Brief verkenner; Aanbieding verslag van de verkenner, dhr. Kamp, ten behoeve van het debat over de verkiezingsuitslag - Kabinetsformatie 2012

Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 33410 - Kabinetsformatie 2012.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Kabinetsformatie 2012 ; Brief verkenner; Aanbieding verslag van de verkenner, dhr. Kamp, ten behoeve van het debat over de verkiezingsuitslag
Document­datum 20-09-2012
Publicatie­datum 20-09-2012
Nummer KST334101
Kenmerk 33410, nr. 1
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

33410 Kabinetsformatie 2012

Nr. 1 Brief van de Verkenner

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 september 2012

Hierbij bied ik u het verslag van mijn verkenning aan ten behoeve van het debat over de verkiezingsuitslag.

H.G.J. Kamp

Den Haag, 18 september 2012

Verslag

De voorzitter van de Tweede Kamer heeft mij, op initiatief van de heer M. Rutte (VVD) en met instemming van de voorzitter van de fracties van PvdA, PVV, SP, CDA, D66, GL, ChristenUnie, SGP en PvdD alsmede de heer H.C.M. Krol (50PLUS), op donderdag 13 september jl. gevraagd een verkenning te verrichten ten behoeve van de voorbereiding van het debat dat de Tweede Kamer voornemens is te houden op donderdag 20 september a.s. op basis van artikel 139a, eerste lid, van het Reglement van Orde. Hiertoe heb ik mij bereid verklaard.

Als verkenner heb ik op vrijdag 14 september alle (gewezen) lijsttrekkers ontvangen van de partijen die tijdens het beoogde debat met een fractie in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zullen zijn. Hierbij heb ik mijn werkwijze uiteen gezet, vragen met betrekking tot de voorbereiding van het debat gesteld en kennis genomen van hun reacties en standpunten. De lijsttrekkers van VVD en PvdA heb ik op maandag 17 september elk afzonderlijk opnieuw ontvangen en daarna gezamenlijk. In het gezamenlijke gesprek zijn de namen van de informateurs aan de orde gekomen. Op dinsdag 18 september heb ik de voorzitter van de Eerste Kamer ontvangen. De weergave van wat de lijsttrekkers in hun gesprekken met mij naar voren hebben gebracht, heb ik in de vorm van gespreksverslagen als bijlagen bij dit verslag gevoegd.

Ten aanzien van de mogelijk te vormen coalities hebben de lijsttrekkers, met uitzondering van de lijsttrekkers van SP en PvdD, het standpunt ingenomen dat het onderzoek naar de vorming van een coalitie eerst gericht moet worden op een coalitie die in ieder geval bestaat uit VVD en PvdA. De lijsttrekker van de VVD wenste een onderzoek naar een coalitie die tenminste bestaat uit de fracties van VVD en PvdA. De lijsttrekker van de PvdA wenste een onderzoek naar een coalitie van de fracties van VVD en PvdA waarbij, indien het nodig zou blijken hierbij andere fracties te betrekken, de SP-fractie betrokken zou moeten worden. De lijsttrekker van de SGP bepleitte de mogelijkheid de CDA-fractie bij het onderzoek naar een coalitie van VVD en PvdA te betrekken. De lijsttrekker van het CDA zag hiertoe geen reden. De overige lijsttrekkers, met uitzondering van de lijsttrekker van de PVV, sluiten deelname van hun fractie aan een coalitie van VVD en PvdA niet bij voorbaat uit indien het onderzoek naar een coalitie die bestaat uit deze twee fracties hiertoe aanleiding zou geven.

De lijsttrekkers van SP en PvdD meenden dat een onderzoek naar coalitievorming eerst gericht moet worden op andere combinaties. De lijsttrekker van de SP bepleitte onderzoek naar de combinatie PvdA, SP, CDA en D66, te verrichten door een informateur van PvdA-huize. Indien dit onderzoek niet tot resultaat zou leiden, kunnen een informateur van VVD-huize en een informateur van PvdA-huize andere coalities onderzoeken.

De lijsttrekker van de PvdD wenste een onderzoek door de heer P. Winsemius als informateur naar een coalitie van de VVD met geestverwante partijen, vervolgens naar een coalitie van de PvdA met geestverwante partijen en tot slot naar een coalitie van VVD en PvdA, al dan niet met andere partijen.

Enkele lijsttrekkers hebben deelname van hun partij aan sommige combinaties bij voorbaat uitgesloten dan wel onwaarschijnlijk of niet aangewezen geacht. De lijsttrekker van de VVD wenste geen deelname aan een combinatie die mede bestaat uit zowel PvdA als SP. De lijsttrekker van de SP sloot uit dat zijn fractie zal deelnemen aan een combinatie waarvan de PVV-fractie deel uitmaakt. Hetzelfde geldt voor een centrumrechtse combinatie waarvan de PvdA geen deel uitmaakt. De lijsttrekker van D66 achtte deelname aan de combinaties VVD-CDA-D66-ChristenUnie-SGP en PvdA-SP-CDA-D66 onwaarschijnlijk.

Verschillende lijsttrekkers namen standpunten in over de stabiliteit van de positie van het kabinet in de verhouding met de Eerste Kamer der Staten-Generaal. De lijsttrekkers van VVD, PvdA, D66 en ChristenUnie meenden dat het te vormen kabinet niet behoeft te berusten op een coalitie van partijen waarvan de fracties in de Eerste Kamer een meerderheid vormen. De lijsttrekkers van SP en GL meenden dat dit wel geboden is. De lijsttrekker van de PvdD achtte het van belang, maar zag ook ontbinding van de Eerste Kamer met aansluitend nieuwe verkiezingen voor de Eerste Kamer als mogelijkheid.

De voorzitter van de Eerste Kamer wees erop dat ook het huidige demissionaire kabinet sinds zijn aantreden niet beschikt over een meerderheid in de Eerste Kamer. In algemene zin lichtte hij toe dat de Eerste Kamer niet betrokken is bij de totstandkoming van een regeerakkoord en daar evenmin aan gebonden is. De Kamer pleegt, ongeacht de samenstelling van het kabinet, (wets-)voorstellen te beoordelen op hun rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.

Geen van de lijsttrekkers meende dat nu een of meer formateurs moeten worden benoemd. Allen gingen uit van onderzoek door een informateur of twee informateurs. Voor een onderzoek naar een coalitie die (mede) bestaat uit de fracties van VVD en PvdA gingen de lijsttrekkers van VVD, PvdA, CDA en GL uit van een informateur van VVD-huize en een informateur van PvdA-huize. De lijsttrekkers van D66, ChristenUnie, SGP en 50PLUS wensten één informateur. De lijsttrekkers van D66, SGP en 50PLUS wensten een informateur van VVD-huize, de lijsttrekker van de ChristenUnie wenste een informateur van VVD-huize of PvdA-huize.

Alle lijsttrekkers meenden dat het te verrichten onderzoek zo spoedig mogelijk moet worden afgerond. De lijsttrekkers van VVD, CDA, D66, ChristenUnie, GL en SGP hebben erop aangedrongen dat snel duidelijkheid ontstaat ten aanzien van de begroting voor 2013, waarbij voor D66 de ordentelijke uitvoering van het begrotingsakkoord centraal staat. De lijsttrekkers van SP, ChristenUnie, GL, SGP en PvdD wensten in de opdracht een streefdatum opgenomen te zien. De lijsttrekker van de SP ging uit van 1 november 2012, de lijsttrekker van de ChristenUnie van 1 december.

De lijsttrekkers van VVD, PvdA, SP, GL, SGP, PvdD en 50PLUS meenden dat het regeerakkoord zoveel mogelijk beperkt dient te blijven tot hoofdlijnen, waarbij de uitwerking wordt overgelaten aan het kabinet. Ten aanzien van de inhoud van het regeerakkoord wenste de lijsttrekker van de VVD afspraken over het meerjarig financieel kader, lastenverlichting, veiligheid en het volgen van het saldopad. De lijsttrekker van de PvdA wenste afspraken over een evenwichtige inkomensverdeling, vooruitgang op het gebied van onderwijs en innovatie alsmede afspraken over de woningmarkt, zorg, duurzame technologie en een structureel begrotingsevenwicht in 2017. De lijsttrekker van D66 stelde dat een regeerakkoord met voldoende hervormingen in ieder geval een voorwaarde zou zijn voor deelname aan een coalitie van VVD en PvdA. De lijsttrekker van de SGP meende dat buiten de bestrijding van de financieel-economische crisis terughoudend moet worden omgegaan met het maken van afspraken, bijvoorbeeld over migratie en buitenlands beleid. De lijsttrekker van 50PLUS meende dat een regeerakkoord afspraken moet bevatten tot uitvoering van het Pensioenakkoord tussen sociale partners en het kabinet en tot het gelijk trekken van het vakantiegeld voor AOW-gerechtigden met dat van werkenden.

Gelet op het voorgaande kom ik na deze verkenning tot de volgende bevindingen. Getalsmatig zijn op grond van de verkiezingsuitslag de fracties van de twee grootste partijen voldoende voor een meerderheid in de Tweede Kamer. Deze twee partijen – VVD en PvdA – hebben beide grote winst geboekt. Zij gaven aan dat nu in een informatie de mogelijkheid tot de vorming van een kabinet, tenminste bestaande uit VVD en PvdA, zou moeten worden onderzocht. Indien meer dan twee partijen bij de informatie worden betrokken, dan moet daar volgens de lijsttrekker van de PvdA in ieder geval de SP bij zijn. De lijsttrekker van de VVD sloot echter deelname uit aan een kabinet waarin behalve de PvdA ook de SP participeert.

De lijsttrekker van D66 gaf aan niet betrokken te willen worden bij deze informatie gericht op de vorming van een kabinet bestaande uit VVD en PvdA, omdat deze twee partijen eerst hun verschillen zouden moeten overbruggen. Hij constateerde voorts dat D66 niet nodig is voor een meerderheid.

Voor wat betreft die meerderheid zou ook gekeken kunnen worden naar de Eerste Kamer. Met CDA, PVV of SP zou een VVD/PvdA-kabinet in de Eerste Kamer een meerderheid hebben. De lijsttrekkers van deze drie partijen hebben evenwel aangegeven niet betrokken te willen worden bij dan wel niet de voorkeur te geven aan een informatie gericht op de vorming van een kabinet uit VVD en PvdA. Ten aanzien van de SP sloot de lijsttrekker van de VVD een kabinet van dergelijke samenstelling uit. De lijsttrekkers van ChristenUnie en SGP zien in eerste instantie een grote verantwoordelijkheid voor VVD en PvdA om te komen tot een stabiel kabinet. In deze fase zien zij geen rol voor de hun fracties weggelegd. De lijsttrekkers van de overige partijen (GL, PvdD en 50PLUS) wensten nu evenmin betrokken te worden bij een informatie gericht op de vorming van een kabinet uit VVD en PvdA, waarbij een constructieve benadering van toekomstige kabinetsvoorstellen door geen van hen werd uitgesloten. Dit laatste geldt ook voor ChristenUnie en SGP.

Anders dan deze lijsttrekkers en de lijsttrekkers van SP en D66, kondigde de lijsttrekker van de PVV aan stevig oppositie te zullen voeren tegen een nieuw kabinet van VVD en PvdA, met dien verstande dat voorstellen wel op hun merites zullen worden beoordeeld. Er is dus nu geen draagvlak voor een informatie gericht op een coalitie bestaande uit VVD en PvdA en één of meer andere partijen.

De lijsttrekker van de SP gaf de voorkeur aan een informatie gericht op de totstandkoming van een kabinet bestaande uit (tenminste) PvdA, SP, CDA en D66. Omdat de lijsttrekkers van drie van deze vier partijen – PvdA, CDA en D66 – deze voorkeur niet deelden, is er nu geen draagvlak voor een informatie in deze richting. Een alternatief zou nog kunnen zijn een kabinet bestaande uit VVD, SP, CDA en D66. De lijsttrekker van de SP deelde mee een dergelijk kabinet niet aan een meerderheid te zullen helpen. Daarmee is er nu geen draagvlak voor een informatie in deze richting.

Een informatie om de mogelijkheden te onderzoeken voor de totstandkoming van een kabinet bestaande uit VVD en PvdA is in lijn met de adviezen van het overgrote deel van de politieke leiders van de partijen die in de nieuwe Tweede Kamer vertegenwoordigd zullen zijn. Een dergelijke uit twee partijen bestaande combinatie kan rekenen op de steun van 79 van de 150 leden. Een VVD/PvdA-kabinet zal voor wetsvoorstellen steeds opnieuw een meerderheid in de Eerste Kamer moeten zien te verwerven. De lijsttrekkers van VVD en PvdA deelden mij mee de voorkeur te geven aan een onderzoek door twee informateurs, één uit de kring van de VVD en één uit de kring van de PvdA. Zij noemden daarvoor ondergetekende en de heer W.J. Bos.

Op basis van deze verkenning adviseer ik u, met instemming van de lijsttrekkers van VVD en PvdA, om in het debat op donderdag 20 september a.s. de benoeming te bespreken van een informateur van VVD-huize en een informateur van PvdA-huize. Deze informateurs zouden als opdracht kunnen krijgen om - mede gelet op de financieel-economische situatie en in verband daarmee de begroting voor 2013 - op zo kort mogelijke termijn de mogelijkheid te onderzoeken van een stabiel kabinet uit VVD en PvdA, de grootste partijen en de grootste winnaars. Het verslag van dit onderzoek, met als eventuele bijlage het ontwerpregeerakkoord, zal aan u worden aangeboden. Voor de uitvoering van de informatieopdracht zijn ondergetekende en de heer W.J. Bos beschikbaar.

Met de aanbieding aan u van dit verslag met bijlagen beschouw ik mijn werkzaamheden als verkenner als beëindigd. Ik dank u en de lijsttrekkers voor het in mij gestelde vertrouwen. Gaarne ben ik bereid het debat op donderdag 20 september a.s. bij te wonen en de leden van de Tweede Kamer dan desgevraagd inlichtingen te verstrekken.

Hoogachtend, H.G.J. Kamp

Verslag standpunt van de heer M. Rutte (VVD) in gesprek met Verkenner Kamp op vrijdag 14 september 2012

De heer Rutte wenst een onderzoek op korte termijn, mede in het licht van de begroting 2013, naar een stabiel en slagvaardig kabinet waarvan tenminste VVD en PvdA deel uitmaken, te verrichten door een informateur van VVD-huize en een informateur van PvdA-huize. Hij zal geen steun verlenen aan een coalitie waarvan zowel PvdA als SP deel uitmaken en ziet geen reden onderzoek naar een dergelijke coalitie te laten verrichten.

De heer Rutte vindt het belangrijk dat Nederland zo snel en sterk mogelijk uit de crisis komt. Hij wenst een regeerakkoord op hoofdlijnen dat nader wordt uitgewerkt door het kabinet. Ten aanzien van de inhoud hecht hij in elk geval aan duidelijke afspraken over een meerjarig financieel kader, lastenverlichting, veiligheid en het volgen van het saldopad.

Verslag van het standpunt van de heer D.M. Samsom (PvdA) in het gesprek met Verkenner Kamp op vrijdag 14 september 2012

De heer Samsom wenst een onderzoek op zo kort mogelijke termijn naar een kabinet waarvan VVD en PvdA de kern vormen als grootste fracties en grootste winnaars, te verrichten door een informateur van VVD-huize en een informateur van PvdA-huize. Indien andere fracties bij het onderzoek betrokken zouden moeten worden, moet daar in ieder geval de SP-fractie toe behoren.

De heer Samsom wenst dat een nieuw kabinet Nederland snel uit de crisis helpt. Bij het regeerakkoord gaat hij uit van een akkoord op hoofdlijnen, dat het kabinet nader uitwerkt. Daarbij acht de heer Samsom een evenwichtige inkomensverdeling van belang, evenals het mogelijk maken van vooruitgang, onder meer op het gebied van onderwijs en innovatie, en het werken aan de economie van de toekomst, onder meer op het gebied van de woningmarkt, de zorg en duurzame technologie. Hij wenst te streven naar een structureel begrotingsevenwicht in 2017 en een offensieve aanpak van de eurocrisis.

Verslag standpunt van de heer G. Wilders (PVV) in het gesprek met Verkenner Kamp op vrijdag 14 september 2012

De heer Wilders deelt mee dat de verkiezingsuitslag naar zijn mening een duidelijke opdracht bevat voor VVD en PvdA om te werken aan de samenstelling van een nieuw kabinet. Voor de PVV ziet hij hierbij geen rol weggelegd. Over deelname van andere partijen aan een eventuele coalitie VVD-PvdA heeft hij geen oordeel. De PVV wacht verdere ontwikkelingen in de kabinetsformatie af.

Verslag standpunt van de heer E.G.M. Roemer (SP) in het gesprek met Verkenner Kamp op vrijdag 14 september 2012

De heer Roemer heeft als eerste voorkeur het vormen van een centrumlinkse coalitie van PvdA, SP, CDA en D66. Andere fracties zouden deze coalitie, zonder daadwerkelijke regeringsdeelname, kunnen ondersteunen. De SP vindt dat een coalitie uit niet meer dan vier partijen zou moeten bestaan.

Het vormen van een coalitie van alleen VVD en PvdA vindt de SP onwenselijk, omdat er in de ogen van de SP grote inhoudelijke verschillen tussen beide partijen bestaan, zoals onder andere op de terreinen van de woningmarkt, de zorg, ontwikkelingssamenwerking, duurzaamheid en Europa.

De uitspraak van de kiezer houdt volgens de SP in dat er weliswaar twee partijen groot geworden zijn, maar dat deze niet gezamenlijk moeten gaan regeren. De periode van economische crisis vraagt juist om eenduidig beleid en niet om een compromis, waarin twee flanken met elkaar verenigd worden.

Daarnaast moet een nieuw kabinet volgens de SP in zowel de Tweede Kamer als in de

Eerste Kamer kunnen rekenen op een meerderheid.

De voorkeur van de SP ligt bij een centrumlinkse coalitie, maar als daarvoor geen draagvlak bestaat, dan zijn ook andere opties voor de SP bespreekbaar. Deze hebben echter niet de eerste voorkeur. De SP hanteert daarbij slechts twee voorbehouden:

  • de SP wil niet samen met de PVV deelnemen in een coalitie;
  • de SP zal niet zonder de PvdA een centrumrechtse coalitie aan een meerderheid helpen. De SP heeft nadrukkelijk de bereidheid om verantwoordelijkheid te gaan dragen voor regeringsdeelname. De SP ziet voor zichzelf geen gedoogrol weggelegd.

De SP heeft een voorkeur voor het benoemen van een informateur van PvdA-huize om de centrumlinkse voorkeurscoalitie van de SP te onderzoeken. Wanneer er onvoldoende draagvlak voor deze coalitie bestaat, dan stelt de SP voor twee informateurs te benoemen,

een van VVD en een van PvdA-huize, om alternatieve coalities te onderzoeken.

De SP heeft voor ogen om in deze informatieperiode zoveel mogelijk te werken aan een regeerakkoord op hoofdlijnen, waarbij de mogelijkheid moet blijven bestaan om meer specifieke wensen van partijen een plaats te geven. Verdere uitwerking van een dergelijk regeerakkoord zou moeten worden overgelaten aan een nieuw kabinet.

Bij voorkeur bevat de informatieopdracht ook een streefdatum. Er zou zicht moeten zijn op afronding van de informatiefase voor 1 november.

Verslag van het standpunt van de heer S. van Haersma Buma (CDA) in het gesprek met Verkenner Kamp op 14 september 2012

De heer Buma adviseert de benoeming van een informateur van VVD-huize en een informateur van PvdA-huize met de opdracht te komen tot een stabiel kabinet van VVD en PvdA om de uitdagingen van de crisis het hoofd te bieden.

De verkiezingsuitslag laat een duidelijke overwinning zien voor de PvdA en de VVD. Dit leidt er toe dat de CDA fractie adviseert om te kiezen voor informateurs van VVD- en PvdA-huize. Naar zijn opvatting ligt het niet in de rede dat deze informateurs andere fracties, waaronder de CDA-fractie, betrekken bij hun onderzoek. De informatiefase kan volgens hem niet worden overgeslagen.

Gelet op het feit dat beide partijen samen een duidelijke meerheid vormen in de Tweede Kamer der Staten-Generaal is het aangewezen dat deze partijen hu verschillen overbruggen om te komen tot een stabiel kabinet dat in staat is de uitdagingen van de crisis het hoofd te bieden.

Gelet op de noodzaak om te komen tot een solide begroting voor 2013 moet het uitgangspunt zijn dat geen verslechtering van het begrotingssaldo optreedt ten opzichte van de nog door het demissionaire kabinet aan te bieden Miljoenennota. Een termijn in de formatieopdracht is echter niet noodzakelijk.

Verslag standpunt van de heer A. Pechtold (D66) in het gesprek met Verkenner Kamp op vrijdag 14 september 2012

De heer Pechtold adviseert een informateur van VVD-huize, bij voorkeur een vrouw, te benoemen. Deze informateur zou moeten onderzoeken in hoeverre door D66 geconstateerde verschillen tussen VVD en PvdA overbrugbaar zijn.

Hij merkt op dat de VVD de verkiezingsuitslag uitlegt als steun voor het gevoerde beleid, terwijl de PvdA de verkiezingsuitslag uitlegt als steun voor ander beleid. D66 vindt dat, gelet op de moeilijke economische situatie, eerst onderzocht moet worden of, en zo ja op welke wijze, onderlinge verschillen kunnen worden overbrugd. Het gaat hierbij niet alleen om de inhoudelijke verschillen tussen de verkiezingsprogramma’s van beide partijen, maar ook om het verschil in duiding van de verkiezingsuitslag. Deze verschillen zijn in de beleving van D66 zo groot dat een informatieperiode noodzakelijk is en niet gelijk naar een formatie kan worden overgestapt. D66 ziet in deze fase geen rol voor zichzelf weggelegd.

De informatie zou moeten leiden tot een stabiel en ambitieus kabinet. Afhankelijk hiervan zal D66 op inhoudelijke gronden oordelen of zij het kabinet kan steunen, dan wel (desgewenst) wil deelnemen aan het kabinet. Hiervoor is een regeerakkoord met voldoende hervormingen een noodzakelijke voorwaarde.

Voor een centrumrechtse coalitie (bestaande uit VVD, CDA, D66, CU en SGP) is geen meerderheid. Bovendien vindt D66 samenwerking met CU en SGP niet voor de hand liggen. Een centrumlinkse coalitie (bestaande uit PvdA, SP, CDA en D66) heeft evenmin de voorkeur van D66, omdat D66 de kans om een inhoudelijk akkoord te bereiken met PvdA en SP gezamenlijk nagenoeg nul acht.

Het advies nu eerst te kijken naar de vorming van een eventuele coalitie van VVD en PvdA, impliceert dat voor D66 een meerderheid voor een coalitie in de Eerste Kamer niet bij voorbaat noodzakelijk is. D66 acht het van belang dat tijdens de kabinetsinformatie afspraken worden gemaakt over een ordentelijke uitvoering van het begrotingsakkoord voor 2013. Ook moet het demissionaire kabinet effectief in Europa kunnen blijven functioneren. Het opnemen van een termijn in de opdracht vindt D66 niet nodig.

Verslag standpunt van de heer A. Slob (ChristenUnie) in het gesprek met Verkenner Kamp op vrijdag 14 september 2012

De heer Slob vindt dat de verkiezingsuitslag een grote verplichting legt op de fracties van de VVD en de PvdA om samen een nieuwe coalitie te vormen. Hij adviseert dan ook één informateur aan te wijzen, van VVD- of PvdA-huize, om deze coalitie te onderzoeken. De informateur, bij voorkeur een vrouw, moet voldoende gevoel voor de politieke verhoudingen hebben, om beide partijen bij elkaar te brengen.

De ChristenUnie acht het van belang dat op een zo kort mogelijke termijn de fracties van VVD en PvdA overleggen hoe op hoofdlijnen een dergelijke coalitie kan worden vormgegeven. Gelet op de grote onderlinge verschillen acht de ChristenUnie het noodzakelijk eerst een informatieronde te houden, voordat een formatie kan worden gestart.

Op dit moment acht de ChristenUnie het niet noodzakelijk dat andere fracties worden uitgenodigd aan deze gesprekken deel te nemen. Hiertoe kan later alsnog worden besloten, wanneer inhoudelijke of politieke overwegingen daartoe aanleiding geven. Tegelijkertijd moet worden voorkomen dat, indien deelname van meer fracties gewenst is, zij pas kunnen aanschuiven als de onderhandelingen in de eindfase zijn. Wanneer de ChristenUnie zou worden uitgenodigd aan de onderhandelingen deel te nemen, dan zal de ChristenUnie daartoe de bereidheid hebben. Hierbij zijn geen inhoudelijke blokkades vooraf.

Het advies om eerst een coalitie VVD-PvdA te onderzoeken, impliceert ook dat een nieuwe coalitie voor de ChristenUnie niet per se een meerderheid in de EK behoeft te hebben.

Een centrumrechtse of centrumlinkse coalitie is niet het eerste waar op basis van de verkiezingsuitslag aan gedacht moet worden. De verkiezingsuitslag maakt duidelijk dat VVD en PvdA eerst met elkaar moeten bezien of er ruimte is voor een vruchtbare samenwerking.

De begroting 2013 moet zo snel mogelijk op een ordentelijke wijze in de Staten-Generaal worden behandeld. De economische situatie in Europa vergt dat de vorming van het kabinet in een hoog tempo plaatsvindt. De ChristenUnie zou de vorming van een nieuw kabinet binnen twee maanden willen zien afgerond. De informatieopdracht behoort dan ook een streefdatum te bevatten.

Verslag standpunt van mevrouw J.C.M. Sap (GL) in het gesprek met Verkenner Kamp op vrijdag 14 september 2012

Mevrouw Sap adviseert twee informateurs van VVD- en PvdA-huize aan te stellen. De verkiezingsuitslag maakt volgens haar duidelijk dat VVD en PvdA nu gezamenlijk aan zet zijn bij de vorming van een nieuwe coalitie. Deze partijen zullen eerst de onderlinge tegenstellingen moeten zien te overbruggen. Vervolgens is het aan hen om andere partijen erbij te betrekken, zodat er een meerderheid in de Eerste Kamer ontstaat. Betrokkenheid van GroenLinks ligt in eerste instantie niet voor de hand. Mocht op een later moment alsnog betrokkenheid van GroenLinks gevraagd worden, dan is deze fractie bereid het gesprek te voeren.

GroenLinks pleit voor een akkoord op hoofdlijnen, zodat het regeerakkoord bestand is tegen de met de crisis gepaard gaande snelle veranderingen in de economische situatie. Voorts is een zo spoedig mogelijke totstandkoming van een nieuw kabinet gewenst. Over de behandeling van de begroting 2013 moet eveneens zo snel mogelijk helderheid worden gegeven.

Verslag standpunt van de heer C.G. van der Staaij (SGP) in het gesprek met Verkenner Kamp op vrijdag 14 september 2012

De heer Van der Staaij meent dat het voor de hand ligt dat een informateur van VVD-huize onderzoek verricht naar de vorming van een kabinet van VVD en PvdA als grootste fracties en grootste winnaars met de mogelijkheid dat het CDA hieraan deelneemt. Deelname van het CDA acht hij niet alleen inhoudelijk gewenst en politiek aangewezen maar ook van belang met het oog op het draagvlak in de Eerste Kamer. Getalsmatig ligt deelname van de SGP-fractie aan een coalitie van VVD en PvdA niet in de rede, maar hij is bereid hierover te spreken.

De heer Van der Staaij acht de stabiliteit van het kabinet gediend door een goede uitvoeringstoets op ambtelijke bezuinigingsvoorstellen en het voorstel voor een reservering door de studiegroep Begrotingsruimte en onderzoek naar mogelijkheden tot beperking van vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer.

De heer Van der Staaij gaat uit van een informateur en niet van een formateur. Hij acht het gewenst dat de opdracht van de informateur mede gericht wordt op de bestrijding van de financieel-economische crisis en een concrete termijn bevat. Het is belangrijk dat snel duidelijkheid wordt geboden over de behandeling van de begroting 2013. Hij is van mening dat het regeerakkoord beperkt dient te blijven tot hoofdlijnen en geen gedetailleerde afspraken moet bevatten over bijvoorbeeld migratie en buitenlands beleid, mede met het oog op ruimte voor dualisme tussen regering en Staten-Generaal.

Verslag standpunt van mevrouw M.L. Thieme (PvdD) in het gesprek met Verkenner Kamp op vrijdag 14 september 2012

Mevrouw Thieme adviseert de heer P. Winsemius (VVD) aan te zoeken als informateur met de opdracht achtereenvolgens onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden voor 1) een coalitie van de VVD en geestverwante partijen, 2) een coalitie van de PvdA en geestverwante partijen en 3) als laatste mogelijkheid een coalitie van VVD en PvdA, al dan niet aangevuld met andere partijen. De PvdD geeft de voorkeur aan een meerderheidscoalitie van partijen die overeenstemming bereiken op basis van de thema’s mededogen en duurzaamheid.

Bij het beoordelen van de politieke situatie vindt mevrouw Thieme zowel de verkiezingsuitslag als de verkiezingscampagne relevant. De verschillen tussen VVD en

PvdA zijn zodanig groot, dat het niet voor de hand ligt dat beide partijen direct gezamenlijk een coalitie gaan onderzoeken. De VVD als grootste partij zou als eerste een poging moeten doen een centrumrechtse coalitie te vormen. Mocht dit niet lukken, dan zou de PvdA een poging moeten doen een centrumlinkse coalitie te vormen. Pas wanneer deze beide pogingen zijn mislukt, ligt het onderzoeken van een gezamenlijke coalitie van

VVD en PvdA - al dan niet aangevuld met andere partijen - voor de hand.

De PvdD is bereid deel te nemen aan een coalitie, wanneer daartoe inhoudelijk voldoende overeenstemming bestaat.

Een formele gedoogpositie voor zichzelf ziet de PvdD bij een meerderheidskabinet als overbodig, maar sluit die bij een minderheidskabinet niet uit.

De PvdD vindt voor een nieuwe coalitie een meerderheid in de Eerste Kamer van belang,

maar benadrukt dat die ook via ontbinding en nieuwe verkiezingen tot stand zou kunnen komen nu de samenstelling van provinciale staten tussentijds gewijzigd is.

Gelet op de economische situatie is snelheid in de formatie noodzakelijk. De opdracht aan de nieuwe informateur moet dan ook een tijdslimiet bevatten. Dat kan ook betekenen dat de opstelling van het regeerakkoord beperkt kan worden tot een akkoord op hoofdlijnen.

Verslag standpunt van de heer H.C.M. Krol (50PLUS) in het gesprek met Verkenner Kamp op vrijdag 14 september 2012

De heer Krol is van mening dat een informateur van VVD-huize op korte termijn in eerste instantie de vorming van een kabinet van VVD en PvdA moet onderzoeken. Indien het nodig zou blijken dat hierbij een derde of vierde fractie wordt betrokken, acht hij zijn fractie daarbij niet voor de hand liggen maar evenmin bij voorbaat geheel uitgesloten. Hij sluit deelname aan andere coalities evenmin uit. De heer Krol wenst een regeerakkoord op hoofdlijnen, dat in elk geval de uitvoering moet inhouden van het Pensioenakkoord zoals in juni 2011 is gesloten tussen sociale partners en kabinet, en dat het vakantiegeld voor AOW-gerechtigden wordt gelijk getrokken met dat van werkenden, dus van 6 naar 8 procent.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.