheer. NLFI zal de minister op basis van wet en statuten adviseren over de te volgen exitstrategie en vervolgens worden gemachtigd deze namens de minister uit te voeren. Naar verwachting zal NLFI in 2013 met een advies over de te volgen exitstrategie komen, waarin in ieder geval aan de orde komt of en wat de mogelijkheden zijn voor een exit in 2014. Het ministerie van Financiën zal dit advies bestuderen, waarna de minister vervolgens een volmacht kan verlenen aan NLFI om de exitstrategie uit te voeren. In 2013 wordt nog geen exit voorzien.

IABF en garantieregeling Interbancaire leningen Tijdens de kredietcrisis zijn verschillende kredietcrisismaatregelen ingesteld, waaronder de garantieregeling voor banken van € 200 miljard en de Illiquid Assets Back-up Facility (IABF), waarmee de Staat 80% van het risico op de Alt-A portefeuille heeft overgenomen van ING. Voor wat betreft de garantieregeling is reeds aangevangen met de exitstrategie. De regeling is niet verlengd en het is inmiddels mogelijk voor banken om gegarandeerde leningen terug te kopen uit de kapitaalmarkt. Van deze mogelijkheid is al door verschillende banken gebruik gemaakt. Ook voor de IABF zal worden bezien wat de mogelijkheden zijn ten aanzien van een exitstrategie.

2.1.7 Herstellen en bewaken stabiliteit eurozone

In 2013 zal het herstellen en bewaken van de financiële stabiliteit van de eurozone een belangrijk onderwerp blijven. De Europese schuldencrisis heeft aanleiding gegeven tot versterking en uitbreiding van afspraken omtrent economische beleidscoördinatie (o.a. door middel van een nieuw begrotingsverdrag tussen lidstaten van de EU). Daarnaast zal er aandacht zijn voor de vooruitgang in de lopende steunprogramma’s voor Spanje, Griekenland, Ierland en Portugal. Bij het herstel van financiële stabiliteit in de eurozone zullen de Europese noodfondsen, EFSF, EFSM en ESM, en het IMF een belangrijke rol spelen.

2.1.8 Fiscale Voornemens

Op 25 mei 2012 heeft het kabinet met de VVD, het CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie overeenstemming bereikt over het Begrotingsakkoord 2013. Dat programma strekt tot het structureel verbeteren van de overheidsfinanciën, het verstevigen van het vertrouwen van de financiële markten en het verder toekomstbestendig maken van de Nederlandse economie. Dit programma bevat ook een groot aantal fiscale maatregelen die deels in 2012, deels in 2013 in werking treden. Het merendeel van de fiscale maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 is uitgewerkt in het wetsvoorstel Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 dat op 4 juni 2012 aan de Tweede Kamer is gezonden. In dat wetsvoorstel zijn de volgende maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 opgenomen:

  • 1. 
    Btw-schuif – verhoging algemeen btw-tarief met 2% met ingang van 1 oktober

2012; – terugsluis btw-verhoging in 2013 (€ 1,5 miljard van de opbrengst) via maatregelen in de inkomsten- en loonbelasting, het kindgebonden budget en de zorgtoeslag.

  • 2. 
    Structurele verlaging tarief overdrachtsbelasting naar 2%
  • 3. 
    Vergroening

– aanpassing (verhoging) tarief energiebelasting aardgas;

– afschaffen vrijstelling kolenbelasting bij elektriciteitsopwekking;

– afschaffen rode diesel;

– niet afschaffen eurovignet;

– pakket heffingskorting groen beleggen (de regeling groenprojecten niet verder versoberen maar groen beleggen en groen financieren blijvend fiscaal te stimuleren met een heffingskorting van 0,7%, naast de bestaande vrijstelling ter waarde van 1,2% in box 3).

  • 4. 
    Diverse andere maatregelen – geen inflatiecorrectie inkomstenbelasting en loonbelasting in

2013;

– werkgeversheffingen hoge lonen en excessieve vertrekvergoedin-gen;

– niet invoeren werkbonus;

– aanpassing aftrek deelnemingsrente (Bosal-arrest);

– verlaagd btw-tarief podiumkunsten en kunstvoorwerpen per 1/7/2012;

– aanpassing btw-vrijstelling medische diensten;

– niet afschaffen belasting op alcoholvrije dranken;

– verhoging accijns op bier, wijn en gedistilleerde dranken;

– verhoging accijns op sigaretten en rooktabak (shag).

Het wetsvoorstel Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 is op 21 juni 2012 door de Tweede Kamer aangenomen en op 10 juli

2012 door de Eerste Kamer. Het is op 17 juli 2012 gepubliceerd in het Staatsblad.

Een deel van de maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 wordt opgenomen in het pakket Belastingplan 2013, voornamelijk in de vorm van afzonderlijke wetsvoorstellen die tegelijkertijd met het Belastingplan

2013 op Prinsjesdag aan het Parlement zullen worden aangeboden. In een afzonderlijk wetsvoorstel worden opgenomen: – de maatregelen die betrekking hebben op de herziening van de woningmarkt, zijnde de introductie van de eis dat de rente van nieuwe leningen die na 1 januari 2013 worden aangegaan alleen aftrekbaar is als de lening in maximaal 30 jaar en ten minste annuïtair wordt afgelost alsmede de afschaffing van de vrijstelling in Box 1 van de kapitaalverzekering eigen woning die na 1 januari 2013 wordt afgesloten;

– ter dekking van het structureel maken van de verlaging van het tarief van de overdrachtsbelasting naar 2%; de herziening van het fiscale regime voor de kosten van vervoer, houdende afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer en – ten behoeve van de zogenoemde bijtelling voor het privégebruik van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto – het aanmerken van de kilometers die met deze auto worden gemaakt in het woonwerkverkeer als privékilometers;

– de introductie van een verhuurderheffing, zijnde een heffing bij de verhuurder over de gezamenlijke WOZ-waarde van de verhuurde woningen.

2.1.9 Toezicht Belastingdienst

De Belastingdienst beoogt met zijn toezicht de mate waarin burgers en bedrijven vrijwillig hun verplichtingen nakomen (compliance) maximaal te vergroten. Onder compliant gedrag wordt verstaan dat de belastingplichtige zich registreert voor belastingplicht, tijdig, juist en volledig aangifte doet en tijdig op aangifte of aanslag betaalt. Het doel is het gedrag van burgers en bedrijven zodanig te beïnvloeden dat met de inzet van de beschikbare mensen en middelen een optimaal effect op de compliance wordt bereikt. De Belastingdienst kiest gericht welke handhavingsinstrumenten worden ingezet om het nalevingsgedrag van burgers en bedrijven te verbeteren en goed gedrag te ondersteunen. Dit proces heet handhavingsregie.

Bij de uitwerking van de handhavingsregie wordt gebruik gemaakt van het uitgebrachte advies van de Commissie Stevens. Deze onafhankelijke commissie werd ingesteld om het horizontaal toezicht te evalueren, daarbij mogelijke knelpunten en kwetsbaarheden te signaleren, alsmede voorstellen te doen voor de verdere ontwikkeling van horizontaal toezicht en voor de wijze van effectmeting. De Commissie komt tot de conclusie dat de Belastingdienst met horizontaal toezicht de juiste weg is ingeslagen. Wel stelt de Commissie vast dat horizontaal toezicht moet worden ingebed in een breder handhavingspalet aan instrumenten waarvan ook nadrukkelijk verticaal toezicht deel uitmaakt. Het rapport is op 27 juni 2012 in een algemeen overleg met de vaste Commissie voor Financiën besproken. De aanbevelingen van de Commissie Horizontaal Toezicht Belastingdienst (Commissie Stevens) zullen in het najaar van 2012 worden uitgewerkt. In het gebruik van effectindicatoren voor horizontaal toezicht wil de Belastingdienst in 2013 een volgende stap zetten.

De inzetbaarheid van de Belastingdienst kan niet los worden gezien van de taakstellingen. De Belastingdienst zal zijn doelen met minder middelen moeten realiseren. De taakstellingen worden deels ingevuld via efficiencymaatregelen en deels in de vorm van vereenvoudigde wetgeving waarmee een besparing op uitvoeringskosten wordt gerealiseerd. Daarnaast wordt door de Belastingdienst onderzocht met welke extra inspanningen de belastingopbrengst kan worden vergroot, zowel op het gebied van handhaving, als invordering.

2.1.10 Financiering Staatsschuld

De doelstelling, schuldfinanciering tegen zo laag mogelijk rentekosten onder acceptabel risico voor de begroting, is sinds 2008 vormgegeven met een 7-jaars gecentreerde portefeuille als benchmark. Op basis van de evaluatie uit 2011 is besloten hiermee door te gaan1. Wel zijn er vanaf 2012 afwijkingen van het risicoprofiel van de benchmark mogelijk. Hiervoor gelden twee randvoorwaarden. De afwijkingen mogen niet leiden tot meer risico en de afwijking moet inpasbaar zijn in de begroting. De benchmark borgt de transparantie over de afwijkingen. Immers, in de verantwoording worden afwijkingen ten opzichte van de benchmark in termen van risicoprofiel en kosten gerapporteerd.

2.1.11 Schatkistbankieren

In 2013 wordt verplicht schatkistbankieren zonder leenfaciliteit ingevoerd voor gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen. De tarieven die de partijen over hun liquide middelen en beleggingen ontvangen worden geharmoniseerd aan de inleentarieven van de Staat. Schatkistbankieren houdt in dat decentrale overheden de middelen die zij (tijdelijk) niet nodig hebben voor uitoefening van hun taken aanhouden in de Nederlandse schatkist. Schatkistbankieren zal daarom een verlagend effect hebben op de EMU-schuld. De verwachting is dat de effecten voor de EMU-schuld op termijn ca. 15–29 miljard (4 % bbp) kunnen zijn.

2.1.12 De begroting op hoofdlijnen

In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen inzicht gegeven in de samenstelling en ontwikkeling van de uitgaven op begrotingshoofdstuk IX (Financiën en Nationale Schuld). In dit hoofdstuk wordt onderscheid gemaakt tussen de uitgaven van de (niet)beleidsartikelen 1 tot 10 en de beleidsartikelen 11 en 12 welke op transactiebasis zijn.

Beleidsartikelen Departement Financiën

De totale uitgaven voor de artikelen 1 tot en met 10 bedragen ongeveer € 10,9 mld. Hiervan is € 3,0 mld. apparaat (incl. ZBO’s en baten-lastendienst; zie figuur 1) en de rest bestaat uit € 7,9 mld. aan programma-uitgaven (excl ZBO’s en baten- lastendienst; zie figuur 2). De apparaatsuitgaven voor de Belastingdienst wordt in artikel 1 toegelicht en voor het kerndepartement in artikel 8.

1 Zie hiervoor het rapport Risicomanagement van de Staatsschuld, evaluatie van het beleid 2008–2011 & beleid 2012–2015, Agentschap, Ministerie van Financiën, 2011 en de aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer, 32 000 IXA, nr. 5, vergaderjaar 2011–2012.

Grafiek 1: Verdeling Apparaat binnen Financiën (* € 1 000)

44.329—v ,—48.816

2.752.713

Belastingdienst BLD

Kerndepartement ZBO’s en RWT’s

Grafiek 2: Verdeling programma-uitgaven begroting IX Financiën 2013 (* € 1 000)

84.580

491.714

2.895.357

1.994.237

113.106

2.323.757

 

Belastingen

Financiële markten

Financieringsactivieiten

Internationale financiële

publiek-private sector

betrekkingen

Exportkrediet- en

BTW-Compensatiefonds

investeringsverzekering

 

Beheer materiële activa

 

De programma-uitgaven in totaal zijn € 7,6 mld. De grootste uitgaven zijn:

– Heffings- en Invorderingsrente € 0,5 mld. (artikel 1);

– Uitgaven voor de IABF van ongeveer € 2,0 mld. (artikel 3);

– Kapitaalstorting aan het ESM van € 1,8 mld. (artikel 4);

– Btw-compensatiefonds van € 2,9 mld. (artikel 6).

Grafiek 3: Niet-belastingontvangsten in € 1 000

176.786—! i—27.525 128.550-64.091-

176.748

5.201.977

 

Belastingdienst

Financiële Markten

Financieringen

IFB

EKV

D Rijksvastgoed

Apparaat

 

Voor 2013 is € 6,7 mld begroot aan niet-belastingontvangsten. De

belangrijkste ontvangsten zijn (zie figuur 3):

– Heffings- en invorderingsrente € 0,5 mld. (artikel 1);

– Boetes en schikkingen en doorbelasten kosten vervolging € 0,3 mld (artikel 1); – Premies interbancaire leningen € 0,2 mld (artikel 2); – Ontvangsten IABF € 1,9 mld (artikel 3); – Winstafdracht DNB en Dividenden staatsdeelnemingen

€ 1,7 mld. (artikel 3).

Grafiek 4: Verleende garanties Financiën (* € 1 mld.)

40                      18,2

35,4

14

97,8

14,7

63,7

 

Garanties interbancaire

EFSF

Overig

leningen

   

Internationale Financiële

EKV

 

Instellingen

   

WAKO

D ESM

 

Om bepaald beleid te bewerkstellen heeft de minister van Financiën een aantal garanties verstrekt. De belangrijkste verleende garanties in 2013

zijn (het uitstaande risico, zie figuur 4):

– Garantiefaciliteit bancaire Leningen € 18,2 mld. (artikel 2);

– Garantie EFSF van ongeveer € 97,8 mld. (artikel 4);

– Garanties aan de IFI’s van ongeveer € 63,7 mld. (artikel 4);

– WAKO garantie van € 14,0 mld. (artikel 2);

– De Exportkredietverzekering voor ongeveer € 14,7 mld. (artikel 5); – Garantie aan het ESM van ongeveer € 35,4 mld. (artikel 4).

Hieronder is een totaaloverzicht van de ontvangsten en uitgaven van de begroting IX Financiën te vinden. De belastingontvangsten worden weergegeven als lijngrafiek.

Grafiek 5: Overzicht Uitgaven en Ontvangsten begroting IX Financiën

14                                                                                                                 160

12

10

140

120

100

80

60

40

20

2011           2012           2013          2014          2015          2016

Uitgaven Ontvangsten

Belastingontvangsten

Toelichting

De hoge uitgaven in 2011 en 2012 worden veroorzaakt door de interventies op de financiële markten. De hogere niet-belastingontvangsten in 2011 t/m 2012 komen door de terugbetalingen in het kader van de financiële interventies (o.a. ING securities). De belastingontvangsten laten een stijgende lijn zien, meer informatie hierover is te vinden in de Miljoenennota.

Begroting op hoofdlijnen Nationale Schuld

In deze paragraaf wordt de verwachte staatsschuld aan het einde van ieder jaar weergeven, alsmede de daarbij behorende rentekosten. Het betreft de staatsschuld. De schuldtoerekening vanwege de IABF (Illiquid Asset Backup Facility met ING) en de EFSF (European Financial Stability Facility) zijn niet meegenomen. Deze worden verantwoord in artikel 3.

8

6

4

2

0

0

Grafiek 6: Overzicht Staatsschuld en Rentekosten artikel 11

400

350

300

250 200 150 100 50 0

_L_____________________

2009

2010

2011

2012

2013

10,1

10,0

9,9

9,8

9,7

9,6

9,5

9,4

9,3

9,2

9,1

9,0

Staatsschuld Artikel 11

Rentekosten

De omvang van de staatsschuld (artikel 11) ultimo 2013 bedraagt naar verwachting circa € 371 mld. De raming voor de rentekosten in 2013 bedraagt € 10,1 mld. De onderstaande tabel geeft ook de interne schuldverhouding met aan de schatkist gelieerde instellingen weer, zoals Rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s), Sociale Fondsen en ZBO’s.

 

Tabel 1: Kerncijfers ontwerpbegroting en

realisaties (in mld. euro’s)

 
 

2011

2012

2013

EMU-schuld

Staatsschuld1 (artikel 11)

Schuldverhouding met ABN AMRO Interne schuldverhouding (artikel 12)

394

330

  • 3,8
  • 16,1

434

355

  • 3,8
  • 21,5

447

371

  • 3,8
  • 28,9

Rentekosten staatsschuld

10,0

9,9

10,2

Rentekosten schuldverhouding ABNAMRO

  • 0,2
  • 0,2
  • 0,1

Rente kosten totaal (artikel 11) Rentekosten interne schuldverhoudingen (artikel 12) Rentekosten Totaal (artikelen 11 en 12)

9,8

  • 0,5

9,3

9,7

  • 0,4

9,3

10,1

  • 0,4

9,7

1 Exclusief de schuldtoerekening vanwege de IABF (Illiquid Asset Backup Facility met ING), en EFSF (European Financial Stability Facility). Deze worden verantwoord in artikel 3.

2.1.13 Beleidsdoorlichtingen

 

Beleidsdoorlichtingen:

 

(realisatie)1

       

(planning)

Artikel

2010 2011

2012

2013

2014

2015

2016 2017

Financiën

1 Belastingen2

Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering van die wet- en regelgeving zorgen ervoor dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de

Belastingdienst na te komen (compliance).                               U                                                                                        U

2 Financiële Markten

Beleid maken voor een stabiele werking van financiële markten, met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven.                               U                                                                                                           U

3 Financieringen

Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen bij investeren in en verwerven,

afstoten en beheren van de financiële en materiële activa van de staat.                                                                                                        U3                                                                    U

4 Internationale Financiële Betrekkingen

Een bijdrage leveren aan een gezond en welvarend

Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling.                                       U                                                                                        U

5 Exportkredietverzekering

Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit.                                                                                                           U

6 Btw-compensatiefonds

Gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s hebben de mogelijkheid om een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt hierin geen rol.                                                                            U                                                                                                       U

7 Beheer Materiële Activa

Een optimaal financieel resultaat bij het verwerven,

beheren, ontwikkelen en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen.                                              U              U              U              U                                                                   U

Overig

Financieel en Economisch beleid van de overheid                  U                                                                                                          U

Vastgoedbeleid

Nationale schuld

11 Financiering Staatsschuld

Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke rentekosten onder acceptabel risico voor de begroting                                                                                                                                                                                U

12 Kasbeheer

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.                                                                                                              U

Zie voor toelichting bij de realisatie het Jaarverslag 2011.

Belastingdienst en Fiscale Zaken

In 2012 wordt een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) uitgevoerd. Dit IBO vervangt de geplande beleidsdoorlichting.

3

2.2 DE BELEIDSARTIKELEN (Financiën) 2.2.1 Belastingen

A. Algemene doelstelling

Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering van die wet- en regelgeving zorgen ervoor dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance).

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk en heeft een regisserende en uitvoerende rol op het terrein van de fiscaliteit. Daarbij gaat het om:

– de heffing en inning van de rijksbelastingen en douanerechten;

– de controle op VGEM-aspecten (veiligheid, gezondheid, economie en milieu) bij invoer, doorvoer en uitvoer van goederen;

– de heffing en inning van de premies werknemers- en volksverzekeringen;

– de heffing en inning van de inkomensafhankelijke bijdragen Zorgverze-keringswet;

– handhavingstaken op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit;

– de vaststelling en de uitbetaling van toeslagen;

– de heffing en inning voor derden van een aantal belastingen, heffingen en overige vorderingen.

Het beleid is gericht op een eenvoudig, solide en fraudebestendig belastingstelsel. Een belastingstelsel dat begrijpelijk is en dat de administratieve lasten voor burgers en bedrijven en de uitvoeringskosten voor de Belastingdienst waar mogelijk reduceert. Een belastingstelsel dat een solide belastingopbrengst oplevert, zonder willekeurige schommelingen. Een eerlijk belastingstelsel waarbij uitholling van de belastinggrondslag effectief kan worden bestreden zodat ieder zijn deel bijdraagt.

De minister bevordert, door inzet van de Belastingdienst, compliance door passende dienstverlening te leveren, massale processen juist en tijdig uit te voeren, adequaat toezicht uit te oefenen en waar nodig naleving bestuurs- of strafrechtelijk af te dwingen. De Belastingdienst stelt in zijn handelen burgers en bedrijven centraal en gaat uit van vertrouwen waar dat gerechtvaardigd is. De Belastingdienst stemt zijn handhaving af op houding en beweegredenen van burgers en bedrijven inzake naleving. Uit de instrumenten waarover de Belastingdienst beschikt, zal hij die kiezen die het meest bijdragen aan de compliance. Dit wordt handhavingsregie genoemd.

In het najaar van 2012 ontvangt de Kamer het plan tot versterking van toezicht en invordering (en de daarvoor benodigde investeringen) om per saldo meer belastingbaten in de schatkist te laten vloeien. Daarbij wordt ook aandacht geschonken aan de juistheid en volledigheid van belastingontvangsten (waaronder actuele informatie over het nalevingstekort).

De Belastingdienst meet van oudsher de houding van burgers en bedrijven ten aanzien van het voldoen aan fiscale verplichtingen en de 1 De Fiscale Monitor 2011 is te vinden op            klanttevredenheid door middel van een set enquêtevragen in de Fiscale

www.belastingdienst.nl.                                   Monitor1. Aan de geënquêteerden wordt onder meer gevraagd of zij belastingontduiking onaanvaardbaar achten, of zij de stelling onderschrijven dat zelf belasting ontduiken uitgesloten is, en of zij van mening zijn dat belasting betalen betekent iets moeten bijdragen.

C. Beleidswijzigingen

Er zijn voor 2013 geen beleidswijzigingen. Voor voorgestelde wijzigingen op fiscaal terrein wordt verwezen naar het Belastingplan 2013 en het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel budgettaire gevolgen van

beleid (x € 1000)

           
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

3 528 988

3 348 205

3 244 427

3 114 399

3 039 745

3 010 581

2 968 287

Uitgaven (1) + (2)

3 394 668

3 348 205

3 244 427

3 114 399

3 039 745

3 010 581

2 968 287

waarvan juridisch verplicht

   

100%

       

(1) Programma-uitgaven Waarvan:

592 294

506 444

491 714

454 614

437 664

439 304

405 304

Rente

Heffings- en invorderingsrente Rentevergoeding depotstelsel

587 867 0

500 530 0

485 800 0

443 700 5 000

426 750 5 000

428 390 5 000

394 390 5 000

Bekostiging

Proceskosten

Overige programma-uitgaven

3 365 1 062

3 536 2 378

3 536 2 378

3 536 2 378

3 536 2 378

3 536 2 378

3 536 2 378

(2) Apparaatsuitgaven

2 802 374

2 841 761

2 752 713

2 659 785

2 602 081

2 571 277

2 562 983

Personele uitgaven waarvan: Eigen personeel waarvan: Inhuur externen

 

2 064 865

1 943 260

121 605

2 005 831

1 889 439

116 392

1 932 189

1 819 286

112 903

1 897 773

1 786 786

110 987

1 876 739

1 766 948

109 791

1 875 740

1 765 949

109 791

Materiële uitgaven waarvan: ICT

waarvan: Bijdrage SSO’s

 

776 896 166 653 202 954

746 882 170 572 195 427

727 596 158 006 189 186

704 308 151 919 185 760

694 538 148 253 183 778

687 243 148 253 178 778

Ontvangsten (3) + (4)

109 815 639

110 462 946

118 200 909

120 135 526

126 602 017

131 371 951

138 093 820

(3) Programma-ontvangsten

Waarvan:

Belastingontvangsten

108 883 363

109 633 221

117 348 784

119 288 601

125 755 092

130 525 026

137 246 895

Rente

             

Heffings- en invorderingsrente

511 029

490 000

497 000

497 000

497 000

497 000

497 000

Boetes en schikkingen

Ontvangsten boetes en schikkingen

203 208

132 477

147 877

142 677

142 677

142 677

142 677

Bekostiging

Kosten vervolging

191 188

187 276

187 276

187 276

187 276

187 276

187 276

(4) Apparaatsontvangsten

26 851

19 972

19 972

19 972

19 972

19 972

19 972

D2: Budgetflexibiliteit

De programma-uitgaven vloeien voort uit onder andere de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet waardering onroerende zaken. De uitgaven zijn in beginsel niet alternatief aanwendbaar.

E: Toelichting op de instrumenten

Rente

Heffings- en invorderingsrente beogen compensatie te bieden voor het renteverlies dat ontstaat door een tijdsverschil tussen het ontstaan van de belastingschuld en het daadwerkelijk heffen en innen van de belastingschuld. De daling van de uitgavenraming wordt veroorzaakt door de invoering van het nieuwe stelsel van belastingrente.

Bekostiging

Uitgaven: Belastingplichtigen komen in aanmerking voor een proceskostenvergoeding, indien zij in het gelijk worden gesteld bij een bezwaar- of beroepsprocedure. De overige programma-uitgaven bestaan onder andere uit een bijdrage aan de Waarderingskamer en de Douaneraad.

Ontvangsten: Aan belastingschuldigen worden de kosten doorberekend van invorderingsmaatregelen (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, etc.). Dit gebeurt op grond van de Kostenwet invordering rijksbelastingen.

Boetes en schikkingen

Deze ontvangstenpost betreft de opbrengsten van bestuurlijke boetes en van schikkingen.

De in de tabel budgettaire gevolgen van beleid opgenomen belastingontvangsten zijn netto-ontvangsten. De netto ontvangsten zijn gelijk aan de totale belastingontvangsten minus de afdrachten aan het Gemeentefonds en het Provinciefonds op grond van de Financiële verhoudingswet, en minus de afdrachten aan het btw-Compensatiefonds en het BES- fonds. In onderstaande tabel staat de aansluiting van de Miljoenennota 2012 met de begroting IX. De Miljoenennota bevat een toelichting op de belastingontvangsten.

Belastinguitgaven en -ontvangsten

Tabel aansluiting belastingontvangsten Miljoenennota 2013 met IX (x € 1 000)

 
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Totale belastingontvangsten

131 541 185

131 939 695

139 377 568

141 371 388

147 262 425

152 106 978

158 836 034

Afdracht Gemeentefonds

  • 18 576 293
  • 18 427 043
  • 17 963 120
  • 17 839 731
  • 17 432 815
  • 17 526 291
  • 17 524 669

Afdracht Provinciefonds

  • 1 268 084
  • 1 230 648
  • 1 138 214
  • 1 131 694
  • 962 912
  • 944 233
  • 953 161

BTW-Compensatiefonds

  • 2 788 317
  • 2 613 190
  • 2 895 357
  • 3 079 269
  • 3 079 513
  • 3 079 335
  • 3 079 216

Afdracht BES- fonds

  • 25 128
  • 35 593
  • 32 093
  • 32 093
  • 32 093
  • 32 093
  • 32 093

Belastingontvangsten

108 883 363

109 633 221

117 348 784

119 288 601

125 755 092

130 525 026

137 246 895

Conform de conclusie van het kabinet naar aanleiding van de «beleids-doorlichting evaluatie belastinguitgaven» (Kamerstukken II 2009/10, 31 935, nr. 6), worden de belastinguitgaven, die onder verantwoordelijkheid vallen van het Ministerie van Financiën, in deze begroting weergegeven. Het zijn vooral fiscale faciliteiten die geen directe relatie hebben met een specifiek beleidsterrein van andere departementen.

 

Belastinguitgaven

Budgettair

 

belang (mln.

 

euro) in 2013

Doorschuiving inkomen aanmerkelijk belang bij aandelenfusie

94

Kindertoeslag forfaitair rendement

-

Ouderentoeslag forfaitair rendement

97

Vrijstelling rechten op kapitaalsuitkering bij overlijden forfaitair

 

rendement

20

Vrijstelling rechten op bepaalde kapitaalsuitkeringen

919

Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

384

Giftenaftrek

378

Faciliteiten successiewet algemeen nut beogende instellingen

196

Omzetbelasting vrijstelling vakbonden, werkgeversorganisaties,

 

politieke partijen, kerken

127

Omzetbelasting vrijstelling fondswerving

159

Vrijstelling motorrijtuigenbelasting motorrijtuigen ouder dan 25 jaar

222

Vrijstelling motorrijtuigenbelasting reinigingsdiensten

1

Apparaatsbudgetten

Apparaatsuitgaven

De apparaatsuitgaven van de Belastingdienst betreffen personeel (ca. € 2,0 mld.) en materieel (ca. € 0,8 mld.). Het apparaatsbudget betreft de uitvoeringskosten voor het primaire proces en de ondersteuning daarvan. Het primaire proces omvat de dienstonderdelen: Belastingregio’s, Douane, Toeslagen, FIOD, BelastingTelefoon, Centrale Administratie en het Directoraat-generaal Belastingdienst. De ondersteuning betreft: huisvesting en facilitaire dienstverlening, ICT, kennis en communicatie.

Onderstaand cirkeldiagram geeft een verdeling op hoofdlijnen (in %) van de inzet van personele capaciteit naar de instrumenten dienstverlening, toezicht en opsporing, en massale processen. De verdeling is op basis van de formatie van de Belastingdienst in 2012 (ca. 29 682 fte).

Inzet personeel op instrumenten (in %)

12% 17%

71%

Dienstverlening Massale processen

Toezicht en opsporing

Apparaatsontvangsten

De apparaatsontvangsten ad € 20 mln. bestaan o.a. uit ontvangsten in verband met werkzaamheden die de Belastingdienst voor andere overheidsorganisaties uitvoert en uit ontvangsten voor uitleen van personeel.

Fiscaal beleid en wetgeving

E.1 Genereren van inkomsten – fiscale wet- en regelgeving

Het genereren van inkomsten ten behoeve van uitgaven voor de rijksbelastingen, de sociale fondsen en de zorgverzekeringen door middel van het ontwikkelen van solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale weten regelgeving die ook in internationale context werkbaar is.

De fiscale wet- en regelgeving die in het jaar 2012 wordt en is voorbereid zal vooral in het teken staan van het structureel verbeteren van de overheidsfinanciën, het verstevigen van het vertrouwen van de financiële markten en het verder toekomstbestendig maken van de Nederlandse economie. Hierbij gaat het met name om de wettelijke fiscale uitwerking van het zogenoemde Begrotingsakkoord 2013 dat zijn eerste beslag heeft gekregen in de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 (UFM) dat in de maanden juni en juli 2012 door het parlement is aanvaard. Een deel van de uitwerking van het Begrotingsakkoord 2013 zal plaatsvinden in het pakket Belastingplan 2013 waaronder begrepen de Wet verhuurderbelasting, Wet herziening fiscale behandeling eigen woning en de Wet herziening fiscale behandeling kosten van vervoer. Belastingheffing dient zodanig plaats te vinden dat de geraamde opbrengsten worden gerealiseerd, met een minimum aan administratieve lasten en uitvoeringkosten. In dat kader zijn de voorstellen Wet elektronische registratie notariële akten en de Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst van belang. Deze voorstellen zullen tegelijkertijd met of kort na het Belastingplan 2013 bij de Tweede Kamer worden ingediend. De ramingen van de belastingopbrengsten worden getoetst aan de hand van de realisatie van de belastingontvangsten. De ontwikkeling en realisatie van de belastingontvangsten komen onder andere aan de orde in de Voorjaarsnota, de Najaarsnota en het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Wat betreft de internationale context worden bilaterale belastingverdragen afgesloten en uitgevoerd, bijvoorbeeld met het oog op het voorkomen van dubbele belastingen. Nederland heeft al een vrij uitgebreid netwerk van verdragen dat ook regelmatig terugkerend onderhoud vergt. In dat kader bestaat het voornemen om onderhandelingen te voeren of voort te zetten met landen als Brazilië, China en India met als doel de bestaande belastingverdragen te herzien. Daarnaast worden de besprekingen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten voortgezet om – gegeven de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010 – de Belastingregeling voor het Koninkrijk aan die nieuwe verhoudingen aan te passen.

Belastingdienst

E.2 Dienstverlening

De Belastingdienst bevordert met passende dienstverlening dat burgers en bedrijven hun wettelijke verplichtingen nakomen.

Passende dienstverlening ondersteunt belastingplichtigen en toeslaggerechtigden om verplichtingen na te komen en rechten te effectueren. Daarvoor is het nodig dat de dienstverlening van de Belastingdienst aansluit op de behoeften van burgers en bedrijven door te laten merken dat we hun fiscale situatie kennen, een communicatievorm aan te bieden die hen past, op het juiste moment beschikbaar te zijn en voor hen begrijpelijke taal te gebruiken. De dienstverlening is daarom in beginsel gericht op snelheid, gemak en kwaliteit.

De dienstverlening omvat onder andere:

– op de doelgroepen afgestemd producten- en dienstenaanbod;

– kanaalsturing;

– vooringevulde aangifte;

– voorlichting via diverse media (krant, radio en tv, website).

De communicatie met en dienstverlening aan burgers en bedrijven kennen een grote omvang en diversiteit. De effectiviteit en efficiency van communicatie en dienstverlening kunnen worden vergroot als de afstemming van de producten, diensten en kanalen verbetert. De komende jaren ontwikkelt de Belastingdienst gefaseerd een persoonlijk domein voor burgers. Via dit domein kunnen burgers algemene informatie verkrijgen, persoonlijke gegevens opvragen en controleren en wijzigingen doorgeven.

Meetbare gegevens1

 

Prestatie-indicator in %

Waarde 2010

Waarde 2011

Streefwaarde 2012

Streefwaarde 2013

Bereikbaarheid BelastingTelefoon

83

82

80-85

80-85

Kwaliteit beantwoording fiscale vragen Belasting

       

Telefoon (extern gemeten)

87

87

80-85

80-85

Afgehandelde bezwaren binnen AWB-termijn

87

94

95-100

95-100

Afgehandelde klachten binnen AWB-termijn

98

96

98-100

98-100

Klanttevredenheid

       
  • • 
    Internet
       
  • • 
    Balie

89

90

80-90

80-90

  • • 
    Telefonie

91

76

80-90

80-90

Algemeen

78

82

70-80

70-80

Intermediairs

87

82

80-90

80-90

1 De streefwaarden van de Belastingdienst worden voor zover mogelijk weergegeven in bandbreedtes. Hiermee geeft de Belastingdienst per prestatie-indicator aan wat de onder- en de bovengrens is.

Toelichting

– Bereikbaarheid.

De bereikbaarheidsnorm geeft het percentage weer van het aantal bellers dat daadwerkelijk verbinding heeft gekregen met de BelastingTelefoon. De doelstelling van 80–85% geldt als gemiddelde jaardoelstelling.

– Kwaliteit beantwoording fiscale vragen BelastingTelefoon.

De BelastingTelefoon streeft kwalitatief goede beantwoording na. Dit wordt bereikt door goed opgeleide telefoniemedewerkers en voorzieningen op de werkplek voor dialoogondersteuning. Door externe bureaus wordt gemeten of de fiscaal juiste antwoorden worden gegeven.

– Bezwaren en klachten.

Bezwaren en klachten worden AWB-conform behandeld. Er is gekozen voor een marge, omdat, gelet op de omvang van het aantal bezwaarschriften, volledige afdoening binnen de wettelijke termijnen in de praktijk niet altijd haalbaar is.

– Klanttevredenheid.

De klanttevredenheid wordt jaarlijks met behulp van de Fiscale Monitor voor alle dienstverleningskanalen gemeten.

E.3 Toezicht en opsporing

De Belastingdienst oefent adequaat toezicht uit en dwingt, zo nodig, naleving af, zodat burgers en bedrijven hun wettelijke verplichtingen nakomen.

Bij de uitvoering van zijn taken laat de Belastingdienst zich leiden door rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Kwaliteit in termen van professionaliteit, duidelijkheid en snelheid is daarbij van belang. De nadruk ligt op preventieve instrumenten en toezicht in de actualiteit. De bedoeling is goed gedrag te stimuleren, fouten te voorkomen en, indien nodig, in de actualiteit bij te sturen.

De Belastingdienst kiest gericht welke handhavingsinstrumenten worden ingezet om het nalevingsgedrag van burgers en bedrijven te verbeteren en goed gedrag te ondersteunen. Dit proces heet handhavingsregie.

De Belastingdienst maakt onderscheid in individuele en groepsgewijze klantbehandeling. In het segment Middelgrote/Zeer Grote Organisaties vindt individuele klantbehandeling plaats. Voor de segmenten Particulieren en Midden- en Kleinbedrijf, is gegeven de omvang van deze segmenten, sprake van groepsgewijze klantbehandeling, uiteindelijk resulterend in correcties op individuele aangiften. Binnen het segment MKB onderscheidt de Belastingdienst starters, Zelfstandigen Zonder Personeel en MKB-ondernemingen met personeel. Hierbij wordt om redenen van effectiviteit en efficiency, waar mogelijk, gekozen voor een thematische aanpak.

Het toezicht bij Toeslagen is gericht op het correct, dat wil zeggen op basis van de wettelijke grondslagen, uitbetalen van het juiste bedrag. Het toezichtbeleid komt tot stand in afstemming met de departementen die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk zijn voor de inkomensafhankelijke regelingen.

Door toezicht op goederen die via Nederland de Europese Unie (EU) binnenkomen of verlaten, draagt de Douane bij aan een veilig en gezond Europa. Gelijktijdig worden ook Europese (en Nederlandse) fiscale en economische belangen bewaakt. Daarbij wordt zoveel mogelijk samengewerkt met het bedrijfsleven en andere handhavingspartners, al dan niet in internationaal verband. Bij het toezicht hanteert de Douane een risicogerichte aanpak en wordt op basis daarvan de meest passende toezichtsvorm gekozen. De toezichtsvormen verschillen naar aard en intensiteit. Zo kent de Douane: – toezicht op vervoersstromen (daarvan is sprake bij het elektronisch volgen van vaar- en vliegbewegingen en bij cameratoezicht); – toezicht op specifieke objecten (zoals het controleren van containers en pakketten) en – systeemtoezicht bij vergunninghouders en convenantpartners (daarbij gaat het om controles, gericht op het functioneren van de controlemechanismen en kwaliteits- en veiligheidssystemen van het bedrijf).

Het beleid van de Douane is erop gericht het overgrote deel van de goederenstroom met systeemtoezicht af te dekken.

Meetbare gegevens

 

Prestatie-indicator

Waarde 2010

Waarde 2011

Streefwaarde 2012

Streefwaarde 2013

Aantal MKB ondernemingen onder een horizontaal

       

toezichtconvenant

6 500

33 000

50 000-75 000

75 000-100 000

M/ZGO organisaties waarbij de mogelijkheden tot

       

horizontalisering zijn beoordeeld (als percentage

       

van het aantal organisaties in dit segment)

40%

47%

44–54%

45-55%

M/ZGO organisaties die adequaat werken aan opzet,

       

bestaan en werking van de fiscale beheersing (als

       

percentage van het aantal organisaties onder

       

horizontaal toezicht in dit segment).

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

65-75%

Toelichting

– Horizontaal toezicht MKB.

De Belastingdienst geeft horizontaal toezicht een belangrijke plaats in zijn handhavingsaanpak in het MKB-segment. De Belastingdienst sluit hiervoor convenanten met fiscale dienstverleners waarin afspraken worden gemaakt over de kwaliteitsborging door de fiscale dienstverlener van de aangiften van hun klanten.

De Belastingdienst richt zich bij de individuele klantbehandeling in het segment M/ZGO1 op het vergroten van de zekerheid over de juistheid en volledigheid van de belastingontvangsten. De Belastingdienst ondersteunt en stimuleert organisaties om de kwaliteit van de aangifte te versterken. De Belastingdienst bespreekt met de organisatie hoe hij zijn verantwoordelijkheid invult met betrekking tot zijn aangifte. Daarbij wordt vastgesteld hoe de organisatie om gaat met fiscaliteit en of de randvoorwaarden aanwezig zijn om te komen tot een adequate beheersing daarvan. De organisatie beoordeelt daarna cyclisch de opzet, het bestaan en de werking van de interne beheersing van de (fiscaal relevante) bedrijfsprocessen en deelt de resultaten daarvan met de Belastingdienst. De Belastingdienst monitort dit proces en bepaalt in welke mate gesteund kan worden op deze interne beheersing. Periodiek wordt dit getoetst, doorgaans door steekproefsgewijze controles. Voor de 25–35% van de organisaties die nog niet adequaat werken aan opzet, bestaan en werking van de fiscale beheersing beoordeelt de Belastingdienst of het horizontaal toezichtstraject kan worden gecontinueerd.

Waar horizontalisering van het toezicht (nog) niet mogelijk is, voert de Belastingdienst op basis van handhavingsregie passende interventies uit.

1 De prestatieindicatoren voor organisaties waarbij de Belastingdienst zicht heeft op de kwaliteit van de opzet en bestaan van de fiscale beheersing en organisaties waarbij de Belastingdienst zicht heeft op de kwaliteit van de werking van de fiscale beheersing zijn vanaf de begroting IX 2013 samengevoegd tot één prestatie- indicator. Dit is nodig omdat het onderscheid in de praktijk niet is aan te brengen; opzet en bestaan lopen in werking over en niet alle onderdelen van de fiscale beheersing bevinden zich in hetzelfde stadium van ontwikkeling.

 

Prestatie-indicator

Waarde 2010

Waarde 2011

Streefwaarde 2012

Streefwaarde 2013

Percentage contacten met starters: startersbezoeken

       

en klantgesprekken (ten opzichte van het totaal

       

aantal starters)

n.v.t.

20%

15-25%

15-25%

Tijdigheid aangiften:

       

Percentage bereikte belastingplichtigen na verzuim

       

(OB)

n.v.t.

64%

50-60%

50-60%

Tijdigheid aangiften:

       

Percentage bereikte belastingplichtigen na verzuim

       

(LH)

n.v.t.

93%

90-95%

90-95%

Tijdigheid aangiften:

       

Percentage bereikte belastingplichtigen na verzuim

       

(IH niet winst)

n.v.t.

87%

90-95%

90-95%

Achterstand invordering

2,5%

2,4%

2,5%-3,0%

2,5%-3,0%

Toelichting

– Tijdigheid aangifte.

Een gedeelte van de burgers en bedrijven doet niet of niet altijd tijdig hun aangifte. In 2012 continueert de Belastingdienst het beleid gericht op het tijdig ontvangen van deze aangiften door zo snel mogelijk contact op te nemen met de belastingplichtigen die in gebreke blijven. De streefwaarde voor het bereiken van belastingplichtigen na verzuim OB zijn hierbij lager dan voor de LH en de IH niet winst omdat het bereik via belacties verloopt. Voor de IH worden vooral brieven verstuurd waarmee sneller grotere groepen belastingplichtigen worden bereikt. Voor de LH zijn de volumes laag; deze kunnen ook met belacties vrijwel volledig worden bereikt.

– Tijdigheid betaling.

De Belastingdienst stelt een grens aan de betalingsachterstand bij invordering. Het bedrag van de betalingsachterstand bij invordering wordt weergegeven als een percentage van de totale belasting- en premieontvangsten.

Prestatie-indicator

Waarde 2010

Waarde 2011

Streefwaarde 2012

Streefwaarde 2013

Toeslagen

Deels behaald

Grotendeels behaald

Het toezicht wordt volgens planning uitgevoerd.

Het toezicht wordt volgens planning uitgevoerd.

Toelichting

De zorgtoeslag, huurtoeslag en kinderopvang toeslag berusten op grondslagen die voor het overgrote deel geverifieerd kunnen worden met gegevens uit onafhankelijke registraties op basis van contra-informatie. Omdat voorafgaand toezicht praktisch niet mogelijk is, vindt dat in ieder geval plaats bij het definitief toekennen. Door toezicht uit te voeren, wordt gerealiseerd dat de grondslaggegevens in afdoende mate zijn geverifieerd vóór het moment van definitief toekennen. Door zowel gebruik te maken van bij andere organisaties aanwezige contra-informatie als convenanten af te sluiten met brancheorganisaties (horizontaal toezicht), worden de toezichtlasten zoveel mogelijk beperkt.

Prestatie-indicator

Waarde 2010

Waarde 2011

Streefwaarde 2012

Streefwaarde 2013

Controles op de goederenstroom Gecertificeerde goederenstromen Controles op passagiersvluchten

330 000 n.v.t

341 600

51%

12 600

295 000- 365 000

> 70%

12 000 - 15 000

295 000- 365 000

> 70%

12 000 - 15 000

Toelichting

– Controles op de goederenstromen1.

De Douane voert controles uit op de reguliere goederenstroom (vracht en post). Daarbij gaat het om scancontroles en fysieke controles.

– Gecertificeerde goederenstromen.

De prestatie-indicator geeft aan welk deel van de reguliere goederenstroom (in- en uitvoer) gecertificeerd is als authorised economic operator (AEO) en daarmee onder systeemtoezicht valt.

– Controles op passagiersvluchten.

De Douane gaat bij de controle van passagiersvluchten uit van een gradatie in risico’s op vluchtniveau, met bijbehorende controledichtheid en inzet van handhavingsmiddelen. Die controledichtheid varieert van 100% (de hoog-risicovluchten) tot 5% (de laag-risicovluchten). Bij de hierbij ingezette handhavingsmiddelen moet gedacht worden aan profiling, fysieke controles op passagiers, inzet van speurhonden en security-scans.

Prestatie-indicator

Waarde 2010

Waarde 2011

Streefwaarde 2012

Streefwaarde 2013

Percentage processen-verbaal dat leidt tot veroordeling/transactie (%)

76

84

82-85

82-85

Toelichting

De Belastingdienst geeft bij het selecteren van aanmeldingen voor strafrechtelijk onderzoek prioriteit aan zaken die zowel financieel, als anderszins maatschappelijk van voldoende gewicht zijn. De doelstelling voor het percentage processen-verbaal dat leidt tot een veroordeling of een transactie is een resultante van het overleg tussen het Openbaar Ministerie, de financiële toezichthouders en de FIOD (Fiscale Inlichtingenen Opsporingsdienst) en is een indicator voor de kwaliteit van de door de FIOD aangeleverde zaken.

De FIOD werkt aan de rechtshandhaving door bijdragen te leveren aan het tegen gaan van fiscale, financiële en economische fraude (inclusief fraude met premies, subsidies, toeslagen en douane), het waarborgen van de integriteit van het financiële stelsel en de bestrijding van de financiële georganiseerde criminaliteit.

E.4 Massale processen

De Belastingdienst voert zijn massale processen efficiënt uit.

De Belastingdienst maakt bij zijn werkzaamheden veel gebruik van ICT toepassingen, waarmee de verschillende bedrijfsprocessen op een snelle en efficiënte wijze worden uitgevoerd. Voor burgers en bedrijven betekent dit dat zij sneller zekerheid krijgen over hun fiscale positie.

1 Bij goederenstromen en passagiersvluchten gaat het om alle ingaande en uitgaande stromen/vluchten.

Meetbare gegevens

Prestatie-indicator

Waarde 2010

Waarde 2011

Streefwaarde 2012

Streefwaarde 2013

Aantal postzendingen zonder fouten

100%

100%

> 99%

> 99%

Toelichting

De Belastingdienst zorgt dat belastingplichtigen en toeslaggerechtigden de juiste berichten ontvangen. Grote stromen beschikkingen (aanslagen, toeslagen) worden voor verzending systematisch gecontroleerd op juistheid, volledigheid en inhoudelijke (fiscale) kwaliteit. Het gaat om tienduizenden verzendpartijen die goed zijn voor meer dan 100 miljoen poststukken op jaarbasis.

2.2.2 Financiële Markten

A. Algemene doelstelling:

Beleid maken voor een stabiele werking van financiële markten, met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven.

B. Rol en verantwoordelijkheid minister

Financiële markten en -instellingen vormen een onmisbare bouwsteen in het maatschappelijk verkeer. Een stabiel en adequaat financieel stelsel is nodig om de Nederlandse economie te laten functioneren, en daarmee onze welvaart en de economische vooruitgang te bevorderen. De kredietcrisis heeft laten zien hoe groot de systeemrisico’s op de financiële markten kunnen zijn en welke impact dit kan hebben op de Nederlandse economie.

De minister van Financiën bevordert het goed functioneren van het financiële stelsel en heeft een regisserende rol. De minister is verantwoordelijk voor de Nederlandse wetten en regels ten aanzien van de financiële markten, de institutionele structuur van het toezicht, en de besluitvorming over de besteding van publieke middelen bij een crisis. Het daadwerkelijke toezicht op de financiële markten wordt uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

De randvoorwaarden die de minister stelt voor een integer en stabiel systeem hebben hun basis in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Hierin is de regelgeving en het toezicht geregeld die financiële instellingen stimuleert en verplicht om acceptabele en transparante risico’s te nemen. Deze regelgeving en dit toezicht dragen er aan bij dat consumenten met voldoende informatie en vertrouwen financiële producten kunnen afnemen.

Een van de lessen uit de crisis van de afgelopen jaren is dat sterk toezicht zowel op instellings- als ook op systeemniveau noodzakelijk is. Daarbij is het streven om de risico’s voor de belastingbetaler zoveel mogelijk te beperken. Ingeval problemen niet meer op andere wijze kunnen worden opgelost, dient de toezichthouder en uiteindelijk de minister tijdig en effectief in te grijpen bij financiële instellingen. Hiervoor is een passend instrumentarium beschikbaar.

De minister bevordert de educatie van de burger op financieel gebied, streeft naar een integer financieel stelsel met passende regelgeving in de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft) en is verantwoordelijk voor de ongestoorde voorziening van voldoende munten in circulatie.

Kengetallen

Prestatie-indicator

Basiswaarde

(2012)1

Streefwaarde 2013

Streefwaarde 2014

Implementatie Europese richtlijnen1

100%

100%

100%

1 Gebaseerd op het halfjaarlijkse scorebord van de interne markt van de Europese Commissie. Het percentage geeft aan welk deel van de Europese richtlijnen uit het Actieplan Financiële Diensten (FSAP), die op dat moment van kracht zijn, zijn omgezet in nationale wetgeving. Bij bepaling van het percentage is, waar relevant, alleen rekening gehouden met dat deel van de richtlijn dat door Financiën moet worden geïmplementeerd.

C. Beleidswijzigingen

Breed gedragen is het besef dat de financiële crisis heeft kunnen ontstaan door een veelvoud aan factoren die elkaar beïnvloedden en versterkten. De financiële crisis heeft duidelijk gemaakt dat een hervorming van de wet- en regelgeving in de financiële sector noodzakelijk is. In de G20, het Bazels Comité voor bankentoezicht en in Europa zijn hiertoe een grote hoeveelheid voorstellen gedaan, die grotendeels door middel van richtlijnen in nationale regelgeving zijn en worden geïmplementeerd.

De hervormingen van de financiële sector moeten leiden tot een robuuste financiële sector die solide, verantwoordelijk en transparant is. De minister stuurt jaarlijks een brief aan de Tweede Kamer waarin hij ingaat op de wensen van de toezichthouders (wetgevingsbrieven). Deze brief van de minister aan de Tweede Kamer geeft aan hoe ver de hervormingen zijn. In deze brief wordt daarnaast aangegeven welke wet- en regelgeving op het programma staat, wat het meest urgent is en wordt een reactie gegeven op de wensen van de toezichthouders. De minister is voornemens om de voortgangsrapportage rond de opvolging van de aanbevelingen van de Commissie De Wit te integreren in deze jaarlijkse brief aan de Tweede Kamer. Er is tevens een indicator die de tijdige omzetting van richtlijnen meet.

Macroprudentieel comité

In 2013 zal er een macroprudentieel comité zijn opgericht. Met de komst van het comité zullen partijen die in Nederland betrokken zijn bij financiële stabiliteit gezamenlijk de belangrijke ontwikkelingen op het gebied van de financiële stabiliteit inventariseren en aanbevelingen op dit vlak doen.

Nieuwe FATF standaarden

In navolging van de aanbevelingen die Nederland van de Financial Action Task Force (FATF) heeft gekregen, zal in 2013 onder andere de aangepaste Wwft in werking treden, de financiering van terrorisme separaat strafbaar gesteld worden en de werkwijze van Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-NL) worden aangepast. Nederland rapporteert in februari 2013 aan de FATF terug over de geboekte vooruitgang.

Daarnaast heeft de FATF in februari 2012 de internationale standaard aangepast en dit zal moeten leiden tot aanpassingen in de Europese richtlijn. De onderhandelingen over de 4e witwasrichtlijn worden naar verwachting in de eerste helft van 2013 afgerond en vervolgens in de Nederlandse wet- en regelgeving geïmplementeerd.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel budgettaire gevolgen (x € 1000)

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen –

5 707 805

  • 14 846 767

59 938

58 712

58 067

57 957

55 098

waarvan garantieverpichtingen –

5 841 147

  • 14 925 379

0

0

0

0

0

Garantie kredietfaciliteit AFM

  • 18 000
           

Garantieregeling bancaire

             

leningen –

5 823 147

  • 14 925 379
         

Garantie en waarborg NWB

0

           

Uitgaven

128 238

78 612

59 938

58 712

58 067

57 957

55 098

waarvan juridisch verplicht

   

100%

       

Subsidies

1 783

1 519

1 353

964

965

966

966

Geldmuseum

1 013

685

530

530

530

530

530

CDFD

770

834

823

434

435

436

436

Bekostiging

61 665

15 728

14 800

14 625

14 625

14 625

14 625

Rechtspraak Financiële Markten

1 245

1 100

1 100

1 100

1 100

1 100

1 100

Muntcirculatie

8 380

13 985

13 385

13 385

13 385

13 385

13 385

Afname munten in circulatie

52 040

0

0

0

0

0

0

Overig

 

643

315

140

140

140

140

Garanties

4 481

0

0

0

0

0

0

Terugbet.fee gar.banc.leningen

4 481

0

0

0

0

0

0

Leningen

0

0

0

0

0

0

0

Voorfinanciering DNB (DGS)

0

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

3 602

1 611

255

270

270

270

270

Wijzer in geldzaken

3 602

1 611

255

270

270

270

270

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

56 305

59 342

43 130

42 453

41 807

41 696

38 837

Bijdrage toezicht AFM

30 505

31 216

25 749

25 471

25 208

25 165

24 023

Bijdrage toezicht DNB

25 800

28 126

17 381

16 982

16 599

16 531

14 814

Bijdrage aan (inter)nationale

             

organisaties

402

412

400

400

400

400

400

Caribbean Financial Action

             

Taskforce

22

32

20

20

20

20

20

IASB

380

380

380

380

380

380

380

Ontvangsten

906 597

461 475

176 748

176 086

7 377

7 377

7 108

Garanties

365 893

229 631

169 371

168 709

0

0

0

feeopbrengsten gar. banc.

             

leningen

365 893

229 631

169 371

168 709

     

Leningen

534 007

199 467

0

0

0

0

0

terugontv. voorfinanciering DNB

             

(DGS)

91 059

2 160

         

ontvangsten ijsland

442 948

197 307

         

Bekostiging

2 840

5 184

5 184

5 184

5 184

5 184

5 184

ontvangsten muntwezen

2 840

5 184

5 184

5 184

5 184

5 184

5 184

Overig

3 857

27 193

2 193

2 193

2 193

2 193

1 924

D2: Budgetflexibiliteit

De budgetflexibiliteit van de uitgaven is beperkt. Het overgrote deel van de gebudgetteerde uitgaven is juridisch verplicht en hebben een wettelijke basis. Zo is de bijdrage van het ministerie van Financiën aan de toezicht- houders AFM en DNB voor de kosten van toezicht tot en met 2012 onder meer geregeld in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Vanaf 2013 zal dit de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft) zijn.

De muntcirculatie bestaat uit uitgaven die betrekking hebben op de productie van munten en een vergoeding van de kosten gemaakt door het Nationaal Analysecentrum voor Munten. Deze uitgaven zijn juridisch verplicht. De overige uitgaven zijn beleidsmatig gereserveerd en zijn nodig voor de aankoop van metaal voor reguliere circulatiemunten en bijzondere munten, alsmede het ontwerp.

E: Toelichting op de instrumenten

Subsidies Geldmuseum en CDFD

Subsidies aan Stichting Geld- en Bankmuseum en aan Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen COAP Overheidspersoneel ten behoeve van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD).

Rechtspraak Financiële Markten (accountantskamer)

De Accountantskamer beoordeelt klachten over gedragingen van accountants bij hun beroepsmatig handelen. Het gaat dan om gedragingen van de accountant in strijd met de wet of de gedrags- en beroepsregels en om gedragingen van de accountant in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. In een tuchtprocedure staat het belang van een goede beroepsuitoefening voorop. Een tuchtpro-cedure beoogt bij te dragen aan het (herstel van) vertrouwen van het publiek in de beroepsuitoefening van accountants.

Muntcirculatie

Muntcirculatie bestaat uit uitgaven die betrekking hebben op de muntpro-ductie en de vergoeding van de kosten van het Nationaal Analysecentrum voor Munten. De muntproductie in de jaren 2013 en verder is afhankelijk van de ontwikkelingen in de muntvraag.

Afname munten in circulatie

Het in omloop brengen van reguliere euromunten leidt tot ontvangsten voor de Staat en tegelijkertijd tot een schuld aan het publiek. Wanneer er meer munten in omloop worden gebracht dan dat er uit omloop terugkomen, neemt het aantal munten in circulatie toe. Deze toename leidt tot een netto ontvangst omdat de nominale waarde van de munten wordt ontvangen door de Staat. Wanneer er minder munten in omloop worden gebracht dan dat er uit omloop terugkomen, leidt dit tot een afname van munten in circulatie en tot een netto uitgave, omdat de nominale waarde wordt terugbetaald. Met de invoering van de euro deed ook de migratie van deze munten haar intrede. De realisaties van voorgaande jaren laten een wisselend beeld zien met zowel positieve als negatieve resultaten. Om deze reden wordt een stelpost van nul opgenomen voor zowel de ontvangst als de uitgave aan munten in circulatie.

Wijzer in geldzaken

Het platform Wijzer in geldzaken heeft het vergroten van financiële kennis en vaardigheden in Nederland de afgelopen jaren met succes op de kaart gezet. Uitgangspunt voor de begroting van Wijzer in geldzaken is dat het ministerie van Financiën samen met een aantal partijen uit de sector het platform financiert. Het ministerie van Financiën heeft als initiatiefnemer de eerste jaren relatief gezien meer bijgedragen, maar de komende jaren neemt de bijdrage af.

Bijdrage toezicht AFM en DNB

De hoogte van de overheidsbijdrage aan de toezichthouders AFM en DNB is met ingang van 1 januari 2013 geregeld in artikel 10 van de Wet bekostiging financieel toezicht.

Bijdrage internationale organisaties

Hieronder vallen de jaarlijkse contributie aan de International Accounting Standards Board, alsmede de bijdrage in de kosten van de Caribean Financial Action Taskforce (CFAT). De CFAT is een regionale organisatie in het Caribische gebied die witwassen en het financieren van terrorisme bestrijd

Overig

Deze post is een verzameling van kleine instrumenten: de monitoring commissies Code Banken, Verzekeraars en Corporate Governance. De uitgave aan de drie monitoring commissies is gericht op naleving van respectievelijk de Code Banken, Verzekeraars en de Corporate Governance.

Ontvangsten

Feeopbrengsten

Als onderdeel van de exit-strategie wordt sinds 1 januari 2011 aan banken die onder de garantieregeling leningen hadden uitgegeven de mogelijkheid geboden gegarandeerde leningen terug te kopen. ABN AMRO, Achmea en NIBC hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.

Aflossing voorfinanciering DGS door DNB

In 2010 heeft Financiën de DGS-uitkering aan voormalig DSB-rekeninghouders voorgefinancierd. Bij de verstrekking van deze lening is overeengekomen dat deze uiterlijk in 2012 volledig zal zijn afgelost. De lening is in 2012 conform afspraken volledig afgelost

Ontvangsten muntwezen

De ontvangsten muntwezen hebben betrekking op de uitgifte van bijzondere euromunten, de afdracht van de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM) aan de Staat van de totale nominale waarde van uitgegeven muntsets, de bijzondere euromunten en van royalty’s. Royalty’s zijn vergoedingen die de Staat ontvangt voor dukaten die KNM produceert en verkoopt. De ontvangsten muntwezen hebben tevens betrekking op verkocht metaalschroot: dit betreft metaal van vernietigde euromunten die als gevolg van beschadiging niet meer bruikbaar zijn voor de circulatie.

2.2.3: Financieringsactiviteiten publiek-private sector

A: Algemene beleidsdoelstelling

Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en materiële activa van de Staat.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Financiën stimuleert en regisseert een verantwoorde en doelmatige besteding van overheidsmiddelen. Daarnaast is de minister verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van het aandeelhouderschap van staatsdeelnemingen. De publieke doelstellingen worden met inzet van zo min mogelijk (financiële) middelen gerealiseerd of gegeven de hoeveelheid middelen wordt een zo hoog mogelijke kwaliteit nagestreefd. Bedrijfseconomische expertise wordt ingezet bij staatsdeelnemingen, complexe investeringsprojecten en transacties van de rijksoverheid en publiek- private investeringen (PPI) in Nederland.

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor:

een optimaal financieel resultaat bij het beheren, aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen met inachtneming van de betrokken publieke belangen;

het toetsen en adviseren op bedrijfseconomische doelmatigheid bij het realiseren van publieke investeringsprojecten die in samenwerking met de markt worden verwezenlijkt, zodat vakdepartementen in staat worden gesteld hun projecten binnen budget, op tijd en met de gewenste kwaliteit te realiseren. Voorbeelden van deze projecten zijn Design-Build-Finance-Maintain - (Operate) [DBFM(O)] projecten, andere complexe projecten, verdelen van exclusieve rechten en beheer, ontwikkeling en aan- en verkoop van overtollige gronden. het overkoepelende DBFM(O) beleid en de regie van het «systeem» dat ervoor moet zorgen dat DBFM(O) in Nederland structureel goed verankerd is en toegepast wordt;

het beheren en afwikkelen van de tijdelijke overheidsinvesteringen in de gesteunde financiële instellingen;

het beheren van de Illiquid Asset Back-up Facility binnen de contractvoorwaarden;

zwaarwegende en/of principiële beslissingen (o.a. exitstrategie en beloningsbeleid) van, alsmede het houden van toezicht op NL Financial Investments (NLFI).

De minister van Financiën heeft een aantal instrumenten tot zijn beschikking, die ingezet kunnen worden voor de invulling van zijn verantwoordelijkheid:

bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Comptabiliteitswet en als aandeelhouder op basis van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en de statuten van de onderneming; de gedragsregels uit de Corporate Governance Code; bedrijfseconomische, juridische en corporate governance-expertise en kennis en kunde op het gebied van projectfinanciering en risicomanagement;

structureel en incidenteel overleg met bestuurders en commissarissen van de staatsdeelnemingen;

overleg met betrokken vakdepartementen over de mate waarin en de wijze waarop de relevante publieke belangen worden geborgd; Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996, i.h.b. artikel 6: huur-, huurkoop- en lease- overeenkomsten

PPS-code: de beheercode binnen de rijksoverheid gericht op een doelmatige en rechtmatige inzet van het instrument van publiek- private samenwerking bij de realisatie en de exploitatie van (met name meerjarige) investeringsprojecten;

Wet Stichting Administratiekantoor beheer financiële instellingen

(NLFI).

Bovenstaande instrumenten zijn verschillend van aard. De bevoegdheden die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek en Comptabiliteitswet vormen de basis van de (formele) zeggenschap. De overige instrumenten hebben een meer informeel karakter, zijn richtinggevend (zoals de Corporate Governance Code) of dienen als randvoorwaarde om de invulling te kunnen geven aan de beleidsdoelstelling (zoals de beschikbaarheid over en/of toegang tot de benodigde kennis).

De minister beoogt jaarlijks de effecten van zijn aandeelhouderschap in de reguliere staatsdeelnemingen te kunnen meten. Hiervoor zijn de volgende meetbare indicatoren en streefwaarden opgenomen:

Indicator1                                                      2012 2013 2014 2015 2016 2017

Percentage deelnemingen dat de

Corporate Governance Code

«comply-or-explain» toepast                  100% 100% 100% 100% 100% 100%

Percentage van deelnemingen dat minimaal een C-rating heeft conform de richtlijnen van het

Global Reporting Initiative (GRI)            100% 100% 100% 100% 100% 100%

Percentage deelnemingen waarvan het beloningsbeleid conform de methodiek2 is vastgesteld                        100% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Percentage van deelnemingen met dividend pay-out ratio3van ten minste 40%                                                   80% 90% 90% 90% 90% 90%

Percentage van deelnemingen met een met een minimum return on equity (RoE) van 8%                                    65% 70% 80% 80% 80% 80%

1    Deelnemingen met volwaardige bedrijfsactiviteiten en waarvan het aandeelhouderschap in het beheer is van de minister van Financiën zijn meegenomen in de kengetallen. Voor beloningsbeleid zijn Thales en KLM buiten beschouwing gelaten vanwege de beperkte toepasbaarheid van de methodiek.

2   Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 28 479, nr. 39.

3   Niet voor alle staatsdeelnemingen geldt een uitbetaling van dividend middels een vooraf vastgesteld dividend pay-out ratio.

Vanwege de publieke verantwoordelijkheid van de Staat bestaan de doelstellingen van de staatsdeelnemingen niet uitsluitend uit het behalen van bedrijfseconomische voordelen. Het beheer ziet vooral toe op een zakelijke aansturing van de deelnemingen en een effectief gebruik van de aan haar toevertrouwde middelen. De publieke belangen die de deelnemingen dienen te bevorderen zijn veelal geborgd via wet- en regelgeving. Deze publieke belangen zijn lastig meetbaar te maken, waardoor het lastig is hiervoor een algemeen geldende indicator op te stellen. Financiële belangen zijn wel meetbaar te maken. Doordat bovenstaande indicatoren binnen de directe invloedssfeer van de Staat als aandeelhouder liggen, kan en wordt hierop door de Staat gestuurd.

Voor het nemen van doelmatige aanbestedingsbeslissingen bij publiek-private investeringen is het aantal goed uitgevoerde Public Private Comparators (PPC) een indicator. Een PPC bevat een kostenvergelijking,

waarbij de realisatie van een project in een DBFM(O)-variant wordt vergeleken met de realisatie van hetzelfde project in een traditionele variant. De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het toezicht op het gebruik van de PPC. Over het toepassen van de PPC zijn afspraken gemaakt binnen het Rijk:

Indicator                                                                      2013 2014 2015 2016 2017

Percentage van projecten binnen het Rijk

(infrastructuur, Rijkshuisvesting, Defensie)

waar een PPC voor is uitgevoerd zoals afspraken voorschrijven                                         100% 100% 100% 100% 100%

Percentage PPC’s met meerwaarde voor

DBFM(O) waarvoor ‘comply-or-explain’ is toegepast                                                                  100% 100% 100% 100% 100%

Percentage PPC’s met meerwaarde voor

DBFM(O) waarvoor gekozen is voor

DBFM(O)                                                                      90% 90% 90% 90% 90%

Bron: Vakdepartementen; vakdepartementen geven aan als ze een PPC hebben uitgevoerd en wat de uitkomst is. Op basis van deze informatie komt de tabel tot stand. De voortgang en prestaties op het gebied van DBFM(O) worden uitvoeriger beschreven in de tweejaarlijkse DBFM(O) voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer.

C: Beleidswijzigingen

Bij DBFM(O) projecten worden reeds besluiten over (publiek- private) uitvoeringsvarianten genomen op basis van het instrument PPC. Het beleid is om het gebruik van dit instrument steeds verder uit te breiden naar andere complexe projecten. Voorbeeld hiervan zijn de sourcingpro-jecten van Defensie. De minister van Financiën zal de handleiding PPC aanpassen zodat deze voor een nog breder toepassingsgebied ingezet kan worden, bijvoorbeeld voor de afweging tussen uitvoeringsvarianten voor ICT- projecten van het Rijk.

In het Energierapport 2011 is het voornemen geuit om minderheidsprivatisering mogelijk te maken van de landelijke netbeheerders voor elektriciteit en gas. Hiertoe bereiden de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Financiën een wetswijziging voor, die nog ter goedkeuring aan beide Kamers zal worden voorgelegd. Indien deze wetswijziging wordt aangenomen, zal de minister van Financiën voorbereidingen treffen om tot een daadwerkelijke kapitaalmarkttransactie te komen bij Gasunie en/of Tennet. Het type transactie en de timing daarvan zijn mede afhankelijk van de situatie bij de betreffende deelneming en van de marktomstandigheden op dat moment.

In navolging van de in 2011 aan de Tweede Kamer verzonden Beleidsvisie kansspelen is toegezegd te onderzoeken of het pseudo- aandeelhouderschap van de Staat bij Holland Casino en Staatsloterij passend is. Alhoewel er nog geen concrete voorstellen tot privatisering van Holland Casino en de Staatsloterij aan de Tweede Kamer zijn voorgelegd, werken het ministerie van Veiligheid en Justitie en het ministerie van Financiën momenteel aan voorstellen voor een gemoderniseerde inrichting en -ordening van de kansspelmarkten. Afhankelijk van het nieuwe kabinet en de uitkomsten van het debat met de Tweede Kamer, zullen op zijn vroegst pas in 2013 de eerste stappen worden gezet om Holland Casino en de Staatsloterij te privatiseren.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel budgettaire gevolgen ( x € 1 000)

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

waarvan betalingsverplichting: Kapitaalstorting TenneT Meerjarenverplichting aan ING

1 023 449

600 000 461 193

272 101

336 637

303 636

267 636

219 637

176 637

waarvan garantieverplichting:

Garanties en vrijwaringen (FCI, NS, WST en

TenneT)

Regeling BF

  • 49 092 - 8 322
  • 13 000
         

Uitgaven

3 599 367

2 813 701

1 994 237

1 653 236

1 507 236

1 286 237

1 107 237

waarvan juridisch verplicht

   

100%

       

Vermogensverschaffing Kapitaaluitbreiding TenneT Uitkering superdividend NS Tweede herkapitalisatie ABN AMRO Kapitaalstorting couponbetaling MCN

300 000

300 000

         

Bekostiging/bijdrage PPS

             

Bijdrage aan RWT NLFI (voorheen STAK)

1 428

5 296

5 019

5 019

5 019

5 019

5 019

Lening

Management fee IABF Funding fee IABF

38 756 3 242 213

33 000 2 459 000

31 000 1 948 000

24 000 1 614 000

20 000 1 472 000

17 000 1 254 000

14 000 1 078 000

Garantie

Regeling BF

Dotatie begrotingsreserve TenneT

0 4 800

600 4 800

600 4 800

600 4 800

600 4 800

600 4 800

600 4 800

Opdrachten

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

12 170

11 005

4 818

4 817

4 817

4 818

4 818

Ontvangsten

9 925 613

4 909 308

5 201 977

3 645 152

3 472 438

2 013 397

1 721 397

Vermogensonttrekking

Opbrengst onttrekking vermogenstitels

Dividend staatsdeelnemingen

Winstafdracht DNB

waarvan SMP-Griekenland

waarvan investeringsportefeuille DNB

9 000 423 226 544 278

11 000 273 973 750 000

259 322

1 314 000

278 000

73 000

397 497

354 000

122 000

44 000

444 897

295 000

85 000

44 000

425 297

208 000

62 000

44 000

425 297 96 000 42 000 44 000

Afdrachten Holland Casino Afdrachten Staatsloterij Opbrengst verkoop vermogenstitels

102 423 150

100 000

96 000

96 000

10 000 90 000

10 000 90 000

10 000 90 000

Dividend financiële instellingen

216 244

121 000

394 000

       

Bijdrage aan RWT

             

NLFI (voorheen STAK)

0

3 980

4 300

4 300

4 300

4 300

4 300

Leningen

Verwachte portefeuille ontvangsten IABF

Garantie fee IABF

Additionele fee IABF

Additionele garantie fee IABF

3 012 250

85 262

55 409

128 048

2 245 000

73 000

49 000

110 000

1 749 000

67 000

43 000

101 000

1 459 000 52 000 34 000 78 000

1 344 000 43 000 27 000 66 000

1 147 000 36 000 23 000 55 000

989 000 31 000 17 000 47 000

Verhandelbaarheidsfee IABF

Rente en aflossing div. leningen

Aflossing kapitaalversterkingen ING, Aegon en

SNS Reaal

62 999 3 500 000

16 000 750 000

19 000 750 000

15 000 750 000

12 000 750 000

10 000

7 000

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Couponbetaling en/of boetebetaling kapitaalversterking ING, Aegon en SNS Reaal Renteontvangsten Mandatory Convertible Note

1 750 472

375 000

375 000

375 000

375 000

   

Garantie

Regeling BF

Premie-ontvangsten garantie Tennet

Premie-inkomsten Capital Relief Instrument

Premie-inkomsten counter indemnity

658 4 800

25 555

4 800 25 555

4 800 25 555

4 800 25 555

4 800 6 441

4 800

4 800

Opdrachten

Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

4 839

1 000

         

D2: Budgetflexibiliteit

De budgetflexibiliteit van de uitgaven is beperkt. Alle gebudgetteerde uitgaven zijn juridisch verplicht, omdat er contracten aan ten grondslag liggen. Een voorbeeld hiervan zijn de contracten die tussen de Staat en ING zijn afgesloten in het kader van de Illiquid Back-up faciliteit.

E: Toelichting op de instrumenten

Vermogensonttrekking

De vermogensonttrekkingen zien op het onttrekken van vermogen – in de vorm van dividend – aan de bij de minister van Financiën onder beheer staande staatsdeelnemingen. De geraamde bedragen zien op de reguliere staatsdeelnemingen zoals Holland Casino, de NS, Schiphol en op de tijdelijke deelnemingen ABN AMRO en ASR.

Bij de tijdelijke deelneming ABN AMRO is er sprake van schikking tussen ABN AMRO, Ageas (het voormalige Fortis België) en de Staat over de Mandatory Convertible Securities is er ook een einde gekomen aan alle nog uitstaande geschillen tussen de Nederlandse Staat en Ageas over de overname van de Nederlandse activiteiten van de voormalige Fortis-groep door de Nederlandse Staat op 3 oktober 2008.

In lijn met publieke uitlatingen van ING is de inschatting van de Staat dat ING dit jaar een gedeelte van de nog uitstaande steun zal terugbetalen, maar niet de begrote € 4,5 miljard. ING heeft aangegeven het terugbetalen van de staatssteun als topprioriteit te zien en dit zo snel mogelijk te willen doen. Op basis hiervan heeft de Staat een voorzichtige inschatting gemaakt van mogelijke tranches waarin terugbetaald zou kunnen worden. ING behoudt haar contractuele rechten. Een eventuele terugbetaling dit jaar en komende jaren dient te worden goedgekeurd door DNB. De Staat en ING voeren gesprekken met de Europese Commissie over de terugbetaling en de aanpassing van het herstructureringsplan. Dit overleg wordt voortgezet.

Bekostiging

De stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen – een rechtspersoon met een wettelijke taak – is in juli 2011 opgericht. De geraamde uitgaven om uitvoering te geven aan deze wettelijke taak betreffen netto € 0,7 miljoen.

Lening

De back-up faciliteit is een constructie gedefinieerd rond kasstromen. In de transactie was initieel sprake van vier kasstromen. De Staat heeft 80% van het risico op de Alt-A portefeuille van ING overgenomen en ontvangt van ING 80% van alle kasstromen die binnenkomen op de portefeuille. Daarnaast ontvangt de Staat een garantiefee. Voor 20% van de portefeuille is het risico op de balans van ING gebleven. De Staat betaalt een funding fee en een management fee aan ING. In oktober 2009 is een additionele betaling overeengekomen tussen de Staat en ING, waardoor twee extra kasstromen zijn toegevoegd. De extra betalingen komen overeen met een verhoging van de garantiefee met 0,826 procentpunt en een verlaging van de rentecomponent van de funding fee met 0,5 procentpunt. De management fee en de (extra) garantie fee worden jaarlijks berekend over de resterende omvang van de portefeuille. De overige kasstromen zijn maandelijkse betalingen. De verhandelbaar-heidsfee is een zevende kasstroom. Het betreft een vergoeding die de Staat van ING ontvangt voor het omzetten van een deel van de kasstromen naar een verhandelbare lening die in de repo kan worden gebruikt (Kamerstukken II, 2010–2011, 31 371, nr. 362). Iedere dollar die in 2013 wordt ontvangen wordt naar verwachting gebruikt om de verplichting aan ING versneld af te bouwen.

Garantie

Onder het instrument garanties staan de regeling Bijzondere Financiering, de garantie aan de Stichting Beheer Doelgelden en de contragarantie die is verstrekt aan ABN AMRO in het kader van de verkoop van HBU aan Deutsche Bank.

Onder de regeling Bijzondere Financiering (BF) – die wordt afbeheerd – staan nog een paar kredieten uit, die mogelijk tot schade kunnen leiden. Hiervoor is € 0,6 mln. geraamd.

De Staat heeft in 2010 een garantie verstrekt van maximaal € 300 mln. ten behoeve van de Stichting Beheer Doelgelden tegen een marktconforme vergoeding1. Op basis hiervan verkreeg TenneT Holding de financiering voor de overname van Transpower. De jaarlijkse, marktconforme premie die de Staat ontvangt, wordt afgestort in een begrotingsreserve.

Er zijn wederzijdse aansprakelijkheden ontstaan door de afsplitsing van HBU (Newbank) uit het oude ABN AMRO, nu RBS N.V. genaamd. Indien RBS N.V. niet meer aan zijn verplichtingen zou kunnen voldoen, kunnen crediteuren onder specifieke voorwaarden tot maximaal € 950 mln. claimen bij HBU. Hiervoor heeft ABN AMRO een vrijwaring afgegeven aan de kopende partij Deutsche Bank. Aangezien ABN AMRO het risico van uitbetaling niet zelf kan lopen, is er een contragarantie door de Staat afgegeven. Voor deze garantie ontvangt de Staat een premie van € 25,6 mln. op jaarbasis.

Kamerstukken II 2009/2010, 28 165, nr. 104

2.2.4 Internationale Financiële Betrekkingen

A. Doelstelling

Een bijdrage leveren aan een financieel gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Nederlandse economie wordt door zijn openheid en relatief beperkte grootte sterk beïnvloed door internationale financieel-economische ontwikkelingen zoals de schuldencrisis. Verreweg het grootste deel van de Nederlandse export en import gaat naar of komt uit andere Europese landen. Een sterke Europese economie heeft daarmee een directe weerslag op de Nederlandse economie. Mede om die reden is Nederland gebaat bij een gezonde financieel economische ontwikkeling en een stabiele budgettaire en monetaire ontwikkeling in de Europese Unie en haar lidstaten, waarbij ook de financiële stabiliteit binnen de eurozone gewaarborgd is. De minister van Financiën speelt in Nederland op dit gebied een regisserende rol en maakt daarbij gebruik van een aantal instrumenten.

Ten behoeve van de bevordering van financiële stabiliteit in de toekomst neemt de minister actief deel aan internationaal toezicht ter bevordering van de begrotingsdiscipline van lidstaten van de EU en een stabiele macro-economische omgeving in de EMU. Hieronder valt ook de economische beleidscoördinatie in de EU en de EMU, zoals door een nieuw verdrag voor begrotingsdiscipline tussen lidstaten van de EU en een procedure voor economische onevenwichtigheden. Verder neemt de minister van Financiën besluiten over het Nederlandse oordeel over aanvragen voor het Exchange Rate Mechanism (ERM-II) en voor euro-invoering, en draagt de minister van Financiën het Nederlandse standpunt over de EU begroting en het Meerjarig Financieel Kader (MFK) van de EU uit.

De minister van Financiën draagt bij aan het beheer van stabilisatiemechanismen zoals het EFSF en het ESM ten behoeve van het bewaken van de financiële stabiliteit, ook in financieel-economisch moeilijke tijden. Dit doet de minister door actief deel te nemen aan Europese overleggen zoals de Eurogroep en Ecofin en door een intensieve lobby bij Europese partners.

Internationale financiële instellingen beïnvloeden internationale financieel-economische ontwikkelingen, bijvoorbeeld door financieel-economische beleidstoezicht, en door de rol als financieel vangnet in geval van een crisis. Goed beleid van deze instellingen draagt daarom bij aan een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling en de ontwikkeling van lage- en middeninkomenslanden. De minister draagt hieraan bij door toezicht te houden op de uitvoering van de taken van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) en hun financiële soliditeit. Daarnaast levert de inbreng van de minister bij discussies in internationale fora zoals de Ecofin, Eurogroep, Working Party 3 (van de OESO) en discussies bij de G20, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en andere IFI’s een bijdrage aan de beïnvloeding van de internationale beleidsdiscussie en beleidsrespons.

C. Beleidswijzigingen

In internationaal verband zijn maatregelen getroffen om de wereldeconomie minder gevoelig te maken voor financieel economische crisissen en te zorgen dat de gevolgen, mocht een dergelijke crisis toch plaatsvinden, zo beperkt mogelijk blijven. Hierbij zal het versterken van de rol van de Internationale Financiële Instellingen bij crisispreventie en het vormen van een vangnet voor landen die in ernstige problemen dreigen te raken voortgezet worden. De minister van Financiën heeft hier voor Nederland als bewaker van de financiële belangen van de Nederlandse overheid en burger een centrale rol in. Ook wordt in 2013 gesproken over de onderhandelingen over de IMF quotaformule. Een adequate Nederlandse representatie wordt hierbij van groot belang geacht.

Op Europees vlak zal er in 2013 substantiële aandacht zijn voor een verder herstel van de financiële stabiliteit van de eurozone. De Europese schuldencrisis heeft aanleiding gegeven tot wijziging en uitbreiding van afspraken omtrent economische beleidscoördinatie (o.a. versterkt Stabiliteits- en Groeipact). Gekoppeld hieraan zal er aandacht zijn voor de lopende steunprogramma’s voor Griekenland, Spanje, Ierland en Portugal. De minister van Financiën neemt namens Nederland deel aan discussies en besluitvorming op ministerieel niveau in Eurogroep en Ecofin verband over deze onderwerpen.

Volgens de huidige planning dienen de onderhandelingen in het kader van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2014–2020 van de EU eind 2012 te zijn afgerond. Wanneer dit niet het geval is, zal ook in 2013 hierover nog onderhandeld moeten worden. Nederland zal zich inzetten voor een substantiële vermindering van de afdrachten aan de EU. Dat impliceert dat Nederland concreet inzet op een substantiële verlaging van de totale uitgaven onder het MFK dan wat de Commissie heeft voorgesteld en behoud van de huidige korting die Nederland thans op de afdrachten ontvangt.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel budgettaire gevolgen (x € 1000)

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

91 240 415

40 837 835

308 005

1 089 294

315 229

315 229

1 043 540

waarvan garantieverplichtingen:

Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen

Garantie aan DNB inzake IMF deelname

Garantie DNB inzake BIS

Kredieten EU-betalingsbalanssteun

EFSF

EFSM

ESM

1 031 375 18 518 207

  • 102 500 71 910 181
  • 120 000

239 581 113 445

35 445 400

181 519 113 445

962 808 113 445

181 519 113 445

181 519 113 445

918 515 113 445

Uitgaven

Waarvan juridisch verplicht

Deelname aan internationale instellingen

2 284 106 337 847

2 005 400 1 987 813

2 323 757

80%

2 310 716

1 187 732 1 174 691

369 865 349 600

373 688 353 423

258 907 247 327

Multilarerale ontwikkelingsbanken en fondsen

EFSF

ESM

EIB

337 276 571

158 373 1 829 440

33 054

1 829 440 448 222

259 971 914 720

349 600

353 423

247 327

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Lening

1 946 259

17 587

13 041

13 041

20 265

20 265

11 580

Griekenland

1 946 259

4 546

         

Uitkering rente Aan Griekenland

 

13 041

13 041

13 041

20 265

20 265

11 580

Ontvangsten

127 715

25 241

64 091

75 938

80 116

80 123

80 106

Deelname aan internationale instellingen

13 081

9 036

8 480

4 418

665

672

655

Ontvangsten IFI’s

13 081

9 036

8 480

4 418

665

672

655

Lening

114 634

16 205

55 611

71 520

79 451

79 451

79 451

Aflossing lening Griekenland

             

Rente ontvangsten lening Griekenland

104 903

16 205

55 611

71 520

79 451

79 451

79 451

Service fee ontvangsten lening Griekenland

9 731

           

De totale omvang van de EFSF-garantie is € 97,8 mld

D2. Budgetflexibiteit

De budgetflexibiliteit van de uitgaven is beperkt aangezien deze veelal afkomstig zijn uit meerjarige internationale en Europese verplichtingen.

E. Toelichting op de instrumenten

Deelname aan internationale banken en -fondsen

Met het oog op de financiële stabiliteit van de eurozone en Nederland zijn verschillende maatregelen genomen, waaronder de steunprogramma’s voor Griekenland, Spanje, Ierland en Portugal en de stabilisatiemechanismen EFSF, EFSM en ESM. Een totaal overzicht van alle verstrekte garanties in het kader van de stabiliteit is te vinden in het financieel overzicht interventies ten behoeve de financiële crisis.

Het overige deel van de raming voor garantieverplichtingen heeft betrekking op het zogenaamde garantiekapitaal van de internationale financiële instellingen (het deel van de verplichting dat waarschijnlijk niet tot betaling komt, het «callable capital»), op garantie-overeenkomsten tussen de Staat en DNB (onder meer de Nederlandse deelneming in IMF) en deelneming in de door de BIS te verstrekken kredietfaciliteiten.

Daarnaast draagt Nederland in het kader van de ontwikkelingssamenwerking via algemene bijdragen bij aan multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen. Deze bijdragen zijn direct na ondertekening meerjarig en onvoorwaardelijk verschuldigd. Voor een deel van de verplichtingen- en uitgavenramingen geldt dat door wisselkoersinvloeden de realisaties kunnen afwijken van de ramingen; dit deel van de realisaties is daarmee niet beleidsmatig te beïnvloeden.

De Europese Raad van 28 en 29 juni 2012 heeft unaniem opgeroepen tot een verhoging van het kapitaal van de Europese Investeringsbrank (EIB) met € 10 mrd. Deze kapitaalverhoging zal volledig inbetaald zijn. Dit besluit maakt onderdeel uit van een breder initiatief ter ondersteuning van de groei, werkgelegenheid en concurrentiekracht in de Europese Unie. Voor Nederland, met een kapitaalaandeel van 4,482%, betekent de uitbreiding een betaling van € 448,2 mln. Het totale bedrag zal waarschijnlijk in 2013 worden betaald.

2.2.5 Exportkrediet- en investeringsverzekeringen

A. Doelstelling

Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Op basis van de Kaderwet Financiële Verstrekkingen Financiën biedt de Nederlandse Staat, ter aanvulling op de private markt, faciliteiten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers betalingsrisico’s kunnen afdekken bij de Staat. Met de verschillende producten beschikbaar in de exportkrediet- en investeringsverzekeringen (de «EKV-faciliteit») kunnen Nederlandse bedrijven meer grote en op (middel)lange termijn gefinancierde exportorders verwerven, hetgeen een positief effect heeft op de werkgelegenheid.

De Minister van Financiën heeft de rol van eindverantwoordelijke voor de uitvoering van de exportkredietverzekeringsfaciliteit. Sinds de stelselwijziging die op 1 januari in 2010 in werking is getreden, treedt de Staat op als verzekeraar en voert Atradius Dutch State Business N.V. de EKV-faciliteit uit, op naam en voor rekening en risico van de Staat. De Minister van Financiën is budgetverantwoordelijk. De Minister van Financiën is, samen met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, beleidsverantwoordelijk voor het verstrekken van de verzekeringen.

Het risicoprofiel van de bestaande EKV-portefeuille en van nieuwe aanvragen worden door het ministerie van Financiën nauwlettend gevolgd door middel van een Risk Management Framework, zodat onverantwoord grote risico’s worden vermeden.

Om Nederlandse exporteurs en hun financiers internationaal onder gelijke voorwaarden te kunnen laten concurreren, wordt door Nederland in internationaal verband overlegd over de exportondersteunende maatregelen om zodoende een gelijk speelveld te bevorderen. Zo worden in OESO- en EU-verband afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder exportkredietverzekeringen mogen worden verstrekt, zoals minimum premies, maximale looptijden, het gebruik van ontwikkelingshulpgelden als instrument voor exportbevordering, maatschappelijk verantwoord ondernemen en verantwoord leenbeleid. De OESO voert een actieve dialoog met de opkomende economieën die geen deel uitmaken van de OESO om mogelijke verstoringen van het gelijke speelveld zoveel mogelijk te beperken.

Dit jaar is gekozen voor een aanpassing in de prestatie-indicatoren om een beter inzicht te geven in de effectbereiking van het beleid in het kader van de doelstelling. Hierbij wordt de doorlooptijd als indicator vervangen door een positief bedrijfsresultaat (BERB) en een best of class notering (A rating) op basis van de jaarlijkse benchmark op de verzekeringsvoor-waarden en -mogelijkheden. Deze informatie werd al jaarlijks gemeld in zowel het jaarverslag als de begroting, maar niet vanuit het perspectief van prestatie-indicator.

De doorlooptijden van verzekeringsaanvragen zijn wel een blijvend aandachtspunt in verband met een efficiënte bedrijfsvoering. In dit kader zal de doorlooptijd nog steeds voor monitoringsdoeleinden worden gebruikt. De uitdaging voor 2013 is om de doorlooptijd verder te verkorten en daarbij de kwaliteit van de beoordeling hoog te houden.

 

Prestatie indicator

Begroting 2013

Begroting 2014

Begroting 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

BERB benchmark

> 0 mln A

> 0 mln A

> 0 mln A

> 0 mln A

> 0 mln A

Internationaal is afgesproken dat EKV-faciliteit over een langere periode kostendekkend moeten zijn, om concurrentieverstoring te voorkomen. Dat betekent dat op lange termijn de premie-inkomsten voldoende moeten zijn om de uitvoeringskosten en de netto schade-uitkeringen te dekken. De kostendekkendheid van de Nederlandse faciliteit wordt gemeten middels het model voor Bedrijfseconomische Resultaatbepaling (BERB). Daaruit blijkt dat de Nederlandse EKV- faciliteit over de periode 1999 t/m 2011 een positief resultaat van € 142 mln. heeft geboekt. Ten opzichte van de omvang van de portefeuille en de schades die hieruit kunnen voortvloeien betreft dit een relatief bescheiden positief resultaat. Gegeven de voorwaarde dat het resultaat minimaal nul zal moeten zijn, is er hoewel er in een individueel jaar een negatieve uitschieter kan zijn op de lange termijn een grotere kans op een licht positief resultaat.

Om inzicht te krijgen in de concurrentiepositie van de Nederlandse EKV-faciliteit, wordt door het ministerie van Financiën jaarlijks een vergelijkend onderzoek uitgevoerd tussen de Nederlandse faciliteit en de EKV-faciliteiten in een aantal voor de concurrentie relevante landen (de «benchmark»). Een best of class binnen de benchmark meting betekent dat wij er naar streven om voor de EKV aan te sluiten bij de landen die het beste scoren op de verzekeringsvoorwaarden en -mogelijkheden. In dit kader wordt de reikwijdte van de EKV dan ook regelmatig herzien om beter aan te sluiten bij de behoeften van exporteurs en aan te sluiten bij het internationale speelveld, mits kostendekkendheid gewaarborgd blijft. Dit is conform regulier beleid.

C. Beleidswijzigingen

Als gevolg van het huidige economische klimaat is het voor exporteurs lastig om lange termijn exportfinanciering te krijgen. Om die reden heeft de Staat de bestaande exportkredietgarantieregeling («EKG») geëvalueerd en aangepast (kamerstuk 2011–2012, 31 371, nr. 371). Doel is het voor investeerders aantrekkelijker maken kapitaal vrij te maken voor exportleningen. De gewijzigde exportkredietgarantieregeling loopt in ieder geval tot en met 2014. In 2014 zal vervolgens worden bezien of deze regeling voldoende soelaas biedt voor de problemen waar Nederlandse exporteurs tegenaan lopen. In dit kader wordt ook met het bedrijfsleven en banken gesproken. Voorts wordt bekeken hoe het MKB een betere toegang kan krijgen tot de EKV.

In 2012 is, in overleg met de Rijkscommissie voor export- import- en investeringsgaranties, gekeken hoe de EKV-faciliteit mede met het oog op de verdergaande internationalisering van het Nederlandse bedrijfsleven beter aan kan sluiten bij de behoeftes van de exporteurs door middel van flexibeler landenbeleid en een verruiming van de beperkingen ten aanzien van het Nationaal bestanddeel. Aanpassingen zullen ten dele in 2013 neerslaan.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel budgettaire gevolgen (x € 1000)

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

1 098 445

10 616 386

10 616 386

10 616 386

10 616 386

10 616 386

10 616 386

waarvan garantieverplichtingen:

1 087 888

10 603 780

10 603 780

10 603 780

10 603 780

10 603 780

10 603 780

Reguliere EKV

1 118 144

10 000 000

10 000 000

10 000 000

10 000 000

10 000 000

10 000 000

Investeringsverzekeringen

  • 19 752

453 780

453 780

453 780

453 780

453 780

453 780

MIGA

0

150 000

150 000

150 000

150 000

150 000

150 000

Omzetpolissen

  • 10 504
           

Uitgaven

28 657

133 106

113 106

133 106

133 106

133 106

133 106

waarvan juridisch verplicht

   

100%

       

Exportkredietverzekering

             

Schade-uitkering EKV

17 909

120 000

100 000

120 000

120 000

120 000

120 000

Schade-uitkering investeringsverzekeringen

0

500

500

500

500

500

500

Schade-uitkering MIGA

0

0

0

0

0

0

0

Schade-uitkering Omzetpolissen

90

           

Uitgaven Seno-Gom

101

           

Opdrachten

             

Kostenvergoeding Atradius DSB

10 557

12 606

12 606

12 606

12 606

12 606

12 606

Ontvangsten

141 642

312 205

128 550

99 500

83 750

82 250

82 250

Premies EKV

55 106

40 000

40 000

40 000

40 000

40 000

40 000

Premies investeringsverzekeringen

563

1 250

1 250

1 250

1 250

1 250

1 250

Premies omzetpolissen

88

           

Schaderestituties EKV

84 834

62 800

52 300

28 000

28 000

28 000

28 000

Ontvangsten Seno-Gom

551

207 655

34 500

29 750

14 000

12 500

12 500

Overige ontvangsten

500

500

500

500

500

500

500

D2. Budgetflexibiteit

De budgetflexibiliteit van de uitgaven is zeer beperkt. De geraamde schade-uitgaven hebben het karakter van een verzekering: het ontstaan en het moment van uitgave staan niet vast, maar in geval van schade is de Staat juridisch verplicht om uit te keren mits aan de polisvoorwaarden is voldaan.

E. Toelichting op de instrumenten

Exportkredietverzekering

In de begroting is een plafond van € 10 mld. opgenomen voor hoeveel de Staat jaarlijks aan nieuwe verplichtingen kan aangaan voor de exportkredietverzekering.

Via deze verzekeringen worden Nederlandse exporteurs en hun financiers gedekt voor het politieke en commerciële risico dat zij lopen bij middellange en langlopende exportcontracten naar landen met een (ver)hoog(d) risico en/of buitenlandse afnemers met een relatief hoog risicoprofiel. Dit instrument vergroot dus de mogelijkheden voor Nederlandse export.

Voor zowel de inkomsten als de schade-uitkeringen, behorende bij dit instrument, geldt dat deze worden beïnvloed door externe factoren, zoals de vraag naar exportkredietverzekeringen door exporteurs en het betaalgedrag van debiteuren in derde landen.

Tevens kan de Staat jaarlijks voor maximaal € 453 mln. aan verplichtingen aangaan voor nieuwe investeringsverzekeringen. Via deze verzekeringen worden Nederlandse bedrijven die langdurig investeren in derde landen gedekt voor het politieke risico dat zij lopen in het land. Onderstaande grafiek laat de ontwikkeling zien van het totaal door de Staat verzekerde bedrag in de afgelopen jaren: het totale uitstaande obligo. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen definitieve verzekeringen (polissen) en voorlopige verzekeringen (dekkingstoezeggingen).

Cumulatief uitstaand obligo

 
 
 
 

■ 1 IM''' 1

■III ■

 
 
 

0

jaren

voorlopig definitief

Opdracht

Atradius Dutch State Business (ADSB) is de uitvoerder van de EKV-faciliteit. ADSB geeft in naam en voor rekening van de Staat der Nederlanden exportkrediet- en investeringsverzekeringen af. Voor de uitvoering en het beheer van de portefeuille ontvangt ADSB jaarlijks een vergoeding.

2.2.6 Btw-compensatiefonds

A. Algemene doelstelling:

Gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s hebben de mogelijkheid een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt hierin geen rol.

B. Rol en verantwoordelijkheid minister

Het btw-compensatiefonds is opgericht om een eind te maken aan de factor btw bij de afweging door decentrale overheden tussen het uitbesteden van werkzaamheden of het uitvoeren ervan door de eigen organisatie. De factor btw wordt weggenomen door het btw-compensatiefonds waaruit gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s de betaalde btw kunnen terugvragen. De betaalde btw moet daarvoor wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de btw betaald zijn over een niet-ondernemerstaak en mag geen sprake zijn van verstrekking aan een individuele derde. Voorbeelden van taken waarvoor gemeenten btw kunnen terugclaimen zijn de inzameling van huisvuil, het onderhoud aan gebouwen, het straatbeheer, schoonmaakactiviteiten, archivering, ingenieurswerkzaamheden en groenbeheer.

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor en heeft een uitvoerende rol bij: – verstrekken, verzamelen en controleren van de opgaafformulieren en het uitbetalen van de compensabele btw; – beheer van het btw-compensatiefonds.

C. Beleidswijzigingen

Er zijn in 2013 geen beleidswijzigingen ten aanzien van het btw-compensatiefonds gepland.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel Budgettaire Gevolgen Van Beleid (x € 1 000)

2011               2012               2013               2014               2015               2016               2017

Verplichtingen                                                                                     2 613 190 2 895 357 3 079 269 3 079 513 3 079 335 3 079 216

Uitgaven                                                                                               2 613 190 2 895 357 3 079 269 3 079 513 3 079 335 3 079 216

Waarvan juridisch verplicht                                                                                            100%

Instrument: Btw-compensatieregeling

w.v. bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden                                                                                                   2 311 525 2 561 662 2 724 326 2 724 486 2 724 414 2 724 326 w.v. bijdragen aan provincies                                                              301 665 333 695 354 943 355 027 354 921 354 890

Ontvangsten                                                                                        2 613 190 2 895 357 3 079 269 3 079 513 3 079 335 3 079 216

D2. Budgetflexibiliteit

De bijdrage ter compensatie van de door gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s betaalde btw is opgenomen in de Wet op het btw-compensatiefonds. De Wet bevat de voorwaarden waarbinnen gemeenten en provincies kunnen claimen uit het btw-compensatiefonds, maar stelt geen grens aan de totale omvang van claims uit het fonds. Het btw-compensatiefonds is daarmee wettelijk inflexibel in zijn totaliteit. De inkomsten van het btw-compensatiefonds komen ofwel uit de algemene middelen (als decentrale overheden taken uit hun bestaande pakket gaan uitbesteden), ofwel van departementale begrotingen (als decentrale overheden nieuwe geldstromen ontvangen waarvan taken worden uitgevoerd waarvoor btw mag worden geclaimd).

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Gemeenten declareren in absolute zin meer btw bij het btw-compensatiefonds dan provincies. Dit declaratiepatroon ligt in het verlengde van de ruimere budgettaire mogelijkheden van gemeenten ten opzichte van provincies; het Gemeentefonds is namelijk groter dan het Provinciefonds.

In relatieve zin declareren de provincies meer bij het btw-compensatiefonds. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat de provincies vooral actief zijn op het gebied van verkeer en vervoer, hetgeen een uitgavencategorie is die veelal voor compensatie van btw-bedragen in aanmerking komt.

De raming van het fonds is aangepast. Deze aanpassing is het gevolg van enerzijds de btw-verhoging uit het begrotingsakkoord 2013 die het fonds doet groeien en anderzijds de krimp van het fonds die verwacht wordt op basis van de reeds beschikbare gegevens over 2012. De kolom 2011 is leeg omdat het btw-compensatiefonds toen nog op een aparte begroting stond.

Compensatie

De Belastingdienst is belast met het verstrekken en verzamelen van opgaafformulieren en het compenseren van de btw over niet-ondernemersactiviteiten.

Controlebeleid

De controle op de toepassing van de Wet op het btw-compensatiefonds is belegd bij de Belastingdienst. De algemene beleidsdoelstelling van de Belastingdienst is het onderhouden en versterken van naleving van de regels door belastingplichtigen. Om dat te bereiken zet de Belastingdienst meerdere toezichtinstrumenten in. Een van die instrumenten is het horizontaal toezicht, waarbij de relatie is gebaseerd op het begrip vertrouwen en transparantie. De vorm en intensiteit van het toezicht van de Belastingdienst wordt daarbij aangepast aan de kwaliteit van de interne organisatie van de gemeenten en provincies.

Meetbare gegevens

 

Prestatie-indicator1

Waarde 2011

Streefwaarde

Streefwaarde

   

2012

2013

Gemeenten en provincies, waarbij de mogelijkheden tot horizontali-

     

sering zijn beoordeeld (als percentage van het totaal aantal gemeenten

     

en provincies).

n.v.t.

n.v.t.

45-55%

Gemeenten en provincies die adequaat werken aan opzet, bestaan en

     

werking van de fiscale beheersing (als percentage van het aantal

     

organisaties onder horizontaal toezicht in dit segment).

n.v.t.

n.v.t.

65-75%

1 De prestatie-indicatoren zijn ten opzichte van 2012 gewijzigd om beter aan te sluiten bij het toezichtsproces zoals de Belastingdienst dat uitvoert. Hiermee wordt eveneens consistentie bereikt met de indicatoren zoals opgenomen in de toelichting bij artikel 1 Belastingen.

De Belastingdienst richt zich bij de individuele klantbehandeling van provincies en gemeenten op het vergroten van de zekerheid over de juistheid en volledigheid van de belastingontvangsten. De Belastingdienst ondersteunt en stimuleert provincies en gemeenten om de kwaliteit van de aangifte te versterken. De Belastingdienst bespreekt met de provincie respectievelijk gemeente hoe hij zijn verantwoordelijkheid invult met betrekking tot zijn aangifte. Daarbij wordt vastgesteld hoe deze omgaat met fiscaliteit en of de randvoorwaarden aanwezig zijn om te komen tot een adequate beheersing daarvan. De provincie/gemeente beoordeelt daarna cyclisch de opzet, het bestaan en de werking van de interne beheersing van de (fiscaal relevante) bedrijfsprocessen en deelt de resultaten daarvan met de Belastingdienst. De Belastingdienst monitort dit proces en bepaalt in welke mate gesteund kan worden op deze interne beheersing. Periodiek wordt dit getoetst, doorgaans door steekproefsgewijze controles. Voor de 25–35% van de organisaties die nog niet adequaat werken aan opzet, bestaan en werking van de fiscale beheersing beoordeelt de Belastingdienst of het horizontaal toezichtstraject kan worden gecontinueerd.

Waar horizontalisering van het toezicht (nog) niet mogelijk is, voert de Belastingdienst op basis van handhavingsregie passende interventies uit.

2.2.7 Beheer Materiële Activa

A.  Doelstelling

Een optimaal financieel resultaat bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen.

B.  Rol en verantwoordelijkheid

Het Rijk bezit materiële activa (zowel roerende als onroerende zaken) die nodig zijn voor de realisatie van rijksdoelstellingen. Volgens de Comptabiliteitswet is de minister van Financiën belast met de verantwoordelijkheid voor het (privaatrechtelijk) beheer van de roerende en onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de Wet bij een of meer andere ministers is gelegd. In de praktijk betreft het met name beheer en verkoop van overtollige activa, dit is een uitvoerende rol. Het uitgangspunt is marktconformiteit.

Bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige rijksdoelstellingen aanwezig zijn vertegenwoordigt de minister van Financiën het Rijk. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk.

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het vervoeren, bewaren, vernietigen en verkopen van overtollige en in beslaggenomen roerende zaken voor het Rijk.

De minister is tevens verantwoordelijk voor de coördinatie van de samenwerking en afstemming tussen de diensten die onderdeel vormen van het rijksvastgoedstelsel, zowel in de regio als landelijk. Ter bevordering van de samenwerking en afstemming tussen de diensten fungeert de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid (RVR). Ter bevordering van de samenwerking en afstemming tussen de departementen ten aanzien van rijksvastgoed fungeert vanaf april 2012 de Interdepartementale Commissie Rijksvastgoed (ICRV). De minister van Financiën draagt zorg voor de ondersteuning van de RVR en de ICRV

C.  Beleidswijzigingen

Het kabinet heeft in november 2011 besloten om met rijksvastgoed beleidsmatige doelen beter te bereiken, om meer (financieel) rendement op rijksvastgoed te realiseren en om een doelmatiger organisatie van de uitvoering tot stand te brengen. De belangrijkste besluiten zijn:

  • met het oog op het beter bereiken van beleidsmatige doelen met rijksvastgoed:

Versterking beleidsmatige afstemming m.b.t. inzet vastgoed tussen departementen;

Oprichting van een stafdirectie ter ondersteuning van de afstemming tussen zowel uitvoerende diensten als departementen.

  • met het oog op meer (financieel) rendement op rijksvastgoed:

Departementen met vastgoed gaan vanaf 2013 werken met een

(eigen) jaarlijkse vastgoedportefeuillestrategie;

Vaststelling door de ministerraad van een jaarlijkse rijksbrede vastgoedportefeuillestrategie, gebaseerd op de raakvlakken tussen departementale vastgoedportefeuillestrategieën;

Verplichting om, met uitzondering van de afspraken die voor Dienst

Landelijk Gebied en Staatsbosbeheer zijn gemaakt in het kader van het decentralisatieakkoord en de verkooptaakstelling uit het regeerakkoord, alle verkopen van overtollig rijksvastgoed via het toekomstige Rijksvastgoedbedrijf (RVB, zie hieronder) te laten lopen, gekoppeld aan een overnameverplichting voor het RVB van overtollig rijksvastgoed; - met het oog op een doelmatiger organisatie van de uitvoering:

Samenvoeging van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB) en de Rijksgebouwendienst (Rgd) tot een RVB uiterlijk per 1-1-2014, met optie voor latere aanhaking van andere diensten.

De Interdepartementale Commissie Rijksvastgoed zal zich buigen over de in 2013 door de Ministerraad vast te stellen rijksbrede vastgoedportefeuil-lestrategie voor 2014. Tevens wordt het Financieel Kader RVOB geëvalueerd en aangepast.

Het instrument anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling zal per 2013 worden beëindigd: er wordt in de praktijk door de departementen geen gebruik van gemaakt.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel budgettaire gevolgen (x € 1000)

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen –

114 310

96 051

84 580

83 194

82 549

82 500

82 449

Uitgaven

93 107

96 051

84 580

83 194

82 549

82 500

82 449

waarvan juridisch verplicht

   

65%

       

Bekostiging

Zakelijke lasten

59 104

55 916

55 013

55 013

55 013

55 013

55 013

Opdrachten

Onderhoud- en beheerskosten

RVOB

Beheerskosten DRZ

10 329 383

9 026 300

7 379 300

6 779 300

6 779 300

6 779 300

6 779 300

Leningen

             

Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling

0

4 600

0

0

0

0

0

Bijdrage aan baten-lastendienst

RVOB

23 291

26 209

21 888

21 102

20 457

20 408

20 357

Ontvangsten

213 724

179 386

176 986

176 084

175 584

175 584

175 584

Bekostiging

Zakelijke lasten

26 512

26 602

26 602

26 602

26 602

26 602

26 602

Opdrachten

             

Onderhoud en beheerskosten

4 440

           

Leningen

Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling

             

Programma-ontvangsten Baten-lastendiensten

Ingebruikgevingen RVOB Vervreemding RVOB

99 045 81 822

97 286 53 698

94 886 53 698

93 984 53 698

93 484 53 698

93 484 53 698

93 484 53 698

Vervreemding DRZ

1 905

1 800

1 800

1 800

1 800

1 800

1 800

D2. Budgetflexibiliteit

De onder de post «Zakelijke lasten» (€ 55,0 mln.) genoemde uitgaven zijn juridisch verplicht op grond van lokale belastingwetgeving. Deze middelen zijn niet alternatief aanwendbaar.

E. Toelichting op de instrumenten

Zakelijke lasten

Het gaat hier om de betaling van door gemeenten en waterschappen opgelegde belastingen en heffingen die samenhangen met het bezit van onroerende zaken. Gedacht moet worden aan de onroerendezaakbe-lasting, waterschapsheffingen en rioolheffingen. De uitgaven (€ 55,0 mln.) zijn voornamelijk opgebouwd uit gemeentelasten (€ 43,6 mln.) en waterschapslasten (€ 11,3 mln.). De ontvangsten betreffen een vergoeding van de Rijksgebouwendienst aan het RVOB voor het door het RVOB betaalde eigenarendeel van de onroerendezaakbelasting met betrekking tot panden van de Rijksgebouwendienst (€ 23,2 mln.) en terugbetalingen door bepaalde gebruikers van door het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB) betaalde gebruikerslasten (€ 3,4 mln.).

Beheer- en plankosten

Het gaat hierbij om:

– (externe) kosten in verband met onderhoud van grond en gebouwen

(€ 3,4 mln.); – afkoop (erf)pachtersinvesteringen bij beëindiging van (erf)pachtcon-tracten (€ 0,8 mln.) – (externe) kosten in verband met ingebruikgeving en vervreemding van de onroerende zaken van de minister van Financiën, bijvoorbeeld taxatiekosten, (€ 2,5 mln.), en – plankosten ten behoeve van enkele gebiedsontwikkelingsprojecten

(€ 0,6 mln.). De ontvangsten betreffen terugbetalingen van plankosten die voorgeschoten zijn voor door het RVOB uitgevoerde gebiedsontwikkelingsprojecten.

Bijdrage aan RVOB

De post bijdrage aan RVOB (€ 22,0 mln.) bestaat uit de bijdrage van de minister van Financiën aan de baten-lastendienst Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB). De baten-lastendienst RVOB is door de minister belast met de uitvoering van zijn taken met betrekking tot onroerende zaken van het Rijk.

Ingebruikgevingen RVOB

Het gaat hierbij om de opbrengsten uit ingebruikgeving (verhuring) van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat.

De ontvangsten (€ 94,9 mln.) bestaan uit inkomsten uit verpachting

(€ 44,3 mln.), huur (€ 32,4 mln.), bodemmaterialen zoals zand (€ 16,0

mln.) en verhuur jachtgenot (€ 2,1 mln.).

Vervreemding RVOB

Het gaat hierbij om de opbrengsten uit vervreemding van de onroerende zaken van de Staat, voor zover voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat.

De ontvangsten (€ 53,7 mln.) bestaan uit inkomsten uit vervreemding van agrarische onroerende zaken (€ 25,0 mln.), vervreemding van overige onroerende zaken (€ 16,5 mln.), opbrengsten uit veiling van huurrechten benzinestations langs rijkswegen (€ 10,0 mln.) en overige (€ 2,0 mln.).

Vervreemding DRZ

De verkoop van roerende zaken brengt jaarlijks € 1,8 mln. op. Het gaat in de praktijk om de verkoopopbrengsten van in beslaggenomen goederen. De kosten die hiermee gemoeid zijn bedragen jaarlijks circa € 0,3 mln. De baten-lastendienst Domeinen Roerende Zaken (DRZ) is door de minister belast met de uitvoering van zijn taken met betrekking tot roerende zaken van het Rijk.

Niet uit tabel blijkende budgettaire gevolgen

Middelenafspraken

De minister van Financiën verzorgt behalve de ingebruikgeving en vervreemding van de eigen (overtollige) onroerende zaken ook de ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere ministers. Wanneer een middelenafspraak is gemaakt met een minister, dan wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door deze minister verantwoord op zijn eigen begroting.

Onroerende zaken van de baten- lastendienst RVOB

Met inachtneming van het Financieel Kader RVOB/DO (zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 275, A en nr. 1) kan de baten-lastendienst RVOB onroerende zaken verwerven. Alle kosten en opbrengsten van verworven onroerende zaken worden verantwoord in de Baten- lastenpa-ragraaf van het RVOB.

2.2.8 Centraal Apparaat

A. Apparaat kerndepartement

Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van Financiën met uitzondering van de Belastingdienst (zie artikel 1) en de baten-lastendiensten DRZ en RVOB (zie de baten-lasten paragrafen). Het omvat de verplichtingen en uitgaven voor ambtelijk personeel (inclusief personele exploitatie), inhuur externen en materieel (inclusief ICT) voor het kerndepartement.

 

Tabel budgettaire gevolgen van

beleid

             

A. Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Tabel budgettaire gevolgen (x € 1000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

 

201 721

211 527

204 189

199 048

196 319

196 348

195 712

Uitgaven

 

195 161

211 527

204 189

199 048

196 319

196 348

195 712

Personeel Kerndepartement

   

139 480

136 495

131 336

128 456

128 155

127 642

Waarvan eigen personeel

   

132 461

131 447

127 144

124 691

124 391

123 888

Waarvan inhuur externen

   

6 389

4 517

3 666

3 239

3 238

3 235

Waarvan overig personeel

   

630

531

526

526

526

519

Materieel Kerndepartement

   

72 047

67 694

67 712

67 863

68 193

68 070

waarvan ICT

   

13 248

13 122

11 135

11 112

11 100

11 074

waarvan bijdrage aan SSO’s

   

39 409

35 517

35 352

35 403

34 881

34 754

waarvan overig materieel

   

19 390

19 055

21 225

21 348

22 212

22 242

Ontvangsten

 

29 592

34 132

27 525

29 693

30 654

30 404

30 508

Personeel Kerndepartement

Dit betreft alle personeelsuitgaven inclusief externe inhuur voor het kerndepartement. De inhuur is beperkt. Inhuur externen in verband met de kredietcrisis is op artikel 3 uitvoeringskosten staatsdeelnemingen ondergebracht.

Materieel Kerndepartement

Dit betreft materieeluitgaven van het Kerndepartement. Dit omvat onder andere zaken aangaande huisvesting en communicatie. ICT bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven zoals onderhoud en licenties. De bijdrage aan de Shared Service Organisaties betreft onder andere P-Direkt (salarisbedrijf van het Rijk) en de Rijksgebouwendienst.

 

250000-

                 

200000-

   
             

150000-

                 
                 
     

100000-50000-

       
                 
                 

waarvan overig materieel waarvan ICT

waarvan bijdrage aan SSO’s Waarvan eigen personeel

B. Totaal overzicht Apparaat Financiën

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor twee baten-lastendiensten: het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf en Domeinen Roerende Zaken. De apparaatsuitgaven en ontvangsten worden verder uitgesplitst en toegelicht in de baten-lastenparagraaf. Voor de AFM, waarderingskamer en DNB wordt de volledige overheidsbijdrage gebruikt voor apparaat.

De onderstaande tabel geeft de totale apparaatsuitgaven/kosten voor het ministerie van Financiën weer inclusief de baten-lastendiensten en ZBO’s/RWT’s.

B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief BLD’s en ZBO’s/RWT’s

 

Budgettaire gevolgen (* € 1 000)

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Totaal apparaatsuitgaven Financiën

3 053 288

2 956 902

2 858 833

2 798 400

2 767 625

2 758 695

– Kerndepartement

211 527

204 189

199 048

196 319

196 348

195 712

– Belastingdienst

2 841 761

2 752 713

2 659 785

2 602 081

2 571 277

2 562 983

Budgettaire gevolgen (* € 1 000)

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Totaal apparaatskosten BLD’s en ZBO’s/RWT’s

108 759

93 145

91 101

89 663

89 340

86 441

Baten-Lastendiensten

43 454

44 329

42 962

42 170

41 958

41 918

  • RVOB

23 682

23 282

22 484

21 802

21 715

21 675

– Domeinen Roerende Zaken

19 772

21 047

20 478

20 368

20 243

20 243

ZBO’s en RWT’s

65 305

48 816

48 139

47 493

47 382

44 523

  • AFM

31 216

25 749

25 471

25 208

25 165

24 023

  • DNB

28 126

17 381

16 982

16 599

16 531

14 814

– Waarderingskamer

667

667

667

667

667

667

  • NLFI

5 296

5 019

5 019

5 019

5 019

5 019

C. Tabel apparaatsuitgaven kerndepartement per Directoraat-Generaal

Budgettaire gevolgen (* € 1 000)

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Kerndepartement

GT

DGRB SG-cluster DGFZ

 

211 527

204 189

199 048

196 319

196 348

195 712

23 277

21 641

21 318

20 997

20 216

20 131

20 911

20 579

20 226

19 873

19 910

19 935

153 225

148 015

143 699

141 806

142 622

142 090

14 115

13 955

13 806

13 644

13 601

13 557

2.2.9 Algemeen

Niet in gebruik.

2.2.10 Nominaal en Onvoorzien

 

Artikelonderdelen en budgettaire gevolgen

Tabel budgettaire gevolgen (x € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

Uitgaven

Onvoorzien

Loonbijstelling

Prijsbijstelling

-7 300

4 092

4 092

4 092

7 008

7 008

3 152

3 856

7 057

7 057

3 217

3 840

7 008

7 008

3 190

3 818

6 935

6 935

3 104

3 831

6 898

6 898

3 091

3 807

Ontvangsten

     

400 000

400 000

400 000

400 000

Toelichting

Vanuit dit artikel vinden overboekingen van loon- en prijsbijstelling naar de loon- en prijsgevoelige artikelen binnen IX plaats. In de jaren 2014 en 2017 is een technische stelpost opgenomen voor de opbrengsten van de kredietcrisisinterventies. Deze wordt nog verdeeld binnen de begroting IX.

1 Zie hiervoor het rapport Risicomanagement van de Staatsschuld, evaluatie van het beleid 2008–2011 & beleid 2012–2015, Agentschap, Ministerie van Financiën, 2011 en de aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer, 32 000 IXA, nr.5, vergaderjaar 2011–2012.

2.2 DE BELEIDSARTIKELEN (Nationale Schuld) 2.2.11 Financiering staatsschuld

A. Algemene doelstelling

Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke rentekosten onder acceptabel risico voor de begroting.

B. Rol en verantwoordelijkheid minister

De minister van Financiën is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico voor de begroting.

C. Beleidswijzigingen

De doelstelling schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke rentekosten onder acceptabel risico voor de begroting is sinds 2008 vormgegeven met een 7-jaars gecentreerde portefeuille als benchmark. Op basis van de evaluatie uit 2011 is besloten hiermee door te gaan1. Wel zijn vanaf 2012 afwijkingen van het risicoprofiel van de benchmark mogelijk. Hiervoor gelden twee randvoorwaarden. De afwijkingen mogen niet leiden tot meer risico en de afwijking moet inpasbaar zijn in de begroting. De benchmark borgt de transparantie over de afwijkingen. Immers in de verantwoording worden afwijkingen ten opzichte van de benchmark in termen van risicoprofiel en kosten gerapporteerd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 3: Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11

Financiering staatsschuld (x € 1 mln.)1

     
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Uitgaven

49 609

44 542

42 055

41 085

54 577

26 251

47 172

Juridisch verplicht

 

100%

         

Programma-uitgaven

49 588

44 524

42 038

41 067

54 559

26 233

47 155

Leningen

             

Totaal Rentelasten

10 040

9 942

10 234

10 335

11 191

12 762

13 890

Rentelasten vaste schuld

9 332

9 740

9 992

9 717

10 387

11 408

12 179

Rentelasten vlottende schuld

705

202

242

618

804

1 354

1 711

Uitgaven voortijdige beëindiging

4

           

Aflossing vaste schuld

28 229

30 167

31 804

30 732

43 368

13 471

33 265

Mutatie vlottende schuld

11 319

4 415

-

-

-

-

-

Overige kosten

21

17

17

17

17

17

17

Ontvangsten

53 243

60 214

47 127

48 272

60 246

34 246

54 822

Programma- ontvangsten

53 243

60 214

47 127

48 272

60 246

34 246

54 822

Leningen

             

Totaal Rentebaten schuld

262

214

113

134

910

1 337

1 241

Rentebaten vaste schuld

     

14

787

1 229

1 137

Rentebaten vlottende schuld

262

214

113

120

123

108

104

Ontvangsten voortijdige beëindiging

             

Uitgifte vaste schuld

52 980

60 000

47 014

48 137

59 336

32 909

53 581

Mutatie vlottende schuld

0

-

-

-

-

-

-

Als gevolg van afronding in miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting op budgettaire gevolgen van beleid De totale uitgaven en totale ontvangsten zijn opgebouwd uit vier onderdelen. Ten eerste worden rentelasten en rentebaten verantwoord. Ten tweede zijn de aflossing en uitgifte vaste schuld in de tabel opgenomen. Als derde onderdeel is de mutatie vlottende schuld opgenomen. De vierde post betreft de overige kosten.

Rentelasten en rentebaten

Binnen de rentelasten wordt een onderscheid gemaakt tussen de rentelasten vaste schuld (schuld met een oorspronkelijke looptijd langer dan een jaar), de rentelasten vlottende schuld (korter dan een jaar) en uitgaven voortijdige beëindiging. De grootste post binnen de rentelasten wordt gevormd door de rentelasten over de vaste schuld. Hieronder vallen ook rentekosten vanwege de euriborswaps. Dit zijn de renteswaps die afgesloten worden om het profiel van het renterisico in overeenstemming te brengen met de benchmark.

De rentelasten over de vlottende schuld bestaan uit de rentelasten van schatkistpapier (DTC’s), Commercial Paper (CP’s) en rentelasten vanwege overige kortlopende schulden. Ook eventuele rentelasten vanwege de eoniaswaps maken onderdeel uit van de rentelasten vlottende schuld. De eoniaswaps worden afgesloten om het renterisico van de korte financiering (geldmarkt) op «overnight» te brengen. Het streven is om de geldmarktbehoefte te financieren tegen daggeldtarief (overnight). De Staat geeft kort schuldpapier uit met looptijden variërend van enkele dagen tot maximaal 12 maanden. Via het afsluiten van een eoniaswap wordt het rentetarief (en renterisico) teruggebracht op 1 dag.

De rentebaten vaste schuld bestaan volledig uit baten samenhangend met renteswaps. De Staat maakt gebruik van deze swaps sinds 2001.

De rentebaten vlottende schuld bestaan vooral uit vergoedingen over tijdelijk op de geldmarkt uitgezette liquiditeiten als gevolg van een positief schatkistsaldo en uit eventuele rentebaten vanwege eoniaswaps. Ook de rentebaten over de overgenomen schulden van ABN AMRO (voorheen Fortis Bank Nederland) vallen onder deze rubriek.

In de onderstaande tabel worden de belangrijkste mutaties in de rentekosten vanaf de ontwerpbegroting 2012 weergegeven.

 

Tabel 2: Belangrijkste mutaties rentekosten sinds ontwerpbegroting 2012 (x € 1 mln.)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

artnr.

Stand ontwerpbegroting 2012 1

10 496

11 783

12 465

12 796

13 508

   

Mutaties:

           

11

Renteswaps

  • 2
  • 67
  • 61
  • 126
  • 81
 

11

Bijstelling kassaldo

61

320

467

645

946

 

11

Bijstelling rekenrente

  • 995
  • 1 622
  • 2 531
  • 3 503
  • 4 001
 

11

Effect van schulduitgifte

  • 180
  • 671
  • 730
  • 475
  • 200
 

11

Bijstelling rente interne schuldverhoudingen

  • 78
  • 52

119

335

152

 

12

Stand ontwerpbegroting 20131

9 303

9 691

9 730

9 673

10 324

11 548

 

1 Stand ontwerpbegroting betreft in deze tabel het saldo van de rente-uitgaven en -ontvangsten vermeerderd met de overige kosten. Uitsplitsing vindt plaats in de beleidsartikelen.

D2: Budgetflexibiliteit

Voor dit artikel is de budgetflexibiliteit zeer gering, omdat de verplichtingen voornamelijk voortvloeien uit de in het verleden opgebouwde schuld. De verplichtingen die opgenomen zijn in deze begroting zijn daarom op grond van de Comptabiliteitswet 2001 gelijk gesteld aan de uitgaven.

De ontvangsten en uitgaven zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. De beleidsmatige ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de operationele doelstelling bestaan uit renteontvangsten en rentebetalingen als gevolg van transacties op de geldmarkt en kapitaalmarkt.

E: Toelichting op de Instrumenten

De rentekosten over de staatsschuld liggen voor een groot deel vast. Dit komt omdat deze kosten grotendeels het gevolg zijn van de tekortontwikkeling en daarmee de schuldopbouw in het verleden en de keuzes die toen gemaakt zijn in het financieringsbeleid en het risicomanagement.

Mutaties in de raming worden veroorzaakt door een aantal factoren. In de eerste plaats wijzigen de rentekosten als gevolg van nieuwe swaps afgesloten in de periode na verschijnen van de vorige begroting. In de tweede plaats wijzigen de rentekosten als gevolg van nieuwe ramingen voor het kassaldo. Als de nieuwe saldoraming tegenvalt ten opzichte van de vorige raming dan stijgen de rentekosten, als de saldoraming meevalt, dalen de rentekosten. In de derde plaats leiden bijstellingen in de rekenrente (bron CPB) tot mutaties in de rentekosten. Ten vierde ontstaan er mutaties als gevolg van nieuwe uitgiftes. Als de rente op de uitgiftes afwijkt van de rekenrente wordt de raming aangepast.

Aflossingen en uitgifte vaste schuld

Ieder jaar wordt een deel van de vaste schuld afgelost omdat het einde van de looptijd van leningen wordt bereikt.

De raming van de uitgifte vaste schuld is een voorlopige raming, die gebaseerd is op de raming voor de aflossingen en de raming voor het tekort op kasbasis. Er wordt verondersteld dat de afgeloste schuld weer opnieuw wordt uitgegeven en dat daarnaast extra uitgifte van vaste schuld plaatsvindt om het kastekort te financieren. In werkelijkheid zal de uitgifte van vaste schuld afwijken van de som van de aflossingen en het tekort, omdat de uit te geven hoeveelheid vaste schuld wordt verkleind of vergroot door de hoeveelheid kortlopende schuld te laten toe- of afnemen. Dit leidt tot een mutatie in de vlottende schuld. Op het moment dat het financieringsplan staatsschuld 2013 wordt gepubliceerd (december 2012) wordt de raming van de uitgifte vaste schuld voor 2013 definitief vastgesteld.

Overige kosten

Het leeuwendeel van de overige kosten bestaat uit provisiekosten voor Primary Dealers (in verband met deelname aan de veilingen van nieuwe leningen). Daarnaast zijn er nog overige kosten zoals kosten betalingsverkeer en noteringskosten.

2.2.12 Kasbeheer

A. Algemene Beleidsdoelstelling

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.

B. Rol en Verantwoordelijkheid Minister

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en geldstromen. De doelstelling hierbij is publieke middelen doelmatig te beheren en daarbij financiële risico’s te voorkomen. Deze uitvoerende rol wordt nader toegelicht in de Eerste wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 (Kamerstukken II 2001/02, 28 035, nr. A).

Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van de rijksoverheid. Schatkistbankieren draagt bij aan een efficiënt en risico-arm beheer van publieke middelen.

Instellingen die een wettelijke taak uitvoeren (RWT’s) en hiervoor gelden van het Rijk ontvangen, kunnen schatkistbankieren. Dit houdt in dat zij de publieke gelden aanhouden bij het ministerie van Financiën. Publiek geld verlaat de schatkist dan niet eerder dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de publieke taak. Onder voorwaarden kunnen RWT’s lenen bij het ministerie van Financiën.

Betalingsverkeer van het Rijk

Wezenlijk onderdeel van het kasbeheer vormt het betalingsverkeer. Door middel van aanbestedingen van de verschillende percelen worden banken geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs/ kwaliteitsverhouding aan te bieden. Het ministerie van Financiën treedt in aanbestedingsprocedures voor het betalingsverkeer van de Rijksoverheid op als opdrachtgever. Binnen het ministerie van Financiën is deze centrale inkoopfunctie bij het Agentschap van het ministerie van Financiën belegd.

C. Beleidswijzigingen

In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat in 2013 alle provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen hun tegoeden aanhouden in de Nederlandse schatkist. Schatkistbankieren zal op termijn een verlagend effect hebben op de Nederlandse EMU-schuld van naar verwachting enkele procentpunten bbp. Aangezien op dit moment de exacte omvang en met name de timing (wanneer vallen welke middelen vrij) onduidelijk is, zijn de effecten nog niet in de meerjarige raming van dit artikel opgenomen. Wel is in de raming van de EMU-schuld in de Miljoenennota 2013 op basis van beschikbare cijfers en technische veronderstellingen een schatting gemaakt van het effect op de EMU-schuld, dit is in 2013 – 1% bbp.Overigens zij opgemerkt dat de totale rentekosten voor de Rijksoverheid door het schatkistbankieren van mede-overheden niet of nauwelijks zullen worden beïnvloed omdat mede-overheden over hun tegoeden rentes vergoed krijgen die de Staat ook betaalt op extern schuldpapier ven dezelfde looptijd. Het betreft derhalve voornamelijk een herverdeling van de rentekosten Staatschuld IXA (artikel 1) naar rentekosten interne schuldverhoudingen (artikel 2).

Mede in het licht van bovenstaande zal verder in 2013 de nadruk komen te liggen op het efficiënter inrichten van de administratieve processen rondom het schatkistbankieren. De ambitie is om de doorlooptijd van administratieve taken te verminderen, met name ten aanzien van de inregeling. Hierbij zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van ICT-faciliteiten.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 4: Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (x € 1 mln.)1

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Uitgaven

8 598

7 020

8 868

9 701

12 472

13 408

15 393

Juridisch verplicht

   

100%

       

Programma-uitgaven

8 597

7 019

8 868

9 701

12 472

13 407

15 393

Leningen en deposito’s

             

Rentelasten

110

92

88

95

102

102

102

Verstrekte leningen

1 755

1 535

1 305

1260

1 225

1 215

1 215

Afname saldi in rekening-courant en

             

deposito’s2

6 668

5 392

7 475

8 346

11 145

12 090

14 075

Uitgaven bij voortijdige beëindiging

-

           

Apparaatuitgaven

1

           

Ontvangsten

2 224

2 123

1 929

3 199

1 860

2 320

2 885

Programmaontvangsten

2 224

2 123

1 929

3 199

1 861

2 320

2 885

Leningen en deposito’s

             

Rentebaten

584

535

535

583

755

1 220

1 776

Ontvangen aflossingen

1 525

1 588

1 394

2 616

1 106

1 100

1 109

Toename saldi in rekening-courant en

             

deposito’s_

111

           

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

4

           

1  Als gevolg van afronding in miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

2  De posten afname en toename in saldi rekening courant en deposito’s zijn gesaldeerd weergegeven.

D2: Budgetflexibiliteit

De ontvangsten en uitgaven zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. De beleidsmatige ontvangsten en uitgaven bestaan uit renteontvangsten over aan baten-lastendiensten en RWT’s verstrekte leningen respectievelijk uit rentebetalingen over door baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s.

E: Toelichting op de instrumenten

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit vier onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) verstrekte leningen en ontvangen aflossingen, (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s, (4) uitgaven en ontvangsten bij voortijdige beëindiging. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s) en sociale fondsen over de bij het Rijk aangehouden middelen. De rentebaten bestaan uit renteontvangsten over verstrekte leningen en roodstanden op de rekening-courant. Leningen, aflossingen, rekening-courant saldi en deposito’s bepalen de schuldverhouding van het Rijk met de deelnemers van het geïntegreerd middelen-beheer.

  • 3. 
    PARAGRAAF INZAKE DE BATEN-LASTENDIENSTEN 3.1 Domeinen Roerende Zaken 3.1.1 Begroting van baten en lasten

Begroting van baten en lasten voor het jaar 2013 (x € 1 000)

 
 

Reali-

Ontwerp

Ontwerp

Ontwerp

Ontwerp

Ontwerp

Ontwerp

 

satie

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

2011

           

Baten

             

Opbrengst moederdepartement

251

150

50

50

50

50

50

Opbrengst overige departementen

11 469

16 758

18 022

17 523

17 523

17 523

17 523

Opbrengsten derden

3 955

2 735

2 650

2 650

2 650

2 650

2 650

Rentebaten

66

30

30

30

30

30

30

Vrijval voorzieningen

1 113

100

300

235

125

0

0

Buitengewone baten

439

           

Exploitatie bijdrage

             

Totaal baten

17 292

19 773

21 052

20 488

20 378

20 253

20 253

Lasten

             

Apparaatskosten

             

Personele kosten

4 847

5 958

6 103

6 103

6 103

6 103

6 103

– waarvan eigen personeel

4 617

5 858

5 998

5 998

5 998

5 998

5 998

– waarvan externe inhuur

230

100

105

105

105

105

105

Materiele kosten

9 236

13 127

14 339

13 770

13 660

13 535

13 535

– waarvan ICT

805

750

950

950

950

950

950

– waarvan bijdrage aan SSO’s

4 056

3 152

3 250

2 818

2 875

2 875

2 875

Rentelasten

5

0

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

             

Materieel

509

605

410

410

410

410

410

Immaterieel

99

82

195

195

195

195

195

Dotaties voorzieningen

             

Buitengewone lasten

             

Totaal lasten

14 695

19 772

21 047

20 478

20 368

20 243

20 243

Saldo van baten en lasten

2 597

1

5

10

10

10

10

Toelichting op de baten

Opbrengsten moederdepartement

De opbrengsten betreffen opslag voor de Douane.

Opbrengsten overige departementen

– Met het Openbaar Ministerie is in 2012 een 5 jaar dienstverleningsmodel afgesloten met betrekking tot vervoer, opslag, verwerking en vernietiging van in beslaggenomen goederen. De totale inkomsten zijn geraamd op € 9.9 mln.

– Domeinen Roerende Zaken voert vanaf 2012 in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie in het kader van het Programma Aanpak Georganiseerde Hennepteelt de landelijke logistieke coördinatie van de ontmantelingen van hennepkwekerijen. De geraamde baten bedragen € 6,8 mln.

– Diverse opbrengsten voor opslag, taxaties, advies en verkoopfaciliteiten met betrekking tot het CJIB (€ 0,3 mln.), Agentschap Telecom, Defensie (€ 0,1 mln.) en Rijkswaterstaat (€ 0,1 mln.).

– Opbrengsten uit hoofde van vernietiging van datadragers die door departementen worden afgestoten (€ 0,5 mln.).

– Rijksmarktplaats voor kantoormeubilair en benodigdheden (€ 0,3 mln.).

Opbrengsten derden

De opbrengsten bestaan vooral uit opgelden (€ 2,5 mln.). Daarnaast zijn er opbrengsten van boetes bij ontbonden verkopen en opbrengsten van kentekenbewijzen (€ 0,2 mln.) bij verkoop van voertuigen.

Vrijval voorzieningen

DRZ heeft in 2011 een reorganisatievoorziening opgebouwd voor toekomstige personele kosten. Deze voorziening valt jaarlijks (in 2013 : € 0,3 mln.) gedeeltelijk vrij.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De categorie personele kosten omvat de salariskosten en opleidings-kosten (0,2 mln.) van ambtelijk personeel. DRZ heeft formatief (101.8 fte) waarvan 97,9 fte ingezet. De gemiddelde loonkosten van de operaties per fte bedragen € 60 642 (incl. bovengenoemde uitbreiding).

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan uit de volgende kostencategorieën:

– Huren Rijksgebouwendienst (RGD) € 3,3 mln.

– Overige huisvestingkosten € 0,8 mln.

– Vernietigingskosten hennepkwekerijen € 5,7 mln.

– Vernietigingskosten vuurwerk en overige in beslaggenomen goederen

€ 0,6 mln. – Automatisering € 1,0 mln.

– Transportkosten m.b.t. vuurwerk en voertuigen € 0,9 mln. – Bedrijfsmiddelen € 0,3 mln. – Courtage bemiddeling verkoop € 0,4 mln. – Schadeuitkeringe € 0,2 mln. – Reis- en verblijfkosten, bureaukosten, communicatie en overige kosten

€ 1,1 mln.

Totaal € 14,3 mln.

Afschrijvingen

Afschrijvingen van immateriële activa houden verband met de technische realisatie van het Beslagportaal, aanpassing barcodering, Rijksmarkt-plaats, «Track and trace» en upgrade van het automatiseringssysteem. Afschrijvingen van materiële activa houden voornamelijk verband met voertuigen, heftrucks, kantoormachines, gereedschappen en verbouwingen.

 

Kasstroomoverzicht (x € 1 000)

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1/1

4 499

6 226

3 850

4 360

4 675

4 991

5 306

  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

2 290

688

610

615

615

615

615

3a. -/- Totaal investeringen

  • 480
  • 500
  • 100
  • 300
  • 300
  • 300
  • 300

3b +/+ Totaal boekwaarde desinvesteringen

303

           

3 Totaal investeringskasstroom

  • 177
  • 500
  • 100
  • 300
  • 300
  • 300
  • 300

4a. -/- Eenmalige uitkering aan moederdepar-

             

tement

  • 66
  • 2 564
         

4b. +/+ Eenmalige storting door moederdepar-

             

tement

             

4c. -/- Aflossingen op leningen

  • 320
           

4d. +/+ Beroep op de leenfaciliteit

             

4 Totaal financieringskasstroom

  • 386
  • 2 564

0

0

0

0

0

  • 5. 
    Rekening courant RHB 31/12

6 226

3 850

4 360

4 675

4 991

5 306

5 621

Toelichting

De geraamde investeringen ( € 0,1 mln.) worden aangewend t.b.v. het Beslagportaal, poolauto’s en reguliere vervanginginvesteringen. De financiering vindt plaats uit eigen middelen.

3.1.3 Doelmatigheidsindicatoren

 

Doelmatigheidsindicatoren

 

realisatie

OB

OB

OB

OB

OB

OB

Indicatoren

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Kostendekking

Bewaartaak

Verkooptaak

119% 120% 163%

100% 100% 100%

100% 100% 100%

100% 100% 100%

100% 100% 100%

100% 100% 100%

100% 100% 100%

Vernietiging datadragers Vernietiging vuurwerk

69% 84%

100% 100%

100% 100%

100% 100%

100% 100%

100% 100%

100% 100%

FTE-totaal (excl. Externe inhuur)                                           90

Omzet per productgroep *€ 1 000

Bewaren                                                                                9 806

Verkopen                                                                               3 955

Vernietiging datadragers                                                      413

Verwerking vuurwerk                                                         1 500

Vernietiging hennep                                                                  –

Totale omzet                                                                       15 674

Saldo van baten en lasten (%)                                            15%

Betalingstermijn facturen – binnen 30 dagen                  92%

Gegrond aantal klachten DRZ < 20%

85,8

8 458 2 735 450 1 500 6 500 19 643

0%

90%

101,8

9 239 2 650 525 1 500 6 808 20 722

0%

90%

101,8

8 729 2 650 525 1 200 7 119 20 223

0%

90%

101,8

8 729 2 650 525 1 200 7 119 20 223

0%

90%

101,8

8 729 2 650 525 1 200 7 119 20 223

0%

90%

101,8

8 729 2 650 525 1 200 7 119 20 223

0%

90%

zie                  zie                  zie                  zie                  zie

< 20% toelichting toelichting toelichting toelichting toelichting

 

Uitvoering kwaliteitsprogramma

 

100%

90%

90%

90%

90%

90%

Klanttevredenheid

7.0

-

-

7.0

-

7.0

-

Toelichting

Kostendekkendheid DRZ

De kostendekkendheid van de kerntaken wordt berekend door de geplande kosten af te zetten tegen de verwachte opbrengsten. Voor 2013 zijn geen bijzonderheden te verwachten en zal DRZ haar taken kostendekkend uitvoeren.

Omzet naar productgroep

Bewaren: In deze categorie is o.a. de omzet die verbonden is met de uitvoering van Rijksmarktplaats opgenomen.

Verkopen: de omzet voor de verkopen lopen terug als gevolg van minder inbeslaggenomen goederen die verkocht worden en een verminderd aanbod van overcomplete goederen die DRZ verkoopt voor overige departementen.

FTE-totaal

Het vermelde aantal fte’s betreft de begrotingssterkte. Er zijn per 1 januari 2012 16 fte aan de formatie toegevoegd voor de uitvoering van de ontmanteling hennepkwekerijen door DRZ.

Saldo van baten en lasten (%)

Het percentage is als volgt berekend: het saldo van baten en lasten gedeeld door de totale baten.

Betalingstermijn facturen (%)

De gemiddelde termijn (aantal dagen) waarbinnen leveranciersfacturen betaald worden bedraagt 30 dagen. De norm is dat 90% binnen deze termijn betaald wordt.

Gegrond aantal klachten (%)

Eind 2011 geconstateerd dat de indicator van 20% gegrond niet aansluit bij de verschillende klachtenstromen. Besloten is de indicator te herzien en op te splitsen naar: verkoop / opslag / artikel 117 Sv gerelateerde klachten en deze af te zetten tegen criteria die voor deze categorieën relevant zijn. Dat levert onderstaande normering op:

Klachten categorie                                                                                                                  Norm

Verkoop                                                                                                                                   < 0,8%

Opslag                                                                                                                                     < 0,5%

Art. 117 Sv schadeloosstelling                                                                                               < 7%

Uitvoering kwaliteitsprogramma (%)

Het kwaliteitsprogramma (interne controle en inventarisatie) zal ten minste voor 90% uitgevoerd worden.

Klanttevredenheid

Het klanttevredenheidsonderzoek heeft betrekking op zowel de aanleverende klant als de afnemende klant. Dit onderzoek vindt elke 2 jaar plaats.

3.2 Baten-lastenparagraaf RVOB

De hoofddoelstelling van RVOB/Directie Vastgoed is het doelmatig in gebruik geven van rijksvastgoed en het doelmatig verkopen van overtollig rijksvastgoed. RVOB/Directie Ontwikkeling is de ontwikkelpoot van de dienst en opereert namens het Rijk bij de planvorming van complexe ruimtelijke projecten.

 

Meerjarige apparaatbegroting van baten en

lasten

           

(Bedragen * € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Baten

             

Omzet moederdepartement

21 791

22 319

21 888

21 102

20 457

20 402

20 356

Omzet overige departementen

85

500

500

500

500

500

500

Omzet derden

2 400

950

950

950

950

950

950

Rentebaten

94

10

20

20

20

20

20

Vrijval voorzieningen

458

           

Bijzondere baten

12

           

Totale baten

24 840

23 779

23 358

22 572

21 927

21 877

21 826

Lasten

             

Apparaatskosten

             

Personele kosten

15 253

16 358

15 948

15 513

15 218

15 348

15 297

– waarvan eigen personeel

15 054

16 158

15 748

15 313

15 018

15 148

15 097

– waarvan externe inhuur

199

200

200

200

200

200

200

Materiële kosten

4 970

6 812

6 902

6 559

6 209

6 029

6 029

– waarvan apparaat ICT

946

1 600

1 400

1 400

1 400

1 400

1 400

– waarvan bijdrage aan SSO’s

750

750

750

750

750

750

750

Rentelasten

1

15

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

             

– materieel

375

472

407

387

350

313

324

– waarvan apparaat ICT

209

392

329

311

279

253

273

– immaterieel

25

25

25

25

25

25

25

Overige kosten

             

– dotaties voorzieningen

598

           

– bijzondere lasten

             

Totaal lasten

21 222

23 682

23 282

22 484

21 802

21 715

21 675

Saldo van baten en lasten

3 618

97

76

88

125

162

181

In de meerjarige apparaatbegroting is de taakstelling van het kabinet Rutte verwerkt, die ingaat in 2012. Dit komt tot uiting in het neerwaarts verloop van Omzet moederdepartement. Ter invulling van de taakstelling worden zowel de personele kosten als materiële kosten verminderd.

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement ( € 21,9 mln.)

De omzet in 2013 is als volgt te verdelen naar de diverse producten:

 

Producten

Omzetbedrag

(* € 1 000)

Erfpacht

940

Huur

3 458

Pacht

1 912

Medegebruik

1 435

Behandelen zakelijke lasten

1 369

Onbeheerde nalatenschappen

1 000

Bodemmaterialen

256

Beheerstaken in eigen beheer

786

Verkopen

6 610

Aankopen

48

Taxatie & Advies

1 289

Projectopdrachten gebiedsontwikkeling

690

Business cases gebiedsontwikkeling

1 748

Adviezen over ontwikkelmogelijkheden

347

Totaal

21 888

Omzet overige departementen (€ 0,5 mln.)

De omzet betreft vergoedingen in verband met te verrichten taxaties ten behoeve van RWS, RGD en Defensie.

Omzet derden (€ 1,0 mln.)

De betreffende omzet heeft betrekking op:

– Opbrengsten Domeinen Roerende Zaken (DRZ) i.v.m. ICT-dienstverlening (€ 750 000).

– Opbrengst activiteiten in verband met Onbeheerde nalatenschappen (€ 200 000).

Rentebaten (€ 0,02 mln.)

De rentebaten zijn berekend op basis van een rentevoet van 1 %.

Toelichting op de lasten

Personeel (€ 15,9 mln.)

De personele kosten 2012 zijn opgebouwd uit 2 componenten:

– Eigen personeel (€ 15,7 mln.), betrekking hebbende op 226 fte’s (de te verwachten bezetting 2013). De gehanteerde gemiddelde prijs per fte bedraagt circa € 70 000-– Externe inhuur (€ 0,2 mln.).

Materieel (€ 6,9 mln.)

De materiële kosten 2013 zijn onder te verdelen in onderstaande categorieën.

 

Materiële kosten – categorieën

Bedrag

(* € 1 000)

ICT

1 400

Huren

2 293

Huisvesting

575

Opleiding en wervingskosten

420

Reis- en verblijfkosten

644

Communicatie

315

Landsadvocaat

500

Overig

755

Totaal

6 902

Huren (€ 2,3 mln.)

De huurkosten voor de inhuizing bij het ministerie van Financiën bedragen € 1,3 mln. Het overig deel ad € 1 mln. betreft de huurkosten van de regionale eenheden.

Afschrijvingskosten (€ 0,4 mln.)

De afschrijvingskosten zijn bepaald op basis van de huidige investeringsvoorraad en de te verwachten (vervangings)investeringen. In onderstaande tabel zijn de betreffende afschrijvingskosten uitgesplitst naar activagroep. Tevens is hierbij de gehanteerde (totale) afschrijvingstermijn vermeld.

 

Activagroepen

afschrijvings

Bedrag

 

termijnen

(* € 1 000)

Meubilair

10 jaar

13

Kantoormachines

5 jaar

4

ICT

3 jaar

354

Telecommunicatie apparatuur

7 jaar

34

Voertuigen

4 jaar

27

Totaal

 

432

Saldo van baten en lasten (€ 0,1 mln.)

Uitgaande van het maximaal eigen vermogen op 31 december 2012 (5%

regeling) zal het saldo van baten en lasten worden afgedragen aan het moederdepartement.

 

Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1 000)

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

  • 1. 
    Rekening courant RHB 1/1

5 119

8 814

8 673

8 613

8 674

8 837

8 793

  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom
  • 2 295

394

418

446

460

485

500

3a. -/- Totaal investeringen

  • 570
  • 19 474
  • 90 381
  • 309
  • 209
  • 404
  • 425

3b +/+ Totaal boekwaarde desinvesteringen

12

           
  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
  • 558
  • 19 474
  • 90 381
  • 309
  • 209
  • 404
  • 425

4a. -/- Eenmalige uitkering aan moederdepar-

             

tement

  • 1 000
  • 3 643
  • 97
  • 76
  • 88
  • 125
  • 162

4b. +/+ Eenmalige storting door moederdepar-

             

tement

1 000

3 643

         

4c. -/- Aflossingen op leningen

  • 79
  • 61
         

4d. +/+ Beroep op de leenfaciliteit

6 627

19 000

90 000

       
  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

6 548

18 939

89 903

  • 76
  • 88
  • 125
  • 162
  • 5. 
    Rekening courant RHB 31/12

8 814

8 673

8 613

8 674

8 837

8 793

8 706

Toelichting

  • 1. 
    Het jaar 2011 betreft de daadwerkelijke realisatiegegevens. Het jaar 2012 betreft de mutaties zoals opgenomen in de ontwerpbegroting 2012.
  • 2. 
    De totale operationele kasstroom komt tot stand door het resultaat van baten en lasten te vermeerderen met de geplande afschrijvingen en te verminderen met de onttrekking aan voorzieningen (betalingen).
  • 3. 
    a. De investeringen hebben grotendeels betrekking op RVOB/Directie

Ontwikkeling. Het betreft aankoop van gronden en activering van plankosten.

  • 4. 
    a. De eenmalige uitkering aan het moederdepartement heeft betrekking op de bestemming van de vastgestelde winst van het voorgaande dienstjaar. (5%-regeling eigen vermogen). d. Het beroep op de leenfaciliteit betreft de investeringen, zoals gemeld onder 3.
 

Doelmatigheidsindicatoren

Indicatoren

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Kostprijzen per product

             

– Pacht

€ 574

€ 735

€ 728

€ 722

€ 715

€ 709

€ 702

– Huur

€ 625

€ 735

€ 728

€ 722

€ 715

€ 709

€ 702

– Erfpacht

€ 513

€ 622

€ 616

€ 611

€ 605

€ 600

€ 594

– Medegebruik / overig

€ 417

€ 396

€ 392

€ 389

€ 385

€ 382

€ 378

– Zakelijke lasten

€ 375

€ 396

€ 392

€ 389

€ 385

€ 382

€ 378

Omzet per productgroep (* 1 000)

             

– Homogene producten

€ 11 445

€ 10 463

€ 10 944

€ 10 647

€ 10 340

€ 10 315

€ 10 291

– Heterogene producten

€ 13 395

€ 13 316

€ 12 414

€ 11 925

€ 11 587

€ 11 562

€ 11 535

– Totaal

€ 24 840

€ 23 779

€ 23 358

€ 22 572

€ 21 927

€ 21 877

€ 21 826

Aandeel directe uren

61%

58%

60%

62%

64%

65%

66%

Aantal directe uren voor medewerker in

             

primair proces

1 350

1 270

1 280

1 290

1 300

1 310

1 320

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

257,1

257,1

257,1

257,1

257,1

257,1

257.1

begrotingssterkte

             

Mate van kostendekkendheid

100%

100%

100%

100%

100%

100%

100%

Indicatoren

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Saldo van baten en lasten (%)

15%

1%

1%

1%

1%

1%

1%

Percentage in het gelijkgestelde procedu-

             

res (WOZ)

84%

70%

70%

70%

70%

70%

70%

Uitkomst klanttevredenheidsonderzoek

6.8

   

7.0

   

7,0

Klachten binnen termijn van 6 weken

             

afgehandeld

92%

80%

80%

80%

80%

80%

80%

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

Kostprijzen per product

De hierboven vermelde kostprijzen zijn berekend op basis van vastgestelde normtijden, vermenigvuldigd met het voor het betreffende jaar ingeschatte uurtarief. Het betreft alleen homogene producten. Voor de heterogene producten zijn geen normtijden vastgesteld. In het begrotingsjaar is ten opzichte van 2012 sprake van hogere kostprijzen. Dit wordt veroorzaakt door hogere uurtarieven. Er zijn namelijk minder uren beschikbaar in verband met de toename van het gebruik van de PAS regeling.

Omzet naar productgroep

Binnen het RVOB is sprake van homogene en heterogene producten. Er is een inschatting gemaakt van het aantal te leveren producten.

Aandeel directe uren voor totaal RVOB

Dit kengetal geeft aan hoe het totale aantal netto te werken uren (aanwezige uren) aan directe en indirecte uren besteed wordt. Het geeft daarmee inzicht in het aandeel van de overhead (bedrijfsvoering, management en beleid). De te verwachten stijging van het aandeel directe uren is het gevolg van sturing op het verhogen van de directe uren voor medewerkers in het primair proces.

Aantal directe uren voor medewerker in primair proces

Dit kengetal laat de ontwikkeling zien van het aantal directe uren dat een medewerker (in fte) in het primaire proces op jaarbasis levert.

FTE-totaal

Het vermelde aantal fte’s betreft de begrotingssterkte en geeft het maximaal toegestaan aantal fte’s weer.

Mate van kostendekkendheid

Het uitgangspunt is dat de baten-lastendienst RVOB volledig kostendekkend is.

Saldo van baten en lasten (%)

Het (streef)percentage betreft het saldo van baten en lasten gedeeld door de totale baten.

Percentage in het gelijkgestelde procedures (WOZ) Het RVOB/DV betaalt namens het Rijk de onroerendezaakbelasting. Zij beoordeelt hiertoe de aanslagen en maakt waar nodig bezwaar. Door het aantal gehonoreerde bezwaarschriften te vergelijken met het aantal ingediende bezwaarschriften ontstaat een beeld van de effectiviteit van het maken van bezwaar door het RVOB/DV. De in de tabel vermelde norm stelt dat minimaal 70% van alle ingediende bezwaarschriften door de gemeente toegekend moet worden. Door de norm op 70% te stellen (in plaats van bijvoorbeeld 90%) wordt voorkomen dat alleen bezwaarschriften worden ingediend waarbij het vrijwel zeker is dat het RVOB in het gelijk wordt gesteld.

Uitkomst klanttevredenheidsonderzoek

Met een interval van drie jaar wordt een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Het doel is dat de klanten het RVOB tenminste met een 7

waarderen.

Klachten binnen termijn van 6 weken afgehandeld

Doelstelling is dat alle ontvangen klachten binnen de gestelde termijn van de klachtenprocedure, binnen 6 weken, inhoudelijk worden beantwoord. In de regel krijgt het RVOB weinig klachten (<10 stuks). Om te voorkomen dat een kleine onvolkomenheid (bijvoorbeeld 1 klacht 1 dag buiten de termijn) leidt tot een onevenredig negatief beeld is een kleine foutenmarge in het kengetal ingebouwd (80%-score).

  • 4. 
    BIJLAGEN

4.1 RWT’s en ZBO’s

 

Naam organisatie

RWT

ZBO

Begrotingsartikel

Rijksbijdrage 2013

(bedragen x € 1 000)

Apparaatskosten

Internetadres

Waarderingskamer Autoriteit Financiële

X X

X X

Art. 1 Art. 2

667 25 749

667 25 749

www.waarderingskamer.nl www.afm.nl

Markten (AFM)

           

Nederlands Bureau der

X

 

Art. 2

0

 

www.nlbureau.nl

Motorrijtuigverzekeraars Stichting Waarborgfonds Motorverkeer

X

 

Art. 2

0

 

www.wbf.nl

Commissie Eindtermen

X

X

Art. 2

0

 

www.ceaweb.nl

Accountantsopleiding De Nederlandsche Bank

X

X

Art 2

17 381

17 381

www.dnb.nl

(DNB)

           

Stichting Administratie Kantoor financiële Instel-

X

 

Art 3

5 019

5 019

ww.nlfi.nl

lingen (NLFI) Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid (SAMO)

 

X

Art. 8

0

 

www.maror.nl

Toelichting functie ZBO’s en RWT’s

Waarderingskamer

De Waarderingskamer heeft als belangrijkste taak het houden van toezicht op de waardering van onroerende zaken door de gemeenten in het kader van de Wet WOZ. De Wet WOZ is gericht op een uniforme waardering van onroerende zaken ten behoeve van de belastingheffing door het Rijk, de gemeenten en de waterschappen. De apparaatskosten worden door de Waarderingskamer in rekening gebracht bij het Rijk (25%), de gemeenten (50%) en de waterschappen (25%).

Autoriteit Financiële Markten (AFM), De Nederlandsche Bank (DNB)

Het toezicht op de financiële markten is onderverdeeld in twee domeinen, te weten het prudentieel toezicht en het gedragstoezicht. Prudentieel toezicht is gericht op de soliditeit van financiële ondernemingen en het bijdragen aan de stabiliteit van de financiële sector terwijl het gedragstoe-zicht zich richt op ordelijke en transparante processen op de financiële markten, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en zorgvuldige behandeling van cliënten. Op grond van de artikelen 1:24 en 1:25 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) oefent DNB het prudentieel toezicht op financiële ondernemingen uit en is de AFM belast met de uitoefening van het gedragstoezicht. Beide toezichthouders beslissen tevens de toelating van de financiële ondernemingen tot de financiële markten.

Voor hun financiering kunnen de toezichthouders een beroep doen op twee bronnen, te weten de Staat en de onder toezicht staande ondernemingen. De hoogte van de overheidsbijdrage is geregeld in artikel 10 van de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft), welke wet per 1 januari 2013 in werking treedt. De doorberekening van de kosten van de toezichthouder aan marktpartijen is geregeld in de artikelen 11 t/m 13 van de Wbft.

Zoals in de toelichting bij artikel 1 van de Wbft is aangegeven, is de bekostiging van het toezicht op de BES-eilanden, met uitzondering van het toezicht uit hoofde van de Pensioenwet BES, buiten de reikwijdte van de Wbft gehouden. De kosten van het toezicht van DNB en de AFM op grond van de Wet financiële markten BES worden ingevolge die wet ten dele doorberekend aan de onder toezicht staande ondernemingen. Het grootste deel van de kosten komt voor rekening van de Staat.

Ten slotte ontvang DNB ook een bijdrage van het rijk voor de bij DNB ondergebrachte FEC-eenheid. De eenheid maakt deel uit van het Financieel Expertise Centrum hetgeen is vastgelegd in het Convenant houdende afspraken over de samenwerking in het kader van het Financieel Expertise Centrum (Stcrt. 2009, nr. 71).

Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars

Het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars is verantwoordelijk voor het regelen van schaden door buitenlandse motorrijtuigen in Nederland en staat garant voor betaling van schade als onverzekerde Nederlandse motorvoertuigen in andere bij het groenekaartsysteem aangesloten landen schade veroorzaken. Daarnaast is het Nederlands Bureau op grond van artikel 27b van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) aangewezen als Informatiecentrum waarbij personen die schade hebben geleden die is veroorzaakt door een motorrijtuig uit een EU-lidstaat, informatie kunnen verkrijgen die hen in staat kan stellen een vordering tot schadevergoeding in te dienen. Het Nederlands Bureau der Motorrijtuigenverzekeraars oefent geen openbaar gezag uit en is daarom geen ZBO.

Stichting Waarborgfonds Motorverkeer

Het Waarborgfonds Motorverkeer vergoedt overeenkomstig artikel 26 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) schade aan benadeelden in gevallen, genoemd in artikel 25 Wam. Het betreft onder andere gevallen waarbij de veroorzaker onbekend is gebleven of deze niet verzekerd is. Daarnaast is het Waarborgfonds Motorverkeer ingevolge artikel 27k Wam aangewezen als Schadevergoedingsorgaan. In die hoedanigheid treedt het in specifieke gevallen op bij schaden die in het buitenland zijn veroorzaakt door buitenlandse motorrijtuigen. Het Waarborgfonds Motorverkeer oefent geen openbaar gezag uit en is daarom geen ZBO.

Commissie Eindtermen Accountantsopleiding

De Commissie Eindtermen Accountantsopleiding heeft de volgende wettelijke taken:

– Het vaststellen van de eindtermen voor accountantsopleidingen met inachtneming van daarvoor geldende vakgebieden en de beroepsprofielen.

– Het aanwijzen van de opleidingen die het theoretisch deel van de accountantsopleiding geheel of gedeeltelijk verzorgen, met uitzondering van de eindtermen die betrekking hebben op de praktijkstage, voor zover deze opleidingen niet zijn geaccrediteerd overeenkomstig artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

– Het toetsen van de praktijkstage aan de mate waarin wordt voldaan aan de eindtermen.

– De afgifte van de verklaring van vakbekwaamheid: toelating tot het accountantsberoep van buitenlandse accountants.

De stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI)

De stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI) is op 1 juli 2011 opgericht op grond van de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen. NLFI voert het privaatrechtelijke beheer over de deelnemingen van de Staat der Nederlanden in de vennootschappen ABN AMRO Group N.V, ASR Nederland N.V., RFS Holdings B.V. en ABN AMRO Preferred Investments B.V. Het Rijk vergoedt de kosten die NLFI maakt. De Minister van Financiën brengt een groot deel van deze kosten in rekening bij de vennootschappen waarvan aandelen door de stichting worden beheerd, op grond van het besluit houdende regels inzake doorberekening van kosten van de stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen.

Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid

De Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid (SAMO, voorheen Stichting Maror-gelden Overheid) is belast met de afwikkeling van onder het publiekrechtelijke regime afgegeven beschikkingen en is een ZBO. De minister houdt toezicht op SAMO, dit is vastgelegd in de statuten. Ter dekking van de uitvoeringskosten is in 2005 een eenmalige subsidie van € 1,7 mln. aan SAMO verstrekt, voor de resterende doorlooptijd van SAMO. De Algemene Rekenkamer houdt bevoegdheden bij de SAMO. In 2013 wordt de opheffing van de SAMO voorzien.

4.2 Overzicht staatsdeelnemingen

 

Operationele deelnemingen in beheer bij Financiën

BNG

50%

Connexxion

33%

COVRA

100%

DNB

100%

FMO

51%

Gasunie

100%

Havenbedrijf Rotterdam

29%

Holland Casino

Stichting

KLM

6%

Koninklijke Nederlandse Munt

100%

NS

100%

NWB Bank

17%

Schiphol

70%

Staatsloterij

Stichting

TenneT

100%

Thales

1%

UCN

100%

Operationele deelnemingen in beheer bij het beleidsdepartement

 

BOM

57%

Energie Beheer Nederland

100%

Gasterra

10%

LIOF

94%

Meerstad

10%

NAATC

8%

Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij

100%

Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland

58%

Prorail

100%

Saba Bank

8%

Winair

8%

Deelneming in afbeheer

 

ALTMAA

35%

K.G. Holding

100%

NIO

100%

Rechterland

100%

Twinning Holding

100%

Tijdelijke financiële deelnemingen

 

ABN AMRO Group

100%

ASR Nederland N.V.

100%

4.3 Budgettair overzicht interventies t.b.v. de financiele sector

Tabel 1: Budgettair overzicht interventies

(bedragen in € mln.) – update MJN 2013

2008 2010

2011

2012

2013

A. Verwerving Fortis/RFS/AA

  • 1. 
    ABN AMRO Group N.V. – ASR Verzekeringen N.V. – RFS Holdings B.V. (incl. Z-share en residual N-share)
  • 2. 
    Overbruggingskrediet Fortis
  • 3. 
    Aflossingen overbruggingskrediet Fortis
  • 4. 
    Renteontvangsten overbruggingskredieten Fortis
  • 5. 
    Dividend ABN Amro Group N.V.
  • 6. 
    Dividend ASR Verzekeringen N.V.
  • 7. 
    Dividend RFS Holdings B.V.

27 971 4 575

  • 1 374

0

0

  • 6

27 955 3 750

  • 825
  • 169
  • 200

0 0

27 955

3 750

0

  • 152
  • 50
  • 71

0

27 955

3 750

0

  • 107
  • 394

0 0

Capital Relief Instrument ABN-AMRO

  • 8. 
    Garantieverlening (geëffectueerd)
  • 9. 
    Afname voorwaardelijke verplichting (zonder uitgaven)
  • 10. 
    Premieontvangsten

32 611

32 611

  • 193

Counter Indemnity ABN-AMRO

  • 11. 
    Garantieverlening (geëffectueerd)
  • 12. 
    Premieontvangsten

Δ Staatsschuld

950 - 26

30 844

  • 26

1 236

  • 26

299

  • 26

527

B. Kapitaalverstrekkingsfaciliteit (€ 20 mld.)

  • 13. 
    Verstrekt kapitaal ING
  • 14. 
    Verstrekt kapitaal Aegon
  • 15. 
    Verstrekt kapitaal SNS Reaal
  • 16. 
    Aflossing ING
  • 17. 
    Aflossing Aegon
  • 18. 
    Aflossing SNS Reaal
  • 19. 
    Couponrente ING
  • 20. 
    Couponrente Aegon
  • 21. 
    Couponrente SNS Reaal
  • 22. 
    Repurchase fee ING
  • 23. 
    Repurchase fee Aegon
  • 24. 
    Repurchase fee SNS Reaal

10 000

3 000

750

  • 5000
  • 1500
  • 185
  • 684
  • 177 - 39
  • 347
  • 160

0

2 000 1 500

1 000 - 750

750

375

750

375

Δ Staatsschuld

5 659

5 250

1 125

1 125

 

C. Back-up faciliteit ING EUR/USD>

1,34

1,29

1,27

1,25

  • 25. 
    Funding fee (rente + aflossing)
  • 26. 
    Management fee
  • 27. 
    Portefeuilleontvangsten (rente + aflossing)

8 248 106

  • 7 877

3 242 39

  • 3 012

2 459 33

  • 2 245

1 948 31

  • 1 749
  • 28. 
    Garantiefee
  • 29. 
    Additionele garantiefee
  • 232
  • 154
  • 85 - 128
  • 73 - 110
  • 67 - 101
  • 30. 
    Additionele fee
  • 31. 
    Verhandelbaarheidsfee
  • 32. 
    Saldo Back-up faciliteit ( 25 t/m 31)
  • 91 0
  • 55 0
  • 49
  • 16

0

  • 44
  • 19

0

  • 33. 
    Meerjarenverplichting aan ING
  • 34. 
    Alt-A portefeuille

13 084 16 376

10 264 13 934

8 203 11 719

6 679 9 651

Δ Staatsschuld = saldo Back-up faciliteit                                                                     0

D. Garantiefaciliteit bancaire leningen

  • 35. 
    Garantieverlening (geëffectueerd)                                                                 50 275
  • 36. 
    Afname voorwaardelijke verplichting                                                        – 11 277
  • 37. 
    Stand openstaande garanties (cumulatief 35–36)                                      38 998
  • 38. 
    Premieontvangsten garanties bancaire leningen (gesaldeerd)                  – 523
  • 39. 
    Schade-uitkeringen                                                                                                    0
  • 5 823

33 175

  • 361

0

14 925

18 250

  • 230

0

0

18 250

  • 169

0

Δ Staatsschuld (excl. nr. 35, 36 en 37)

523

361

230

169

0

0

0

0

0

0

 

Tabel 1: Budgettair overzicht interventies

(bedragen in € mln.) – update MJN 2013

2008 2010

2011

2012

2013

E1. IJsland

       
  • 40. 
    Uitkering DGS Icesave

1 428

     
  • 41. 
    Uitvoeringskosten IJslandse DGS
       

door DNB

7

     
  • 42. 
    Vordering op IJsland

1 329

919

736

 

tussenrekening «recovery topping up’

 

33

15

 
  • 43. 
    Opbouw rente op vordering

51

42

31

 

Totale vordering (42 + reeks 43)

1 380

1 012

860

 
  • 44. 
    Ontvangsten aflossing lening

0

  • 443
  • 197
 
  • 45. 
    Renteontvangsten op lening

0

0

0

 

E2. Griekenland

       
  • 46. 
    Lening Griekenland

1 248

1 946

5

0

  • 47. 
    Vordering op Griekenland

1 248

3 194

3 199

3 199

  • 48. 
    Ontvangsten aflossing lening

0

0

0

 
  • 49. 
    Premieontvangsten incl. servicefee
  • 30
  • 115
  • 16
  • 56
  • 50. 
    DNB (niet-relevante-winst) compensatie Griekenland
       
  • 51. 
    Rentevergoeding Griekenland
   

13

13

Δ Staatsschuld (excl. nr. 42, 43 en 47)

2 653

1 388

  • 195
  • 43

F. Europese instrumenten

       
  • 52. 
    Garantieverlening NL-aandeel
       

EU-begroting

2 946

  • 120
   
  • 53. 
    Garantieverlening NL-aandeel EFSF (hoofdsom en rente)

25 872

71 910

   
  • 54. 
    Garantieverlening NL-aandeel ESM
   

35 445

 
  • 55. 
    Garantieverlening aan DNB i.v.m. ophoging middelen IMF
 

13 610

   
  • 56. 
    Deelneming EFSF

1

1

   
  • 57. 
    Stortingen ESM
   

1 829

1 829

Δ Staatsschuld (56 en 57)

1

1

1 829

1 829

G. Overige gevolgen

       
  • 58. 
    Uitvoeringskosten en inhuur externen

62

3

6

2

  • 59. 
    Terug te vorderen kosten

0

0

0

0

  • 60. 
    Ontvangen teruggevorderde kosten
  • 19
  • 5
  • 1

0

Δ Staatsschuld (excl. rente)

38 634

  • 5 458
  • 20
  • 35

Staatsschuld cumulatief (excl. rente)

38 634

33 176

33156

33 121

Toerekenbare rentelasten

3 979

1 280

1 161

1 173

4.4 Lijst met afkortingen

A

AFM AOW Awb

B

BBP

BIS

BTW

C

CDFD

CP

CRI

D

DBFMO

DGS

DNB

DRZ

DSL

DTC

E

EFSF

EKV

EMU

Eonia

ESM

EU

F

FATF FIOD

G

G20

GMB

I

IABF IASB IFI IMF

Autoriteit Financiële Markten Algemene Ouderdomswet Algemene Wet Bestuursrecht

Bruto Binnenlands Product

Bank for International Settlements

Belasting over de toegevoegde waarde

College Deskundigheid Financiële Dienstverlening Commercial Paper Capital Relief Instrument

Design, Build, Finance, Maintain, Operate

Deposito Garantie Stelsel

De Nederlandsche Bank

Domeinen Roerende Zaken

Dutch State Loan

Dutch Treasury Certificate

European Financial Stability Facility Exportkredietverzekering Europese Monetaire Unie European Overnight Index Average Europese stabiliteitsmechanisme Europese Unie

Financial Action Task Force on money laundering Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst

De G20 (Groep van 20) is een groep bestaande uit 19 landen en de Europese Unie. Geïntegreerd Middelen Beheer

Illiquid Assets Back-up Facility International Accounting Standards Board Internationale Financiële instelling Internationaal Monetair Fonds

M

MCN MGO MIGA MKB

O

OESO

Mandatory Convertible Note Middelgrote ondernemingen Multilateral Investment Guarantee Agency Midden- en Kleinbedrijf

Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling

P

PPC PPI

Publiek Private Comparator Publiek-Private Investering

PPS

Publiek-private samenwerking

R

RGD

RHB

RVOB

RVR

RWT

S

SAMO

SGP

SENO-GOM

SSO STAK

T

TK

Rijksgebouwendienst Rijkshoofdboekhouding Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf Raad voor Vastgoed Rijksoverheid Rechtspersoon met een wettelijke taak

Stichting Afwikkeling Maror-gelden

Stabiliteits- en Groeipact

Stichting Economische Samenwerking Nederland

Oost-Europa en Garantiefaciliteit voor Opkomende

Markten

Shared Service Organisaties

Wet Stichting Administratiekantoor financiële instellingen

Tweede Kamer

V

VIA VGEM

W

WBft Wft WOZ WWFT

Vooringevulde Aangifte

Veiligheid, Gezondheid, Economie en Milieu

Wet bekostiging financieel toezicht

Wet op het financieel toezicht

Wet Waardering Onroerende Zaken

Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme

Z

ZBO ZGO ZZP

Zelfstandig Bestuursorgaan Zeer Grote Ondernemingen Zelfstandigen Zonder Personeel

4.5. BEGRIPPENLIJST

Anticiperende aankopen

Het in een vroegtijdig stadium verwerven van vastgoed, zodat het Rijk deze relatief goedkoop in zijn bezit krijgt en zijn publieke doelen tijdig kan realiseren.

Baten-lastendienst

Een onderdeel van de rijksoverheid waarvoor afwijkende beheersregels gelden gericht op het bevorderen van bedrijfsmatig werken. Belangrijk aspect hierbij is dat het batenlastenstelsel wordt toegepast en de dienst toegang heeft tot een leen- en depositofaciliteit bij de minister van Financiën.

Bazels Comité

Het Basel Committee on Banking Supervision is een internationaal comitee voor toezichthouders op banken

Commercial Paper (CP)

Schuldbewijzen met een korte looptijd die kunnen worden ingezet om tijdelijke kastekorten van het Rijk te financieren. CP is een geldmarktinstrument dat wordt uitgegeven en verhandeld op discontobasis. CP kent flexibele uitgiftemomenten en looptijden. Bovendien bestaat de mogelijkheid uit te geven in vreemde valuta. CP is een aanvulling op het DTC programma voor wat betreft de kortere looptijden.

Compliance

Het onderhouden en versterken van de bereidheid van belastingplichtigen tot nakoming van de wettelijke verplichtingen.

Comptabiliteitswet 2001

In de Comptabiliteitswet 2001 is het beheer van de financiën van het Rijk vastgesteld. De diverse hoofdstukken in deze wet gaan in op onder andere de begroting, het begrotingsbeheer en de bedrijfsvoering van het Rijk, het toezicht van de ministers en de verantwoording van het Rijk.

Corporate governance

Het besturen van een onderneming, het afleggen van verantwoording daarover en de verdeling van de verschillende daarvoor relevante bevoegdheden over de organen van de onderneming.

Deposito

Het deposito is geld dat door een belegger voor een bepaalde rentevaste periode tegen een rentevergoeding is ondergebracht bij een bank of – in het geval van geïntegreerd middelenbeheer – bij de schatkist van de Rijksoverheid. De looptijd van een deposito kan variëren van een dag (zogeheten daggeld) tot meerdere jaren.

Dutch State Loans (DSL’s)

Engelse benaming voor Nederlandse staatsleningen.

Dutch Treasury Certificates (DTC’s)

Engelse benaming voor Nederlands schatkistpapier. Schuldbewijzen met een korte looptijd uitgegeven door het Rijk om tijdelijke kastekorten van het Rijk te financieren. DTC’s worden uitgegeven en verhandeld op discontobasis. DTC wordt uitgegeven in looptijden van 3 tot en met 12 maanden op vooraf vastgestelde data.

Fiscale monitor

Enquêtes die jaarlijks onder de belastingplichtigen worden gehouden over de kwaliteit van de dienstverlening door de Belastingdienst.

Kassaldo

Het verschil tussen de ontvangsten en uitgaven op kasbasis van het Rijk (inclusief deelnemers schatkistbankieren).

EMU-schuld

Het totaal van de uitstaande leningen ten laste van de gehele collectieve sector. Dit is de optelsom van de uitstaande leningen ten laste van het Rijk, de sociale fondsen en de lokale overheid, minus de onderlinge schuldverhoudingen tussen deze drie subsectoren. De EMU-schuld is een brutoschuldbegrip.

Gecentreerde portefeuille

Een portefeuille die gekenmerkt wordt door een gelijkmatig aflosprofiel dat in stand gehouden kan worden door voortdurend in één en dezelfde looptijd leningen uit te geven.

Geïntegreerd middelenbeheer

Het bundelen van publieke middelen gericht op een doelmatig kasbeheer. Publieke middelen zijn middelen die verkregen zijn bij of krachtens de wet ingestelde heffing(en).

Liquiditeit

In een markt met voldoende liquiditeit kunnen grote aan- en verkooporders verhandeld worden zonder dat dit een substantieel effect op de prijs (koers) heeft.

Nationale schuld

Vaste en vlottende schuld van de Staat zoals die samenhangt met het artikel Financiering staatsschuld en het artikel Kasbeheer in deze begroting.

Pseudo-aandeelhouderschap

Anders dan de overige staatsdeelnemingen, zijn de Staatsloterij en Holland Casino een stichting. Er is derhalve geen sprake van aandeelhouderschap van de Staat in deze deelnemingen, maar van pseudo-aandeelhouderschap. De invulling door de Staat van de relatie met deze beide ondernemingen is materieel niet anders dan ware de Staat formeel aandeelhouder.

Rechtspersoon met een Wettelijke Taak (RWT)

Een zelfstandige organisatie die in een wet geregelde taak uitvoert met behulp van publiek geld, welk geld is verkregen bij of krachtens de wet ingestelde heffing.

Rekening-courant

Een rekening waarover in de regel giraal betalingsverkeer wordt afgewikkeld en waaruit (een deel van) de onderlinge financiële verhouding is op te maken tussen de houder van de rekening en de instelling alwaar de rekening wordt aangehouden.

Rekenrente

Boekhoudkundig veronderstelde rente in begroting en meerjarencijfers (bron CPB).

Renteswap

Een renteswap is een contract tussen twee partijen waarin wordt overeengekomen om gedurende de looptijd een vaste rente te ruilen tegen een variabele rente (meestal 6 of 3 maanden).

Schatkistsaldo

Saldo op de rekening van het Rijk bij De Nederlandsche Bank.

Seno-Gom

Stichting Economische samenwerking Nederland – Oost Europa en Garantiefaciliteit voor Opkomende Markten

Staatsschuld

Het totaal van de uitstaande geldelijke leningen van de Staat (vaste en vlottende schuld) is de bruto staatsschuld. Leningen met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar vormen de vaste (gevestigde) staatsschuld. Leningen met een oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar vormen de vlottende staatsschuld. Soms wordt een ruimere definitie gebruikt voor de vlottende staatsschuld, namelijk bestaande uit leningen met een oorspronkelijke looptijd van maximaal twee jaar. De staatsschuld is niet gelijk aan de EMU-schuld, die een breder begrip meet.

Strip- en destripfaciliteit

Een stripfaciliteit stelt beleggers in staat een bepaalde lening te ontbinden. Dat betekent dat de hoofdsom en elk van de coupons van de specifieke lening apart verhandeld kunnen worden. Een destripfaciliteit daarentegen biedt de mogelijkheid om een reeks van coupons aan een hoofdsom te binden en op deze manier een nieuwe lening te creëren.

Vaste schuld

Leningen met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar. Wordt ook wel gevestigde schuld genoemd.

Vlottende schuld

Leningen met een oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar.

  • 5. 
    EVALUATIE- EN ONDERZOEKSOVERZICHT
 

Soort onderzoek

Titel/onderwerp

Artikel

Start

Afronding

Vindplaats

  • 1. 
    Onderzoek naar
         

doeltreffendheid en

         

doelmatigheid van

         

beleid

         

1a. Beleidsdoor-

         

lichting

         
 

Beleidsdoorlichting belastingdienst

art. 1

2009

2010

Kamerstukken II 2010/2011, 31 066, nr. 98

 

Het genereren van inkomsten voor de

art. 1

2015

2015

 
 

financiering van overheidsbeleid. Solide,

       
 

eenvoudige en fraudebestendige fiscale

       
 

wet- en regelgeving is hiervoor de basis.

       
 

Doeltreffende en doelmatige uitvoering van

       
 

die wet- en regelgeving zorgen er voor dat

       
 

burgers en bedrijven bereid zijn hun

       
 

wettelijke verplichtingen ten aanzien van de

       
 

Belastingdienst na te komen (compliance).

       
 

Functioneren financiële markten (invloed

art. 2

2011

2011

vervallen. Zie kamer-

 

wet- en regelgeving)

     

stukken II 2010/2011, 32 013, nr. 16

 

Randvoorwaarden te creëren die een

art. 2

2017

2017

 
 

integer en stabiel systeem bevorderen en

       
 

er toe bijdragen dat de activiteiten van

       
 

financiële instellingen gericht zijn op het

       
 

leveren van betrouwbare dienstverlening

       
 

aan burgers en bedrijven

       
 

Optimaal financieel resultaat bij de

art. 3

2012

2012

Vervallen vanwege het

 

realisatie van publieke doelen bij inves-

     

IBO-onderzoek

 

teren in en verwerven, afstoten en

       
 

beherenv an de financiële en materiële

       
 

activa van de staat.

       
 

Optimaal financieel resultaat bij de

art. 3

2016

2016

 
 

realisatie van publieke doelen bij inves-

       
 

teren in en verwerven, afstoten en beheren

       
 

van de financiële en materiële activa van de

       
 

staat.

       
 

Een bijdrage leveren aan een gezond en

art. 4

2015

2015

 
 

welvarend Europa en een evenwichtige

       
 

internationale financieel-economische

       
 

ontwikkeling.

       
 

Beleidsdoorlichting Internationale

art. 4

2010

2010

Kamerstukken

 

financiele betrekkingen

     

2009/2010, 31 935, nr. 5

 

Het bieden van mogelijkheden voor

art. 5

2014

2014

 
 

verzekering van betalingsrisico’s die zijn

       
 

verbonden aan export en investeringen in

       
 

het buitenland, in aanvulling op de markt,

       
 

en het creëren en handhaven van een

       
 

gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op

       
 

dit vlak.

       
 

Beleidsdoorlichting BTW compensatie-

art. 6

2010

2010

Kamerstuk 2009/2010,

 

fonds

     

31 935, nr. 7

 

Beleidsdoorlichting BTW compensatie-

art. 6

2016

2016

 
 

fonds

       
 

Een optimaal financieel resultaat bij het

art. 7

2011

2013

 
 

verwerven, beheren, ontwikkelen en

       
 

afstoten van materiële activa van/voor het

       
 

Rijk ten behoeve van de realisatie van

       
 

rijksdoelstellingen.

       
 

Efficiënt beheren en vervreemden van

art. 7

2011

2012

 
 

onroerende zaken van het Rijk.

       

Soort onderzoek

Titel/onderwerp

Artikel

Start

Afronding

Vindplaats

1b. Ander onderzoek

         

naar doeltreffendheid

         

en/of doelmatigheid

         
 

Effect uitvoering toezicht MGO/ZGO op

art. 1

2011

2012

http://

 

doelstelling compliance

     

www.rijksoverheid.nl/ documenten-en-publicaties/rapporten/ 2012/06/20/rapport-van-de-commissie-stevens-over-horizontaal-toezicht-bij-de-belastingdienst.html

 

Effect uitvoering toezicht Toeslagen op

art. 1

2011

2013

 
 

doelstelling compliance.

       
 

Effect uitvoering toezicht Douane op

art. 1

2012

2013

 
 

doelstelling compliance.

       
 

Aftrek wegens geen of geringe eigen

art. 1

2011

2012

 
 

woningschuld

       
 

Evaluatierapport van MIA en VAMIL

art. 1

 

2012

 
 

2005-2010

       
 

Evaluatie van de IEA

art. 1

 

2012

 
 

Evaluatie WBSO 2006–2010

art. 1

 

2012

 
  • 2. 
    Overige onderzoek
         
 

Fiscale Monitor

art. 1

jaarlijks

jaarlijks

www.belastingdienst

 

Evaluatie toezicht accountants

art. 2

2013

2013

 
 

Rapportage DBFMO (op verzoek van TK)

art. 3

2012

2012

 
 

FATF-evaluatie

art. 2

2010

2011

 
 

Onderzoek ARK naar DBFMO

art 3

2012

2013

 
 

PPS voortgangsrapportage 20092010

art. 3

2013

2014

 
 

Evaluatie Financieel Kader RVOB

art. 7

2012

2012

 
  • 6. 
    BIJLAGEN

A. Verdiepingshoofdstukken

Artikel 1

 

Opbouw uitgaven (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

3 544 852

3 398 901

3 279 708

3 217 705

3 191 828

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

  • 234 989
  • 206 832
  • 221 213
  • 227 923
  • 227 923
 

Nieuwe mutaties

           

Loonbijstelling

12 668

12 391

12 200

12 070

11 993

 

Prijsbijstelling

17 186

16 003

15 302

15 059

14 875

 

Vrijval aanvullende post

7 836

11 096

11 336

11 336

11 336

 

Aanpassen kasritme uitvoeringskosten fiscale wetsvoor-

           

stellen

  • 6 700

9 000

  • 500

1 800

  • 1 300
 

Overige mutaties

7 352

3 868

17 566

9 698

9 685

 

Extrapolatie

         

2 968 287

Stand ontwerpbegroting 2013

3 348 205

3 244 427

3 114 399

3 039 745

3 010 581

2 968 287

Opbouw ontvangsten (x € 1000)

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012 Mutatie 1e suppletoire begroting

Nieuwe mutaties

Ramingsaanpassing boetes en schikkingen

Belastingontvangsten

Extrapolatie

Stand ontwerpbegroting 2013

118 134 875 126 079 102 134 759 234 140 606 888 140 512 547 - 6 520 589 - 238 800 - 238 800 - 238 800 - 238 800

16 200            11 000            11 000            11 000            11 000

  • 1 151 968 - 7 655 593 - 14 395 908 - 13 777 071 - 8 912 796

138 082 820

110 462 946 118 200 909 120 135 526 126 602 017 131 371 951 138 093 820

Toelichting

Uitgaven

Naast de loon- en prijsbijstelling zijn de uitgaven verhoogd met de vrijval van de aanvullende post. Deze post is bedoeld om de uitvoeringskosten voor de belastingdienst, voortvloeiend uit aanpassingen aan wet- en regelgeving te compenseren.

Ontvangsten

De ontvangstenraming van de bestuurlijke boetes en schikkingen is structureel met 11 mln verhoogd.

Artikel 2

 

Opbouw uitgaven (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

64 244

60 524

59 844

59 199

59 089

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

12 718

  • 1 145
  • 1 130
  • 1 130
  • 1 130
 

Nieuwe mutaties

           

Caribean financial action taskforce

 

- 12

- 12

- 12

- 12

 

CDFD

 

386

       

Monitoring commissie verzekeraars

 

125

       

Monitoring commissie banken

35

         

Monitoring commissie corporate governance

 

25

       

Extrapolatie

         

55 098

AFM

1 500

         

DNB

10

10

10

10

10

 

Wijzer in geldzaken

50

         

CDFD

20

         

overig

35

25

       

Stand ontwerpbegroting 2013

78 612

59 938

58 712

58 067

57 957

55 098

Opbouw ontvangsten (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

242 739

184 753

184 753

7 677

7 677

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

20 686

  • 5 857
  • 5 857
  • 300
  • 300
 

Nieuwe mutaties

           

Ontvangsten IJsland

197 307

         

Extrapolatie

         

7 108

garantieregeling bancaire lening

743

  • 2 148
  • 2 810
     

Stand ontwerpbegroting 2013

461 475

176 748

176 086

7 377

7 377

7 108

Toelichting

Uitgaven

CDFD

Voor 2013 is voor CDFD/CAOP een te laag bedrag begroot. Het CDFD heeft naar verwachting een subsidie nodig van in ieder geval € 776 000,

€ 386 000 meer dan het begrote bedrag. Besloten is om te komen tot een doelheffing voor het CDFD. Het streven is om deze uiterlijk per 1 januari

2014 gerealiseerd te hebben.

Monitoring commissie verzekeraars

In de begroting is alleen voor 2012 budget opgenomen. Gezien de verwachtingen omtrent de werkzaamheden van de commissie is er ook budget voor 2013 opgenomen.

AFM

Dit betreft het aandeel van het ministerie van SZW in door Financiën te verstrekken bijdragen voor het toezicht op de Financiële Markten.

overig

Deze post bestaat uit prijsbijstellingen voor commissie code banken, commissie corporate governance en een overboeking van ELI voor bijdrage aan «bevorderen ondernemerschap».

Ontvangsten

Ontvangsten Ijslandbank

Uit de boedel van de Landsbanki heeft Nederland € 197,3 mln. van de vorderingen ontvangen.

Garantieregeling bancaire lening

Closing out fee voor eerdere aflossing van NIBC in 2012. Dat is de boete ontvangen voor de misgelopen fee.

Artikel 3

 

Opbouw uitgaven (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

2 377 720

1 899 218

1 633 217

1 463 217

1 249 218

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

251 000

29 000

54 000

75 000

63 000

 

Nieuwe mutaties

           

Nozema

  • 664
         

Regeling BF

  • 500
         

Loonbijstelling

19

19

19

19

19

 

Prijsbijstelling

126

         

IABF

186 000

66 000

  • 34 000
  • 31 000
  • 26 000
 

Extrapolatie

         

1 107 237

Stand ontwerpbegroting 2013

2 813 701

1 994 237

1 653 236

1 507 236

1 286 237

1 107 237

Opbouw ontvangsten (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

7 891 115

3 157 515

2 344 015

2 091 901

1 971 460

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

1 202 889

128 462

154 137

273 537

87 937

 

Nieuwe mutaties

           

Dividend staatsdeelnemingen

31 304

         

IABF

187 000

66 000

  • 34 000
  • 31 000
  • 26 000
 

Opbrengst onttrekking vermogenstitels

11 000

         

Dividend financiele instellingen

  • 369 000
         

Winstafdracht DNB

  • 670 000

725 000

56 000

13 000

  • 20 000
 

Aflossing kapitaalversterkingen ING

  • 2 250 000

750 000

750 000

750 000

   

Couponbetaling en/of boetebetaling kapitaalver-

           

strekking ING

  • 1 125 000

375 000

375 000

375 000

   

Extrapolaties

         

1 721 397

Stand ontwerpbegroting 2013

4 909 308

5 201 977

3 645 152

3 472 438

2 013 397

1 721 397

Toelichting

Uitgaven:

Nozema

De claim van Nozema is afgehandeld en het restant van het budget kan daarom vrijvallen.

Regeling BF

De regeling Bijzondere Financiering wordt afbeheerd. De verwachting is dat komende jaren steeds minder uitgaven worden gedaan voor deze regeling.

IABF

Door een wijziging van de eurodollar rekenkoers (depreciatie van de euro)

zijn de ramingen voor de ontvangsten en uitgaven bijgesteld.

Ontvangsten:

Dividend financiële instellingen

ABN AMRO geeft aan in 2012 geen interim-dividend uit te zullen uitkeren. ABN AMRO geeft als achterliggende reden dat het gezien de marktomstandigheden, economisch klimaat, eurocrisis, onzekere vooruitzichten en invoering van Basel 3 in 2013, verstandig is om een sterke kapitaalpositie te hebben.

Winstafdracht DNB

DNB volgt voor haar jaarrekening de grondslagen zoals vastgesteld door de Governing Council van de ECB. Deze grondslagen zijn vastgelegd in de ECB Accounting regelgeving. Op dit moment loopt in de ECB een procedure om de Accounting regelgeving uit te breiden met een bepaling voor het vormen van een algemene voorziening voor «Foreign exchange rate, interest rate, credit and gold price risks». Besluitvorming door de Governing Council van de ECB is voorzien eind november/begin december 2012. Een eventuele dotatie aan een voorziening, komt ten laste van winst. Mede met het oog op de risico’s die DNB loopt, is vanuit behoedzaamheidsoverwegingen besloten om vooralsnog geen rekening te houden met de mogelijkheid dat DNB over 2012 een interim-dividend uitkeert. Daarom is de raming in 2012 naar beneden bijgesteld.

Aflossing kapitaalversterking ING + couponbetaling en/of boetebetaling kapitaalversterking ING

In lijn met publieke uitlatingen van ING is de inschatting van de Staat dat ING dit jaar een gedeelte van de nog uitstaande steun zal terugbetalen, maar niet de begrote € 4,5 miljard. ING heeft aangegeven het terugbetalen van de staatssteun als topprioriteit te zien en dit zo snel mogelijk te willen doen. Op basis hiervan heeft de Staat een voorzichtige inschatting gemaakt van mogelijke tranches waarin terugbetaald zou kunnen worden. ING behoudt haar contractuele rechten. Een eventuele terugbetaling dit jaar en komende jaren dient te worden goedgekeurd door DNB. De Staat en ING voeren gesprekken met de Europese Commissie over de terugbetaling en de aanpassing van het herstructureringsplan. Dit overleg wordt voortgezet.»

Dividend staatsdeelnemingen

Bij de te ontvangen dividenden van de staatsdeelnemingen doen zich meevallers voor. Deze meevallers worden voornamelijk veroorzaakt door Tennet en de NS.

Opbrengst onttrekking vermogenstitels

Rechterland N.V., een staatsdeelneming in afbeheer, zal geliquideerd worden. In dat kader zal een superdividend uitgekeerd worden.

IABF

Door een wijziging van de eurodollar rekenkoers (depreciatie van de euro)

zijn de ramingen voor de ontvangsten en uitgaven opwaarts bijgesteld.

Artikel 4

 

Opbouw uitgaven (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

1 249 472

1 123 415

1 174 822

1 268 190

1 148 586

 

Mutatie 1e suppletoire begroting (inc ISB)

755 928

752 100

12 910

-898 325

-774 898

 

Nieuwe mutaties

           

Kapitaalstorting EIB

 

448 222

       

Overig

 

20

       

Extrapolatie

         

258 907

Stand ontwerpbegroting 2013

2 005 400

2 323 757

1 187 732

369 865

373 688

258 907

Opbouw ontvangsten (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

183 036

226 480

307 418

591 665

913 672

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

  • 131 000
  • 147 000
  • 216 000
  • 488 000
  • 810 000
 

Nieuwe mutaties

           

renteontvangsten Griekenland

  • 26 796
  • 15 389
  • 15 480
  • 23 549
  • 23 549
 

Extrapolatie

         

80 106

Stand ontwerpbegroting 2013

25 241

64 091

75 938

80 116

80 123

80 106

Uitgaven

De kapitaalstorting voor de EIB voor het Europese Groei-iniatief wordt in 2013 betaald.

Ontvangsten

De renteontvangsten zijn naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling wordt veroorzaakt door een aanpassing van de renteraming aan de hand van de nieuwe rekenrente (MEV)

Artikel 5

 

Opbouw uitgaven (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

133 106

133 106

153 106

153 106

153 106

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

-

-

-

-

-

 

Nieuwe mutaties

           

Schade-uitkering EKV

 
  • 20 000
  • 20 000
  • 20 000
  • 20 000
 

Extrapolatie

         

133 106

Stand ontwerpbegroting 2013

133 106

113 106

133 106

133 106

133 106

133 106

Opbouw ontvangsten (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

104 550

94 050

69 750

69 750

69 750

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

207 655

34 500

29 750

14 000

12 500

 

Nieuwe mutaties

           

Extrapolatie

         

82 250

Stand ontwerpbegroting 2013

312 205

128 550

99 500

83 750

82 250

82 250

Toelichting

Uitgaven

Schade-uitkering EKV

De raming van de schade-uitkeringen van de exportkredietverzekering wordt structureel neerwaarts bijgesteld.

Artikel 6

Opbouw uitgaven (x € 1000)

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012 mutaties 1e sup. 2012

Nieuwe mutaties Ramingsaanpassing Overboekingen Extrapolatie

Stand Ontwerpbegroting 2013

3 123 921 3 077 946 3 077 946 3 077 547 3 077 547 - 54 645

 

456 836

  • 183 116

1 270

1 669

1 669

750

527

53

297

119

3 079 216 2 613 190 2 895 357 3 079 269 3 079 513 3 079 335 3 079 216

Opbouw ontvangsten (x € 1000)

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012 mutaties 1e sup. 2012

Nieuwe mutaties Ramingsaanpassing Overboekingen Extrapolatie

Stand Ontwerpbegroting 2013

3 123 921 3 077 946 3 077 946 3 077 547 3 077 547 - 54 645

 

456 836

  • 183 116

1 270

1 669

1 669

750

527

53

297

119

3 079 216 2 613 190 2 895 357 3 079 269 3 079 513 3 079 335 3 079 216

Toelichting

Uitgaven en ontvangsten

Ramingsaanpassing

De mutatie betreft een ramingsaanpassing als gevolg van enerzijds de btw-verhoging uit het begrotingsakkoord 2013 die het fonds doet groeien en anderzijds de krimp van het fonds die verwacht wordt op basis van de reeds beschikbare gegevens over 2012.

Artikel 7

 

Opbouw uitgaven (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

88 111

86 875

91 290

90 645

90 596

 

Mutatie 1e suppletore begroting

6 343

1 500

1 500

1 500

1 500

 

Nieuwe mutaties

           

Anticiperende aankopen

 
  • 4 800
  • 10 000
  • 10 000
  • 10 000
 

Plankosten RVOB

 

600

       

Beheersuitgaven DRZ

300

300

300

300

300

 

loon- en prijsbijstelling

1 297

105

104

104

104

 

Extrapolatie

         

82 449

Stand ontwerpbegroting 2013

96 051

84 580

83 194

82 549

82 500

82 449

Opbouw ontvangsten (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

179 859

177 459

176 557

176 057

176 057

 

Mutatie 1e suppletore begroting

  • 773
  • 773
  • 773
  • 773
  • 773
 

Nieuwe mutaties

           

Beheersontvangsten DRZ

300

300

300

300

300

 

Extrapolatie

         

175 584

Stand ontwerpbegroting 2013

179 386

176 986

176 084

175 584

175 584

175 584

Toelichting

Uitgaven

Plankosten

De plankosten betreffen de kosten die gemaakt worden voor gebiedsont-wikkelingprojecten. De kosten worden een jaar van te voren geraamd.

Beheersuitgaven DRZ

De beheersuitgaven worden voortaan apart inzichtelijk gemaakt ( € 0,3 mln. per jaar). Als tegenhanger worden de beheersontvangsten verhoogd met eenzelfde bedrag ( € 0,3 mln. per jaar).

Ontvangsten

Beheersontvangsten DRZ Zie toelichting bij DRZ.

Anticiperende aankopen

Het instrument anticiperende aankopen wordt geschrapt. Sinds 2009 is er geen gebruik meer van gemaakt.

Artikel 8

 

Opbouw uitgaven (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

188 261

184 989

185 024

183 397

184 732

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

29 360

28 072

22 623

21 345

20 643

 

Nieuwe mutaties

           

loonbijstelling

703

709

717

712

719

 

prijsbijstelling

1 627

         

naar art 1, SSO P-Direkt

  • 7 343
  • 8 610
  • 8 597
  • 8 582
  • 8 569
 

overig

  • 1 081
  • 971
  • 719
  • 553
  • 1 177
 

Stand ontwerpbegroting 2013

211 527

204 189

199 048

196 319

196 348

195 712

Opbouw ontvangsten (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

27 065

28 969

31 064

32 024

31 660

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

7 888

  • 313
  • 240
  • 239
  • 125
 

Nieuwe mutaties

           

overig

-821

  • 1 131
  • 1 131
  • 1 131
  • 1 131
 

Stand ontwerpbegroting 2013

34 132

27 525

29 693

30 654

30 404

30 508

Toelichting

Uitgaven

In 2012 is een eenmalige overboeking gedaan van het ministerie van EL&I aan het ministerie van Financiën voor (een deel van) het controleplan van de Auditdienst Rijk.

Ontvangsten

In 2012 is een meevaller bij de apparaatontvangsten als gevolg van ontvangsten voor IF’ers. Meerjarig is er sprake van een desaldering met de uitgaven voor de ADR.

Artikel 10

 

Opbouw uitgaven (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

3 386

2 938

3 014

3 064

3 055

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

13 307

13 406

13 211

13 000

12 853

 

Nieuwe mutaties

           

Uitkeren loonbijstelling

  • 13 665
  • 13 397
  • 13 210
  • 13 073
  • 13 002
 

Prijsbijstelling

 

3 856

3 840

3 818

3 831

 

Overig

1 064

205

202

199

198

 

Extrapolatie

         

6 898

Stand ontwerpbegroting 2013

4 092

7 008

7 057

7 008

6 935

6 898

Opbouw ontvangsten (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012 Mutatie 1e suppletoire begroting

   

479 000

600 000

   

Nieuwe mutaties Bijstelling stelpost

   
  • 79 000
  • 200 000

400 000

400 000

Stand ontwerpbegroting 2013

   

400 000

400 000

400 000

400 000

Toelichting

Uitgaven

Loon- en prijsbijstelling

De mutaties betreffen het uitkeren van de loon- en prijsbijstelling naar de apparaatbudgetten van de Financiën begroting. Een gedeelte van de uitgekeerde prijsbijstelling is nog niet verdeeld over de budgetten van

Financiën.

Ontvangsten

Bijstelling stelpost

Op basis van de laatste inzichten wordt technische stelpost geactualiseerd. Het betreft toekomstige ontvangsten uit de interventies in de financiële sector.

Artikel 11

 

Opbouw uitgaven (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012 Mutatie 1e suppletoire begroting

41 071 8 386

43 725 - 1 376

38 478 3 049

42 041 6 775

29 132 - 3 344

 

Nieuwe mutaties Rente Vaste Schuld Rente Vlottende Schuld Vaste Schuld Vlottende Schuld Overig

  • 89
  • 115

0

  • 4 711
  • 136
  • 158

0 0

  • 315
  • 127

0 0

  • 165
  • 283 6 209

0

185

278

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013

44 542

42 055

41 085

54 577

26 251

47 172

Opbouw ontvangsten (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012 Mutatie 1e suppletoire begroting

42 468 17 704

46 838 - 792

39 033 3 857

39 351 7 836

25 456 614

 

Nieuwe mutaties Rente

Vaste Schuld Vlottende Schuld

42 0 0

  • 24

1 105

0

  • 159

5 541

0

  • 280

13 340

0

  • 111

8 287

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013

60 214

47 127

48 272

60 246

34 246

54 822

Uitgaven en Ontvangsten

Door een nieuw kastekort en realisaties zijn de ramingen voor rente en uitgifte schuld bijgesteld.

Artikel 12

 

Opbouw uitgaven (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

4 658

7 620

11 527

12 491

9 908

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

2 970

6 233

3 811

4 259

8 918

 

Nieuwe mutaties

           

Mutaties Rekening courant

  • 608
  • 4 985
  • 5 637
  • 4 278
  • 5 418
 

Extrapolatie

         

15 393

Stand ontwerpbegroting 2013

7 020

8 868

9 701

12 472

13 408

15 393

Opbouw ontvangsten (x € 1000)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerpbegroting 2012

2 067

1 736

3 507

2 414

2 708

 

Mutatie 1e suppletoire begroting

75

266

  • 115
  • 122
  • 295
 

Nieuwe mutaties

           

Mutaties Rekening courant

  • 20
  • 73
  • 193
  • 432
  • 93
 

Extrapolatie

         

2 885

Stand ontwerpbegroting 2013

2 123

1 929

3 199

1 860

2 320

2 885

Uitgaven en Ontvangsten

De mutatie van het rekening-dourantsaldi en rente wordt grotendeels veroorzaakt door ontwikkelingen bij de sociale fondsen.

C. Subsidie-overzicht

 

Artikel (bedragen *

Subsidie

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Aantal

Evaluatie

€ 1 000)

               

verleningen 2011

moment

Artikel 2

CDFD

770

834

823

434

435

436

436

1

2012

Artikel 2

                 

Nader te

 

Geldmuseum

1 013

685

530

530

530

530

530

1

bepalen

Totaal subsidieregelingen

 

1 783

1 519

1 353

964

965

966

966

   

Overzicht subsidies

In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van de subsidies van het Ministerie van Financiën. Binnen deze bijlage wordt de subsidiedefinitie van de Algemene wet bestuursrecht gebruikt. De Algemene wet bestuursrecht definieert een subsidie als volgt (artikel 4.21Awb):

«De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten».

6.1 Bijlage inzake moties en toezeggingen

Overzicht van de door de Staten-Generaal aanvaarde moties en door bewindslieden gedane toezeggingen

 

FISCAAL

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.1 Moties

waarvan de uitvoering is afgerond

   
 

Vergaderjaar

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

1.

2010-2011

Van Vliet verzoekt de regering alle financiële

Kamerstukken II 2010/11,

Afgerond bij brief van de

   

bonussen die vanaf 2008 bij ABN, AMRO,

31 980, nr.30

Minister en Staatssecretaris

   

ASR Verzekeringen, ING, SNS en AEGON

Aangenomen 22 maart 2011

van Financiën van

   

zijn uitgekeerd, eenmalig tegen een tarief

 

27 oktober 2011. Kamer-

   

van 100% te belasten in de loonheffing dan

 

stukken II 2011/12, 31 980, nr.

   

wel aftrek van het totale bonusbedrag in de

 

56

   

vennootschapsbelasting te weigeren.

   

2.

2010-2011

Braakhuis en Omtzigt verzoeken de regering

Kamerstukken II 2010/11,

Afgerond bij brief van de

   

in overleg te treden met sociale partners om

32 131, nr. 24

Staatssecretaris, van

   

te bezien of het Witteveenkader gebaseerd

Aangenomen 12 april 2011

Financiën mede namens de

   

kan worden op het uniforme loonbegrip en

 

Minister van SZW van

   

het resultaat van de gesprekken binnen vier

 

8 maart 2012. Kamerstukken

   

maanden aan de Tweede Kamer voor te

 

II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 12

   

leggen.

   

3.

2010-2011

Van Vliet verzoekt de regering nieuwe

Kamerstukken II 2010/11,

Afgerond bij brief van de

   

standaardcriteria op te stellen op basis

25 087, nr. 8

Staatssecretaris van

   

waarvan het parlement kan zien welke

Aangenomen 30 juni 2011

Financiën van 18 oktober

   

uitgangspunten gelden voor het sluiten van

 

2011. Kamerstukken II

   

een fiscaal verdrag met een derde staat.

 

2010/11, 25 087 nr. 27

4.

2010-2011

Groot verzoekt de regering geen belasting-

Kamerstukken II 2010/11,

Afgerond bij brief van de

   

verdragen af te sluiten waarin het heffings-

25 087, nr. 19

Staatssecretaris van

   

recht over pensioenen hoofdzakelijk

Aangenomen 30 juni 2011

Financiën van 18 oktober

   

toekomt aan de woonstaat en verzoekt de

 

2011. Kamerstukken II

   

Kamer te rapporteren over de omvang van

 

2010/11, 25 087 nr. 27

   

de misgelopen en nog mis te lopen

   
   

belastinginkomsten als gevolg van

   
   

pensioenemigratie.

   

5.

2010-2011

Bashir en Van Vliet verzoeken de regering

Kamerstukken II 2010/11,

Afgerond .Is opgenomen in

   

bij het Belastingplan 2012 met maatregelen

32 800, nr. 17

de Wet van 12 juli 2012. Wet

   

te komen om het zogenaamde Bosal-gat in

Aangenomen 30 juni 2011

uitwerking fiscale maatre-

   

de vennootschapsbelasting te dichten.

 

gelen Begrotingsakkoord 2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321

6.

2010-2011

Omtzigt en Schouten verzoeken de regering

Kamerstukken II 2010/11,

Afgerond. Is meegenomen

   

met een kabinetsbrief te komen die een

32 800, nr. 19

in de Memorie van

   

integrale visie bevat op het geven van geld,

Aangenomen 30 juni 2011

Toelichting van de Geefwet

   

geven in natura en vrijwilligerswerk en

 

Kamerstukken II 2011/12,

   

vooral de fiscale behandeling daarvan,

 

33 006, nr. 3

   

waarin in het bijzonder wordt ingegaan op

   
   

SBBI’s en die in september 2011 aan de

   
   

Kamer te sturen ter behandeling bij het

   
   

Belastingplan 2012.

   

7.

2011-2012

Dijkgraaf verzoekt de regering een

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond bij brief van de

   

commissie in te stellen om, voortbouwend

33 000, nr. 58

Staatssecretaris van

   

op de adviezen over belastingherziening en

Aangenomen 11 oktober

Financiën van 9 februari

   

de ideeën uit de fiscale agenda, waaronder

2011

2012. Kamerstukken II

   

een loonsomheffing, een aantal scenario’s

 

2011/12, 32 740, nr. 11

   

uit te werken.

   

8.

2011-2012

Kuiper c.s. verzoekt de regering een

Kamerstukken I 2011/2012,

Afgerond bij brief van de

   

commissie in te stellen die studie doet naar

33 000, F

Minister van BZK en de

   

een meer toekomstbestendig stelsel van

Aangenomen 1 november

Staatssecretaris van

   

hypotheekrenteaftrek.

2011

Financiën van 25 mei 2012. Kamerstukken II 2011/12, 33 280, nr. 4

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.1 Moties

waarvan de uitvoering is afgerond

   
 

Vergaderjaar

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

9.

2011-2012

Omtzigt en Neppérus verzoeken de regering

Kamerstukken II 2011/2012,

Afgerond bij brief van de

   

om in overleg met de Europese Commissie

30 922, nr. 12

Staatssecretaris van

   

en Duitsland, Frankrijk en Ierland tot een

Aangenomen 8 november

Financiën van 8 maart 2012.

   

datum te komen waarop in alle genoemde

2011

Kamerstukken II 2011/12,

   

lidstaten de wetswijziging met betrekking

 

33 000 IXB, nr. 12

   

tot het btw-tarief op paarden, in werking

   
   

moet treden.

   

10.

2011-2012

Schouten en Dijksma verzoeken de regering

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond bij brief van

   

de mogelijkheden te onderzoeken om de

33 000 XII, nr. 42

11 november (Kamerstukken

   

maatregel van de willekeurige afschrijving

Aangenomen 3 november

II 2011/12, 33 003, nr. 29)

   

in 2012 te verlengen.

2011

 

11.

2011-2012

Van Vliet verzoekt de regering ervoor te

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond, motie is onder-

   

zorgen dat de 30%-regeling zodanig gericht

33 003, nr. 43

steuning van kabinetsbeleid

   

wordt dat alleen werknemers met een

Aangenomen 17 november

(o.m. convenant BD-KNVB)

   

duidelijke toegevoegde meerwaarde voor

2011

 
   

de Nederlandse arbeidsmarkt onder deze

   
   

regeling kunnen vallen.

   

12.

2011-2012

Van Vliet verzoekt de regering kritisch te

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond bij brief van de

   

kijken naar de praktijk bij de Belastingdienst

33 003, nr. 44

Staatssecretaris van

   

met als uitgangspunt beperking van het

Aangenomen 17 november

Financiën van 16 mei 2012

   

aantal dienstauto’s tot een minimum en

2011

waarbij het Beheersverslag

   

daarover te rapporteren in het komende

 

Belastingdienst 2011 is

   

beheersverslag van de Belastingdienst.

 

aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 24

13.

2011-2012

Schouten en Omtzigt verzoeken de regering

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond bij brief van de

   

de mogelijkheid te onderzoeken, hoe

33 003, nr. 46

Staatssecretaris van

   

vakantiedagen om te zetten zijn in een gift

Aangenomen 17 november

Financiën van 15 juni 2012,

   

en de Kamer hierover in het voorjaar 2012

2011

opgenomen in het verslag

   

te informeren.

 

van een schriftelijk overleg. Kamerstukken II 2011/12, 33 006, nr. 18

14.

2011-2012

Omtzigt en van Vliet verzoeken de regering

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond bij brief van de

   

in overleg te treden met vertegenwoor-

33 003, nr. 53

Staatssecretaris van

   

digers van SBBI-koepels en voorstellen uit

Aangenomen 17 november

Financiën van 20 maart

   

te werken waarbij zaken als bijvoorbeeld de

2011

2012. Kamerstukken II

   

periodieke gift en de steunstichting mogelijk

 

2011/12, 33 006, nr. 17

   

gestroomlijnd worden en in ieder geval op

   
   

eenvoudige en heldere wijze gebruikt

   
   

kunnen worden door SBBI’s en de Kamer

   
   

hierover voor 1 april 2012 te informeren.

   

15.

2011-2012

Dijkgraaf verzoekt de regering in het

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond tijdens de plenaire

   

Belastingplan 2013 nieuwe fiscale instru-

33 003, nr. 54

behandeling van het

   

menten waar mogelijk te voorzien van

Aangenomen 17 november

Belastingplan 2012.

   

kwantitatieve doelstellingen; een analyse te

2011

Handelingen II 2010/11,

   

maken van de doelstellingen van bestaande

 

33 003, TK nr. 24 , blz. 9-104.

   

fiscale instrumenten en deze waar mogelijk

 

Daar waar mogelijk wordt

   

te voorzien van kwantitatieve toetsingscri-

 

aan de motie uitvoering

   

teria; een horizonbepaling op te nemen

 

gegeven, zo wordt In de

   

voor zo veel mogelijk bestaande fiscale

 

afdrachtvermindering

   

instrumenten.

 

onderwijs nu ook horizonbepaling opgenomen. Zie Memorie van Toelichting bij het Belastingplan 2013.

16.

2011-2012

Braakhuis en Groot verzoeken de regering

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond bij brief van de

   

de substance-eisen en de naleving van de

33 003, nr. 62

Staatssecretaris van

   

substance-eisen tegen het licht te houden

Aangenomen 17 november

Financiën van 25 juni 2012.

   

en de TK hierover te informeren voor het

2011

Kamerstukken II 2011/12,

   

AO Fiscale agenda.

 

25 087, nr. 32

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.1 Moties

waarvan de uitvoering is afgerond

   
 

Vergaderjaar

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

17.

2011-2012

Lucassen verzoekt de regering de aanvraag-

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond. Aan de motie is

   

procedure voor huurtoeslag zodanig vorm

33 000 VII, nr. 78

gevolg gegeven door de

   

te geven dat te hoge toekenningen en

Aangenomen 22 november

pilot «aanpak slechte

   

daardoor de noodzaak tot hoge terugvorde-

 

schatters». Voor nadere

   

ringen worden beperkt.

 

toelichting zie de halfjaarsrapportage Belastingdienst van mei 2012, aangeboden bij brief van de staatssecretaris van Financiën van 6 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131

18.

2011-2012

De Liefde verzoekt de regering initiatief-

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond bij brief van de

   

nemers te wijzen op de fiscale mogelijk-

33 000 XVI, nr. 80

Minister van VWS van 4 juni

   

heden van de nieuwe Geefwet en te

Aangenomen 6 december

2012. Kamerstukken II

   

onderzoeken of een schaatsloterij gereali-

2011

2011/12, 33 000 XVI, nr. 176

   

seerd kan worden.

   

19.

20 112 012

Van Hijum c.s. verzoek de regering om de

Kamerstukken II 2011/12,

In voorbereiding. Voortouw

   

arbeidsmarktpositie, inzetbaarheid en

33 046, nr. 30

ligt bij Minister van SZW

   

mobiliteit van ouderen vanaf 2012 actief te

Aangenomen 7 februari 2012

 
   

volgen, en op basis van de monitor te

   
   

bepalen of en, zo ja, in hoeverre te zijner tijd

   
   

aanpassingen van het vitaliteitspakket

   
   

mogelijk zijn zonder hiermee de gezamen-

   
   

lijke ambitie ten aanzien van de arbeidspar-

   
   

ticipatie van 55-plussters te ondermijnen.

   

20.

2011-2012

Omtzigt c.s. verzoekt de regering met de

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond bij brief van de

   

Duitse regering opnieuw in overleg te

33 000 IXB, nr. 19

staatssecretaris van

   

treden en snel een werkbare oplossing voor

Aangenomen 26 april 2012

Financiën van 26 juni 2012.

   

te stellen voor het probleem van de definitie

 

Kamerstukken II 2011/12,

   

van dwangarbeiders en ervoor zorg te

 

33 000 IXB, nr. 27

   

dragen dat in de tussentijd de Nederlandse

   
   

Belastingdienst zo min mogelijk bijstand

   
   

verleent bij de inning van belastingen over

   
   

de betwiste pensioenen, wanneer aanne-

   
   

melijk is dat deze voortkomen uit dwang-

   
   

arbeid.

   

21.

2011-2012

Van Vliet verzoekt de regering om binnen-

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond bij brief van de

   

landse belastingplichtigen die naast een

33 000 IXB, nr. 22

staatssecretaris van

   

Nederlands inkomen ook een Duits inkomen

Aangenomen 26 april 2012

Financiën van 26 juni 2012.

   

ontvangen, optimaal te informeren over de

 

Kamerstukken II 2011/12,

   

mogelijkheden om dubbele heffing te

 

33 000 IXB, nr. 27

   

voorkomen en hen daarover per brief te

   
   

informeren.

   

22.

2011-2012

Bashir verzoekt de regering ieder jaar vóór

Kamerstukken II 2011/12,

Afgerond bij brief van de

   

het meireces de Kamer per brief uitgebreid

33 000 IXB, nr. 21

staatssecretaris van

   

te rapporteren over de ontwikkelingen en de

Aangenomen 26 april 2012

Financiën van 26 juni 2012.

   

problemen van de grensarbeiders en

 

Kamerstukken II 2011/12,

   

mogelijke oplossingsrichtingen.

 

33 000 IXB, nr. 27

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.2 Moties waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

Vergaderjaar Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

2009–2010            Tang c.s. verzoekt de regering het gebruik van de fiets onder de oude en nieuwe regeling expliciet onderdeel uit te laten maken van de evaluatie van de werkkosten-regeling die na 2 jaar plaatsvindt.

Kamerstukken II 2009/10, 32 128, nr. 45

Evaluatie voorzien voor eind 2012

1.

 

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.2 Moties

waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

   
 

Vergaderjaar

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

2.

2010-2011

Van Vliet en Neppérus verzoeken de regering om binnen een jaar na inwerkingtreding van de Wet uniformering loonbegrip de inkomenseffecten van deze flankerende maatregelen voor werknemers te meten alsook de bereikte vereenvoudiging te evalueren de Kamer hierover te informeren.

Kamerstukken II 2010/11, 32 131, nr. 18 Aangenomen 12 april 2011

Evaluatie voorzien voor 2014

3.

2010-2011

Neppérus en van Vliet verzoeken de regering om na de inwerkingtreding van de Wet uniformering loonbegrip de effecten ten aanzien van de ontwikkeling van de loonkosten voor bedrijven via onder meer loonstrookjes te meten en om de Kamer via een evaluatie hierover te informeren een jaar na inwerkingtreding van de wet.

Kamerstukken II 2010/11, 32 131, nr. 23 Aangenomen 12 april 2011

Evaluatie voorzien voor 2014

4.

2010-2011

Omtzigt en Harbers verzoeken de regering

Kamerstukken II 2010/11,

Rapportage voorzien voor

   

alleen nog TIEA’s te sluiten die een bepaling

25 087, nr. 26

2013

   

bevatten op basis waarvan automatische

Aangenomen 30 juni 2011

 
   

gegevensuitwisseling mogelijk is, en de

   
   

Kamer te informeren over welke TIEA’s

   
   

daadwerkelijk tot gegevensuitwisseling

   
   

hebben geleid. Verzoeken tevens over twee

   
   

jaar een lijst aan de Kamer te doen

   
   

toekomen met TIEA’s en verdragen die niet

   
   

tot gegevensuitwisseling hebben geleid en

   
   

aan te geven of zij bereid is die verdragen

   
   

en TIEA’s op te zeggen.

   

5.

2011-2012

Recourt en van Raak verzoeken de regering zo snel mogelijk inzicht te geven in de concrete criteria die worden gehanteerd bij het vrijstellen van belasting van vermogen van leden van het Koninklijk Huis.

Kamerstukken II 2011/12, 33 000 III, nr. 7 Aangenomen 13 oktober 2011

In voorbereiding

6.

2011-2012

Omtzigt en Groot verzoeken de regering het

Kamerstukken II 2011/12,

Het overleg met de sector is

   

mogelijk te maken om de huurtoeslag

33 003, nr. 49

gaande om na te gaan of

   

rechtstreeks over te maken naar de

Aangenomen 22 december

oplossingen voor de

   

woningbouwcorporaties

2011

incassoproblematiek mogelijk zijn zonder inbreuk op het ene bankrekeningnummer te maken.

7.

2011-2012

Omtzigt en Van Vliet verzoeken de regering

Kamerstukken II 2011/12,

Planning afronding 4e

   

met een voorstel te komen voor een

33 003, nr. 52

kwartaal 2012.

   

Anbi-register, waarin de volgende zaken

Aangenomen 17 november

De Kamer is tussentijds

   

openbaar gemaakt worden en gratis

2011

geïnformeerd over de laatste

   

toegankelijk zijn:naam, adres en contactge-

 

stand van zaken bij brief van

   

gevens van de anbi; bestuurssamenstelling;

 

4 juli 2012. Kamerstukken II

   

verkort jaarverslag, beloningen van

 

2011/12, 33 003, nr.

   

bestuurders en van medewerkers die de

 

84.Overleg is gaande met de

   

dg-norm overschrijden.

 

Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF).

8.

2011-2012

Groot en Omtzigt verzoeken de regering in een nota aan de TK vóór 1 april 2012 haar visie te geven op de maatschappelijke rol van woningcorporaties en de daarbij passende fiscale behandeling.

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 56

Aangenomen 17 november 2011

In voorbereiding

9.

2011-2012

Braakhuis verzoekt de regering bij de winstbox afschaffing van het urencriterium te betrekken.

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 79

Aangenomen 17 november 2011

In voorbereiding

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.2 Moties

waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

   
 

Vergaderjaar

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

10.

2911-2012

Van Bemmel en Van Vliet verzoeken de regering de Belastingdienst de gegevens betreffende schadevoertuigen, waar de genoemde «tegenbewijsregeling» op van toepassing is, ter beschikking te laten stellen aan de verzekeraars.

Kamerstukken II 2011/12, 29 398, nr. 306 Aangenomen 29 november

In voorbereiding

11.

2011-2012

Van Gent c.s. verzoekt de regering bij het onderzoek naar het afschaffen van het urencriterium ook de aanvraag van kinderopvang toeslag te betrekken.

Kamerstukken II 2011/12, 31 322, nr. 149 Aangenomen 13 december 2011

In voorbereiding

12.

2011-2012

Van Vliet verzoekt de regering na twee jaar

Kamerstukken II 2011/12,

Planning afronding niet

   

te evalueren of het gelukt is dat de

32 877, nr. 8

eerder voorzien dan in 2015.

   

Nederlandse ondernemers een aantoonbare

Aangenomen 16 februari

De wet treedt per 1 januari

   

administratieve lastenvermindering krijgen

2012

2013 in werking.

   

en de Kamer hierover te informeren.

   

13.

2011-2012

Bosman c.s. verzoekt de regering in overleg

Kamerstukken II 2011/12,

Voortouw voor dit Konink-

   

met de verschillende landen te onderzoeken

33 000 IV, nr. 62

rijksoverleg ligt bij het

   

hoe de belemmeringen voor personen en

Aangenomen 6 maart 2012

Ministerie van V&J, in

   

goederen binnen het Caraïbisch deel van

 

verband met de nadruk op

   

het Koninkrijk kunnen worden opgeheven,

 

personenvervoer.

   

waaronder het voorkomen van dubbele

   
   

invoerheffingen bij de doorvoer van

   
   

goederen.

   

14.

2011-2012

Van Vliet c.s. verzoekt de regering, in het verlengde van eerdere aangenomen moties, de sluiting van de kantoren in Venlo en Emmen te heroverwegen en eerst te kijken naar mogelijke maatregelen buiten de regio’s.

Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 124 Aangenomen 22 maart 2012

In voorbereiding

15.

2011-2012

Neppérus c.s. verzoekt de regering, om daar waar mogelijk zo spoedig als het kan te komen tot een juiste verdeling van heffingsrechten ter voorkoming van dubbele bankenbelasting en de Tweede Kamer vóór 1 oktober 2012 over de voortgang te rapporteren.

Kamerstukken II 2011/12, 33 121, nr. 21 Aangenomen 22 mei 2012

In voorbereiding

16.

2011-2012

Groot verzoekt de regering, het onderzoek naar de invoering van een forfaitaire aftrek over het eigen vermogen langs de lijnen van de belastingcommissie Continuïteit en Vernieuwing niet stop te zetten, maar integendeel energiek voort te zetten en de Kamer op de hoogte te houden van de vorderingen van dit onderzoek.

Kamerstukken II 2011/12, 33 287, nr. 15 Aangenomen 21 juni 2012

In voorbereiding

17.

2011-2012

Van Vliet en Bashir verzoeken de regering de totale derving aan vennootschapsbelasting per jaar door het Bosalgat voor het zomerreces aan de Kamer te rapporteren.

Kamerstukken II 2011/12, 33 287, nr. 16 Aangenomen 21 juni 2012

In voorbereiding

18.

2011-2012

Van Vliet verzoekt de regering tot een

Kamerstukken II 2011/12,

Planning is om vóór

   

nadere afbakening te komen van de

31 066, nr. 136

1 oktober 2012 het actieplan

   

doelgroepen voor wie horizontaal toezicht

Aangenomen 5 juli 2012

intensivering toezicht en

   

inderdaad een geschikt model is voor

 

invordering naar de TK te

   

invulling van de relatie tussen Belasting-

 

sturen.

   

dienst en belastingplichtige en de Kamer

   
   

hierover vóór 1 oktober 2012 te informeren.

   

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.2 Moties

waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

   
 

Vergaderjaar

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

19.

2011-2012

Omtzigt c.s. verzoekt de regering vóór

Kamerstukken II 2011/12,

Planning is om vóór

   

1 oktober met een plan te komen om de tax

31 066, nr. 144

1 oktober 2012 het actieplan

   

gap te halveren, dan wel zo mogelijk nog

Aangenomen 5 juli 2012

intensivering toezicht en

   

verder te verkleinen, door met gerichte

 

invordering naar de TK te

   

acties zowel op het gebied van handhaving

 

sturen.

   

als invordering de belastingopbrengst te

   
   

vergroten. Verzoekt de regering tevens,

   
   

hierbij in kaart te brengen met welke

   
   

gerichte investeringen de belastingop-

   
   

brengst met een veelvoud vergroot kan

   
   

worden.

   

20.

2011-2012

Groot en Braakhuis verzoeken de regering

Kamerstukken II 2011/12,

Planning is om vóór

   

in het plan van aanpak van de regering een

31 066, nr. 141

1 oktober 2012 het actieplan

   

concrete en uitdagende doelstelling te

Aangenomen 5 juli 2012

intensivering toezicht en

   

formuleren voor de hoeveelheid extra

 

invordering naar de TK te

   

verticale belastingcontroles die de komende

 

sturen.

   

jaren moet worden uitgevoerd en de

   
   

hoeveelheid werknemers die hiertoe bij de

   
   

Belastingdienst wordt vrijgemaakt.

   

21.

2011-2012

Groot en Braakhuis verzoeken de regering

Kamerstukken II 2011/12,

Planning is om vóór

   

nieuw onderzoek te doen naar de omvang

31 066, nr. 145

1 oktober 2012 het actieplan

   

en samenstelling van het nalevingstekort en

Aangenomen 5 juli 2012

intensivering toezicht en

   

in de rapportage hierover aan de Kamer niet

 

invordering naar de TK te

   

enkel de percentages te vermelden, maar

 

sturen.

   

ook de nominale bedragen aan misgelopen

   
   

belastinginkomsten.

   

22.

2011-2012

Peters verzoekt de regering, zich in Europa

Kamerstukken II 2011/12,

In voorbereiding. Voortouw

   

sterk te maken voor een EU-breed laag

32 827, nr. 36

ligt bij Ministerie van OCW.

   

btw-tarief voor digitale nieuwsproducten en

Aangenomen 5 juli 2012

 
   

boeken.

   

23.

2011-2012

Sent c.s. verzoekt het kabinet de Kamer tijdig, in elk geval uiterlijk 1 juni 2013 te informeren over de kredietverleningsituatie in Nederland middels een rapport van De Nederlandsche Bank en, indien noodzakelijk een voorstel te doen voor onmiddellijk te effectueren ingrepen in de situatie.

Kamerstukken II 2011/12,

33 121, I

Aangenomen 10 juli 2012

Vóór 1 juni 2013

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

1.

2006-2007

Toegezegd om drie jaar na de inwerking-

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond/achterhaald. Het

   

treding van het wetsvoorstel Wijziging van

behandeling van het

verzoek en de toezegging

   

de Wet op de kansspelbelasting in verband

wetsvoorstel Wijziging van

zijn aan de orde gesteld bij

   

met kansspelen via internet, bij de te

de Wet op de kansspelbe-

de behandeling van het

   

houden evaluatie ook in te gaan op de

lasting in verband met

wetsvoorstel waarbij

   

handhaving en om het regime voor fysieke

kansspelen via internet op

internetkansspelen in de

   

kansspelautomaten hierin te betrekken.

20 juni 2007.

Handelingen II 2006/07, TK nr. 83, blz. 4553

kansspelbelasting zijn betrokken. Dit ging vooraf aan de herziening van de kansspelbelasting in verband met de kansspelautomaten. Door de latere wetswijziging is deze toezegging dus vervallen.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

2.

2007-2008

Toegezegd de zogenaamde ondernemings-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

variant nader te onderzoeken en in het

AO van 20 mei 2008 over

Staatssecretaris van

   

najaar een rapportage hierover naar de

belastingplicht overheidsbe-

Financiën van 11 mei 2012.

   

Kamer te sturen en om de ovb en

drijven. Kamerstukken II

Kamerstukken II 2011/12,

   

btw-aspecten hierin mee te nemen.

2007/08, 31 213, nr. 3, blz. 6

31 213, nr. 7

3.

2008-2009

Toegezegd dat het effect van de doorwerk-

Staatssecretaris tijdens de

De toezegging is niet meer

   

bonus, in het bijzonder op arbeidspartici-

behandeling van het

opportuun in verband met

   

patie van ouderen, zal worden gemonitord

Belastingplan 2009 in de

het afschaffen van de

   

en dat aan de Kamer daarover zal worden

Eerste Kamer op

doorwerkbonus per

   

gerapporteerd.

16 december 2008. Handelingen I 2008/09, EK nr. 15, blz. 763

1-1-2013. Zie voor de toelichting de brief van de staatssecretaris van Financiën van september 2012 die op Prinsjesdag bij het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden. Kamerstukken nog niet beschikbaar.

4.

2008-2009

Toegezegd om met een voorstel te komen

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond. Is opgenomen in

   

voor de vennootschapsbelasting waarin de

AO Ecofin van 23 april 2009.

de Wet van 12 juli 2012. Wet

   

Kamer wordt geïnformeerd over de wens

Kamerstukken II 2008/09,

uitwerking fiscale maatre-

   

om te komen tot een evenwichtige

21 501-07, nr. 658, blz. 12

gelen Begrotingsakkoord

   

belastingheffing en een goed vestigings-

 

2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321

   

klimaat.

   

5.

2008-2009

Toegezegd de Kamer jaarlijks te informeren

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

over de resultaten die de Staatssecretaris

AO Ecofin van 2 juli 2009.

Staatssecretaris van

   

heeft bereikt op het gebied van

Kamerstukken II 2008/09,

Financiën van 16 mei 2012

   

informatieuitwisselings-verdragen.

21 501-07, nr. 669, blz. 28

waarbij het Beheersverslag Belastingdienst 2011 wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 24

6.

2009-2010

Toegezegd na te denken over aanpassingen

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

in de dividendbelasting naar aanleiding van

AO Winstbelasting

Staatssecretaris van

   

een suggestie van de heer De Néree van

multinationals op 14 januari

Financiën van 9 september

   

een unilaterale afschaffing van de dividend-

2010. Kamerstukken II

2011. Kamerstukken II

   

belasting in deelnemingsverhoudingen.

2009/10, 31 369, nr. 10, blz.

26

Staatssecretaris tijdens het

2010/11, 32 500 IXB, nr. 25

7.

2009-2010

Toegezegd het Vpb-wetsvoorstel ruim vóór

Afgerond bij. Is opgenomen

   

het zomerreces bij de Tweede Kamer in te

AO Winstbelasting

in de Wet van 12 juli 2012.

   

dienen.

multinationals op 14 januari 2010. Kamerstukken II 2009/10, 31 369, nr. 10, blz. 38

Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321

8.

2010-2011

Toegezegd om de effecten van de tijdelijke

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

fiscale maatregelen ter stimulering van de

behandeling van het

Minister van Financiën van

   

woningmarkt mee te nemen in de evaluatie

Belastingplan 2011 op het

16 september 2011.

   

van de andere maatregelen die in het kader

Wetgevingsoverleg van

Kamerstukken II 2010/11, 33

   

van de crisisbestrijding zijn genomen.

8 november 2010. Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr.32, blz. 41

000, nr. 32

9.

2010-2011

Toegezegd onderzoek te doen naar de

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

mogelijkheden om een meldingsplicht voor

behandeling van het

Staatssecretaris van

   

constructies in te voeren, in overleg met de

Belastingplan 2011 op het

Financiën van 23 december

   

Becon-organisaties.

Wetgevingsoverleg van 8 november 2010. Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr.32, blz. 73 én tijdens het verzamel AO van 6 april 2011 over diverse fiscale onderwerpen. Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 66

2011 waarbij de 9e halfjaarsrapportage Belastingdienst is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr 116.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

10.

2010-2011

Toegezegd om na te gaan wat de uitspraak

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

van de Hoge Raad inzake de onverbin-

wetgevingsoverleg op

Staatssecretaris van

   

dendheid van de Fierensmarge

15 november 2010 over het

Financiën van 9 september

   

(WOZ-waardering) betekent en of dit tot

binnenlands bestuur en het

2011. Kamerstukken II

   

nieuwe wetgeving zal leiden. Vóór

gemeente- en provincie-

2010/11, 32 500 IXB, nr. 25

   

eventuele nieuwe wetgeving zal de Kamer

fonds 2011. Kamerstukken II

 
   

hiervan op de hoogte worden gesteld.

2010/11, 32 500 VII, nr. 20, blz. 29

 

11.

2010-2011

Toegezegd om per brief terug te komen op

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

de stand van zaken met betrekking tot de

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

discussie over energiebelastingen van

het Belastingplan 2011 op

Financiën van 9 september

   

buurthuizen (SBBI’s).

17 november 2010. Handelingen II 2010/11, nr. 23, blz. 64

2011. Kamerstukken II 2010/11, 32 500 IXB, nr. 25

12.

2010-2011

Toegezegd om aan het eind van 2011 een

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van

   

tussenevaluatie te houden van de werkkos-

plenaire behandeling van

24 oktober 2011, Kamer-

   

tenregeling.

het Belastingplan 2011 op 17 november 2010. Handelingen II 2010/11, nr. 23, blz. 71

stukken II 2011/12, 32 504, nr. 70.

13.

2010-2011

Toegezegd bereid te zijn te onderzoeken of

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van

   

verdere vereenvoudiging van de werkkos-

plenaire behandeling van

24 oktober 2011, Kamer-

   

tenregeling mogelijk is.

het Belastingplan 2011 op 17 november 2010. Handelingen II 2010/11, nr. 23, blz. 71

stukken II 2011/12, 32 504, nr. 70.

14.

2010-2011

Toegezegd bereid te zijn om in kaart te

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

brengen, bijvoorbeeld in de Voorjaarsnota,

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

hoe het internationale speelveld rondom

het Belastingplan 2011 op

Financiën van 6 september

   

energiebelastingen in de hoogste schijf in

17 november 2010.

2011. Kamerstukken II

   

elkaar zit.

Handelingen II 2010/11, nr. 23, blz. 90

2010/11, 32 740, nr. 8

15.

2010-2011

Toegezegd dat de effecten van de

Minister-president tijdens de

De toezegging is achterhaald

   

btw-verhoging op podiumkunsten zullen

Algemene Politieke

ivm het weer onderbrengen

   

worden gemonitord, in het bijzonder het

Beschouwingen in de Eerste

van de podiumkunsten in

   

mogelijke effect op het theaterbezoek.

Kamer op 7 december 2010. Handelingen I 2010/11, nr. 10, blz. 74

het verlaagde btw-tarief. Zie de brief van de staatssecretaris van Financiën van september 2012 die op Prinsjesdag bij het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden. Kamerstukken nog niet beschikbaar.

16.

2010-2011

Toegezegd de adviezen van de OESO m.b.t.

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

de mirrlees review te betrekken bij het

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

opstellen van de fiscale agenda 2011–2015

het Belastingplan 2011 op

Financiën van 9 september

   

en te bezien of deze toepasbaar zijn binnen

21 december 2010 in de EK.

2011. Kamerstukken I

   

de Nederlandse context.

Handelingen I 2010/11, EK nr. 13, blz. 3

2010/11, 32 500 IXB, F

17.

2010-2011

Toegezegd de komende jaren te bekijken of

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond. Het alternatief is

   

er niet een beter alternatief is voor de

plenaire behandeling van

gevonden in de Wet van

   

afbouw van de heffingskortingen voor

het Belastingplan 2011 op

12 juli 2012. Wet uitwerking

   

maatschappelijke beleggingen, die door de

21 december 2010 in de EK.

fiscale maatregelen

   

sector worden aangedragen.

Handelingen I 2010/11, EK nr. 13, blz. 14

Begrotingsakkoord 2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321

18.

2010-2011

Toegezegd om een nota uit te brengen over

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

thema’s belastingplicht overheidsbedrijven

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

en Woco’s en tot die tijd de gevolgen van

het Belastingplan 2011 op

Financiën van 11 mei 2012.

   

het beleidsbesluit te bevriezen en de

21 december 2010 in de EK.

Kamerstukken II 2011/12,

   

vrijstelling voor zorg-woco’s nog een jaar te

Handelingen I 2010/11, EK

31 213, nr. 7

   

handhaven.

nr. 13, blz. 18

 

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

19.

2010-2011

Toegezegd dat op het moment dat er een

Minister tijdens het AO

Afgerond bij de indiening

   

wetsvoorstel voor een bankenbelasting naar

depositogarantiestelsel,

van het wetsvoorstel

   

de Kamer komt, hierbij ook een analyse zal

resolutiefondsen en

bankenbelasting. Kamer-

   

worden gegeven waarom de Minister denkt

bankenbelasting op 16 maart

stukken II 2011/12, 33 121, nr.

   

dat voldaan is aan de voorwaarden en hoe

2010. Kamerstukken II

2

   

de invloed van een bankenbelasting wordt

2010/11, 21 501-07, nr. 791,

 
   

ingeschat.

blz. 17

 

20.

2010-2011

Toegezegd in augustus een brief te sturen

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

over de stand van zaken met betrekking tot

verzamel-AO van 6 april

Staatssecretaris van

   

de btw-constructies.

2011 over diverse fiscale onderwerpen. Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr.66, blz. 15

Financiën van 23 december 2011 waarbij de 9e halfjaarsrapportage Belastingdienst is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr 116. (blz. 12–14)

21.

2010-2011

Toegezegd bij het komende Belastingplan in

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van

   

te gaan op de mogelijkheden om de

verzamel-AO van 6 april

24 oktober 2011, Kamer-

   

werkkostenregeling uit te breiden. Welke

2011 over diverse fiscale

stukken II 2011/12, 32 504, nr.

   

huidige specifieke vrijstellingen zouden

onderwerpen. Kamerstukken

70.

   

daar alsnog in onder kunnen worden

II 2010/11, 32 504, nr.66, blz.

 
   

gebracht.

19

 

22.

2010-2011

Toegezegd om in te gaan op een door de

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

heer Omtzigt aan te leveren specifieke casus

verzamel-AO van 6 april

Staatssecretaris van

   

over partnerbegrip. In de brief zal dan ook

2011 over diverse fiscale

Financiën van 9 september

   

worden ingegaan op wat het registreren

onderwerpen. Kamerstukken

2011. Kamerstukken II

   

van een samenlevingscontract kost.

II 2010/11, 32 504, nr.66, blz.

23

Staatssecretaris tijdens de

2010/11, 32 500 IXB, nr. 25

23.

2010-2011

Toegezegd om in de halfjaarlijkse rappor-

Afgerond bij brief van de

   

tages van de Belastingdienst in te gaan op

plenaire behandeling in de

Staatssecretaris van 20 juni

   

de voortgang van het nieuwe toeslagen-

TK van het wetsvoorstel

2012. Kamerstukken II

   

systeem NTS en de realisatie van de

uniformering loonbegrip

2011/12, 32 131, nr. 25

   

correctiefaciliteit in het licht van de

(32 131) op 7 april 2011.

 
   

implementatie van het voorliggende

Handelingen II 2010/11, nr.

 
   

wetsvoorstel.

71, blz. 68

 

24.

2010-2011

Toegezegd om in april 2012 een tussenstand

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

naar de Kamer te sturen op basis van de

plenaire behandeling in de

Staatssecretaris van

   

CEP-cijfers met betrekking tot koopkrachtef-

TK van het wetsvoorstel

Financiën van 20 juni 2012.

   

fecten en lasten als gevolg van het

uniformering loonbegrip

Kamerstukken II 2011/12,

   

voorliggende wetsvoorstel.

(32 131) op 7 april 2011. Handelingen II 2010/11, nr. 71, blz. 69

32 131, nr. 25

25.

2010-2011

Toegezegd om in de tussenstand die in april

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

2012 naar de Kamer komt te rapporteren of

plenaire behandeling in de

Staatssecretaris van

   

alles volgens plan verloopt (bijvoorbeeld

TK van het wetsvoorstel

Financiën van 20 juni 2012.

   

met de software en andere zaken).

uniformering loonbegrip (32 131) op 7 april 2011. Handelingen II 2010/11, nr. 71, blz. 70

Kamerstukken II 2011/12, 32 131, nr. 25

26.

2010-2011

Toegezegd om te kijken naar de mogelijk-

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

heden van verdere vereenvoudiging van de

plenaire behandeling in de

Staatssecretaris van

   

loonaangifte bij de loonsomheffing op het

TK van het wetsvoorstel

Financiën van 24 januari

   

punt van de omvang van de gegevensset

uniformering loonbegrip (32

2012 waarbij de verkenning

   

(voormalige PANA-bericht).

  • 131) 
    op 7 april 2011. Handelingen II 2010/11, nr. 71, blz. 70

loonsomheffing is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 32 740, nr. 9

27.

2010-2011

Toegezegd in overleg te treden met

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

pensioenkoepels, verzekeraars en de sociale

plenaire behandeling in de

Staatssecretaris van

   

partners en te verkennen of zij het uniforme

TK van het wetsvoorstel

Financiën van 8 maart 2012.

   

loonbegrip kunnen hanteren als grondslag

uniformering loonbegrip (32

Kamerstukken II 2011/12,

   

voor pensioengevend loon en het Witte-

  • 131) 
    op 7 april 2011.

33 000 IXB, nr. 12

   

veenkader.

Handelingen II 2010/11, nr. 71, blz. 70

 

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

28.

2010-2011

Toegezegd te bezien wat mogelijk is om de

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

door de werkgever verschuldigde premies

plenaire behandeling in de

Staatssecretaris van

   

werknemersverzekeringen en bijdrage IAB

TK van het wetsvoorstel

Financiën van 20 juni 2012.

   

ten behoeve van de werknemer, voor de

uniformering loonbegrip (32

Kamerstukken II 2011/12,

   

werknemer zichtbaar te maken op de

  • 131) 
    op 7 april 2011.

32 131, nr. 25

   

jaaropgaaf en de Kamer hierover te

Handelingen II 2010/11, nr.

 
   

informeren.

71, blz. 72

 

29.

2010-2011

Toegezegd om binnen een jaar in één van

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

de volgende rapportages, terug te komen

plenaire behandeling in de

Staatssecretaris van

   

op de gevolgen van het wetsvoorstel

TK van het wetsvoorstel

Financiën van 9 september

   

uniform loonbegrip op alimentatiebe-

uniformering loonbegrip

2011. Kamerstukken II

   

dragen.

(32 131) op 7 april 2011. Handelingen II 2010/11, nr. 71, blz. 80

2010/11, 32 500 IXB, nr. 25

30.

2010-2011

Toegezegd voorafgaande aan de invoering

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

van de wet en samen met het CPB bij de

plenaire behandeling in de

staatssecretaris van

   

actualisering van de lastenplaatjes en

EK van het wetsvoorstel

Financiën van september

   

budgettaire plaatjes de loonkosteneffecten

uniformering loonbegrip

2012 die op Prinsjesdag bij

   

in kaart zal brengen op basis van de nieuwe

(32 131) op 24 mei 2011.

het pakket Belastingplan aan

   

gegevens.

Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 57

de Kamer is aangeboden.

31.

2010-2011

Toegezegd bij het Belastingplan 2013 een

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

aparte paragraaf te wijden aan de gevolgen

plenaire behandeling in de

staatssecretaris van

   

van het wetsvoorstel uniformering

EK van het wetsvoorstel

Financiën van september

   

loonbegrip.

uniformering loonbegrip (32 131) op 24 mei 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 58

2012 die op Prinsjesdag bij het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden.

32.

2010-2011

Toegezegd bereid te zijn te kijken naar

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

eventuele onvoorziene gevolgen van het

plenaire behandeling in de

staatssecretaris van

   

wetsvoorstel Uniformering loonbegrip voor

EK van het wetsvoorstel

Financiën van september

   

individuele belastingplichtigen en/of

uniformering loonbegrip

2012 die op Prinsjesdag bij

   

groepen belastingplichtigen.

(32 131) op 24 mei 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 58

het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden.

33.

2010-2011

Toegezegd in de voorbereiding van

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

Prinsjesdag 2012 een finale afweging te

plenaire behandeling in de

staatssecretaris van

   

maken met betrekking tot het corporate

EK van het wetsvoorstel

Financiën van september

   

beeld 2013. Hierin zal het wetsvoorstel ULB,

uniformering loonbegrip

2012 die op Prinsjesdag bij

   

inclusief alle aanvullende maatregelen,

(32 131) op 24 mei 2011.

het pakket Belastingplan aan

   

verwerkt zijn.

Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 59

de Kamer is aangeboden.

34.

2010-2011

Toegezegd in het najaar met een verder

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

uitwerking van de loonsomheffing te

plenaire behandeling in de

Staatssecretaris van

   

komen. Hierin zal de dissertatie van dr.

EK van het wetsvoorstel

Financiën van 8 maart 2012.

   

Werger nader worden bestuurd. Tevens

uniformering loonbegrip

Kamerstukken I 2011/12,

   

wordt de verantwoordelijkheidsverdeling

(32 131) op 24 mei 2011.

33 003, P

   

van de sociale partners afzonderlijk

Handelingen I 2010/11, nr.

 
   

geadresseerd.

28, blz. 59

 

35.

2010-2011

Toegezegd t.z.t. bij de verdere uitwerking

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

van de loonsomheffing de verantwoordelijk-

plenaire behandeling in de

Staatssecretaris van

   

heidsverdeling van de sociale partners

EK van het wetsvoorstel

Financiën van 24 januari

   

afzonderlijk te adresseren.

uniformering loonbegrip (32 131) op 24 mei 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 62

2012 waarbij de verkenning loonsomheffing is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 32 740, nr. 9

36.

2010-2011

Toegezegd om als er zinnige zaken te

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

melden zijn met betrekking tot de

AO «Groenboek, de

Staatssecretaris van 6 juni

   

problemen met de ontwikkelingen rond het

toekomst van de btw» op

2012 waarbij de 10e

   

teruggaafsysteem, de Kamer via een

25 mei 2011. Kamerstukken

halfjaarrapportage wordt

   

reguliere rapportage zal worden ingelicht.

II 2010/11, 22 112, nr. 1186, blz. 9

aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

37.

2010-2011

Toegezegd om het verzoek om informatie

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond, Op 6 december jl

   

voor ondernemers centraal inzichtelijk te

AO «Groenboek, de

is de mededeling van de

   

maken, in Brussel op tafel te leggen de

toekomst van de btw» op

Commissie over de

   

Kamer hier te zijner tijd over te informeren.

25 mei 2011. Kamerstukken II 2010/11, 22 112, nr. 1186, blz. 9

toekomst van de BTW verschenen. Hierin kondigt de Cie aan dat zij met hulp van de lidstaten een EU-portaal voor ondernemers gaat inrichten met informatie over de EU-btw-verplichtingen. Hierover is een BNC- fiche aan TK gestuurd op 13 januari 2012.

38.

2010-2011

Toegezegd bereid te zijn om te kijken of in

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

Europa voor een aantal energiebelastingen

AO «Groenboek, de

Staatssecretaris van

   

de minimumtarieven zouden kunnen

toekomst van de btw» op

Financiën van 6 september

   

worden opgevoerd om daarmee in

25 mei 2011. Kamerstukken

2011. Kamerstukken II

   

Nederland wat meer ruimte te krijgen voor

II 2010/11, 22 112, nr. 1186,

2010/11, 32 740, nr. 8

   

verdere vergroening.

blz. 13

 

39.

2010-2011

Toegezegd als de Kamer daar behoefte aan

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

heeft om een technische briefing te

AO «Groenboek, de

Staatssecretaris van

   

verzorgen over de acties op het gebied van

toekomst van de btw» op

Financiën van 23 december

   

fraudebestrijding in de afgelopen paar jaar

25 mei 2011. Kamerstukken

2011 waarbij de 9e halfjaars-

   

en wat er nog staat te gebeuren. Dit kan op

II 2010/11, 22 112, nr. 1186,

rapportage Belastingdienst

   

verzoek van de Kamer ook in een brief

blz. 14

is aangeboden. Kamer-

   

verwoord worden.

 

stukken II 2011/12, 31 066, nr 116. (blz. 14–19)

40.

2010-2011

Toegezegd om nader te rapporteren in het

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

jaarlijkse beheersverslag van de Belasting-

AO Fiscaal Verdragsbeleid

Staatssecretaris van

   

dienst over de uitgewisselde informatie

op 8 juni 2011. Kamer-

Financiën van 16 mei 2012

   

onder TIEA’s.

stukken II 2010/11, 25 087, nr. 25, blz. 27

waarbij het Beheersverslag Belastingdienst 2011 wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 24

41.

2010-2011

Toegezegd een brief te sturen in antwoord

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

op de aanvullende vragen over de

verzamel AO Belastingdienst

Staatssecretaris van

   

dwangsomregeling in relatie tot toeslagen.

op 15 juni 2011. Kamerstukken II 2010/11, 31 066, nr. 109, blz. 15

Financiën van 9 september 2011. Kamerstukken II 2010/11, 32 500 IXB, nr. 25

42.

2010-2011

Toegezegd in de eerstvolgende halfjaarsrap-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

portage de stand weer te geven van de

verzamel AO Belastingdienst

Staatssecretaris van

   

bestrijding van ontwijkconstructies bij

op 15 juni 2011. Kamer-

Financiën van 23 december

   

schenk- en erfbelasting.

stukken II 2010/11, 31 066, nr. 109, blz. 15

2011 waarbij de 9e halfjaarsrapportage Belastingdienst is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr 116. (blz. 11–12 ad 4)

43.

2010-2011

Toegezegd in de eerstvolgende halfjaarsrap-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

portage de stand van zaken weer te geven

verzamel AO Belastingdienst

Staatssecretaris van

   

van de pilot doorverbinden BelastingTe-

op 15 juni 2011. Kamer-

Financiën van 23 december

   

lefoon.

stukken II 2010/11, 31 066, nr. 109, blz. 16

2011 waarbij de 9e halfjaarsrapportage Belastingdienst is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr 116. (blz. 5)

44.

2010-2011

Toegezegd schriftelijk te reageren op het

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

artikel in het FD van 9 juni 2011 «Stop

verzamel AO Belastingdienst

Staatssecretaris van

   

retoriek over zwartgeldboetes».

op 15 juni 2011. Kamerstukken II 2010/11, 31 066, nr. 109, blz. 18

Financiën van 9 september 2011. Kamerstukken II 2010/11, 32 500 IXB, nr. 25

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

45.

2010-2011

Toegezegd in de eerstvolgende halfjaarsrap-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

portage in te gaan op het percentage

verzamel AO Belastingdienst

Staatssecretaris van

   

afgedane beroepschriften waarbij de

op 15 juni 2011. Kamer-

Financiën van 23 december

   

belastingplichtige in het gelijk werd gesteld,

stukken II 2010/11, 31 066, nr.

2011 waarbij de 9e halfjaars-

   

dit in relatie tot zowel de wijze van

109, blz. 21

rapportage Belastingdienst

   

afhandeling van bezwaarschriften als de

 

is aangeboden. Kamer-

   

hogere griffierechten.

 

stukken II 2011/12, 31 066, nr 116. (blz. 26–27)

46.

2010-2011

Toegezegd een door het lid Bashir

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond. De Staatssecre-

   

aangedragen casus over btw-toepassing in

verzamel AO Belastingdienst

taris heeft tijdens het AO

   

geval van een individuele ondernemer in

op 15 juni 2011. Kamer-

Belastingdienst op 15 juni

   

ontvangst te nemen.

stukken II 2010/11, 31 066, nr. 109, blz. 21

2011 de casus in ontvangst genomen.

47.

2010-2011

Toegezegd om in de toelichting op het

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

Belastingplan 2012 vast te leggen wat de

AO Autobrief en Fiscale

Staatssecretaris van

   

voorwaarden en termijnen zijn voor de

Agenda op 30 juni 2011.

Financiën van 8 maart 2012.

   

leasepersonenvoertuigen om mee te doen

Kamerstukken II 2010/11,

Kamerstukken II 2011/12,

   

aan de proef black box.

32 800, nr. 21, blz. 19

33 000 IXB, nr. 12

48.

2010-2011

Toegezegd om ontwikkelingen 0%

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond. Zal worden

   

vrijstelling de komende jaren bij de cyclus

AO Autobrief en Fiscale

meegenomen in de jaarlijkse

   

van het Belastingplan te communiceren.

Agenda op 30 juni 2011. Kamerstukken II 2010/11, 32 800, nr. 21, blz. 23

Belastingplancyclus. Zie brief van de staatssecretaris van Financiën van september 2012 die op Prinsjesdag met het pakket Belastingplan is aangeboden.

49.

2010-2011

Toegezegd overleg te voeren met de groen

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond tijdens parlemen-

   

gas sector over verhouding BPM-MRB-

AO Autobrief en Fiscale

taire behandeling Wet

   

bijtelling en accijnzen.

Agenda op 30 juni 2011. Kamerstukken II 2010/11, 32 800, nr. 21, blz. 28

uitwerking autobrief.

50.

2010-2011

Toegezegd een brief te sturen met

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

betrekking tot een bezoek aan Curacao dat

AO Belasting- en premiewet-

Staatssecretaris van

   

afgelopen zomer 2011 is afgelegd + een

geving BES op 14 september

Financiën van 30 januari

   

uitnodiging voor een nader gesprek. Binnen

2011. Kamerstukken II

2012. Kamerstukken II

   

twee maanden zal hierover aan de Kamer

2011/12, 32 893, nr. 2

2011/12, 31 568, nr. 93

   

teruggekoppeld worden.

   

51.

2010-2011

Toegezegd vóór de behandeling van het

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

Belastingplan 2012 een brief te sturen over

AO Belasting- en premiewet-

Staatssecretaris van

   

de stand van zaken met betrekking tot de

geving BES op 14 september

Financiën van 30 januari

   

douane-entrepots.

2011. Kamerstukken II 2011/12, 32 893, nr. 2

2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 568, nr. 93

52.

2010-2011

Toegezegd de Kamer te informeren over

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

een onderzoek naar een alternatief voor de

AO Belasting- en premiewet-

Staatssecretaris van

   

voorlopige teruggaaf op Curacao.

geving BES op 14 september 2011. Kamerstukken II 2011/12, 32 893, nr. 2

Financiën van 30 januari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 568, nr. 93

53.

2011-2012

Toegezegd om bij herziening van het fiscale

De Minister-president tijdens

Afgerond bij brief van de

   

stelsel ook de problemen mee te nemen

de Algemene politieke

Staatssecretaris van

   

voor eenverdieners en mensen met

beschouwingen in de TK op

Financiën van 9 februari

   

zorgtaken binnen het gezin of daarbuiten

22 september 2011.

2012. Kamerstukken II

   

met betaald of onbetaald werk.

Handelingen II 2011/12, TK nr. 3, blz. 2–21

2011/12, 32 740, nr. 11

54.

2011-2012

Toegezegd een brief te sturen aan de

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

Europese Commissie om aan te geven dat

plenaire debat in de TK op

Staatssecretaris van

   

Nederland bereid is de uitspraak van het

3 november 2011 over het

11 november 2011 aan de

   

Hof te implementeren maar dat Nederland

wetsvoorstel wijziging van

Europese Commissie. Geen

   

wil wachten tot ook andere EU landen

de Wet op de omzetbe-

Kamerstuk beschikbaar.

   

(waaronder Duitsland en Frankrijk) de

lasting 1968 (aanpassing

 
   

wetgeving gaan aanpassen.

tarief levende dieren). Handelingen II 2011/12, TK nr. 19, blz. 8–87

 

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

55.

2011-2012

Toegezegd de Kamer vóór het kerstreces te

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

informeren over de reactie van de Europese

plenaire debat in de TK op

Staatssecretaris van

   

Commissie op de brief van Financiën en in

3 november 2011 over het

Financiën van 8 maart 2012.

   

deze brief aan de Kamer in te gaan op de

wetsvoorstel wijziging van

Kamerstukken II 2011/12,

   

actuele stand van zaken in de andere

de Wet op de omzetbe-

33 000 IXB, nr. 12

   

Europese landen.

lasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren). Handelingen II 2011/12, TK nr. 19, blz. 8–87

 

56.

2011-2012

Toegezegd met de sector in overleg te gaan

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

om pijnpunten te inventariseren, waaronder

plenaire debat in de TK op

Staatssecretaris van

   

ook over hoe vaak grensoverschrijdende

3 november 2011 over het

Financiën van 19 december

   

leveringen aan buitenlandse particulieren

wetsvoorstel wijziging van

2011. Kamerstukken II

   

voorkomen.

de Wet op de omzetbelasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren). Handelingen II 2011/12, TK nr. 19, blz. 8–89

2011/12, 30 922, nr. 18

57.

2011-2012

Toegezegd de Kamer een brief te sturen

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond, onderwerp is

   

naar aanleiding van de discussie over het

plenaire debat in de TK op

meegenomen in mededeling

   

groenboek, als de procedure hierover is

3 november 2011 over het

Commissie toekomst BTW

   

afgerond.

wetsvoorstel wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren). Handelingen II 2011/12, TK nr. 19, blz. 8–89

waarvan BNC- fiche ook aan TK is gestuurd op 13 januari 2012.

58.

2011-2012

Toegezegd een Nota van Wijziging te sturen

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij de tweede nota

   

waarin wordt geregeld dat de ingangs-

plenaire debat in de TK op

van wijziging van

   

datum van het wetsvoorstel per KB zal

3 november 2011 over het

7 november 2011. Kamer-

   

plaatsvinden.

wetsvoorstel wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren). Handelingen II 2011/12, TK nr. 19, blz. 8–91

stukken II 2011/12, 30 922, nr. 17

59.

2011-2012

Toegezegd om nadat de CPB-analyse m.b.t.

Minister tijdens het AO

Afgerond bij brief van de

   

de financiële transactietaks binnen is, de

Ecofin op 3 november 2011.

Minister van Financiën van

   

Kamer over de uitkomsten te informeren.

Kamerstukken II 2011/12, 21 501-07, nr. 862, blz. 30

20 maart 2012. Kamerstukken II 2011/12, 32 013, nr.

60.

2011-2012

Toegezegd om naar aanleiding van vragen

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond met de brief van

   

over het spreiden van het indienen van

wetgevingsoverleg

4 juli 2012 over de

   

wetsvoorstellen, om in juni 2012 een brief

Belastingplan op

aanpassing van de

   

aan de Kamer te sturen waarin wordt

7 november 2011. Kamer-

reiskostenregeling respectie-

   

ingegaan op de wetsvoorstellen die een

stukken II 2011/12, 30 003, nr.

velijk de brief van 25 mei

   

behoorlijke impact hebben, zodat de Kamer

81, blz. 4

2012 naar aanleiding van de

   

zich hierop kan voorbereiden.

 

motie Kuiper. Kamerstukken II 2011/12, 33 280, nr. 4 en 33 287, nr. 23.

Verder wordt opgemerkt dat een aantal belangrijke fiscale maatregelen uiteindelijk reeds is opgenomen in de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 die voor het zomerreces door beide Kamers is aanvaard.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

61.

2011-2012

Toegezegd de Kamer vóór 1 maart 2012 te

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

informeren over de voortgang van het

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van 8 maart

   

overleg met België, dat er op gericht is

Belastingplan op

2012. Kamerstukken II

   

gezamenlijk met België en eventueel andere

7 november 2011. Kamer-

2011/12, 33 000 IXB, nr. 12

   

verdragslanden uit het systeem van het

stukken II 2011/12, 30 003, nr.

 
   

Eurovignet te stappen.

81, blz. 5

 

62.

2011-2012

Toegezegd om de renteaftrekbeperking

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij 3e Nota van

   

conform de NOB-variant aan te passen bij

wetgevingsoverleg

Wijziging van Kamerstukken

   

Nota van Wijziging.

Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 8

II 2011/12, 30 003, nr 11.

63.

2011-2012

Toegezegd in het kader van het aangekon-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij. Is opgenomen

   

digde wetsvoorstel mbt het Bosalgat een

wetgevingsoverleg

in de Wet van 12 juli 2012.

   

wat uitgebreider kader te schetsen voor de

Belastingplan op

Wet uitwerking fiscale

   

Kamer waarin ook enkele alternatieve

7 november 2011. Kamer-

maatregelen Begrotingsak-

   

afwegingen worden gemaakt.

stukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 14

koord 2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321

64.

2011-2012

Toegezegd vóór de plenaire behandeling

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

nog een brief aan de Kamer te sturen

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

waarin open eindjes aan de orde komen.

Belastingplan op

Financiën van 11 november

   

Daarin zal ook de vraag van de heer Omtzigt

7 november 2011. Kamer-

2011. Kamerstukken II

   

worden meegenomen over de doorwerk-

stukken II 2011/12, 30 003,

2011/12, 33 003, nr. 29

   

bonus en het pensioenakkoord.

nr.81, blz. 17

 

65.

2011-2012

Toegezegd dat de Belastingdienst in haar

Staatssecretaris tijdens het

De nieuwe regeling rond

   

communicatie naar burgers extra aandacht

wetgevingsoverleg

heffingsrente gaat in per

   

zal besteden aan de mogelijkheid om uitstel

Belastingplan op

1 januari 2013. In het najaar

   

van betaling te krijgen.

7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 18

2012 zal worden gestart met communicatie over de nieuwe regeling. Via verschillende kanalen zal actief aandacht worden besteed aan de nieuwe regeling (bijvoorbeeld via de berichtgeving rondom de aangifteproducten).

66.

2011-2012

Toegezegd een brief te sturen waarin mbt

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

de 30%-regeling verschillende alternatieven

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

op een rijtje worden gezet en waarin ook de

Belastingplan op

Financiën van 11 november

   

docenten van internationale scholen

7 november 2011. Kamer-

2011. Kamerstukken II

   

worden meegenomen.

stukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 23

2011/12, 33 003, nr. 29

67.

2011-2012

Toegezegd vóór de plenaire behandeling in

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

de reeds toegezegde brief, terug te komen

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

op de vraag over de verhoging van de IACK.

Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 32

Financiën van 11 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29

68.

2011-2012

Toegezegd als blijkt na berekeningen van

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

het CPB (die in november gereed zijn), dat

wetgevingsoverleg

staatssecretaris van

   

het vitaliteitspakket moet worden

Belastingplan op

Financiën van september

   

aangepast, dat zal worden meegenomen in

7 november 2011. Kamer-

2012 die op Prinsjesdag bij

   

het Belastingplan 2013.

stukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 33

het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden.

69.

2011-2012

Toegezegd terug te komen op vragen van

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

de heer Omtzigt over het door de Belasting-

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

dienst opgegeven aantal nieuwe spaarloon-

Belastingplan op

Financiën van 11 november

   

regelingen die zijn afgesloten en over een

7 november 2011. Kamer-

2011. Kamerstukken II

   

antimisbruikbepaling ten aanzien van de

stukken II 2011/12, 30 003,

2011/12, 33 003, nr. 29

   

fiscale eenheid (overnameholding).

nr.81, blz. 39

 

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

70.

2011-2012

Toegezegd terug te komen op een vraag van

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

mw. Schouten over de WOZ-waarde en een

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

eventuele tegenbewijsregeling en de

Belastingplan op

Financiën van 11 november

   

budgettaire kant en de uitvoeringslasten.

7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 42

2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29

71.

2011-2012

Toegezegd terug te komen op wat binnen

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

de bestaande regeling mogelijk is mbt de

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

bpm voor voedselbanken.

Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 51

Financiën van 11 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29

72.

2011-2012

Toegezegd om in een nota van wijziging te

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond in de Nota van

   

regelen dat de definitie van een SBBI in de

wetgevingsoverleg

wijziging, Kamerstukken II

   

Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt

Belastingplan op

2011/12, 33 006, nr. 7

   

opgenomen.

7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 54

 

73.

2011-2012

Toegezegd de budgettaire consequenties

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

van het openstellen van de periodieke

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

giftenaftrek voor steunstichtingen op een

Belastingplan op

Financiën van 11 november

   

rijtje te zetten.

7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 55

2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29

74.

2011-2012

Toegezegd terug te komen op een door de

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

heer Dijkgraaf aangereikte wetenschappe-

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

lijke studie over de multiplier in het kader

Belastingplan op

Financiën van 11 november

   

van de geefwet.

7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 58

2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29

75.

2011-2012

Toegezegd om het alternatief van de heer

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

Groot mbt de multiplier te laten berekenen

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

en de Kamer hierover te informeren.

Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 59

Financiën van 11 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29

76.

2011-2012

Toegezegd na te gaan of het geplande

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

overleg met SBF naar voren geschoven kan

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

worden zodat de uitkomsten mbt de

Belastingplan op

Financiën van 11 november

   

anti-oppoteis nog vóór de plenaire

7 november 2011. Kamer-

2011. Kamerstukken II

   

behandeling met de Kamer kunnen worden

stukken II 2011/12, 30 003,

2011/12, 33 003, nr. 29

   

gedeeld.

nr.81, blz. 61

 

77.

2011-2012

Toegezegd om de suggesties van de leden

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij Nota van

   

Groot, Van Vliet en Huizing mbt de

wetgevingsoverleg

wijziging Kamerstukken II

   

dwangsomregeling mee te nemen in een

Belastingplan op

2011/12, 33 005, nr. 7

   

nota van wijziging.

7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 62

 

78.

2011-2012

Toegezegd om alle vragen die gesteld zijn

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

over de dwangsomregeling schriftelijk te

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

beantwoorden.

Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 63

Financiën van 11 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29

79.

2011-2012

Toegezegd om na te gaan of er iets gedaan

Staatssecretaris tijdens het

Afgedaan. Op de website

   

kan worden in de sfeer van voorlichting

wetgevingsoverleg

van de Belastingdienst is

   

over de gevolgen van het vervallen van de

Belastingplan op

hier aandacht aan besteed.

   

kindertoeslag voor de toeslagen.

7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 67

 

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

80.

2011-2012

Toegezegd om, het liefst vóór de behan-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

deling van de fiscale agenda op 23 januari

wetgevingsoverleg

Staatssecretaris van

   

2012, een brief te sturen met opties voor

Belastingplan op

Financiën van 3 februari

   

een verdere vereenvoudiging van de

7 november 2011. Kamer-

2012. Kamerstukken II

   

uitvoering van de diverse regelingen.

stukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 67

2011/12, 31 066, nr. 117

81.

2011-2012

Toegezegd de plussen en minnen alternatief

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

banken voor groen beleggen te schetsen.

wetgevingsoverleg Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 68

Staatssecretaris van Financiën van 11 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 29

82.

2011-2012

Toegezegd op de dag van aanname van het

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond. Het bericht is op

   

Belastingplan een bericht op de site van de

plenaire behandeling van

de site van de Belasting-

   

Belastingdienst te laten plaatsen over de

het Belastingplan op

dienst geplaatst.

   

gevolgen van de afschaffing van de

16 november 2011.

 
   

kindertoeslag in box 3 voor de toeslagen.

Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–81

 

83.

2011-2012

Toegezegd een besluit te maken waarin

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond. Als bijlage bij

   

m.b.t. het boetebeleid duidelijk wordt

plenaire behandeling van

brief van 11 november 2011

   

gemaakt in welke gevallen de boete op het

het Belastingplan op

meegestuurd. Kamerstukken

   

niet nakomen van de informatieverplichting

16 november 2011.

II 2011/12, 33 003, nr. 18.

   

kan samenlopen met een andere boete.

Handelingen II 2011/12, TK

 
   

Toezending gewijzigde besluit aan de

nr. 24, blz. 9-85

 
   

Kamer.

   

84.

2011-2012

Toegezegd te monitoren of auto’s met een

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond. Zal worden

   

maximale CO_-uitstoot van 50gr/km ook

plenaire behandeling van

meegenomen in de jaarlijkse

   

daadwerkelijk op de markt gaan komen.

het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–86

Belastingplancyclus. Zie brief van de staatssecretaris van Financiën van september 2012 die op Prinsjesdag met het pakket Belastingplan is aangeboden.

85.

2011-2012

Toegezegd met de Minister van EL&I in

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond. Vertogas

   

overleg te treden over het opzetten van een

plenaire behandeling van

(onderdeel Nederlandse

   

certificeringsysteem voor groen gas.

het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–87

GasUnie) certificeert groen gas dat afkomstig is van een volgens specifieke richtlijnen goedgekeurde hernieuwbare gasinstallatie. Volgens sectorafspraken zal het aandeel groengas bij aardgastankstations in 2014 voor 100% uit gecertificeerd groengas bestaan.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

86.

2011-2012

Toegezegd vóór het eind van het jaar een

Staatssecretaris tijdens de

Deze toezegging is niet meer

   

brief te sturen over de stand van zaken mbt

plenaire behandeling van

opportuun. De toezegging

   

mededingingsaspecten getoetst door de

het Belastingplan op

omtrent het toetsen van

   

Nma.

16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–101

mededingingsaspecten door bijvoorbeeld de NMa is gedaan in het dossier heffingskortingen maatschappelijk beleggen, bij de behandeling van Belastingplan 2012. Meer concreet had de toezegging betrekking op een toets van een door de sector aangedragen alternatief voor het afbouwen van de heffingskortingen. Inmiddels is het pakket groen beleggingen in het wetsvoorstel UFM 2013 aangenomen, waarbij de fiscale faciliteiten grotendeels gehandhaafd zijn. Het is derhalve niet meer nodig om het alternatief van de sector te overwegen. Zie brief van de staatssecretaris van Financiën van september 2012 die bij het pakket Belastingplan op Prinsjesdag aan de Kamer is aangeboden.

87.

2011-2012

Toegezegd vóór het zomerreces 2012 een

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

notitie aan de Kamer te sturen waarin de

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

verhouding tussen de geheimhouding en

het Belastingplan op

Financiën van 16 mei 2012.

   

het recht op informatie van de Kamer

16 november 2011.

Kamerstukken II 2011/12,

   

uitgebreid in beeld wordt gebracht.

Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–102

33 003, nr. 83

88.

2011-2012

Toegezegd om de mogelijkheid te onder-

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond. Is meegenomen

   

zoeken om huizenbezitters die dichterbij

Algemene financiële

in het wetsvoorstel

   

hun werk gaan wonen een korting op de

beschouwingen in de EK op

eigenwoning dat op

   

overdrachtsbelasting te geven.

22 november 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 8, blz. 8–59

Prinsjesdag 2012 bij het pakket Belastingplan 2013 is aangeboden aan de Kamer.

89.

2011-2012

Toegezegd om de Minister van Financien te

In Memorie van Antwoord,

Afgerond bij brief van de

   

verzoeken bij het opstellen van de

Kamerstukken I 33 003, D

Staatssecretaris van

   

Miljoenennota 2013 de ZVW-premie apart

 

Financiën van 8 maart 2012.

   

zichtbaar te maken in de betreffende

 

Kamerstukken I 2011/12,

   

tabellen van bijlage 2 van de Miljoenennota.

 

33 003, P

90.

2011-2012

Toegezegd het wetsvoorstel Bosal en de in

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond. Het deel mbt

   

de fiscale agenda aangekondigde wetswijzi-

plenaire behandeling van

Bosal is afgerond in de Wet

   

gingen op het terrein van het formeel recht

het Belastingplan in de EK

van 12 juli 2012. Wet

   

vóór het zomerreces 2012 naar de Kamer te

op 13 december 2011.

uitwerking fiscale maatre-

   

sturen. Indien niet mogelijk dan worden EK

Handelingen I 2011/12, EK

gelen Begrotingsakkoord

   

en TK vóór het zomerreces hierover

nr. 12, blz. 8-41

2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321

   

schriftelijk geïnformeerd.

 

Het deel mbt formeel recht is opgenomen in het Wetsvoorstel wijziging WIB, Kamerstuk ken II 2011/12, 33 246, nr. 2

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

91.

2011-2012

Toegezegd om preciezer naar de cijfers over

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

de btw en de IB te kijken om te toetsen of de

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

notitie van de heer Reuten (over dempend

het Belastingplan in de EK

Financiën van 8 maart 2012.

   

conjunctuur effect van de IB t.o.v. de btw) te

op 13 december 2011.

Kamerstukken I 2011/12,

   

toetsen en te zien of ze kloppen.

Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–45

33 003, P

92.

2011-2012

Toegezegd in overleg met het Ministerie van

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

OCW te kijken naar een btw-vrijstelling

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

wanneer jongeren met hun school naar een

het Belastingplan in de EK

Financiën van 31 mei 2012.

   

theater gaan.

op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–50

Kamerstukken I 2011/12, 33 003, S (kopje: «cultuur»)

93.

2011-2012

Toegezegd te bekijken, in overleg met het

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

Ministerie van OCW, in hoeverre het nieuwe

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

beleid mbt podiumkunsten heeft geleid tot

het Belastingplan in de EK

Financiën van 31 mei 2012.

   

verdringing van nieuw talent.

op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–51

Kamerstukken I 2011/12, 33 003, S

94.

2011-2012

Toegezegd ervoor open te staan om in

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

overleg met de NOV mogelijke knelpunten

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

te inventariseren en oplossingen te zoeken

het Belastingplan in de EK

Financiën van 31 mei 2012.

   

mbt vrijwilligerswerk.

op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–52

Kamerstukken I 2011/12, 33 003, S

95.

2011-2012

Toegezegd in week van 19 december te

Staatssecretaris tijdens de

Afgedaan bij brief van de

   

overleggen over een alternatief voor groen

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

beleggen en de Kamer hierover te

het Belastingplan in de EK

Financiën van 23 december

   

informeren.

op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–53

2011, Kamerstukken I 33 003 L

96.

2011-2012

Toegezegd een notitie aan de Kamer te

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

sturen over goed koopmansgebruik.

plenaire behandeling van het Belastingplan in de EK op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–55

Staatssecretaris van Financiën van 8 maart 2012. Kamerstukken I 2011/12, 33 003, P

97.

2011-2012

Toegezegd een algemene notitie te

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

schrijven in het eerste kwartaal van 2012

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

met de bevindingen over de vpb-plicht van

het Belastingplan in de EK

Financiën van 11 mei 2012.

   

overheidsbedrijven.

op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–57

Kamerstukken II 2011/12, 31 213, nr. 7

98.

2011-2012

Toegezegd op een zo eenvoudig mogelijke

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

wijze de complexe faciliteiten uit de geefwet

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

uit te leggen aan burgers die gebruik maken

het Belastingplan in de EK

Financiën van 31 mei 2012.

   

van deze faciliteiten.

op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–63

Kamerstukken I 2011/12, 33 003, S

99.

2011-2012

Toegezegd met de zorgwoningcorporaties

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

waarvan de goedkeuring vervalt,

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

constructief vaststellingsovereenkomsten te

het Belastingplan in de EK

Financiën van 31 mei 2012.

   

sluiten over de openingsbalans.

op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–64

Kamerstukken I 2011/12, 33 003, S

100.

2011-2012

Toegezegd de suggestie van de heer Essers

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

mbt de Hillenregeling (uitbreiden tot alle

plenaire behandeling van

Minister van BZK en de

   

gevallen waarin extra wordt afgelost op

het Belastingplan in de EK

Staatssecretaris van

   

hypothecaire leningen) mee te nemen in de

op 13 december 2011.

Financiën van 25 mei 2012.

   

toegezegde notitie aan de Eerste Kamer

Handelingen I 2011/12, EK

Kamerstukken I 2011/12,

   

over de hypotheekrenteaftrek.

nr. 12, blz. 8–66

33 000, S

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

101.

2011-2012

Toegezegd om de brief naar de EK mbt de

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

hypotheekrenteaftrek, naar aanleiding van

debat over de Najaarsnota

Minister van BZK en de

   

de motie Kuiper, ook naar de Tweede Kamer

op 21 december 2011.

Staatssecretaris van

   

te sturen.

Handelingen II 2011/12, TK nr. 39–10, blz. 90

Financiën van 25 mei 2012. Kamerstukken II 2011/12, 33 280, nr. 4

102.

2011-2012

Toegezegd de Kamer uiterlijk 1 mei 2012 te

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

informeren over de eerste resultaten van

AO over de vaststelling van

Staatssecretaris van

   

het interdepartementale draagkrachton-

de begrotingsstaat van

Financiën van 11 juni 2012.

   

derzoek, een onderzoek dat op dit moment

Koninkrijksrelaties (IV) voor

Kamerstukken II 2011/12, 33

   

op de BES-eilanden wordt uitgevoerd.

het jaar 2012 op 30 januari

000 H, nr. 7

   

Daarbij zal ook naar de inkomenspositie van

2012.

 
   

ouderen worden gekeken.

Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IV, nr. 57, blz. 14

 

103.

2011-2012

Toegezegd om bij gebleken dubbele

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

belasting binnen de BES-eilanden deze

AO over de vaststelling van

Staatssecretaris van

   

dubbele belasting zo veel en zo snel

de begrotingsstaat van

Financiën van 27 april 2012.

   

mogelijk op te heffen de Kamer hierover te

Koninkrijksrelaties (IV) voor

Kamerstukken II 2011/12,

   

informeren.

het jaar 2012 op 30 januari

2012.

Kamerstukken II 2011/12,

33 000 IV, nr. 57, blz. 14

33 000 IV, nr. 71

104.

201 102 012

Toegezegd om uiterlijk 3 februari 2012 terug

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

te komen op het nultarief voor de transport-

AO over de vaststelling van

Staatssecretaris van

   

kosten.

de begrotingsstaat van

Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2012 op 30 januari

2012.

Kamerstukken II 2011/12,

33 000 IV, nr. 57, blz. 14

Financiën van 6 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 568, nr. 96

105.

2011-2012

Toegezegd aan de heer Groot om in het

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

substanceonderzoek dat zal worden

AO Fiscaal (verdrags) beleid

Staatssecretaris van

   

uitgevoerd, tevens mee te nemen hoeveel

op 1 februari 2011.

Financiën van 25 juni 2012.

   

dienstverleningslichamen in Nederland

Kamerstukken II 2011/2012,

Kamerstukken II 2011/12,

   

actief zijn.

25 087, nr. 30, blz. 19

25 087, nr. 32

106.

2011-2012

Toegezegd aan de heer Omtzigt om tevens

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

in het substanceonderzoek mee te nemen

AO Fiscaal (verdrags) beleid

Staatssecretaris van

   

om hoeveel firma’s het gaat, hoeveel

op 1 februari 2011.

Financiën van 25 juni 2012.

   

daarvan een dienstverleningslichaam zijn

Kamerstukken II 2011/2012,

Kamerstukken II 2011/12,

   

en nog een aantal andere concrete vragen.

25 087, nr. 30, blz. 20

25 087, nr. 32

107.

2011-2012

Toegezegd aan de heer Braakhuis om in het

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

substanceonderzoek ook in te gaan op

AO Fiscaal (verdrags) beleid

Staatssecretaris van

   

mogelijke maatregelen om de substance-

op 1 februari 2011.

Financiën van 25 juni 2012.

   

eisen te verstevigen en op mogelijke

Kamerstukken II 2011/2012,

Kamerstukken II 2011/12,

   

consequenties van die maatregelen.

25 087, nr. 30, blz. 21

25 087, nr. 32

108.

2011-2012

Toegezegd aan de heer Omtzigt om

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

schriftelijk te reageren op de vraag over de

AO Fiscaal (verdrags) beleid

Staatssecretaris van

   

overeenkomst met Duitsland over de

op 1 februari 2011.

Financiën van 14 maart

   

ABP-pensioenen.

Kamerstukken II 2011/2012, 25 087, nr. 30, blz. 25

2012. Kamerstukken II 2011/12, 25 087, nr. 31

109.

2011-2012

Toegezegd aan de heer Braakhuis om in het

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond in de brief van de

   

substanceonderzoek ook mee te nemen een

AO Fiscaal (verdrags) beleid

Staatssecretaris van

   

update van de country-by-country

op 1 februari 2011.

Buitenlandse Zaken van

   

reporting.

Kamerstukken II 2011/2012, 25 087, nr. 30, blz. 26

9 mei 2012. Hierin is een update gegeven van de country-by-country reporting. De brief is opgenomen in het verslag van het schriftelijk overleg van 10 mei 2012. Kamerstukken II 2011/12, 21 501-04, nr. 142, blz. 4–6

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

110.

2011-2012

Toegezegd aan de heer Braakhuis de

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

eerstvolgende keer dat een verdrag naar de

AO Fiscaal (verdrags) beleid

Staatssecretaris van

   

Kamer wordt gestuurd dat met een

op 1 februari 2011.

Financiën van 14 maart

   

ontwikkelingsland is gesloten, daaraan een

Kamerstukken II 2011/2012,

2012. Kamerstukken II

   

diepere beschouwing dan gebruikelijk toe te

25 087, nr. 30, blz. 26

2011/12, 25 087, nr. 31

   

voegen.

   

111.

2011-2012

Toegezegd aan de SP een terugkoppeling te

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

geven over door haar aangeleverde

AO Belastingdienst op

Staatssecretaris van

   

IND-gevallen met betrekking tot aanvraag

9 februari 2012. Kamer-

Financiën van 17 april 2012.

   

toeslagen.

stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.10

Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 128

112.

2011-2012

Toegezegd dat de scripts van de BelTel met

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

betrekking tot de inzending van jaarop-

AO Belastingdienst op

Staatssecretaris van 6 juni

   

gaven voor de toeslagen, zullen worden

9 februari 2012. Kamer-

2012 waarbij de 10e

   

aangepast.

stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.11

halfjaarrapportage wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131

113.

2011-2012

Toegezegd in de volgende halfjaarsrap-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

portage de stand van zaken weer te geven

AO Belastingdienst op

Staatssecretaris van 6 juni

   

van de pilot «verbetering schatting inkomen

9 februari 2012. Kamer-

2012 waarbij de 10e

   

bij aanvraag toeslagen».

stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.12

halfjaarrapportage wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131

114.

2011-2012

Toegezegd te onderzoeken wat de mogelijk-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

heden zijn om te voorkomen dat de

AO Belastingdienst op

Staatssecretaris van 6 juni

   

Belastingdienst «bank van lening» wordt bij

9 februari 2012. Kamer-

2012 waarbij de 10e

   

toeslagen.

stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.12

halfjaarrapportage wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131

115.

2011-2012

Toegezegd om als het rapport van de

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

Commissie Stevens verschenen is, de

AO Belastingdienst op

Staatssecretaris van

   

Kamer hierover te rapporteren.

9 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.14

Financiën van 21 juni 2012 waarbij het rapport is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 133

116.

2011-2012

Toegezegd in de volgende halfjaarsrap-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

portage de stand van zaken weer te geven

AO Belastingdienst op

Staatssecretaris van 6 juni

   

van de verbetering van de processen van

9 februari 2012. Kamer-

2012 waarbij de 10e

   

invordering en de bijbehorende automati-

stukken II 2011/12, 31 066,

halfjaarrapportage wordt

   

sering.

nr.120, blz.16

aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131

117.

2011-2012

Toegezegd de door het CDA en PvdA

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond. De aangedragen

   

aangeleverde voorbeelden van navordering

AO Belastingdienst op

voorbeelden zijn binnen de

   

giftenaftrek op basis van de vrijwilligersver-

9 februari 2012. Kamer-

Belastingdienst opnieuw

   

goeding, zullen worden bekeken.

stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.16

beoordeeld.

118.

2011-2012

Toegezegd in de volgende halfjaarsrap-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

portage een overzicht te geven van de

AO Belastingdienst op

Staatssecretaris van

   

gevallen van automatische informatie-

9 februari 2012. Kamer-

Financiën van 16 mei 2012

   

uitwisseling met verdragspartners.

stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.18

waarbij het Beheersverslag Belastingdienst 2011 is aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 24

119.

2011-2012

Toegezegd dat de notitie over de relatie

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

tussen de geheimhoudingsplicht en het

AO Belastingdienst op

Staatssecretaris van

   

recht van de Kamer op informatie in het

9 februari 2012. Kamer-

Financiën van 16 mei 2012.

   

voorjaar naar de Kamer gaat.

stukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.18

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 83

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

120.

2011-2012

Toegezegd in de volgende halfjaarsrap-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

portage een overzicht te geven van de

AO Belastingdienst op

Staatssecretaris van 6 juni

   

verbeteringen bij de Belastingdienst naar

9 februari 2012. Kamer-

2012 waarbij de 10e

   

aanleiding van klachten ingediend bij de

stukken II 2011/12, 31 066,

halfjaarrapportage wordt

   

Nationale Ombudsman.

nr.120, blz.19

aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131

121.

2011-2012

Toegezegd te onderzoeken wat de mogelijk-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

heden zijn van vereenvoudiging en

AO Belastingdienst op

Staatssecretaris van 6 juni

   

digitalisering van de formulieren voor

9 februari 2012. Kamer-

2012 waarbij de 10e

   

Nederlanders die woonachtig en werkzaam

stukken II 2011/12, 31 066,

halfjaarrapportage wordt

   

zijn in het buitenland.

nr.120, blz.19

aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131

122.

2011-2012

Toegezegd aan de Commissie Van

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij de speech die

   

Dijkhuizen speciaal aandacht te vragen voor

AO Fiscale agenda op

de Staatssecretaris heeft

   

het onderwerp leefvormneutraliteit.

15 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 32 740, nr. 12, blz.26

gehouden bij de installatie van de commissie op 17 februari 2012.

123.

2011-2012

Toegezegd enkele scenario’s uit te werken

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond. Is meegenomen

   

voor een btw-schuif (btw-verhoging per

AO Fiscale agenda op

in het wetsvoorstel

   

cohort, verhoging laag btw-tarief, inclusief

15 februari 2012. Kamer-

uitwerking fiscale maatre-

   

koopkracht, grens en participatie-effecten.).

stukken II 2011/12, 32 740, nr. 12, blz.34

gelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 287, nr. 2

124.

2011-2012

Toegezegd om na te gaan of de Belasting-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

dienst ook is overgegaan op de werkkosten-

AO Fiscale agenda op

Staatssecretaris van

   

regeling en dit aan de Kamer terug te

15 februari 2012. Kamer-

Financiën van 8 maart 2012.

   

koppelen.

stukken II 2011/12, 32 740, nr. 12, blz. 37

Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IXB, nr. 12

125.

2011-2012

Toegezegd dat in de volgende halfjaarsrap-

Staatssecretaris tijdens het

Afgerond bij brief van de

   

portage weer productiecijfers van de

AO Fiscale agenda op

Staatssecretaris van 6 juni

   

Belastingdienst zullen worden opgenomen.

15 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 32 740, nr. 12, blz.38

2012 waarbij de 10e halfjaarrapportage wordt aangeboden. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 131

126.

2011-2012

Toegezegd vóór het meireces 2012 een brief

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

te sturen over de stand van zaken in het

plenaire behandeling van

Staatssecretaris van

   

kader van de aanpak van de

het wetsvoorstel Implemen-

Financiën van 29 mei 2012.

   

btw-carrouselfraude en welke nadere acties

tatie richtlijn facturerings-

Kamerstukken II 1011/12,

   

daarvoor misschien nodig zijn in wetgeving

regels op 15 februari 2012.

31 066, nr. 130

   

of in uitvoeringsbesluiten.

Handelingen II 2011/12, TK nr. 54–7, blz. 39

 

127.

2011-2012

Toegezegd aan de Minister van Financiën te

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

vragen om in zijn regulier overleg met de

behandeling van het

Staatssecretaris van

   

banken de zorgen van de Kamer over de

wetsvoorstel bankenbe-

Financiën van 25 mei 2012.

   

consument en de kredietverlening over te

lasting op 18 april 2012.

Kamerstukken II 1011/12,

   

brengen.

Handelingen II 2011/12, TK nr. 78–6, blz. 60

33 121, nr. 31

128.

2011-2012

Toegezegd om vóór de stemmingen een

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

   

brief te sturen over de doelmatigheidsvrij-

behandeling van het

Staatssecretaris van

   

stelling.

wetsvoorstel bankenbe-lasting op 18 april 2012. Handelingen II 2011/12, TK nr. 78–6, blz. 85

Financiën van 20 april 2012, Kamerstukken II 2011/12, 33 121, nr. 26

129.

2011-2012

Toegezegd te bekijken wat mogelijk is om

Staatssecretaris tijdens

Afgerond bij brief van de

   

restschuld tijdelijk mee te financieren met

wetgevingsoverleg op

staatssecretaris van

   

de nieuwe hypotheek.

18 juni over o.a. het wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 245, nr. 10, blz.39

Financiën van september 2012 die op Prinsjesdag bij het pakket Belastingplan aan de Kamer is aangeboden

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

  • 130. 
    2011-2012

Toegezegd een brief te sturen over de

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond bij brief van de

 

forensenbelasting waarin wordt geschetst

plenaire behandeling op

Staatssecretaris van

 

op hoofdlijnen hoe de regeling er uit gaat

20 juni 2012 over het

Financiën van 4 juli 2012.

 

zien.

wetsvoorstel Uitwerking

Kamerstukken II 2011/12,

   

fiscale maatregelen

33 287, nr. 23

   

Begrotingsakkoord 2013.

 
   

Kamerstukken II 2011/12, TK

 
   

nr. 98, blz. 3-27

 
  • 131. 
    2011-2012

Toegezegd aan de heer Ester dat de voor- en

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond. Is meegenomen

 

nadelen van het fiscaal faciliteren van

plenaire behandeling in de

in het wetsvoorstel Fiscale

 

thuiswerken in het kader van de herziening

EK van het wetsvoorstel

herziening kosten vervoer

 

van het fiscaal regime woon- werkverkeer,

Uitwerking fiscale maatre-

dat op Prinsjesdag 2012 aan

 

zal meewegen en dat hierin in de toelichting

gelen Begrotingsakkoord

de TK is aangeboden.

 

aandacht zal worden besteed.

2013 op 10 juli 2012. Handelingen I 2011/12, EK nr. 37, blz. 7–74

 
  • 132. 
    2011-2012

Toegezegd om de zorgen van mw. de Boer

Staatssecretaris tijdens de

Afgerond voor het ministerie

 

over de BIG-registratie, dat het soms

plenaire behandeling in de

van Financiën. Op 17 juli is

 

moeilijk is om te worden opgenomen in het

EK van het wetsvoorstel

op ambtelijk niveau contact

 

BIG-register, over te brengen aan de

Uitwerking fiscale maatre-

opgenomen met het

 

Minister van VWS.

gelen Begrotingsakkoord 2013 op 10 juli 2012. Handelingen I 2011/12, EK nr. 37, blz. 7–75

Ministerie van VWS.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

  • 1. 
    2006-2007

Toegezegd om de Kamer te informeren over

Staatssecretaris tijdens de

Deze toezegging zal worden

 

een eventuele stelselwijziging, mede in het

behandeling van het

meegenomen in een nieuw

 

kader van de toegezegde wijziging van de

wetsvoorstel Wijziging van

wetsvoorstel dat wordt

 

Wet op de kansspelbelasting naar

de Wet op de kansspelbe-

voorbereid door het

 

aanleiding van de Kamervragen over de

lasting in verband met

ministerie van Veiligheid en

 

Zeeuwse milieuprijs.

kansspelen via internet op

Justitie inzake legalisering

   

20 juni 2007.

online kansspelen.

   

Handelingen II 2006/07, TK

 
   

nr. 83, blz. 4 549

 
  • 2. 
    2006-2007

Toegezegd om belastingheffing op basis

Staatssecretaris tijdens de

Het buitenkansbeginsel zal

 

van het buitenkansbeginsel te betrekken bij

behandeling van het

worden meegenomen in een

 

de eventuele stelselwijziging.

wetsvoorstel Wijziging van

nieuw wetsvoorstel dat

   

de Wet op de kansspelbe-

wordt voorbereid door het

   

lasting in verband met

Ministerie van Veiligheid en

   

kansspelen via internet op

Justitie. Inzake legalisering

   

20 juni 2007.

van online kansspelen.

   

Handelingen II 2006/07, TK

 
   

nr. 83, blz. 4 550

 
  • 3. 
    2007-2008

Toegezegd om te beginnen met het

Staatssecretaris tijdens de

De planning is om in

 

incasseren van relatief kleine bedragen en

behandeling van het

september 2012 de

 

dat vervolgens vanaf 2008 te gaan

wetsvoorstel Versterking

monitoring af te ronden en

 

monitoren zodat met de Kamer kan worden

fiscale rechtshandhaving op

daarna de Kamer in te

 

afgestemd wat de gevolgen hiervan zijn.

25 september 2007 (30 322). Handelingen I 2007/08, EK nr. 1, blz. 37

lichten.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

  • 4. 
    2007-2008

Toegezegd om de hoogte van de accijnsta-

Staatssecretaris tijdens het

In voorbereiding.

 

rieven op alcohol en tabak nader te bezien

wetgevingsoverleg op

 
 

(los van de budgettaire aspecten).

16 november 2007.

Kamerstukken II 2007/08,

31 205 en 31 206, nr. 61, blz.

9

Staatssecretaris tijdens de

 
  • 5. 
    2007-2008

Toegezegd om de doelmatigheids-bepaling

Gedeeltelijk afgerond bij

 

(de bepaling die de inspecteur onder

behandeling van het

brief van de Minister van

 

voorwaarden en nadat de materiële

Belastingplan 2008 en OFM

Financiën van10 mei 2010.

 

belastingschuld is vastgesteld, de wettelijke

op 18 december 2007.

Kamerstukken I 2009/10,

 

mogelijkheid geeft om af te wijken van de

Handelingen I 2007/08, EK

31 205, 31 206, T.

 

formele regels) te evalueren.

nr. 15, blz. 637

Vervolgens heeft de Kamer op 18 mei 2010 een aanvulling op de evaluatie gevraagd. Deze aanvulling is aan de Kamer toegezegd bij brief van de Staatssecretaris van Financiën van 29 november 2010. Kamerstukken I 2010/11, 31 205 en 31 206, X In het najaar van 2012 zal een rapportage naar de Kamer gaan.

  • 6. 
    2007-2008

Toegezegd op het moment van inwerking-

Staatssecretaris tijdens het

Planning afronding medio

 

treding van het gemoderniseerde CDW te

debat over de Algemene

2013.

 

bekijken of de AEO-status voor bedrijven

douanewet (30 580)op

Tussentijdse stand van zaken

 

daadwerkelijk heeft geleid tot versnelling

16 januari 2008. Handelingen

aangegeven in de verzamel-

 

van bepaalde afhandelingen.

II 2007/08, TK nr. 41, blz.

brief toezeggingen van

   

3 202

september 2011 (Kamerstuk 32 500 IXB, nr. 25)

  • 7. 
    2008-2009

Toegezegd om als er problemen zijn die niet

Staatssecretaris tijdens de

Wordt meegenomen in de

 

in de normale uitvoeringspraktijk opgelost

plenaire behandeling van

evaluatie die in 2013 wordt

 

kunnen worden, en die dus echt tot

het wetsvoorstel excessieve

gehouden.

 

knelpunten leiden, de Kamer hierover in te

beloningsbestanddelen

 
 

lichten.

(31 459) op 3 september 2008. Handelingen II 2008/09, TK nr. 107, blz. 7 875

 
  • 8. 
    2008-2009

Toegezegd bereid te zijn de wet aan te

Staatssecretaris tijdens de

Wordt meegenomen in de

 

passen indien de Belastingdienst aanloopt

plenaire behandeling van

evaluatie die in 2013 wordt

 

tegen situaties waarin grensverkennend een

het wetsvoorstel excessieve

gehouden.

 

bepaalde maatregel wordt ontweken wat tot

beloningsbestanddelen

 
 

ongewenst gedrag leidt.

(31 459) op 3 september 2008. Handelingen II 2008/09, TK nr. 107, blz. 7 878

 
  • 9. 
    2008-2009

Toegezegd om de automatische verlenging

Staatssecretaris tijdens de

In voorbereiding

 

van de VAR in 2016 te evalueren.

behandeling van het Belastingplan 2009 en OFM 2009 op het wetgevingsoverleg van 7 november 2008. Kamerstukken II 2008/09, 31 704, nr. 76

 
  • 10. 
    2008-2009

Toegezegd dat voor bepaalde posities van

Staatssecretaris tijdens de

Evaluatie voorzien voor 2013

 

«phantom income» bij Technopartners en

plenaire behandeling van

 
 

andere venture capital-fondsen fiscaal mag

het wetsvoorstel belasting-

 
 

worden aangesloten bij daadwerkelijke

heffing excessieve

 
 

realisatie. Een dergelijke regeling zal

beloningsbestanddelen op

 
 

worden uitgewerkt als voldoende casuïstiek

9 december 2008. Hande-

 
 

zich heeft aangediend.

lingen I 2008/09, EK nr. 13, blz. 616

 

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

11.

2008-2009

Toegezegd om als blijkt dat door het wetsvoorstel situaties ontstaan waarbij de werkingssfeer van de wet zich uitbreidt over situaties waarvoor dat niet de bedoeling was, collateral damage met ongewenste effecten, dat beleid ontwikkeld wordt om dat te voorkomen.

Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen op 9 december 2008. Handelingen I 2008/09, EK nr. 13, blz. 616

Evaluatie voorzien voor 2013

12.

2009-2010

Toegezegd een jaarlijkse rapportage te

Staatssecretaris tijdens de

Eerste rapportage is

   

sturen over de resultaten van de aanpak van

behandeling van de

voorzien voor 2013

   

APV’s, trusts en SPF’s.

wijziging van de Successiewet 1956 op het wetgevingsoverleg van 12 oktober 2009. Kamerstukken II 2009/10, 31 930, nr. 40, blz. 39

 

13.

2009-2010

Toegezegd om uiterlijk twee jaar na

Staatssecretaris tijdens de

Planning afronding evaluatie

   

inwerkingtreding van de verdragen met

behandeling in de TK van

voorzien voor eind 2013

   

Qatar en Bahrein, de werking van de

twee wetsvoorstellen mbt

 
   

anti-misbruikbepalingen in de verdragen te

verdragen met Bahrein en

 
   

evalueren.

Qatar ter voorkoming van dubbele belasting op 15 oktober 2009. . Handelingen II 2009/10, TK nr. 15, blz. 1 115

 

14.

2009-2010

Toegezegd het onderzoek naar de bedrijfs-

Staatssecretaris tijdens de

In voorbereiding. Er zijn

   

opvolgingsregeling (BOR) als boedelfaci-

plenaire behandeling in de

signalen dat BOR in de

   

liteit, waarnaar in de motie Cramer wordt

TK van de wijziging van de

uitvoering onder omstandig-

   

gevraagd, uit te voeren en de Kamer

Successiewet 1956 op

heden aanleiding is voor

   

hierover te informeren.

29 oktober 2009. Handelingen II 2009/10, TK nr. 18, blz. 1 432

ingewikkelde berekeningen. Gewacht wordt nu op resultaten van een meer diepgaande evaluatie.

15.

2009-2010

Toegezegd om in de te houden evaluatie

Staatssecretaris tijdens de

Evaluatie voorzien voor 4e

   

werkkostenregeling specifiek ook in te gaan

behandeling van het

kwartaal 2012

   

op de fiets en bedrijfsfitness en hierover

Belastingplan 2010 op het

 
   

gegevens te gaan verzamelen.

wetgevingsoverleg van 9 november 2009. Kamerstukken II 2009/10, 32 128, nr.52, blz. 46

 

16.

2009-2010

Toegezegd de Kamer een brief te sturen

Staatssecretaris tijdens de

Planning afronding 3e

   

zodra er zicht is op de resultaten van de

plenaire behandeling van

kwartaal 2012

   

maatregelen van het dga-pakket.

het Belastingplan 2010 in de TK op 18 november 2009. Handelingen II 2009/10, TK nr. 26, blz. 2 413

 

17.

2009-2010

Toegezegd om de regeling voor ANBI’s en

Staatssecretaris tijdens de

Planning afronding

   

SBBI’s na een aantal jaren te evalueren.

plenaire behandeling van de Wijziging van de Successiewet in de EK op 15 december 2009. Handelingen I 2009/10, EK nr. 13, blz. 456, 456

2014/2015 bij de reguliere evaluatie van de giftenaftrek/ geeffaciliteiten.

18.

2009-2010

Toegezegd om in 2012 te starten met de evaluatie van het APV-regime en de Kamer over de uitkomsten te informeren.

Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van de Wijziging van de Successiewet in de EK op 15 december 2009. Handelingen I 2009/10, EK nr. 13, blz. 456, 457

Evaluatie voorzien voor 2013

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

19.

2009-2010

Toegezegd om bij de evaluatie mee te nemen of het amendement Cramer c.s. (omvang van voorwaardelijke vrijstelling voor de verkrijging van ondernemingsvermogen, kamerstuk 31 930, nr. 79) problemen oplevert ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel van het kabinet.

Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van de Wijziging van de Successiewet in de EK op 15 december 2009. Handelingen I 2009/10, EK nr. 13, blz. 478

In voorbereiding

20.

2009-2010

Toegezegd om nadere analyse te doen naar

Staatssecretaris tijdens de

Planning van afronding bij

   

het gegeven dat de gepercipieerde pakkans

plenaire behandeling van

de volgende halfjaarrap-

   

bij adviseurs zo laag is en daarover met de

het Belastingplan 2010 in de

portage in december 2012.

   

adviseurs om de tafel te gaan zitten.

EK op 22 december 2009. Handelingen I 2009/10, EK nr. 14, blz. 504

 

21.

2009-2010

Toegezegd om de forfaitaire ruimte bij de

Staatssecretaris tijdens de

Planning afronding voorzien

   

werkkostenregeling in de gaten te houden.

plenaire behandeling van

voor eind 2012

   

De Belastingdienst zal looncontroles

het Belastingplan 2010 in de

 
   

uitvoeren en nagaan of hierbij een

EK op 22 december 2009.

 
   

onbedoeld effect optreedt.

Handelingen I 2009/10, EK nr. 14, blz. 522

 

22.

2010-2011

Toegezegd om het wetsvoorstel van de

Minister van SZW namens

Afronding niet eerder

   

leden Dezentjé Hamming-Bluemink en

de Minister van Financiën

voorzien dan eind 2012. De

   

Crone houdende wijziging van de Awr ten

tijdens de behandeling op

wet is per 1 juli 2011 in

   

behoeve van de rechtsbescherming van

15 september 2010 van het

werking getreden.

   

belastingplichtigen bij controle-handelingen

wetsvoorstel van de leden

 
   

van de fiscus, jaarlijks te evalueren bij het

Dezentjé Hamming-

 
   

Beheersverslag van de Belastingdienst.

Bluemink en Crone houdende wijziging van de Awr ten behoeve van de rechtsbescherming van belastingplichtigen bij controlehandelingen van de fiscus. Handelingen II 2010/11, TK nr. 100, blz. 8 087

 

23.

2010-2011

Toegezegd om in het evaluatieproces rondom de WOLBES de IB/LB mee te nemen en te bezien of daarin iets gewijzigd moet worden.

Minister tijdens het wetgevingsoverleg van 27 september 2010 inzake de wetsvoorstellen fiscaal stelsel BES. Kamerstukken II 2010/2011, 32 189, 32 190 en 32 276, nr. 21, blz. 37

Evaluatie voorzien voor 2014

24.

2010-2011

Toegezegd om in het evaluatieproces rondom de WOLBES de invoering van accijns op alcohol en tabak op Saba en Sint Eustatius mee te nemen.

Minister tijdens het wetgevingsoverleg van 27 september 2010 inzake de wetsvoorstellen fiscaal stelsel BES. Kamerstukken II 2010/2011, 32 189, 32 190 en 32 276, nr. 21, blz. 51

Evaluatie voorzien voor 2014

25.

2010-2011

Toegezegd om overleg op te starten met Sint Maarten, gericht op de invoering van accijns op alcohol en tabak.

Minister tijdens het wetgevingsoverleg van 27 september 2010 inzake de wetsvoorstellen fiscaal stelsel BES. Kamerstukken II 2010/2011, 32 189, 32 190 en32 276, nr. 21, blz. 51

In voorbereiding

26.

2010-2011

Toegezegd om over drie jaar een terugkop-

Staatssecretaris tijdens de

Planning afronding in

   

peling vanuit een kwalitatieve invalshoek te

plenaire behandeling van

2014/2015

   

geven van de ervaringen die dan zijn

het belastingverdrag tussen

 
   

opgedaan met de «corporate tie breaker».

Nederland en het Verenigd Koninkrijk op 3 november 2010. Handelingen II 2010/11, TK nr. 17, blz. 49

 

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

27.

2010-2011

Toegezegd dat als er vanuit de Belasting-

Staatssecretaris tijdens de

Tot nu toe geen signalen

   

dienst op de BES-eilanden signalen komen

plenaire behandeling van de

gekregen.

   

dat er belastingparadijzen gaan ontstaan

BES-wetsvoorstellen in de

 
   

door de vestigingsplaats van lichamen, dit

EK op 14 december 2010.

 
   

bij het Belastingplan 2013 aan de Eerste

Handelingen I 2010/11, EK

 
   

Kamer gerapporteerd zal worden.

nr. 11, blz. 23

 

28.

2010-2011

Toegezegd om eerder dan de reeds

Staatssecretaris tijdens de

In voorbereiding. Er zijn

   

toegezegde evaluatie in 2012, terug te

plenaire behandeling van

signalen dat BOR in de

   

komen op de aangepaste bedrijfsopvol-

het Belastingplan 2011 op

uitvoering onder omstandig-

   

gingsregeling.

21 december 2010 in de EK. Handelingen I 2010/11, EK nr. 13, blz. 6

heden aanleiding is voor ingewikkelde berekeningen (en dus administratieve lasten). Gewacht wordt nu op resultaten van een meer diepgaande evaluatie.

29.

2010-2011

Toegezegd in de loop van 2011 een wetsvoorstel in te dienen dat het mogelijk maakt dat belastingrechtspraak openbaar is.

Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 13 januari 2011. Kamerstukken II 2010/11, 31 066, nr. 100, blz. 28

In voorbereiding

30.

2010-2011

Toegezegd bereid te zijn om als blijkt dat er lacunes in de Notitie Verdragsbeleid zitten, deze aan te vullen, aan te passen.

Staatssecretaris tijdens het mondeling overleg op 5 april 2011 in de Eerste Kamer over de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid. Kamerstukken I 2010/11, 25 087, A, blz. 6

In voorbereiding

31.

2010-2011

Toegezegd om wanneer de komende vier

Staatssecretaris tijdens de

Terugkoppeling aan de beide

   

jaar blijkt dat de onderhavige wet en de

plenaire behandeling in de

Kamers is pas aan de orde

   

middelen die de ontvanger ter beschikking

EK van het wetsvoorstel

als zich situaties voordoen

   

staan onvoldoende verhinderen dat

Dezentjé Hamming-

zoals in de toezegging

   

kwaadwillende belastingplichtigen door

Bluemink en Crone

omschreven.

   

vertragingstechnieken middelen aan het

houdende wijziging van de

 
   

zicht van de fiscus onttrekken of zelfs

Awr ten behoeve van de

 
   

vertrekken, de regering onmiddellijk zal

rechtsbescherming van

 
   

ingrijpen en de Kamers hierover zal

belastingplichtigen bij

 
   

informeren.

controlehandelingen van de fiscus op 12 april 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 24, blz. 3

 

32.

2010-2011

Toegezegd de wet na invoering specifiek op

Staatssecretaris tijdens de

Niet eerder voorzien dan na

   

loonkosten te evalueren en hierin tevens

plenaire behandeling in de

2013. De wet wordt naar

   

mee te nemen hoe de lastenneutraliteit zal

EK van het wetsvoorstel

verwachting per 1-1-2013

   

uitwerken voor de verschillende categorieën

uniformering loonbegrip

ingevoerd. De evaluatie kan

   

(MKB, grootbedrijf, markt en overheid)

(32 131) op 24 mei 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 57

pas daarna plaatsvinden.

33.

2010-2011

Toegezegd in 2012 een complete tabel, met

Staatssecretaris tijdens de

Voorzien voor najaar 2012 bij

   

herberekening van tabel 4) en de private

plenaire behandeling in de

de finetuning van het

   

sector en de loonkostenwijziging voor de

EK van het wetsvoorstel

wetsvoorstel uniformering

   

overheidssector te verstrekken.

uniformering loonbegrip (32 131) op 24 mei 2011. Handelingen I 2010/11, nr. 28, blz. 62

loonbegrip.

34.

2010-2011

Toegezegd om bij eventuele overheveling

Staatssecretaris tijdens het

In voorbereiding. Implicaties

   

van de regeling gehandicapten MRB naar

AO Autobrief en Fiscale

van overheveling worden

   

de WMO (in het kader van heroverweging

Agenda op 30 juni 2011.

momenteel in kaart

   

vrijstellingen / bijzondere regelingen

Kamerstukken II 2010/11,

gebracht. Resultaten worden

   

autobelastingen) in overleg met VWS ook

32 800, nr. 21, blz. 26

meegenomen met het

   

de inkomenseffecten in kaart te brengen en

 

onderzoek naar bijzondere

   

de Kamer hiervan op de hoogte te brengen.

 

regelingen in de autobelas-tingen.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

35.

2011-2012

Toegezegd met de waterleidingbedrijven te overleggen en afspraken te maken dat de af te schaffen belasting ten goede komt aan de gebruikers en niet in de verkeerde zakken terechtkomt en de Kamer hierover te informeren.

Staatssecretaris tijdens het wetgevingsoverleg Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 6

In voorbereiding

36.

2011-2012

Toegezegd dat de vitaliteitsspaarrekening

Staatssecretaris tijdens het

Voorzien voor 2019 bij de

   

zal worden meegenomen bij de evaluatie

wetgevingsoverleg

volgende reguliere separate

   

van de doorwerkbonus in 2019

Belastingplan op 7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 16

evaluatie

37.

2011-2012

Toegezegd om een eventueel gevonden

Staatssecretaris tijdens het

Overleg met de sector is

   

oplossing voor het éénbankrekening-

wetgevingsoverleg

gaande.

   

nummer voor kinderopvang instellingen

Belastingplan op

 
   

aan de Kamer voor te leggen.

7 november 2011. Kamerstukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 39

 

38.

2011-2012

Toegezegd nog eens nader te kijken naar de

Staatssecretaris tijdens het

In voorbereiding. Is aan de

   

buitenlandse busjes in het kader van de

wetgevingsoverleg

orde geweest in de

   

autobelastingen. Is het mogelijk die busjes

Belastingplan op

halfjaarrapportage die in juli

   

op te sporen en te controleren of zij worden

7 november 2011. Kamer-

2012 is verzonden aan de

   

aangemeld?

stukken II 2011/12, 30 003, nr.81, blz. 51

Kamer. Zal in de volgende halfjaarrapportage (december 2012) opnieuw en meer uitgebreid aan de orde komen.

39.

2011-2012

Toegezegd het verzoek van de heer Omtzigt

Staatssecretaris tijdens de

Het verzoek is doorgeleid

   

om zo spoedig mogelijk in 2012 inzicht te

plenaire behandeling van

naar de staatssecretaris van

   

krijgen in de hoeveelheden van gestort

het Belastingplan op

I&M. Rapportage zal

   

afval, door te geleiden naar de Staatssecre-

16 november 2011.

plaatsvinden in het kader

   

taris van I & M.

Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–74

van de begroting van I&M.

40.

2011-2012

Toegezegd om de verzilvering van de RDA

Staatssecretaris tijdens de

Voorzien voor 2017.De

   

mee te nemen in de evaluatie van de

plenaire behandeling van

verzilvering van de Research

   

WBSO.

het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–75

  • Development Aftrek zal worden betrokken in de evaluatie van de RDA. Zoals ls aangegeven bij de behandeling van het Belastingplan 2012 zal de RDA in 2017 worden geëvalueerd.

41.

2011-2012

Toegezegd in de eerste helft van 2012

Staatssecretaris tijdens de

Planning afronding 3e

   

informatie te geven en een vergelijking te

plenaire behandeling van

kwartaal 2012

   

maken tussen Nederland en andere landen

het Belastingplan op

 
   

mbt de 30%-regeling en andere gunstige

16 november 2011.

 
   

aspecten Nederlands vestigingsklimaat.

Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–78

 

42.

2011-2012

Toegezegd om samen met de minister van

Staatssecretaris tijdens de

Het Planbureau voor de

   

I&M een brief te schrijven over de mogelijk-

plenaire behandeling van

leefomgeving (PBL) heeft op

   

heden om paralelle import van vervuilende

het Belastingplan op

verzoek van het ministerie

   

oldtimers te beperken.

16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–90

van I&M de milieueffecten onderzocht van oldtimers en het instellen van milieuzones. De PBL-beleidsstudie «Milieueffecten van oldtimers» is begin augustus 2012 gepubliceerd.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

43.

2011-2012

Toegezegd in 2012, voorafgaand aan de

Staatssecretaris tijdens de

Planning afronding eind

   

behandeling van het wetsvoorstel OFM of

plenaire behandeling van

augustus 2012

   

het Belastingplan 2013, een brief aan de

het Belastingplan op

 
   

Kamer te sturen mbt de transparantie van

16 november 2011.

 
   

ANBI’s en een strafrechtelijke veroordeling.

Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–91

 

44.

2011-2012

Toegezegd de regeling mbt ANBI’s te monitoren en indien er aanleiding bestaat om de definitie aan te scherpen, hierop terug te komen en de Kamer hierover de informeren.

Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–92

In voorbereiding

45.

2011-2012

Toegezegd naar aanleiding van het amendement van de heer Braakhuis over de vervanging van de eis van de notariële akte periodieke giften door een onderlinge schenkingsovereenkomst, hierop terug te komen.

Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–94

In voorbereiding

46.

2011-2012

Toegezegd om in 2014 bij de evaluatie van de giftenaftrek zoveel mogelijk informatie over de werking van de geefwet bij de evaluatie te betrekken.

Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–98

Voorzien voor 2014

47.

2011-2012

Toegezegd om bij het onderzoek naar de winstbox, waarover in 2012 wordt gerapporteerd, ook informatie te verstrekken over verschillen tussen het bruto-nettotraject van ondernemers en werknemers.

Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan op 16 november 2011. Handelingen II 2011/12, TK nr. 24, blz. 9–105

In voorbereiding

48.

2011-2012

Toegezegd te kijken naar de indirecte

Staatssecretaris tijdens de

Voorzien voor 2014 bij de

   

CO_-uitstoot en het directe en indirecte

plenaire behandeling van

evaluatie van de wet

   

energieverbruik bij de productie van auto’s,

het Belastingplan in de EK

uitwerking autobrief.

   

in het bijzonder van elektrische auto’s bij de

op 13 december 2011.

 
   

aangekondigde evaluatie.

Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–45

 

49.

2011-2012

Toegezegd bij de verdere uitwerking van een verschuiving van de IB naar de btw de suggestie van de heer Van Boxtel mee te nemen om de btw op bepaalde schadelijke zaken zoals vetten, alcohol en tabak, flink te verhogen om zodoende de extreem stijgende zorgkosten in de hand te houden.

Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan in de EK op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–45

In voorbereiding

50.

2011-2012

Toegezegd om te bezien of het vereiste van de notariële akte voor periodieke giften nog wel nodig is.

Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan in de EK op 13 december 2011. Handelingen I 2011/12, EK nr. 12, blz. 8–49

In voorbereiding

51.

2011-2012

Toegezegd het internationale uitgangspunt om belasting op goederen alleen op de eindbestemming te heffen, nadere invulling te geven, met name voor wat betreft de afspraken met Sint-Maarten en Curacao. De heer Bochove zal een paar concrete voorbeelden aanleveren. De Staatssecretaris zal uiterlijk 1 mei 2012 de Kamer informeren.

Staatssecretaris tijdens het AO over de vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2012 op 30 januari 2012.

Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IV, nr. 57, blz. 14

In voorbereiding

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

52.

2011-2012

Toegezegd aan mw. Neppérus en de heren

Staatssecretaris tijdens het

Voorzien voor voorjaar 2013

   

Omtzigt en Van vliet om in het volgende

AO Fiscaal (verdrags) beleid

bij het volgende beheers-

   

beheersverslag van de Belastingdienst in te

op 1 februari 2011.

verslag Belastingdienst

   

gaan op de aantallen m.b.t. het uitwisselen

Kamerstukken II 2011/2012,

 
   

van informatie aan Nederland en door

25 087, nr. 30, blz. 21

 
   

Nederland.

   

53.

2011-2012

Toegezegd te onderzoeken de modaliteiten om in belastingzaken prejudiciële vragen voor te leggen om de afdoeningstermijnen van fiscale geschillen te bespoedigen.

Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 9 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr.120, blz.18

In voorbereiding

54.

2011-2012

Toegezegd bij de verkenning van de winstbox ook de vraag van het lid Groot mee te nemen over integrale vergelijking belasting ondernemers-werknemers.

Staatssecretaris tijdens het AO Fiscale agenda op 15 februari 2012. Kamerstukken II 2011/12, 32 740, nr. 12, blz.39

In voorbereiding

55.

2011-2012

Toegezegd op enig moment vóór de eindbeslissing eind 2013, een tussenrapportage naar de Kamer te sturen over de stand van zaken op dat moment. Voor wat betreft de spreiding zal er worden aangesloten bij de rapportage van de Minister van BZK in het najaar. Als er andere zaken, zoals bijvoorbeeld dienstverlening, handhaving en nieuwe concepten aan de orde komen, zal de Kamer vooraf en separaat worden geïnformeerd. In de tussenrapportage zal ook een passage worden opgenomen over de plannen met de Douane.

Staatssecretaris tijdens het plenaire debat op 22 maart 2012 over sluiting van de Belastingdienstkantoren Emmen en Venlo. Handelingen II 2011/12, TK nr. 67–10, blz. 81

In voorbereiding

56.

2011-2012

Toegezegd aan de heer Schouw om verder te gaan met het uitwerken van de gedachte van front- en back offices Belastingdienst bij Gemeenten (Gemeentehuizen).

Staatssecretaris tijdens het plenaire debat op 22 maart 2012 over sluiting van de Belastingdienstkantoren Emmen en Venlo. Handelingen II 2011/12, TK nr. 67–10, blz.84

In voorbereiding

57.

2011-2012

Toegezegd dat als er majeure beslissingen worden genomen die samenhangen met het sluiten van kantoren, de Kamer hierover geïnformeerd zal worden, bijvoorbeeld eens per kwartaal. Dan zullen ook andere zaken worden meegenomen die passen binnen het totale plaatje.

Staatssecretaris tijdens het plenaire debat op 22 maart 2012 over sluiting van de Belastingdienstkantoren Emmen en Venlo. Handelingen II 2011/12, TK nr. 67–10, blz..85

In voorbereiding

58.

2011-2012

Toegezegd om in het beheersverslag, de halfjaarrapportage of anders in een aparte brief in te gaan op het onderzoek naar de handhavingcapaciteit.

Staatssecretaris tijdens het plenaire debat op 22 maart 2012 over sluiting van de Belastingdienstkantoren Emmen en Venlo. Handelingen II 2011/12, TK nr. 67–10, blz. 93

In voorbereiding

59.

2011-2012

Toegezegd na 3 jaar de bankenbelasting op

Staatssecretaris tijdens de

Niet eerder dan nadat de

   

zeker moment te evalueren en te bezien of

behandeling van het

Wet bankenbelasting is

   

de bankenbelasting de goede prikkels geeft

wetsvoorstel bankenbe-

ingevoerd.

   

en zorgt voor de bijdrage die van de banken

lasting op 18 april 2012.

   

wordt gevraagd.

Handelingen II 2011/12, TK

     

nr. 78-6, blz.67

 

60.

2011-2012

Toegezegd dat als er aanleiding voor is om

Staatssecretaris tijdens de

Niet eerder dan nadat de

   

te constateren dat er ontwijkgedrag bij de

behandeling van het

Wet bankenbelasting is

   

banken optreedt, de Kamer hierover zal

wetsvoorstel bankenbe-

ingevoerd.

   

worden ingelicht.

lasting op 18 april 2012 Handelingen II 2011/12, TK nr. 78–6, blz.84.

 

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

61.

2011-2012

Toegezegd te overleg gen met de banken

Staatssecretaris tijdens

In voorbereiding. Er is wel al

   

over overheveling tegoeden sociaal-etisch

wetgevingsoverleg op

contact opgenomen met de

   

beleggen naar groen beleggen vóór

18 juni over o.a. het

Nederlandse Vereniging van

   

Prinsjesdag.

wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 245, nr. 10, blz.37

Banken.

62.

2011-2012

Toegezegd op een nader te bepalen moment een afgewogen voorstel te doen om oneigenlijk gebruik en bepaalde constructies te bestrijden, dit naar aanleiding van vragen over het zogenaamde «Scheepjeshofarrest» inzake beleggingsfondsen, onroerendezaakli-chamen en overdrachtsbelasting.

Staatssecretaris tijdens wetgevingsoverleg op 18 juni over o.a. het wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 245, nr. 10, blz.41

In voorbereiding

63.

2011-2012

Toegezegd om eventuele problemen mbt Bosal mee te nemen bij het BP 2013

Staatssecretaris tijdens wetgevingsoverleg op 18 juni over o.a.het wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 245, nr. 10, blz.42

In voorbereiding

64.

2011-2012

Toegezegd de voorhangprocedure van de

Staatssecretaris tijdens

Afgerond. De voorhangpro-

   

Algemene Maatregel van Bestuur met

wetgevingsoverleg op

cedure is opgenomen in de

   

betrekking tot Bosal, wettelijk te regelen.

18 juni over o.a. het wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, 33 245, nr. 10, blz. 53

Wet van 12 juli 2012. Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Stb.17 juli 2012, nr. 321

65.

2011-2012

Toegezegd zich in te zetten om de btw-systematiek voor de tabaksbranche te wijzigen.

Staatssecretaris tijdens de plenaire behandeling op 20 juni 2012 over het wetsvoorstel Uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. Kamerstukken II 2011/12, TK nr. 98, blz. 3–22

In voorbereiding

66.

2011-2012

Toegezegd vóór 1 oktober 2012 een

Staatssecretaris tijdens het

Planning vóór 1 oktober

   

actieplan naar de Kamer te sturen voor

AO Belastingdienst op

2012

   

intensivering toezicht en invordering

27 juni 2012.

 
   

Belastingdienst.

Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 21

 

67.

2011-2012

Toegezegd in de begroting 2013 recente

Staatssecretaris tijdens het

Wordt meegenomen in het

   

uitkomsten van de onderzoeken naar de

AO Belastingdienst op

actieplan toezicht en

   

nalevingstekorten bij particulieren en MKB,

27 juni 2012. Kamerstukken

invordering Belastingdienst.

   

op te nemen.

II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 21

(Planning vóór 1 oktober 2012 naar de Kamer)

68.

2011-2012

Toegezegd op korte termijn een brief naar de Kamer te sturen met maatregelen om wat meer checks and balances in te bouwen voor wat betreft ZZP-ers omdat daar ook een deel van de tax gap zit.

Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 21

In voorbereiding

69.

2011-2012

Toegezegd de praktijk van verzending van dwangbevelen per post te evalueren.

Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 28

In voorbereiding

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

70.

2011-2012

Toegezegd bij het Belastingplan 2013 te bekijken of het mogelijk is rente bij terugvorderingen toeslagen in rekening te brengen.

Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 29

In voorbereiding

71.

2011-2012

Toegezegd te onderzoeken of de bevestigingsbrief bij wijziging van rekeningnummers nog nodig is.

Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 29

In voorbereiding

72.

2011-2012

Toegezegd contact op te nemen met de Minister van VWS over het op orde krijgen van de verzekerdenadministratie zorgverzekering.

Staatssecretaris tijdens het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 30

In voorbereiding

73.

2011-2012

Toegezegd in de eerstvolgende halfjaarrap-

Staatssecretaris tijdens het

Eerstvolgende halfjaarrap-

   

portage een toelichting te geven op de

AO Belastingdienst op

portage in december 2012

   

vermindering van het aantal deurwaarders

27 juni 2012. Kamerstukken

 
   

bij de Belastingdienst.

II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 33

 

74.

2011-2012

Toegezegd om in de eerstvolgende

Staatssecretaris tijdens het

Eerstvolgende halfjaarrap-

   

halfjaarrapportage iets op te nemen over de

AO Belastingdienst op

portage in december 2012

   

Belastingdienst van Caraïbisch Nederland.

27 juni 2012. Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 143, blz. 34

 

75.

2011-2012

Toegezegd om vóór het einde van het zomerreces 2012 een brief te sturen met cijfermatige informatie mbt bankbalansen over de jaren 2006 t/m 2009.

Staatssecretaris in de nota naar aanleiding van het verslag van 29 juni 2012. Kamerstukken I 2011/12, 33 121, F, blz. 9

In voorbereiding

76.

2011-2012

Toegezegd dat de kredietverlening

Staatssecretaris tijdens de

3 jaar na invoering van de

   

permanent zal worden gemonitord en dat er

plenaire behandeling in de

bankenbelasting (2015)

   

na 3 jaar een evaluatie van de werking van

EK op 3 juli 2012 over de

 
   

de bankenbelasting plaats zal vinden.

Wet bankenbelasting. Handelingen I 2011/12, EK nr. 36, blz. 8–78

 

77.

2011-2012

Toegezegd de Kamer te informeren over het betrekken van de werkvloer (belastingdeurwaarders, ontvangers en controleurs) bij de opstelling van het actieplan voor intensivering toezicht en invordering Belastingdienst.

Staatssecretaris tijdens het debat op 5 juli 2012 naar aanleiding van het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken nog niet beschikbaar

In voorbereiding

78.

2011-2012

Toegezegd het onderzoek van HFC naar het belang van de non-bank financiële sector aan de Kamer toe te zenden.

Staatssecretaris tijdens het debat op 5 juli 2012 naar aanleiding van het AO Belastingdienst op 27 juni 2012. Kamerstukken nog niet beschikbaar

In voorbereiding

NIET-FISCAAL

Overzicht van de door de Staten-Generaal aanvaarde moties en door bewindslieden gedane toezeggingen

 

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.1 Moties

waarvan de uitvoering is afgerond

   
 

Vergaderjaar

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

1.

2010-2011

Motie Blanksma-Van den Heuvel, verzoekt

Kamerstukken II 2010–2011,

Afgerond. Motie is nadruk-

   

passende maatregelen regering zodat

31 980, nr. 24.

kelijk onder de aandacht

   

banken Code Banken kunnen aanvullen en

 

gebracht van de NVB. Zie

   

Tweede Kamer voor september 2011

 

het overzicht bij Kamer-

   

informeren over de

 

stukken II, 2011–2012,

   

implementatie van deze maatregelen.

 

31 980, nr. 55.

2.

2010-2011

Motie Blanksma-Van den Heuvel, verzoekt

Kamerstukken II 2010–2011,

Afgerond. Motie is nadruk-

   

alvast wetgeving voor te bereiden om

31 980, nr. 26.

kelijk onder de aandacht

   

aanbevelingen uit Code Banken indien

 

gebracht van de NVB. Zie

   

mogelijk op zeer korte termijn wettelijk te

 

het overzicht bij Kamer-

   

kunnen verankeren.

 

stukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 55.

3.

2010-2011

Motie Huizing, verzoekt koppeling

Kamerstukken II 2010–2011,

Afgerond. Wetgeving is in

   

bankierseed aan de geschiktheids- en

31 980, nr. 37.

gang gezet. Onderdeel van

   

betrouwbaarheidstoets van DNB en AFM.

 

de Wijzigingswet Financiële Markten 2013. Zie o.a. Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nrs. 63 en 76.

4.

2010-2011

Motie Dijkhoff/Ormel over een Europese

Kamerstukken II, 2010–2011,

Afgerond. Kamerstukken II,

   

financiële transactiebelasting als nieuw

21 501-20, nr. 546.

2010-2011, 21 501-20, nr.

   

eigen middel van de EU.

 

553, p. 12.

5.

2010-2011

Motie Plasterk c.s., verzoekt het regelen van

Kamerstukken II 2010–2011,

Afgerond. Het productgoed-

   

wettelijke bevoegdheden aan de AFM voor

31 980 nr. 35.

keuringsproces maakt deel

   

toezicht het beleid inzake de ontwikkeling

 

uit van het Wijzigingsbesluit

   

van financiële producten.

 

Financiële Markten 2013.

6.

2010-2011

Motie Schouw c.s. over het opnemen van

Kamerstukken II, 2010–2011,

Verwijzing in departe-

   

de landenspecifieke aanbevelingen voor

21 501-20, nr. 537.

mentale begrotingen 2012

   

Nederland in de departementale begro-

 

en miljoenennota 2012. Het

   

tingen.

 

zal tevens worden opgenomen in de miljoenennota 2013.

7.

2010-2011

Motie Plasterk c.s. over het vooraf

Kamerstukken II, 2010–2011,

Kamerstuk 21 501-07, nr. 921

   

bespreken met de Tweede Kamer van door

21 501-20, nr. 547.

en Kamerstuk 21 501-20, nr.

   

Nederland voorgestelde wijzigingen in de

 

639, besproken tijdens het

   

aanbevelingen aan Nederland in het kader

 

Algemeen Overleg van

   

van het Europese semester.

 

13 juni 2012: zie Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 935.

8.

2010-2011

Motie Ten Broeke/Ormel over nominale

Kamerstukken II, 2010–2011,

Afgerond. Eerste deel motie

   

bevriezing EU-begroting 2012 en behoud

32 502, nr.4.

beantwoord in brief aan de

   

korting bij volgend MFK EU-begroting.

 

Tweede Kamer (overgenomen in Nederlandse inzet). Tweede deel beantwoord bij reactie Commissievoorstel MFK. Kamerstuk 21 501-03, nr.58 en Kamerstuk 21 501-20, nr. 553.

9.

2010-2011

Motie Plasterk/Voordewind over inzet op

Kamerstukken II, 2010–2011,

Afgerond. Eerste deel motie

   

nominale bevriezing EU-begroting 2012 en

32 502, nr.19 .

beantwoord in brief aan

   

2013 alsmede bij volgend MFK (2014–2020).

 

Tweede Kamer (overgenomen in Nederlandse inzet). Tweede deel beantwoord bij reactie Commissievoorstel MFK. Kamerstuk 21 501-03, nr.58 en Kamerstuk 21 501-20, nr. 553.

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.1 Moties

waarvan de uitvoering is afgerond

   
 

Vergaderjaar

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

10.

2010-2011

Motie Plasterk/Ten Broeke over de

Kamerstukken II, 2010–2011,

Afgerond. Begin september

   

Nederlandse inzet bij de onderhandelingen

32 502, nr.7.

heeft kabinet reactie

   

MFK waarbij gefocust zou moeten worden

 

gestuurd naar de Kamer

   

op vier doelstellingen.

 

over Commissievoorstel nieuw MFK.

Kamerstuk 21 501-20, nr. 553.

11.

2010-2011

Motie Ormel c.s. over synergie Europees

Kamerstukken II, 2010–2011,

Afgerond. Begin september

   

beleid/besparingen en nationaal beleid/

32 502, nr.8.

heeft kabinet reactie naar

   

besparingen.

 

Kamer over Commissievoorstel nieuw MFK gestuurd.

Kamerstuk 21 501-20, nr. 553.

12.

2010-2011

Motie Pechtold/Van Gent over het infor-

Kamerstukken II, 2010–2011,

Zie brief toekomst visie

   

meren van de Kamer bij het definitieve

21507-07, nr. 826.

EMU. Kamerstukken II,

   

steunpakket over de visie op de toekomst

 

2010-2011, 21 501-07, nr.

   

van de Europese Monetaire Unie.

 

839.

13.

2011-2012

Motie Koolmees/Braakhuis over de toestand

Kamerstukken II 2011–2012,

Afgerond bij brief van

   

van ’s Rijks Financiën/ MEOP.

33 000, nr. 49.

29 november 2011 (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 869).

14.

2011-2012

Motie Koolmees c.s. over uitwerking van

Kamerstukken II 2011–2012,

Brief regering – minister van

   

het akkoord.

21 501-20, nr. 576.

Financiën, J.C. de Jager – 29 november 2011. Reactie op motie Koolmees en Braakhuis (33 000, nr. 49) aangaande de macro-economische onevenwichtigheden en het voorkomen en mitigeren van deze onevenwichtigheden. Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 869.

15.

2011-2012

Motie Sap/Schouw over wegnemen van

Kamerstukken II 2011–2012,

Verslag informele Europese

   

bezwaren van het Europees Parlement.

21 501-20, nr.607.

Raad.

Kamerstuk 21 501-20, nr.

611.

16.

2011-2012

Motie Blanksma-Van den Heuvel c.s. over

Kamerstukken II, 2011–2012,

Afgerond. Zie Kamerstukken

   

deelname van Italië en Spanje aan

21 501-20, nr. 579.

II, 2011-2012, 21 501-20, nr

   

preventieve programma’s .

 

584 p. 27.

17.

2011-2012

Motie Sap c.s. over een analyse van de

Kamerstukken II 2011–2012,

Kamerstuk 21 501-07, nr.

   

opties vergroting noodfonds.

21 501-20, nr. 580.

868.

18.

2011-2012

Motie Plasterk c.s. over de onderhande-

Kamerstukken II, 2011–2012,

Afgerond. Zie o.a.

   

lingen over de «by-laws».

33 221, nr. 10.

Kamerstuk 2011–2012, 33 221, nr. B.

19.

2011-2012

Motie Slob/Voordewind spreekt uit dat de

Kamerstukken II, 33 280, nr.

De Kamer wordt geïnfor-

   

regering in 2013 óók geen indexatie van de

11.

meerd in hoofdstuk 2 van de

   

uitvoerings-kosten toepast voor contract-

 

Miljoenennota 2013.

   

loonstijging voor de overige budgetgefinan-

   
   

cierde zbo’s

   

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.2 Moties waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

Vergaderjaar Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

2008-2009

2010-2011

2010-2011

2010-2011

2010-2011

Verzoek om loyaliteitsdividend en extra stemrecht voor trouwe aandeelhouders wettelijk te verankeren.

Kamerstukken II, 2008–2009, 31 371, nr. 197.

Motie Haubrich-Gooskens, verzoekt de regering stappen te nemen om te komen tot een verbod op aantoonbare directe investeringen in de productie, verkoop en distributie van clustermunitie. Motie Braakhuis om de Tweede Kamer voortaan halfjaarlijks in te lichten over de voortgang van de implementatie van de 27 aanbevelingen van de commissie-De Wit.

Motie Slob/Braakhuis over een actieve inzet voor herziening van de strikte geheimhoudingsplicht.

Eerste Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 187 (R1902),

Kamerstukken II, 2010–2011, 31 980, nr. 34.

Kamerstukken II, 2010–2011, 31 980, nr. 20.

Motie Huizing, verzoekt de Kamer te informeren indien de naleving van de beloningsbepalingen uit de Code Banken onvoldoende is en de toezichthouders niet hebben ingegrepen.

Kamerstukken II 2010–2011, 31 980, nr. 22.

De minister van Veiligheid en Justitie is in zijn brief van 28 april 2011 ingegaan op de mogelijkheden van het wettelijk regelen van het belonen van langetermijn aandeelhouders (Kamerstukken 31 980, nr. 48). In november 2011 heeft een rondetafelgesprek plaatsgevonden met vertegenwoordigers van aandeelhouders en ondernemingen en academici om te bezien of een wettelijke regeling voor loyaliteitsdividend kan bijdragen aan langetermijn-aandeelhouderschap. Deze deskundigen gaven aan dat er onvoldoende zicht is op de positieve effecten van een dergelijke regeling. De algemene conclusie is dat het belonen van langetermijn-aandeelhouderschap via extra stemrecht of extra dividend geen effectief middel is om lange termijn waardecreatie te behalen en om de negatieve aspecten van korte termijn handel te voorkomen. Het verbod op investeringen in clustermunitie maakt deel uit van het Wijzigingsbesluit Financiële Markten 2013.

Tweede voortgangsrapportage is in mei 2012 verstuurd. Rapportage over de voortgang vindt voortaan plaats tezamen met de reactie op de jaarlijkse wetgevings-brieven van DNB en de AFM. In lijn met de motie is met succes bepleit dat er in CRD IV een bepaling omtrent verruiming van het vertrou-welijkheidsregime wordt opgenomen. Zie ook de tweede voortgangsrapportage commissie-De Wit van 29 mei 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 72, bijlage). De Monitoring Commissie heeft eind 2012 gerapporteerd (Kamerstukken II 2011/12, 32 013, nr. 18.). Hieruit bleek dat er flinke stappen waren gezet, maar dat men er nog niet was. Eind 2013 zal de Commissie wederom rapporteren.

1.

2.

F.

3.

4.

5.

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.2 Moties waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

Vergaderjaar Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

2010-2011

10.

2010-2011

2010-2011

2010-2011

2010-2011

11.

2011-2012

Motie Braakhuis c.s., verzoekt oproep                 Kamerstukken II 2010–2011,

financiële instellingen om gedragscodes op 31 980, nr. 33. te stellen.

Motie Van Vliet, vraagt het kabinet geen «onomkeerbare stappen; in de privatisering van ABN AMRO te zetten zonder de Kamer in te lichten.

Motie Groot/Bashir, vraagt het kabinet de wenselijkheid en vorm van een permanent belang in ABN AMRO te onderzoeken. Motie Blanksma-Van den Heuvel, vraagt het kabinet na te denken over de corporate governance van ABN AMRO ná de exit.

Motie nr. 28. Zorgen dat nummerportabi-liteit zo snel mogelijk wordt ingevoerd en de Kamer voor het zomerreces informeren over de stappen die hiertoe worden genomen.

Kamerstukken II, 2010–2011, 28 165, nr. 125.

Kamerstukken II, 2010–2011, 28 165, nr. 127.

Kamerstukken II, 2010–2011, 28 165, nr. 128.

N.a.v. Kamerstukken II 31 980, nr. 46.

Motie Backer c.s. verzoekt om met voorrang na te streven in de EU dat er een volwaardige Europese toezichthouder op banken ontstaat.

Eerste Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 33 000, M.

Overleg gevoerd met betrokken instanties, DUFAS, ministerie SZW en de Pensioenraad. Tweede Kamer wordt op de hoogte gehouden via de halfjaarlijkse voortgangsrapportage over aanbevelingen commissie-De Wit.

De minister zal de Tweede Kamer nadere informatie sturen in aanloop naar de exit.

De minister zal de Tweede Kamer nadere informatie sturen, waarschijnlijk in 2012. De minister zal de Tweede Kamer nadere informatie sturen in aanloop naar de exit.

Middels de brief van 7 maart 2012 is de Tweede Kamer op de hoogte gesteld van de kabinetsreactie t.a.v. het groenboek van de EC getiteld «Naar een geïntegreerde Europese markt voor kaart-, internet- en mobiele betalingen» (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 22 112, nr. 1375). Hierin heeft Nederland nogmaals een oproep gedaan aan de Europese Commissie om te bekijken welke mogelijkheden op termijn bestaan voor de invoering van nummerporta-biliteit. Nederland zal in Europa, in elk passend gremium, blijven pleiten voor nummerportabiliteit. Op basis van de conclusies van de Eurotop en Europese Raad (ER) van 28 en 29 juni wordt er op dit moment in Europa gewerkt aan het opzetten van Europees bankentoezicht (Effective Single Supervisory Mechanism). Effectief Europees bankentoezicht is als voorwaarde gesteld voor het mogelijk maken van directe herkapitalisatie van Europese banken door het ESM. De Europese Commissie (EC) publiceert naar verwachting in september een voorstel voor een verordening waarmee dit Europese bankentoezicht wordt opgericht.

6.

7.

8.

9.

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.2 Moties waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

Vergaderjaar Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

12.

13.

14.

15.

2011-2012

2011-2012

2011-2012

2011-2012

16.

2011-2012

17.

18.

2011-2012

2011-2012

Verzoek om een brief met een reactie op het rapport van Worldwide Investments in Cluster Munitions.

Motie Leegte, vraagt het kabinet om de Kamer te informeren over alle financiële risico’s voor de belastingbetaler als gevolg van Duitse investeringen van TenneT. Motie Harbers c.s. over vooraf voor instemming voorleggen van een verhoging of wijziging van het maatschappelijk kapitaal.

Motie Blanksma-Van den Heuvel c.s. over een maximale en zo vroeg mogelijke betrokkenheid van het IMF.

Motie Harbers c.s. over afspraken over tekorten en schulden.

Ordedebat, Regeling van werkzaamheden, 14 juni

2012.

Kamerstukken II, 2011–2012,

29 023, nr. 125.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 33 221, nr. 11.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 33 221, nr. 12.

Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-20, nr. 577.

Motie Dijkgraaf over de AAA-status van Frankrijk.

Motie-Van Vliet over een wettelijke regeling vergelijkbaar met Volcker Rule.

Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-20, nr. 581.

Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 64.

In voorbereiding.

De minister zal de Tweede Kamer informeren over de risico’s.

Tot nu toe is er geen sprake geweest van verhoging van het maatschappelijk kapitaal.

Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 932 voor IMF betrokkenheid bij de steun voor Spanje en Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 931 voor IMF betrokkenheid bij de steun voor Cyprus De kabinetsinzet ten aanzien van de toekomstige vormgeving van de EMU is neergelegd in Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 839. Het kabinet blijft zich inzetten voor realisatie van het daarin beschreven sanctie-instrumentarium. Motie niet langer actueel nu rating van Frankrijk in januari 2012 door S&P is verlaagd en Frankrijk geen AAA-status meer bezit bij alle grootste rating-agencies. Zoals aangegeven in het VAO van 18 april 2012, zal eerst gepoogd worden invulling te geven aan de Volcker-rule op EU-niveau. Hiervoor is het rapport van belang van de door de Europese Commissie ingestelde «High-level expert Group on reforming the structure of the EU banking sector» dat deze zomer wordt verwacht. Vervolgens zal de wijze waarop de Volcker-rule in Nederland moet worden ingevoerd, worden onderzocht door de Nederlandse onderzoekscommissie die aansluitend op de High-level expert group aan het werk zal gaan om aanbevelingen te doen over de toekomst van de Nederlandse bancaire sector.

 

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Onderdeel A.2 Moties

waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

   
 

Vergaderjaar

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken/Planning

19.

2011-2012

Motie-Huizing over de nutsfuncties van

Kamerstukken II, 2011–2012,

De Nederlandsche Bank is in

   

banken.

31 980, nr. 65.

samenwerking met de betrokken banken doende om resolutieplannen op te stellen voor de Nederlandse systeembanken. De Europese Commissie heeft inmiddels een richtlijnvoorstel gepubliceerd voor een raamwerk voor herstelen resolutieplannen op EU-niveau.

20.

2011-2012

Motie-Blanksma-van den Heuvel/Plasterk

Kamerstukken II, 2011–2012,

De instelling van de

   

over het instellen van een commissie.

31 980, nr. 71

commissie is in voorbereiding.

21.

2011-2012

Motie-Blanksma-van den Heuvel c.s. over

Kamerstukken II, 2011–2012,

De motie betreft een aspect

   

niet investeren in risicovolle beleggingsca-

31 980, nr. 67.

dat wordt onderzocht in de

   

tegorieën.

 

context van de Volcker-rule. Deze materie zal worden betrokken in het onderzoek van de commissie die aanbevelingen zal doen over de toekomst van de bancaire sector.

22

2011-2012

Motie Pechtold over voorafgaand aan

Debat over de Europese Top

Tot nu toe aan voldaan. Zie

   

belangrijke bijeenkomsten over de aanpak

21 501-20, nr. 645.

alle verzonden Geannoteerde

   

van de eurocrisis helder en eenduidig te

 

Agenda’s t.b.v. de Eurogroep

   

communiceren over de inzet van het

 

en Ecofin Raden en de

   

kabinet in Europees verband;

 

Geannoteerde Agenda’s t.b.v. de Europese Raden.

23.

2011-2012

Motie Voordewind/Slob over bij Prins-

Kamerstukken II, 33 280, nr.

De Kamer wordt geïnfor-

   

jesdag te informeren op welke wijze

10.

meerd bij de Algemene

   

teruglopende onderwijsbudgetten vanwege

 

Financiële Beschouwingen of

   

dalende leerlingaantallen toch voor het

 

de begrotingsbehandeling

   

onderwijs behouden kunnen blijven.

 

van het ministerie van OCW.

24.

2011-2012

De motie heeft betrekking op de voorge-

Kamerstukken II, 32 730, nr.

De in de omschrijving van de

   

nomen huurprijsherziening van ligplaatsen

10.

motie genoemde keuze is niet

   

voor woonboten op Staatseigendom en

 

gemaakt door de huurders

   

voorziet in een keuze door de

 

waardoor terug gevallen is op

   

woonbooteigenaren/huurders van

 

het oorspronkelijke huurprijs-

   

ligplaatsen tussen het oorspronkelijke

 

herzieningsvoorstel met

   

huurprijsherzieningsvoorstel met versoepe-

 

versoepelingen. Huurders van

   

lingen in combinatie met het door de

 

ligplaatsen voor woonboten

   

verhuurder in gezamenlijkheid met

 

ontvangen ter uitvoering van

   

woonbootorganisaties voeren van bindend

 

de motie in 2012/2013 onder

   

adviesprocedures ter vaststelling van de

 

toepassing van maatwerk

   

huurprijs en het oorspronkelijke huurprijs-

 

(nieuwe) huurprijsherzie-

   

herzieningsvoorstel met versoepelingen.

 

ningsvoorstellen.

25.

2011-2012

Motie Sent c.s. verzoekt het kabinet de

Eerste Kamer, vergaderjaar

De Kamer zal geïnformeerd

   

Kamer tijdig, in elk geval uiterlijk 1 juni

2011–2012, 33 121, J.

worden over de kredietverle-

   

2013, te informeren over de kredietverle-

 

ningssituatie in Nederland.

   

ningssituatie in Nederland middels een

   
   

rapport van De Nederlandsche Bank en,

   
   

indien noodzakelijk, onmiddellijk in te

   
   

grijpen in de situatie.

   

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

2006-2007

De minister zal bezien in overleg met de minister van Justitie, of artikel 2:8 BW verder moet worden gespecificeerd.

AO Commissie Frijns 5 juli 2007, Kamerstukken II 2006–2007, 31 083, nr. 2.

  • 2. 
    2008-2009
  • 3. 
    2008-2009
  • 4. 
    2009-2010

Toezegging om de Kamer te informeren over de problematiek vanuit de FNLI.

Toezegging om schriftelijk in te gaan op de voorwaarden voor het krijgen van leningen uit hoofde van de betalingsbalanssteun van de Europese Unie.

Studie dienstverlening in andere landen.

Plenair debat van 21 januari 2009.

AO van 3 juni 2009.

AO 3 december, regels voor de Financiële dienstverlening, Kamerstukken II, 29 507, nr. 90, de brief van de minister van Financiën d.d. 27 november 2009 inzake Regelgeving financiële dienstverlening, Kamerstukken II, 29 507, nr. 89.

Er is geen aanleiding om de regelgeving aan te passen. In overweging 9 van de Nederlandse corporate governance code van 2008 is opgenomen dat aandeelhouders bij hun handelen in beginsel hun eigen belangen mogen nastreven, binnen het kader van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Hoe groter het belang is dat een aandeelhouder in de vennootschap houdt, hoe groter zijn verantwoordelijkheid is jegens de vennootschap, minderheidsaandeelhouders en andere bij de vennootschap betrokkenen. Voorts is het enquêterecht aangepast en dit treedt op 1 januari 2013 in werking. Op basis van de nieuwe regels kan een vennootschap een enquête starten jegens individuele aandeelhouders die zich misdragen. Aan deze toezegging is voldaan. Zie brief Kredietver-zekeringsmaatregelen d.d. 26 juni 2009 (Kamerstukken II, 2008–2009, 31 371 nr. 223). Aan deze toezegging is voldaan. Zie Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 6 en 7 juli 2009, verzonden op 25 juni 2009. De norm voor het productontwikkelingsproces maakt deel uit van het Wijzigingsbesluit Financiële Markten 2013. In deze norm is ook een analyse van de internationale regels meegenomen.

1.

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

2009-2010

Nader onderzoek consumentenwebsite naar Engels model.

AO van 3 december 2009.

2009-2010

2009-2010

2009-2010

Vraag van het lid Tang omtrent financiële exposure bij Spaanse instellingen.

Tijdens het AO is toegezegd op een rij te zetten waarom er verschil van mening is over het instrument dat gebruikt had kunnen worden bij de aanbeveling.

Nadere informatie over de bankenbelasting.

AO van 11 februari 2010.

AO van 10 maart 2010.

2009-2010

Toezegging om in de schriftelijke beantwoording bij de Voorjaarsnota in te gaan op de klimaatfinanciering.

AO 14 april 2010, Toekomst Financiële sector, de brief van de minister van Financiën d.d. 7 april 2010 over de maatregelen voor de financiële sector op de korte termijn, Kamerstukken II, 32 013, nr. 12. Kamerstukken II, 2009–2010, 21 501-07, nr. 737.

Uitgevoerd. De FSA heeft ons bericht dat de site toentertijd (februari 2010) werd bezocht door circa 18 000 bezoekers per week en het budget voor hun gehele programma gericht op financiële bekwaamheid 21 miljoen pond bedroeg. De website wijzeringeldzaken is sedertdien uitgebreid. Daarbij is voor een opzet gekozen dat past bij de platformgedachte en bovendien past binnen het beschikbare, veel geringere, budget van Wijzer in geldzaken. De website is onderverdeeld in overzichtelijke en aansprekende themas, waaronder de levensfasen, die doorverwijzen naar relevante informatie van onder meer de partners van Wijzer in geldzaken. Dit heeft geresulteerd in maar liefst 1 157 634 bezoeken in 2011 (oftewel 22 262 bezoeken per week). Aan deze toezegging is voldaan. Zie hiervoor o.a. de brief van 13 juni 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 922) ter beantwoording van de vragen van het lid Van Dijck. Aan deze toezegging is voldaan. Zo heeft er o.a. een gesprek plaatsgevonden tussen de Kamer en professor Scheltema, en een gesprek tussen de Kamer en de toezichthouders. Afgehandeld met brief van de minister d.d. 18 mei 2010. Kamerstuk 31 980 nr. 9, pagina 8–11.

Aan deze toezegging is voldaan. Zie Handelingen II, 2010–2011, vergadering- nummer 14.

5.

6.

7.

8.

9.

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

  • 10. 
    2009-2010

Inzet in de discussies omtrent dark pools.

AO van 11 februari 2010.

  • 11. 
    2009-2010
  • 12. 
    2009-2010
  • 13. 
    2009-2010

Toezegging om het verslag van de bijeenkomst van de Van Rompuygroep voor het AO van 16 juni aan de Kamer te doen toekomen, alsmede om de Kamer op de hoogte te houden van de bijeenkomsten.

AO van 2 juni 2010.

Evaluatie Stimuleringspakket:                                    Debat over Voorjaarsnota

De toezegging om, voor zover het mogelijk is, 2010. op het deelniveau van de regelingen (die onderdeel uitmaken van het stimuleringspakket) te evalueren wat de effectiviteit is geweest, met als doel te leren (wat effectief is en wat niet) en lessen te trekken voor de toekomst.

Toezegging om te onderzoeken of onderuitge- Debat over Voorjaarsnota putte budgetten kunnen worden ingezet voor 2010. stimulatieregelingen voor de woningmarkt.

In december 2011 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inzet tijdens de onderhandelingen in Brussel over de herziening van MiFID (MiFID II). De reikwijdte van MiFID wordt uitgebreid waardoor meer activiteiten onder de richtlijn komen te vallen, en transparantie wordt vergroot. Zie Kamerstukken II 2011/12, 22 112, nr. 1271. Aan deze toezegging is voldaan. Zie Verslag van de Ecofin Raad van 7 en 8 juni 2010 (Kamerstukken II, 2009–2010, 21 501-07, nr. 742) van 15 juni 2010; Verslag van de Eurogroep en Ecofin Raad van 12 en 13 juli en Van Rompuy werkgroep 12 juli 2010 (Kamerstukken II, 2009–2010, 21 501-07, nr. 746)) van 20 juli 2010; Verslag Eurogroep, Ecofin Raad en Van Rompuy Taskforce 6 en 7 september te Brussel (Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nr. 751) van 13 september 2010; Verslag Van Rompuy werkgroep van 27 september 2010 (BFB10– 1098M) van 4 oktober 2010; Verslag van de Van Rompuy Werkgroep en de Eurogroep van 18 oktober en de Ecofin Raad van 19 oktober 2010 te Luxemburg (Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nr. 758) van 26 oktober 2010; Verslag van de Eurogroep en Ecofin Raad van 6 en 7 december 2010 (Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nr. 771) van 15 december 2010. Aan deze toezegging is voldaan.

(zie Kamerstukken II, 2010–2011, 33 000, nr. 32).

Aan deze toezegging is voldaan (zie. Kamerstukken II, 2009–2010, 32 395, nr. 14). Budgettair verwerkt bij Slotwet 2010 («herinzet middelen stimuleren woningbouw»).

 

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

14.

2010-2011

Een overzicht van het beleid t.a.v. investe-

Spoeddebat clustermunitie

Vervalt met de introductie van

   

ringen in clustermunitie van banken en

22 september 2010 (door

het verbod op investeringen

   

verzekeraars die steun van de overheid

minister Donner).

in clustermunitie, dat deel

   

hebben ontvangen (in samenwerking met

 

uitmaakt van het Wijzigings-

   

SZW, die hieraan gekoppeld een brief over

 

besluit Financiële Markten

   

toepasbaarheid aanpak kinderarbeid op

 

2013.

   

clustermunitie-casus moet schrijven).

   

15.

2010-2011

Toezegging om schriftelijk te verduidelijken wat de taakverdeling en de overdracht van beslissingsbevoegdheid inhoudt.

AO van 6 oktober 2010.

Aan deze toezegging is voldaan (zie Kamerstukken 2010–2011, 26 234, nr. 108).

16.

2010-2011

Toezegging terug te komen op de vraag hoe

AO Jaarvergadering

Afgerond. Zie onder meer

   

de rol van de Wereldbank tijdens de crisis

IMF/Wereldbank, 6 oktober

geannoteerde agenda VJV

   

zich tot de EPA’s verhoudt.

2010. Kamerstukken 2010–2011, 26 234, nr. 107.

april 2011: kamerstukken 2010–2011, 26 234, nr. 112.

17.

2010-2011

Toezegging om terug te komen op vragen van het lid Sap over het beschermen van kleine spaarders.

AO van 28 oktober 2010 .

Afgerond. De informatievoorziening aan consumenten wordt verbeterd in de nieuwe richtlijn inzake DGS. Nederland zet zich hier in de onderhandeling voor in. Zie o.a. Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nrs. 776 en 791.

18.

2010-2011

Toezegging om terug te komen op vragen van het lid Blanksma-Van den Heuvel omtrent de hoogte van claims.

AO van 28 oktober 2010.

Aan deze toezegging is voldaan. In de tweede termijn van het betreffende AO is antwoord gegeven op de vragen van het lid Blanksma-Van den Heuvel (zie Kamerstukken II, 2010–2011, 32 432, nr. 9, p. 30–35).

19.

2011-2011

Toezegging om de verantwoordelijke

Algemene Financiële

Aan deze toezegging is

   

bewindspersoon uit te nodigen de vragen van

Beschouwingen 2011.

voldaan.

   

het lid Reuten naar het CBS door te geleiden.

   

20.

2010-2011

Vooruitlopend op het algehele provisieverbod

AO 25 november 2010

Deze maatregelen zijn

   

prioriteit te geven aan bonusprovisieverbod

bespreking evaluatie

verwerkt in het Wijzigingsbe-

   

bij schadeverzekeringen en norm tegen

provisieregelgeving en

sluit financiële markten 2012

   

excessieve beloningen die klant direct aan

voorstel provisieverbod

dat per 1 januari 2012 in

   

adviseur betaalt.

Kamerstukken II, 31 086, nr. 26.

werking is getreden. Het bonusprovisieverbod is neergelegd in artikel 149a aanhef en lid 2 onderdeel c van het Besluit Gedragstoe-zicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) en de norm tegen excessieve beloningen in artikel 149a lid 2 onder a BGfo.

21

2010-2011

Toezegging schriftelijk in te gaan op Nederlandse prioriteiten voor Franse G20-top.

AO 2 december 2010.

Aan deze toezegging is voldaan. Zie Kamerstuk 21 501-07 nr. 790.

22.

2010-2011

Toezegging om aan de Kamer te rapporteren

Plenair debat van 17 maart

Aan deze toezegging is

   

over de uitvoering van de motie over de

2011.

voldaan bij brief van 13 april

   

bankierseed.

 

2012, waarin de beleidsvoornemens over een eed of belofte uiteen worden gezet (Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 63).

23.

2010-2011

Toezegging om wettelijke maatregelen te

Plenair debat van 17 maart

Aan deze toezegging is

   

nemen t.a.v. Code Banken indien het rapport

2011.

voldaan, zie de reactie van de

   

hiertoe aanleiding geeft.

 

minister op de rapportages van MCB en DNB (Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 55, p. 11–12).

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

24.

2010-2011

Toezegging Kamer nadere duidelijkheid te

AO Jaarvergadering

Aan deze toezegging is

   

geven over de discussie rond de stoel/

IMF/Wereldbank, 12 april

voldaan, zie Kamerstuk

   

onverwijld te informeren.

2011. Kamerstukken 2010–2011, 26 234, nr. 114.

26 234 nr. 121 en Kamerstuk 26 234 nr. 125.

25.

2010-2011

Aangaande beleggingsverzekeringen wil de

AO van 20 april 2011

Afgerond. Tweede Kamer is

   

minister op basis van een inventarisatie van

Kamerstukken II 29 507, nr.

geïnformeerd bij brief van

   

de verschillende regelingen en het flankerend

100.

24 november 2011, Kamer-

   

beleid het gesprek met verzekeraars en

 

stukken II 2011–2012, 29 507,

   

consumentenstichtingen aangaan.

 

nr. 106.

26.

2010-2011

Toezeggingen:

AO «Verantwoording en

Aan de toezeggingen is

   

– om de ministers te vragen het inzicht in de

toezicht bij rechtspersonen

voldaan. De verbeteringen

   

rechtmatigheid, de toezichtsvisies, en de

met een wettelijke taak en

met betrekking tot jaarver-

   

financiële stromen bij RWT’s in de departe-

bij overheidsstichtingen»

slagen zijn in de Rijksbegro-

   

mentale jaarverslagen te verbeteren en per

d.d. 27 april 2011.

tingvoorschriften verwerkt.

   

departement

   
   

– een overzicht van stichtingen openbaar te

   
   

maken, en:

   
   

– reviews op accountantscontroles bij RWT’s

   
   

zullen voortaan periodiek op basis van een

   
   

risicoanalyse plaatsvinden.

   

27.

2010-2011

De minister heeft toegezegd bij het toesturen

Eerste Kamer behandeling

In de beleids-en wetgeving-

   

van zijn voornemens ten aanzien van wet- en

van Wijzigingswet

brief op het terrein van de

   

regelgeving op het terrein van de financiële

Financiële Markten 2010,

financiële markten, die eind

   

markten ook inzicht te geven in de

10 mei 2011 (Handelingen I

oktober 2011 naar het

   

samenhang van deze voornemens.

2010–2011, nr. 26 item 5).

parlement is gestuurd (Kamerstukken II 2010/11 31 980, nr. 55), is uitgebreid ingegaan op bedoelde samenhang.

28.

2010-2011

Toezegging om extra wettelijke maatregelen

Eerste Kamer behandeling

Het productontwikkelings-

   

te treffen, indien de naleving van een

van Wijzigingswet

proces maakt deel uit van het

   

goedwerkend productontwikkelingsprocees

Financiële Markten 2010,

Wijzigingsbesluit Financiële

   

onvoldoende is.

10 mei 2011 (Handelingen I 2010–2011, nr. 26 item 5)

Markten 2013.

29.

2010-2011

Toezegging om aan de minister van BZK het gevoelen van de kamer inzake hypotheken en particuliere erfpacht over te brengen.

AO van 18 mei 2011.

Deze wens is op ambtelijk niveau overgebracht aan BZK.

30.

2010-2011

Bezuinigingsmonitor:

Verantwoordingsdebat,

Zoals toegezegd zal de

   

Toezegging om te rapporteren over de

19 mei 2011.

monitor twee keer per jaar

   

voortgang van de bezuinigingsmaatregelen

 

verschijnen. Ten tijde van het

   

en alle tekortreducerende maatregelen uit het

 

financieel jaarverslag en ook

   

regeerakkoord.

 

op Prinsjesdag bij de Miljoenennota.

31.

2010-2011

Brief met idee over alternatieve aanpak

AO van 7 juni 2011 over

Op 23 september 2011 is

   

uitvaartverzekeringen.

provisieregelgeving Kamerstukken II, 31 086, nr. 28.

hierover een brief aan de Kamer gezonden Kamerstukken II, 32 545, nr. 4). Ingevolge deze brief en de reactie van de Tweede Kamer in het AO van 8 maart 2012 (Kamerstukken II 32 545 , nr. 8), zijn uitvaartverzekeringen onder het provisieverbod geschaard.

32.

2010-2011

In de toelichting bij wijziging Bgfo

AO van 7 juni 2011 over

In de toelichting bij de norm

   

voorbeelden noemen m.b.t. excessieve

provisieregelgeving

tegen excessieve beloningen

   

beloningen.

Kamerstukken II 31 086, nr.28.

in artikel 149a lid 2 onder a BGfo zijn voorbeelden opgenomen.

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

33.

2010-2011

Toezegging om de volledige set indicatoren aan de Kamer voor te leggen, alvorens akkoord te geven.

AO van 29 juni 2011.

Aan deze toezegging is voldaan. Zie Geannoteerde Agenda t.b.v. Eurogroep en Ecofin Raad van 7 en 8 november 2011 (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 857) met mogelijkheid tot bespreken in het AO van 3 november 2011.

34.

2010-2011

Toezegging om de Kamer schriftelijk te informeren over de door Griekenland genomen maatregelen.

AO van 21 juli 2011.

Aan deze toezegging is voldaan. Zie Schriftelijk Overleg inzake het verslag van de vergadering van de staatshoofden en regeringsleiders van het eurogebied d.d. 21 juli 2011 en de garantiestelling aan de ECB (Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nr. 830 en ook Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-07, nr. 808).

35

2010-2011

Tijdens het Algemeen Overleg op 16 augustus toegezegd een analyse te sturen van de voor-en nadelen van eurobonds.

AO van 16 augustus 2011.

Aan deze toezegging is voldaan, zie Kamerstukken II 2011–2012 21 501-07 nr. 844 (Verstuurd 5 oktober, BFB2011–2288M).

36.

2010-2011

Toezegging om het risicoprofiel n.a.v. de verstrekte garanties te melden in het jaarverslag van Financiën en het jaarverslag staatsdeelnemingen.

Debat Voorjaarsnota.

Voldaan. Opgenomen in FJR 2011.

37.

2010-2011

Tijdens het Algemeen Overleg op 16 augustus

Kamerstukken II, 2010–2011,

Aan deze toezegging is

   

verzoek om brief met volgende elementen:

21 501-07, nr. 833.

voldaan. Zie Kamerstukken II,

   

– Duidelijk overzicht van de gevolgen voor de

 

2010-2011, 21 501-07, nr.829.

   

begroting van het pakket van de Eurotop van

   
   

21 juli

   
   

– Inzicht in netto PSI

   
   

– Inzicht in risico’s opkopen van obligaties

   
   

door ECB (indien nodig vertrouwelijk)

   
   

– Inzicht in uiteindelijke bijdrage van het IMF

   
   

– Bandbreedtes van het EFSF

   

38.

2010-2011

Toezegging om de Kamer te informeren over

Plenair debat van

Aan deze toezegging is

   

de te nemen beslissing omtrent afspraken in

17 augustus 2011.

voldaan. Zie de Geannoteerde

   

het sanctieregime van het SGP.

 

agenda Europese Raad d.d.

17 en Eurozone top d.d.

18 oktober 2011 te Brussel (kenmerk DIE-1215/11) en het Verslag Europese bijeenkomsten 22 en 23 oktober 2011 (kenmerk DIE-1330/11) van 24 oktober 2011 en Verslag Europese Raad en Eurozone Top d.d. 26 oktober 2011 (kenmerk DIE-1361/11) van 28 oktober 2011.

39.

2011-2012

Tijdens het Algemeen Overleg van

Kamerstukken II 2011–2012,

Aan deze toezegging is

   

29 september het verzoek om verslag van de

21 501-07 nr. 845 en

voldaan, het verslag is

   

Eurogroep en Ecofin Raad van 3 en 4 oktober

Kamerstukken II 2011–2012,

verstuurd voor aanvang AFB

   

voor aanvang AFB.

21 501-07 nr. 843.

4 oktober (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 843).

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

  • 40. 
    2011-2012
  • 41. 
    2011-2012
  • 42. 
    2011-2012
  • 43. 
    2011-2012
  • 44. 
    2011-2012
  • 45. 
    2011-2012
  • 46. 
    2011-2012
  • 47. 
    2011-2012
  • 48. 
    2011-2012
  • 49. 
    2011-2012

Tijdens het Algemeen Overleg van 29 september het verzoek om een brief over de werking van de onevenwichtighedenpro-cedure en de asymmetrische behandeling.

Tijdens het Algemeen Overleg van

3 november verzoek om technische briefing over ESM.

Tijdens het Algemeen Overleg van

3 november verzoek om technische briefing over de werking van het scoreboard in de onevenwichtighedenprocedure.

Tijdens het Algemeen Overleg van 3 november het verzoek om in het Eurogroep/ Ecofin verslag van 7/8 november vraag te beantwoorden of in de nieuwe Mifid richtlijn (Mifid-2) de AFM bevoegdheden zal verliezen.

Tijdens het Algemeen Overleg van

3 november het verzoek om in Eurogroep/

Ecofin verslag een geupdate tijdslijn voor implementatie 26/10 besluitvorming toe te voegen.

Tijdens het Algemeen Overleg van 3 november toezegging om tijdens de Eurogroep van 7 november aandacht te vragen voor hedge funds in uitwerking 26 januari besluitvorming.

Tijdens het Algemeen Overleg van 3 november toezegging om in het onderzoek van CPB naar de FTT ook de stamp duty zoals in het VK mee te nemen.

Tijdens het Algemeen Overleg van

16 november toezegging om bundeling van onderzoeken naar de gevolgen uiteenvallen eurozone.

AO Ecofin 24 november 2011: In het Eurogroep/Ecofin verslag vermelden welke stappen er op governance gebied tot nu toe al gezet zijn.

AO 24 november 2011: met het verslag Eurogroep/Ecofin moeten de exposures van pensioenfondsen op zuidelijke lidstaten van Q2–2011 worden meegestuurd.

Kamerstukken II 2011–2012 21 501-07 nr. 847.

AO van 3 november 2011.

AO van 3 november 2011.

Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 858.

Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 858.

Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 858.

Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 862.

Kamerstukken II, 2011–2012, 21501-20-587.

Kamerstukken II 2011–2012, 21 501-07 nr. 865.

Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07 nr. 865.

Aan deze toezegging is voldaan middels de Kamer-brief Versterken Europese economische stabiliteit en groeivermogen. Aan deze toezegging is voldaan. Op 7 december 2011 heeft er een technische briefing plaats gevonden door directeur BFB. Aan deze toezegging is voldaan. Op 8 februari 2012 heeft een technische briefing plaats gevonden, o.a. over het scoreboard. Aan deze toezegging is voldaan, dit is opgenomen in Verslag Eurogroep/Ecofin 7/8 november, verstuurd op 10 november (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 858).

Aan deze toezegging is voldaan, dit is opgenomen in Verslag Eurogroep/Ecofin 7/8 november, verstuurd op 10 november (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 858)

Aan deze toezegging is voldaan bij beantwoording van de schriftelijke vragen Plasterk, verzonden met het Verslag Eurogroep/Ecofin 7/8 november, verstuurd op 10 november (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 858).

Aan deze toezegging is voldaan, zie CPB notitie: Evaluatie van de financiële transactiebelasting – 21 december 2011. Aan deze toezegging is voldaan. Zie brief regering – minister van Financiën, 6 december 2011 (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 587). Aan deze toezegging is voldaan, dit is opgenomen in Verslag van de Eurogroep van 29 november 2011 te Brussel (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 865). Aan deze toezegging is voldaan, dit is opgenomen in Verslag van de Ecofin Raad van 30 november 2011 te Brussel (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 866).

 

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

50.

2011-2012

AO 24 november 2011: In de geannoteerde

Kamerstukken II, 2011–2012,

Aan deze toezegging is

   

agenda voor de Eurogroep/Ecofin van januari

21 501-07 nr. 876.

voldaan, dit is opgenomen in

   

moet er een uitgebreidere omschrijving

 

geannoteerde agenda van de

   

worden gegeven over de code of conduct.

 

Eurogroep en Ecofin Raad van 23 en 24 januari 2012 te Brussel.

51.

2011-2012

Incidentele suppletoire begroting over IMF

Kamerstuk 2011–2012,

Aan deze toezegging is

   

middelen met uitleg.

33 090-IXB, nr. 5.

voldaan,dit is opgenomen in wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (BZ/2011/861 M).

52.

2011-2012

Brief als er een Fins opt out komt voor 85%

Kamerstukken II, 2011–2012,

Aan deze toezegging is

   

clausule in het ESM verdrag, bij uitwerking

21 501-07, nr. 884

voldaan. Zie brief noodreser-

   

ESM verdrag.

 

vefonds ESM, verstuurd op 15 februari 2012 (BFB 2012–897M).

53.

2011-2012

Tijdens plenair debat NJN verzoek om brief

Kamerstukken 2011–2012,

Aan deze toezegging is

   

met meer uitleg over IMF middelen

21 501-07, nr. 874

voldaan. Zie brief bilaterale leningen aan het IMF (22 december 2011)

54.

2011-2012

Toezegging om per brief in te gaan op het flankerend beleid, de kostennorm en de zorgplicht van beleggingsverzekeringen.

AO van 1 december 2011.

Aan deze toezegging is voldaan bij brief van 5 juli

2012 (kenmerk FM/2012/ 974

M).

Afgerond. Het model

55.

2011-2012

Tijdens het AO van december 2011 met de

www.rbv.minfin.nl.

   

vaste commissie voor Financiën en de

 

subsidiebijlage in de

   

commissie voor de Rijksuitgaven over het

 

rijksbegrotingsvoorschriften

   

onderzoeksrapport «Leren van subsidie-

 

is aangepast.

   

evaluaties» van de Algemene Rekenkamer

   
   

toegezegd dat de subsidiebijlage bij de

   
   

begroting wordt uitgebreid met informatie

   
   

over: einddatum subsidie, datum (jaartal)

   
   

geplande en uitgevoerde evaluaties en

   
   

verwijzing naar laatste evaluatie(-rapport) via

   
   

hyperlink.

   

56.

2011-2012

Tijdens het AO van december 2011 met de

Regeling van de Minister-

Afgerond. In de Comptabili-

   

vaste commissie voor Financiën en de

President, Minister van

teitswet wordt een wettelijke

   

commissie voor de Rijksuitgaven over het

Algemene Zaken, van

horizonbepaling opgenomen.

   

onderzoeksrapport «Leren van subsidie-

21 juni 2012, nr. 3113629;

Deze horizonbepaling houdt

   

evaluaties» van de Algemene Rekenkamer

Staatscourant 2012, nr.

in dat een subsidieregeling

   

toegezegd dat zal worden bekeken of

13009.

automatisch na maximaal vijf

   

subsidies van een horizonbepaling kunnen

 

jaar vervalt. Voortzetting, of

   

worden voorzien.

 

een langere looptijd, is alleen mogelijk indien een gemotiveerd ontwerp van een hiertoe strekkende wijzigingsregeling aan de Tweede Kamer is overlegd (voorhangprocedure). Om snel aan de wens van de Tweede Kamer tegemoet te komen, is per 1 juli 2012 een daartoe strekkende bepaling in de «Aanwijzingen voor subsidieverstrekking» opgenomen.

57.

2011-2012

Toezegging om aan de Kamer te rapporteren over de voortang van de aanpak van misbruik van vastgoed.

AO van 13 december 2011.

Aan deze toezegging is voldaan bij brief van 7 maart 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 29 911, nr. 63).

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

58.

2011-2012

Toezegging om CBP te verzoeken de impact van kantorenleegstand op het investeringsklimaat mee te nemen in haar onderzoek.

AO van 13 december 2011.

Gedurende reguliere contacten bleek dat dit onderwerp reeds werd meegenomen in algemeen onderzoek naar de kantoren-markt in Nederland. Inmiddels heeft het CPB via de notitie «kantorenmarkt in historisch en toekomstig perspectief» (juni 2012) een bijdrage geleverd aan de maatschappelijke discussie omtrent kantorenleegstand.

59.

2011-2012

Toezegging om aan te geven wat onder een noodsituatie verstaan wordt.

AO van 15 december 2011.

Aan deze toezegging is voldaan bij brief van 15 februari 2012 (zie Kamerstukken 2011–2012, 21 501-07, nr. 884).

60.

2011-2012

Toezegging om berekeningen over de effecten van een financial transaction tax op de economie en pensioenfondsen aan de Kamer te sturen.

AO van 15 december 2011.

Aan deze toezegging is voldaan bij brief van 20 maart 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 32 013, nr. 23).

61.

2011-2012

Toezegging om de Kamer te informeren over de uitkomst van de gesprekken over de schuldreductie.

AO van 15 december 2011.

Aan deze toezegging is voldaan bij brief van 20 maart 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 893).

62.

2011-2012

Toezegging aan de Eerste Kamer omtrent het

Behandeling Eerste Kamer

Aan deze toezegging is

   

aanmerken van een bijkantoor als «signi-

van het wetsvoorstel ter

voldaan. Zoals door de

   

ficant» door DNB in geval van een markt-

implementatie van de

minister toegelicht, is het op

   

aandeel lager dan 2%.

gewijzigde herziene richtlijn banken en gewijzigde herziene richtlijn kapitaal-toereikendheid, Handelingen I 2011–2012, nr. 2.

basis van het wetsvoorstel mogelijk dat een bijkantoor door DNB als significant wordt aangemerkt als het marktaandeel lager is dan 2%. Het betreffende wetsvoorstel is op 30 december 2011 in werking getreden.

63.

2011-2012

Toezegging om in de reactie op de internet-

Plenair wetgevingsdebat

Aan deze toezegging is

   

consultatie terug te komen op de wens om

van 7 februari 2012.

voldaan. Op 2 april 2012 is de

   

kantoorspecifieke rapportages door de AFM

 

reactie op de internetconsul-

   

openbaar te laten maken.

 

tatie en het definitieve kabinetsstandpunt m.b.t. de voorstellen van Europees Commissaris Barnier voor een verordening en wijziging van de auditrichtlijn verzonden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2011–2012, 22 112, nr. 1390).

64.

2011-2012

Toezegging om per brief terug te komen met

Plenair wetgevingsdebat

Aan deze toezegging is

   

diverse opties t.a.v. de scheiding van controle

van 7 februari 2012.

voldaan. Op 2 april 2012 is de

   

en advies.

 

reactie op de internetconsultatie en het definitieve kabinetsstandpunt m.b.t. de voorstellen van Europees Commissaris Barnier voor een verordening en wijziging van de auditrichtlijn verzonden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2011–2012m 22 112, nr. 1390).

Onderdeel B.1 Toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

65.

2011-2012

AO Ecofin 7 maart 2012: Getallenoverzicht

Kamerstukken 2011–2012,

Aan deze toezegging is

   

van de 130 mrd, de publieke componenten

21 501-07 nr. 893.

voldaan, zie Kamerbrief

   

PSI en hoe de sweeteners werken.

 

nieuw leningenprogramma Griekenland (Kamerstukken II, 2011–2012, 21 501-07, nr. 918).

66.

2011-2012

Terugkoppelen over de Nederlandse inzet ten aanzien van groei Griekenland (d.m.v. structuurfondsen, inzet EIB/EBRD, World Bank approach) en de weerklank die Nederland daarbij kreeg

AO Ecofin van 7 maart 2012.

Aan deze toezegging is voldaan (zie Kamerstukken II, 2011–2012, 22 112 nr. 1421).

67.

2011-2012

Toezegging om in FM-plan op de plannen omtrent solvabiliteit van banken in te gaan.

AO van 22 maart 2012.

Aan deze toezegging is voldaan. Zie hiervoor de punten 21 en 22 van het plan «Aanpak financiële sector» (http://www.rijksoverheid.nl/ documenten-en-publicaties/ circulaires/2012/04/13/aanpak-financiele-sector.html ).

68.

2011-2012

Toezegging om uiterlijk 30 april een stabiliteitsprogramma in te leveren.

AO van 22 maart 2012.

Het programma is ingeleverd op 27 april 2012 (bij brief met kenmerk AFEP/2012/111).

69.

2011-2012

Toezegging om het Begrotingsverdrag zo snel mogelijk aan de Kamer te sturen.

AO van 22 maart 2012.

Het Begrotingsverdrag is verstuurd op 15 mei 2012 (toezending Nederlandse versie Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de EMU, met kenmerk DIE-217/11).

70.

2011-2012

Toezegging om inzichtelijk te maken hoe de motie omtrent nationale besparingen in Europees verband zal worden uitgevoerd.

AO van 22 maart 2012.

Het kabinet heeft o.a. in een brief over de informatievoorziening over nieuwe Commissievoorstellen (Kamerstukken II, 2010–2011, 22 112, nr. 1198) en in de kabinetsreactie op het Commissievoorstel voor het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020 (Kamerstukken II, 2010–2011, 21 501-20, nr.553) aangegeven hoe het omgaat met de motie-Ormel. Daarna is dit toegelicht in diverse BNC-fiches en AO’s en SO’s RAZ.

71.

2011-2012

Toezegging om terug te rapporteren over productgoedkeuringsprocessen en methodo-logieën m.b.t. ESMA.

AO van 24 maart 2012.

Aan deze toezegging is voldaan. Een uiteenzetting is opgenomen in Verslag van de informele Ecofin Raad van 31 maart 2012 te Kopenhagen (Kamerstukken 2011–2012, 21 501–07, nrs. 904 en 928).

72.

2011-2012

Toezegging om de uitkomsten van de

Plenair wetgevingsdebat

Dit is gebeurd middels een

   

berekening van DNB inzake de effecten op

van 18 april 2012.

brief aan de Tweede Kamer

   

kredietverlening te delen met de Kamer.

 

op 25 mei (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 33 121, nr. 31).

73.

2011-2012

Toezegging om een kabinetsreactie te geven

Plenair debat van 5 juni

Aan deze toezegging is

   

op het rapport Van Rompuy.

2012.

voldaan. Zie Verslag van de Raad Algemene Zaken 26 juni 2012 met kenmerk DIE-/12, en Verslag van de Europese Raad van 28 en 29 juni met kenmerk DIE-906/12.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

1.

2006-2007

De minister zegt toe bij de aanpassing van

AO Commissie Frijns 5 juli

Wetsvoorstel is op 5 juli

   

de Wet Melding Zeggenschap aandacht te

2007, Kamerstukken II,

2012 met algemene

   

besteden aan de samenloop tussen grens

2006-2007, 31 083, nr. 2.

stemmen aangenomen door

   

melding zeggenschap en deelnemingsvrij-

 

de Tweede Kamer (Kamer-

   

stelling en gevolgen voor kleine beleggers.

 

stukken II, 2008–2009, 32 014). Momenteel is de wet in behandeling in de Eerste Kamer.

2.

2008-2009

Toezegging de Wet wijziging boetestelsel

Handelingen II 2008–2009,

Deze evaluatie zal eind 2013,

   

financiële wetgeving over vier jaar te

nr. 54, pag. 4357–4369.

begin 2014 worden

   

evalueren. De evaluatie zal de vraag of het

 

uitgevoerd.

   

wetsvoorstel voldoende mogelijkheden

   
   

biedt om individuen te beboeten en de

   
   

vraag of de geëffectueerde boetes tegen het

   
   

plafond aan zitten meenemen.

   

3.

2009-2010

Toezegging om de vraag van het lid Vendrik of voormalige dochters van de DSB bank gebruik maken van koopsompolissen uit te zoeken.

AO van 10 maart 2010.

In het rapport van de commissie Scheltema is hierover opgemerkt dat DSB medio 2009 is opgehouden met het gebruik van koopsompolissen, maar dat andere binnen het concern langer met koopsompolissen gewerkt hebben.

4.

2009-2010

In het debat is toegezegd na drie jaar een

Plenair debat van 30 juni

Deze evaluatie zal drie jaar

   

evaluatie te doen over de ervaringen met de

2010.

na inwerkingtreding

   

PPI’s.

 

plaatsvinden, rondom eind 2013, begin 2014.

5.

2009-2010

In het debat over het rapport Scheltema is

Het hoofdlijnendebat van

In januari 2011 is de Tweede

   

toegezegd periodieke rapportages over de

1 juli 2010.

Kamer gerapporteerd over

   

cultuuromslag bij DNB aan de Kamer te

 

de aanpak van het Plan van

   

doen toekomen.

 

Aanpak Cultuurverandering van DNB (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 648, nr. 1 (bijlage)). Voorts is bij gelegenheid van de tweede voortgangsrapportage over aanbeveling 25 van de Tijdelijke commissie onderzoek financieel stelsel – die medio mei 2012 naar de Tweede Kamer is gezonden – periodiek gerapporteerd over dit onderwerp (zie Kamerstukken II, 2011–2012, 31 980, nr. 72).

6.

2010-2011

De Minister heeft toegezegd jaarlijks de

In de aanbiedingsbrief bij

20 oktober 2011 is de tweede

   

Kamer te informeren over zijn voornemens

het

brief aan de Tweede Kamer

   

ten aanzien van wet- en regelgeving op het

rapport van de commissie

gestuurd. Naar verwachting

   

terrein van de financiële markten.

Scheltema (Kamerstukken II, 2009–2010, 32 432 nr. 1).

zal rond Prinsjesdag de volgende brief aan het parlement worden gezonden.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

7.

2010-2011

Toezegging om de uitvoering van de Code

Handelingen I, 2010–2011,

Eind december 2011 heeft de

   

Banken scherp in de gaten te houden en

nr. 10.

Monitoring Commissie haar

   

maatregelen te nemen indien de resultaten

 

eerste volledige rapportage

   

niet bevallen.

 

gepresenteerd (bijlage bij Kamerstukken II, 2011–2012, 32 013, nr. 20). De minister van Financiën heeft in een reactie (Kamerstukken II, 2011–2012, 32 013, nr. 20) hierop aangegeven behoorlijke stappen van de banken waar te nemen, maar ook nog aandachtspunten te zien, en volledige naleving te verwachten eind 2012.

8.

2010-2011

Aanpassing van de Wwft in navolging van

Brief aan de Tweede Kamer

Het wetsvoorstel ter

   

de FATF evaluatie. Ten aanzien van de

van 4 maart 2011.

wijziging van de Wwft ligt

   

geconstateerde tekortkomingen wordt reeds

 

momenteel in de Tweede

   

gewerkt aan een wetswijziging. Het streven

 

Kamer ter behandeling

   

is om eind van dit jaar de betreffende

 

(Kamerstukken II, 2011–2012,

   

wetswijziging aan uw Kamer te doen

 

33 238, nr. 2).

   

toekomen.

   

9.

2010-2011

Het meer duidelijkheid verschaffen over garanties EFSF-lening aan Ierland (incl. cashbuffer en rente).

 

Dit zal worden opgenomen in de miljoenennota 2013.

10.

2010-2011

De minister zal de Tweede Kamer periodiek

Kamerstukken 2010–2011,

De minister zal periodiek

   

op de hoogte houden van de voortgang ten

28 165, nr. 130.

rapporteren en te zijner tijd

   

aanzien van de exit van de staat uit de

 

de Tweede Kamer betrekken.

   

financiële deelnemingen en zal de Kamer

   
   

nader informeren in aanloop naar de exit.

   

11.

2010-2011

De minister zal de Tweede Kamer infor-

Kamerstukken 2010–2011,

Het besluit is gepubliceerd

   

meren over besluit van de Europese

28 165, nr. 130.

(JOCE L/133/2011). Dit zal

   

Commissie inzake vermeende staatssteun

 

worden meegenomen in de

   

aan ABN AMRO.

 

periodieke rapportage over ABN AMRO.

12.

2010-2011

De exit-strategie voor de financiële instellingen zal t.z.t. aan de Kamer worden voorgelegd, daarbij zullen o.a. de mogelijkheden zijn onderzocht om te borgen dat ABN Amro een Nederlands bedrijf blijft.

AO van 8 juni 2011.

In behandeling.

13.

2010-2011

Minister zal de Kamer betrekken indien er

Plenair wetgevingsdebat van

Indien deze situatie zich

   

sprake is van vermogensstortingen bij

28 juni 2011.

voordoet, zal de Kamer

   

staatsdeelnemingen.

 

hierover geïnformeerd worden.

14.

2010-2011

Minister zal de Kamer betrekken indien er

Plenair wetgevingsdebat van

Indien deze situatie zich

   

sprake is van privatisering van staatsdeelne-

28 juni 2011.

voordoet, zal de Kamer

   

mingen.

 

hierover geïnformeerd worden.

15.

2011-2012

Minister laat de Kamer weten wat de mogelijkheden zijn voor een tweede pilot pensioenfondsen en internationale institutionele beleggers voor DBFM(O)

AO van 15 september 2011.

In behandeling.

16.

2011-2012

Minister stuurt een tussentijdse rapportage DBFM(O) naar de Kamer

AO van 15 september 2011.

In behandeling.

17.

2011-2012

Toezegging om verzoek van het lid Blanksma-Van den Heuvel over de signaalmarge mee te nemen bij de uitwerking van de Wet Hof

Plenair debat 5 oktober 2011.

Aan de Wet Hof wordt gewerkt. De Raad van State heeft advies uitgebracht.

18.

2011-2012

Toezegging tot schrijven van een brief over

Wetgevingsoverleg van

Zoals toegezegd zal deze in

   

twee jaar inzake consumentenbescherming

24 oktober 2011.

2013 aan de Kamer worden

   

op de BES-eilanden.

 

gezonden.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

19.

2011-2012

20.

2011-2012

21.

2011-2012

 

22.

2011-2012

23.

2011-2012

24.

2011-2012

25.

2011-2012

26.

2011-2012

Toezegging om de Kamer te informeren over de ontwikkelingen rondom de «put up or shut up» regeling.

Wetgevingsoverleg van 24 oktober 2011.

Toezegging om de evaluatie van de Wta naar de Kamer te sturen.

Toezegging om precies na te gaan of de Wet Hof voldoet aan de Europese afspraken.

Toezegging tot het doen van een analyse omtrent stilvallen van de hypotheekmarkt. Toezegging om de Kamer in het najaar een geactualiseerde versie van het toezichtsar-rangement te sturen. Toezegging om te onderzoeken of een generieke zorgplicht mogelijk is. Brief met de staatssecretaris I&M over Nederlandse inzet in klimaatonderhandelingen na 2012.

Toezegging om in het najaar met een uiteenzetting over bail-in debt te komen.

AO van 27 oktober 2011.

AO 15 december 2011.

AO van 21 december 2011.

Plenair wetgevingsdebat van 6 februari 2012.

Plenair debat van 28 februari

2012.

AO Ecofin van 7 maart 2012.

AO Ecofin van 22 maart 2012.

De «put up or shut up»-regeling is onderdeel van de wijziging van het Besluit openbare biedingen Wft (Staatsblad 2012, 196) met beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2012. Zoals gezegd zullen de ontwikkelingen bij deze regeling in overleg met de AFM worden bekeken. Deze toezegging zal te zijner tijd worden nagekomen. Aan deze toezegging wordt later voldaan. Gezien de vele ontwikkelingen op het terrein van accountancy is mede op verzoek van de AFM de evaluatie een jaar uitgesteld tot medio 2013 . Aan de Wet Hof wordt gewerkt. De Raad van State heeft advies uitgebracht. In voorbereiding.

In voorbereiding.

In voorbereiding. Nog niet aan de orde.

Zoals toegezegd zal deze in het najaar aan de Eerste Kamer worden gestuurd. Zie ook het BNC fiche over dit richtlijnvoorstel (Kamerstukken II, 2011–2012, 22 112, nr. 1446). Op 6 juni 2012 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een richtlijn betreffende het herstel en de afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen gedaan (http://ec.europa.eu/prelex/ detail_dossier_real.cfm? CL=nl&DosId=201699). De Commissie stelt voor de afwikkelautoriteit de bevoegdheid te geven om de maatregel van de zogeheten bail in toe te passen (de mogelijkheid om vorderingen af te schrijven of te converteren in aan delen), wanneer er, al dan niet waarschijnlijk, een deconfiture is van een bank («fail or likely to fail»).

 

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

27.

2011-2012

Toezegging om de voor- en nadelen van het introduceren van een Volcker-rule voor het tegengaan van excessieve risico’s met de Kamer te delen.

AO van 28 maart 2012.

Zoals aangegeven in het VAO van 18 april 2012, zal eerst gepoogd worden invulling te geven aan de Volcker-rule op EU-niveau. Hiervoor is het rapport van belang van de door de Europese Commissie ingestelde «High-level expert Group on reforming the structure of the EU banking sector» dat deze zomer wordt verwacht. Vervolgens zal de wijze waarop de Volcker-rule in Nederland moet worden ingevoerd, worden onderzocht door de Nederlandse onderzoekscommissie die aansluitend op de High-level expert group aan het werk zal gaan om aanbevelingen te doen over de toekomst van de Nederlandse bancaire sector.

28.

2011-2012

Toezegging tot het nemen van voorbereidende stappen voor de mogelijke instelling van een commissie om de visie op de financiële sector verder uit te werken.

AO van 28 maart 2012.

De instelling van de commissie is in voorbereiding.

29.

2011-2012

Toezegging om de Kamer te berichten hoe private equity kan worden vormgegeven en wat de consequenties zijn in het onderzoek naar de Volcker-rule.

AO van 28 maart 2012.

De motie betreft een aspect dat wordt onderzocht in de context van de Volcker-rule. Deze materie zal worden betrokken in het onderzoek van de commissie die aanbevelingen zal doen over de toekomst van de bancaire sector.

30.

2011-2012

Toezegging om de Vrijstellingsregeling Wft

Memorie van Antwoord,

Gedeeltelijk afgerond. De

   

en de Wft aan te passen i.v.m. een omissie

Kamerstuk 33 023 nr. B,

Vrijstellingsregeling Wft is

   

t.a.v. werkgevers met een hoofdkantoor in

19 april 2012.

inmiddels aangepast

   

de EER en zetel buiten de EER

 

middels een wijzigingsregeling van 13 juni 2012 (zie Staatscourant 2012, 12286) waarmee nieuw artikel 55a is ingevoegd. De aanpassing van artikel 5:3 van de Wft is in voorbereiding.

31.

2011-2012

Toezegging om een brief te sturen over de minderheidsprivatisering van Tennet.

AO over deelnemingen, 10 april 2012.

In behandeling.

32.

2011-2012

Toezegging om de dividendvooruitzichten

AO over deelnemingen,

Aan deze toezegging is

   

bij de Voorjaarsnota verwerken.

10 april 2012.

voldaan in het Financieel Jaarverslag Rijk 2011 en de Voorjaarsnota 2012. Hierin is een nadere toelichting is gegeven op de verwerking van het dividend DNB.

33.

2011-2012

De minister zal de Tweede Kamer infor-

Kamerstukken 2011–2012,

De minister van Financiën

   

meren over de mogelijkheden voor een

28 165, nr. 133.

zal de Kamer hierover

   

gedeeltelijke privatisering van de NS.

 

informeren nadat de ordeningsdiscussie is afgerond.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

 

Vergaderjaar

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

34.

2011-2012

De minister zal een inventarisatie maken

Kamerstukken 2011–2012,

Dit zal worden meegenomen

   

van variabele beloningen «onder in het

28 165, nr. 133.

in het Jaarverslag staats-

   

gebouw» van staatsdeelnemingen en

 

deelnemingen 2011.

   

daarbij ook aandacht besteden aan

   
   

maatschappelijke eisen.

   

35.

2011-2012

De minister zal de rvc van NS verzoeken

Kamerstukken 2011–2012,

De minister heeft aange-

   

met een nieuw voorstel te komen voor het

28 165, nr. 133.

geven te trachten dit voor

   

beloningsbeleid van de NS en daarbij ook

 

2013 af te ronden.

   

zogeheten knock-out criteria mee te nemen.

   

36.

2011-2012

De minister zal in het jaarverslag explicieter

Kamerstukken 2011–2012,

Dit zal worden meegenomen

   

ingaan op de vraag welke deelnemingen

28 165, nr. 133.

in het Jaarverslag staats-

   

geprivatiseerd kunnen worden en nader

 

deelnemingen 2011.

   

ingaan op de publieke belangen die zijn

   
   

gemoeid met de deelnemingen.

   

37.

2011-2012

De minister zal de Tweede Kamer infor-

Kamerstukken 2011–2012,

De Kamer zal na de zomer

   

meren over de uitkomsten van een

28 165, nr. 133.

worden geinformeerd.

   

onafhankelijk onderzoek naar de overname

   
   

door Gasunie in Duitsland.

   

38.

2011-2012

De staatssecretaris zal in overleg met

Kamerstukken 2011–2012,

Dit zal door het nieuwe

   

staatssecretaris Teeven werken aan een

28 165, nr. 133.

kabinet aan de Tweede

   

visie op de kansspelmarkt.

 

Kamer worden gezonden.

39.

2011-2012

De minister zal over twee jaar een nieuw

Kamerstukken 2011–2012,

In beginsel zal dit in 2014

   

beoordelingskader voor het beloningsbeleid

28 165, nr. 133.

worden opgesteld en te

   

van staatsdeelnemingen opstellen en

 

zijner tijd zal de Tweede

   

daarbij meenemen de mogelijkheid van een

 

Kamer worden geïnfor-

   

maximum van 10% variabele beloning.

 

meerd.

40.

2011-2012

De minister zal trachten het volgende

Kamerstukken 2011–2012,

Dit betreft het Jaarverslag

   

jaarverslag deelnemingen eerder te laten

28 165, nr. 133.

staatsdeelnemingen 2011,

   

verschijnen.

 

dat ruim voor het einde van dit jaar aan de Tweede Kamer zal worden gezonden.

41.

2011-2012

De Kamer zal uiterlijk in het najaar van 2012 een afschrift ontvangen van het protocol tussen de twee ministers die eindverantwoordelijk zijn voor het toezicht op de financiële markten.

Nota naar aanleiding van het Verslag behorend bij het voorstel van de Wet bekostiging financieel toezicht (Kamerstuk 33 057, nr. 6). Nota naar aanleiding van het

In voorbereiding.

42.

2011-2012

Toezegging om met de toezichthouders te

In voorbereiding.

   

bezien of het draagkrachtbeginsels

Verslag behorend bij het

 
   

afdoende is betrokken bij de vaststelling

voorstel van de Wet

 
   

van de minimumbedragen van de te

bekostiging financieel

 
   

onderscheiden toezichtcategorieën.

toezicht (Kamerstuk 33 057,

nr. 6).

Schriftelijk overleg 3 mei

 

43.

2011-2012

Toezegging om de Tweede Kamer in een

Wanneer het voorstel is

   

vroeg stadium in te lichten over de stand

2012.

gepubliceerd, zal de Tweede

   

van zaken omtrent het voorstel met

 

Kamer een BNC-fiche

   

betrekking tot een Europees raamwerk voor

 

(Beoordeling Nieuwe

   

crisismanagement in de financiële sector.

 

Commissievoorstellen) ontvangen, waarin het kabinet een eerste oordeel geeft over het voorstel.

44.

2011-2012

Toezegging aan de Eerste Kamer, gedaan op 22 mei 2012 tijdens de plenaire behandeling van het voorstel van de Wet bekostiging financieel toezicht, om bijvoorbeeld bij de evaluatie van de bonusregeling de boetes naar de schatkist te heroverwegen.

Handelingen I, 2011–2012, nr. 30, item 6.

In voorbereiding.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Onderdeel B.2 Toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond

Vergaderjaar Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken/planning

45.

2011-2012

46.

2011-2012

47.

48.

2011-2012

2011-2012

Tijdens het AO op 6 juni «Verantwoording EU middelen» met de commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissie voor Europese Zaken is toegezegd dat dit najaar een tussentijds overzicht van de terugvorderingen en boetes in de periode 2007–2013 zal worden gepresenteerd. Toezegging over dat de minister de secretaris-generaal van Financiën en de secretaris-generaal van Algemene Zaken zal verzoeken om ten behoeve van de volgende formatie ambtelijk na te denken over hoe zbo’s kunnen worden meegenomen als er een politieke wens is voor een nullijn, zodat het op een goede manier gedicht kan worden.

Toezegging om aandacht te besteden in de Miljoenennota over de opmerking van het lid Irrgang over dat bezuinigen leidt tot lagere economische groei. Toezegging om mogelijke wijziging van de begrotingsregels onder de aandacht te brengen van de aanstaande informateur als een wens van in ieder geval een deel van de Kamer.

Kamerstuk 33 163, nr. 5.

In behandeling.

Debat over Voorjaarsnota 5 juli 2012.

In behandeling.

Debat over Voorjaarsnota 5 juli 2012.

Debat over Voorjaarsnota 5 juli 2012.

In behandeling, wordt in de miljoenennota 2013 opgenomen.

In behandeling.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.