Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2013

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 33400 A - Vaststelling begroting Infrastructuurfonds 2013.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2013; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting
Document­datum 19-09-2012
Publicatie­datum 19-09-2012
Nummer KST33400A2
Kenmerk 33400 A, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2012–2013

33 400 A

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2013

Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Inhoudsopgave

A.

B.

1

2

3

4

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN

Wetsartikel 1

BEGROTINGSTOELICHTING

Leeswijzer

De Infrastructuuragenda

De productartikelen

Bijlagen:

  • 1. 
    Voeding van het Infrastructuurfonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel
  • 2. 
    Verdiepingsbijlage
  • 3. 
    Uitwerking van het Begrotingsakkoord in het Infrastructuurfonds
  • 4. 
    Overzichtsconstructie Kustwacht Nieuwe Stijl
  • 5. 
    Effecten versoberingmaatregelen Beheer en onderhoud
  • 6. 
    Bijlage naar aanleiding van het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2011 Infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2011/2012, 33 240 A, nr. 2).
  • 7. 
    Afkortingenlijst

Blz. 2

2

3

3

8

13

88

88 92 140 142 144

151 158

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

B. BEGROTINGSTOELICHTING

  • 1. 
    LEESWIJZER

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) stelt de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (Begroting hoofdstuk XII) op van de Rijksbegroting en een begroting van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

Voor u ligt de begroting van het Infrastructuurfonds.

Door een apart fonds voor infrastructuur kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de wet op het Infrastructuurfonds, te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur. Zo mag het fonds jaarlijkse saldi (meer of minder uitgaven in enig jaar) overhevelen – in tegenstelling tot de Begroting hoofdstuk XII van IenM – waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet hoeven te leiden tot budgettaire knelpunten.

Het Infrastructuurfonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de Begroting hoofdstuk XII (artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen). Daarnaast worden voor een aantal projecten uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere ministeries, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie (EU)

De begroting bestaat uit de volgende onderdelen:

  • 1. 
    Infrastructuuragenda, waarin de mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma worden gepresenteerd.
  • 2. 
    Productartikelen, waarin per investeringsdomein de begrotingcijfers worden gepresenteerd. Hierin zijn ook de projectoverzichten opgenomen. Een nadere toelichting op deze en alle overige infrastructuurprojecten is te vinden in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)-projectenboek 2013.
  • 3. 
    Bijlagen; de volgende bijlagen zijn opgenomen in deze begroting:
  • a. 
    Voeding van het Infrastructuurfonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel
  • b. 
    Verdiepingsbijlage; hierin wordt de opbouw van de beschikbare bedragen per productartikel uiteengezet.
  • c. 
    Verwerking Begrotingsakkoord
  • d. 
    Overzichtsconstructie Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl
  • e. 
    Begroting Beheer en Onderhoud
  • f. 
    Bijlage naar aanleiding van het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2011 Infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2011/2012, 33 240 A, nr. 2). In de bestuurlijke reactie heeft de minister van IenM toegezegd inzichtelijk te maken hoe de onderbestedingen in de periode 2005–2010 alsnog ten gunste van het spoor komen.
  • g. 
    Lijst met afkortingen.

Groeiparagraaf: wat is nieuw in deze begroting

De begroting is dit jaar gewijzigd door invoering van een nieuwe begrotingsstructuur, verdere doorvoering van het «verantwoord begroten» en maatregelen om meer transparantie te bieden.

Transparantie

In begrotingsonderzoeken en tijdens begrotingsbehandelingen is geconstateerd dat meer transparantie van de begrotingen van IenM wenselijk is. Recent heeft de Tweede Kamer naar aanleiding van het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor deze wens nog eens herhaald.

In de kabinetsreactie op het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie spoor (Kamerstukken II, 2011/2012, 32 707, nr. 16) is een pakket maatregelen aangekondigd om de informatievoorziening naar de Tweede Kamer beter en transparanter te maken. De maatregelen zijn – voor zover van toepassing op de begroting – in deze begroting doorgevoerd. Het betreft onder andere het inzichtelijk maken van significante kasschuiven en begrotingsmutaties over een langere periode (tot en met 2028) dan de reguliere meerjarenramingen (t+4).

Verder heeft de vaste Kamercommissie IenM geconstateerd dat met het toedelen van de bijdrage aan het Infrastructuurfonds aan de verschillende beleidsartikelen, veel sterker de inhoudelijke relatie gelegd kan worden tussen beleidsdoelstellingen, de ministeriële verantwoordelijkheid en het geld dat via het Infrastructuurfonds besteed wordt. Hiertoe is een nieuw beleidsartikel, artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen, geïntroduceerd. In de brief van IenM (Kamerstukken II, 2011/2012, 31 865, nr. 42) is verder aangegeven hoe IenM deze relatie wil versterken. In deze begroting is die lijn doorgevoerd.

Deze ontwikkelingen hebben hun uitwerking op de diverse onderdelen van de begroting van het Infrastructuurfonds. De volgende zaken zijn concreet gewijzigd ten opzichte van de begroting van het Infrastructuurfonds van 2012:

– In de bijlage zijn de uitgaven per modaliteit weergegeven. Daarbij is het verschil met artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen van de Begroting hoofdstuk XII uitgewerkt. Dit verschil betreft voornamelijk de overige ontvangsten van het fonds. – De opzet en terminologie van de verschillende artikelen in het Infrastructuurfonds en Deltafonds is conform de brief van IenM (Kamerstukken II, 2011/2012, 31 865, nr. 42) aangepast om meer uniformiteit te brengen in de artikelen. De vernieuwde opzet van de artikelen heeft als gevolg dat het Spoorartikel en de «Rijkswaterstaat-artikelen» wegen en hoofdvaarwegen nu vergelijkbaar van opzet zijn. De in de vorige begrotingen opgenomen projecten en budgetten onder Verkenningen en Planuitwerkingen zijn met ingang van deze begroting ondergebracht onder Aanleg. – Op de productartikelen van het Infrastructuurfonds worden onder de desbetreffende tabel «budgettaire gevolgen van de uitvoering» na de begrotingsperiode extracomptabel de budgetten op het niveau van artikelonderdeel weergegeven voor de looptijd tot en met 2028. – Mutaties op de beschikbare budgetten worden in de verdiepingsbijlage op hetzelfde detailniveau (artikelonderdeel) tot en met 2028 toegelicht. – In deze begroting wordt de nog niet aan sectoren toebedeelde investeringsruimte voor deze en volgende kabinetten tot en met 2028 op artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten van het Infrastructuurfonds geraamd, zodat deze voor de Tweede Kamer zichtbaar en navolgbaar wordt. Dit is ook zichtbaar onder de «extracomptabele» tabellen behorend bij artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen van de Begroting hoofdstuk XII . Zie voor een nadere toelichting op de investeringsruimte de brief over de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 500 A, nr. 83)

– De Infrastructuurfonds-artikelen 11 Hoofdwatersystemen en 16

Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer, met uitzondering van Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR)), zijn geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII. In deze Infrastructuurfondsbegroting worden productartikel 11 Hoofdwatersystemen en de artikelonderdelen 16.02 tot en met 16.05 nog tot en met het jaar 2012 weergegeven. In de verdiepingsbijlage is beschreven hoe de conversie heeft plaatsgevonden.

– Het inzicht in de budgetten van de planuitwerkingen/

verkenningenprogramma’s tot en met 2028 wordt verhoogd door de nieuwe tabellen planuitwerking/verkenning in het Infrastructuurfonds en het Deltafonds (zie toelichting hieronder).

– Significante kasschuiven en begrotingsmutaties worden inzichtelijk en traceerbaar gemaakt in de verdiepingsbijlage. Aangegeven wordt welke artikelen betrokken zijn bij mutaties en de effecten in de tijd worden weergegeven. Dit is voor alle productartikelen van het Infrastructuurfonds gedaan. Naast de financiële toelichting wordt ook een inhoudelijke toelichting gegeven op deze kasschuiven en begrotingsmutaties.

– Conform de aanbeveling van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor worden alle mutaties in de begroting boven een bedrag van € 5 miljoen toegelicht.

Specifiek voor artikel 13 Spoorwegen zijn voorts de volgende wijzigingen doorgevoerd naar aanleiding van de aanbevelingen van de Tijdelijke

Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor:

– Voor Beheer, onderhoud en vervanging spoor (artikelonderdeel 13.02) is een meer uitgebreide inhoudelijke toelichting opgenomen op de aanwending van de bijdrage aan ProRail. In deze begroting is een specificatie van de uitgaven opgenomen, die is gelijk getrokken met de specificatie zoals die is opgenomen in het beheerplan en het jaarrekening van ProRail.

– De onderverdeling van het artikel van het Infrastructuurfonds voor Beheer, onderhoud en vervanging spoor (artikelonderdeel 13.02) is aangepast, zodat dit beter vergelijkbaar is met de gegevens in het beheerplan en de jaarrekening van ProRail.

– Er is een zichtbare aansluiting gemaakt tussen de uitgaven op het Infrastructuurfonds en de uitgaven van ProRail. Dit is gedaan door de middelen voor ProRail apart zichtbaar te maken bij artikelonderdeel Aanleg (artikel 13.03) en door het opnemen van het grafische schema met financiële stromen spoorinfrastructuur.

– Conform de Kabinetsreactie op het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor is duidelijk aangeven hoe de forfaitaire planningscorrectie op het aanlegprogramma wordt verwerkt.

Tabel planuitwerking/verkenningen

Deze begroting bevat nieuwe tabellen voor programma’s/projecten die zich bevinden in de fase van planuitwerking/verkenning en voor het eerst informatie over de mate van verplichting van het budget. Dit leidt tot meer inzicht in planuitwerking en verkenning, waarmee tevens invulling wordt gegeven aan de toezegging om de budgetflexibiliteit voor de periode tot en met 2028 inzichtelijk te maken. Het hele programma is daartoe per modaliteit ingedeeld in drie categorieën, te weten:

A: «Verplicht»

Hieronder vallen alle projecten/programma’s waar met (bestuurlijke) partijen concrete afspraken over zijn gemaakt over scope/tijd/geld/risico’s met het oog op de realisatie. Doorgaans worden deze neergelegd in bestuursovereenkomsten of convenanten. Daarnaast vallen projecten onder deze categorie, die onvermijdelijk zijn om aan wettelijke normen te kunnen voldoen zijn.

B: «Gebonden»

Deze categorie is voor projecten die niet onder (A) vallen, maar waarbij taakstellende projectbudgetten zijn vastgesteld en extern gecommuniceerd (bijvoorbeeld bij Voorkeursbeslissing), moties/amendementen erover zijn aanvaard en/of globale intentie/procesovereenkomsten zijn gesloten.

C: «Bestemd»

De overige projecten, programma’s, planuitwerkingen, verkenningen, niet zijnde (A) of (B), die geacht worden bij te dragen aan de geformuleerde beleidsdoelen vallen onder deze categorie. Ook bekende risico’s, zoals gemeld in correspondentie richting de Tweede Kamer kunnen hier opgenomen worden. Kenmerkend is dat nog geen politiek vastgestelde budgetten per project beschikbaar zijn. Indien beschikbaar wordt een kostenindicatie/bandbreedte opgenomen.

Deze aanpak is een groeiproces en wordt in de loop van het jaar geëvalueerd en indien nodig in de ontwerpbegroting 2014 aangepast.

Prestatieafspraken Beheer en Onderhoud

Het verkeersmanagement en beheer en onderhoud van het hoofdwegennet (artikel 12) en de hoofdvaarwegen (artikel 15) wordt door Rijkswaterstaat uitgevoerd op basis met de beleidsdiensten gemaakte prestatieafspraken. Voor de periode 2013-2016 zijn met Rijkswaterstaat nieuwe prestatieafspraken gemaakt. Tevens zijn nieuwe indicatoren opgesteld. Deze nieuwe indicatoren sluiten beter aan op de beleidsdoelen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de indicatoren zoals opgenomen bij de genoemde artikelen.

Toelichting bij Verdiepingsbijlage

Naar aanleiding van Cie. Kuiken is aan uw Kamer toegezegd dat de significante begrotingsmutaties en kasverschuivingen in de jaarlijkse begrotingscyclus beter inzichtelijk en traceerbaar worden gemaakt. Als invulling van deze toezegging zijn in de begroting 2013 van het Infrastructuurfonds voor het eerst de bijgaande tabellen en toelichtingen opgenomen die dit inzicht beogen te verschaffen. De tabellen geven inzicht in de begrotingsmutaties en kasschuiven over de gehele planperiode tot en met 2028. De majeure en politiek relevante mutaties worden vervolgens nader toegelicht. In de verdiepingsbijlage 2 zijn de jaren 2012 t/m 2017 opgenomen conform de Rijksbegrotingsvoorschriften. In verdiepingsbijlage 8 zijn de mutaties in de periode t/m 2028 opgenomen conform mijn toezeggingen.

Ter verduidelijking een toelichting op de in te tabellen gehanteerde termen/labelling:

Intensivering: de mutatie betreft een verhoging van de uitgaven op het artikel(onderdeel)vanuit een ander artikel (bijv. overboeking) of van buiten het fonds (bijv. verhoging fonds uit algemene middelen)

Extensivering: de mutatie betreft een verlaging van de uitgaven op het artikel(onderdeel) ten gunste van een ander artikel (bijv. overboeking)

of naar buiten het fonds (bijv. taakstelling).

Neutraal: de mutatie is op artikelniveau per jaar budgettair neutraal,

het betreft een verschuiving tussen artikelonderdelen

Inter-temporeel / kasschuif: de mutatie is binnen het artikelonderdeel meerjarig budgettair neutraal, er is sprake van een verschuiving tussen jaren

Technisch: de mutatie is financieel-technisch van aard en is budgettair en produktieneutraal (bijv. begrotingsconversie)

De begrotingen van IenM zijn ook digitaal beschikbaar op www.rijksbegroting.nl/.

Als bijstuk bij de begroting van het Infrastructuurfonds wordt ook jaarlijks het MIRT-projectenboek (www.mirtprojectenboek.nl) meegestuurd.

  • 2. 
    INFRASTRUCTUURAGENDA

De infrastructuuragenda beperkt zich tot het presenteren van de agenda op projectniveau, met aandacht voor de mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2013 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2013 begint.

A. Mijlpalen en resultaten 2013

Beheer, onderhoud en vervanging

In 2013 wil IenM onder meer de volgende activiteiten in het kader van beheer, onderhoud en vervanging uitvoeren:

Mijlpaal

Project

Hoofdwegen

Hoofdvaarwegen

– Verkeersmanagement (o.a. inzet weginspecteurs bij incidenten, het op alle bemeten wegvakken inwinnen van betrouwbare reis en route-informatie en deze informatie tijdig aan de serviceproviders leveren).

– Regulier Beheer en Onderhoud (o.a. verhardingsonderhoud, onderhoud kunstwerken en Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) systemen en gladheidbestrijding)

– Vervanging (aanpakken levensduurproblematiek stalen bruggen )

– Verkeersmanagement ( o.a. activiteiten in het kader van verkeersbege-leiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering) – Regulier Beheer en Onderhoud (o.a. maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven en maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren) – Vervanging (NOMO achterstallig onderhoud vaarwegen programma «NOMO AOV» en het resterend deel uit het plan van aanpak Beheer en Onderhoud (impuls)

Spoorwegen

– Verkeersleiding en capaciteitsmanagement

– Regulier beheer en onderhoud, waaronder het inspecteren en schouwen van de infrastructuur, functieherstel bij verstoringen, het saneren van geluidsschermen en het onderhouden en schoonmaken van stations – Groot onderhoud, waaronder het slijpen van spoorstaven en het seizoenbe-stendig houden van de sporen

– Het vervangen van spoorstaven (ca. 100 kilometer), dwarsliggers (ca. 40 kilometer) en wissels (ca. 200) en de vervanging van andere systemen, zoals energie, transfer en treinbeheersing.

Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van beheer, onderhoud en vervanging wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT-projectenboek-2013.

Aanleg

Hieronder volgen de mijlpalen die IenM in 2013 wil halen per sector.

Hoofdwegennet

Mijlpaal

Project

Oplevering

Start realisatie

A2 Den Bosch-Eindhoven1 A28 Utrecht-Amersfoort1

A10 Tweede Coentunnel/A5 Westrandweg/N200 Halfweg A73 Koninginnelaan

N11 Leiden/Zoeterwoude-Alphen a/d Rijn N33 Assen (zuid)-Zuidbroek A9 Omlegging Badhoevedorp spoedaanpak

Hoofdvaarwegennet

Mijlpaal

Project

Oplevering

Start realisatie

Verdieping vaarweg Harlingen-Kornwerderzand (Boontjes);

Amendement ligplaatsen;

Diverse projecten in het kader van Quick-win regeling binnenhavens.

De Zaan (Wilhelminasluis).

Verbreding Wilhelminakanaal bij Tilburg.

Ombouw sluis bij Zwartsluis.

Spoorwegen

Mijlpaal

Project

Oplevering Start realisatie

Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP)

Vervanging Dieze brug Den Bosch

Voorinvestering DSSU

Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten tweede fase Herstelplan Spoor

Toegankelijkheid spoor

Fietsparkeren bij stations

Project Reistijdverbetering

Programma Kleine Functiewijzigingen

Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor het lopende programma wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT-projectenboek 2013.

Regionale/lokale infrastructuur (> € 112,5/€ 225 miljoen)

Voor de grote regionale en lokale infrastructuurprojecten (kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger dan € 112,5 respectievelijk € 225 miljoen) ligt de verantwoordelijkheid voor voorbereiding, aanleg, beheer en onderhoud en exploitatie bij de betreffende regionale of lokale overheid. IenM kan een bijdrage leveren in de aanlegkosten van zo’n project als nut en noodzaak zijn aangetoond en het project van (boven)re-gionaal belang is. Voorbeelden van grote regionale/lokale infrastructuurprojecten zijn: N201, Noord-Zuidlijn en Rijn-Gouwe lijn. In artikelonderdeel 14.01 van het Infrastructuurfonds van de Rijksbegroting zijn de grote regionale /lokale projecten nader aangeduid.

B. Invulling Begrotingsakkoord

In de Begroting hoofdstuk XII is aangegeven hoe de taakstelling Begrotingsakkoord is toegerekend. In onderstaande tabel is aangegeven hoe de taakstelling is doorvertaald naar de verschillende productartikelen.

Over de feitelijke invulling van de taakstelling voor 2014 en volgende jaren heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Dat is aan het nieuwe kabinet. In deze begroting zijn de taakstellingen cijfermatig verwerkt op verkenningen en planuitwerkingsprogramma.

Invulling taakstelling Infrastructuurfonds Begrotingsakkoord (x € 1 000)

 
   

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Artikel 12

Hoofdwegen

  • 327 530
  • 40 146
  • 23 948
  • 151 093
  • 126 974
  • 130 119
  • 172 123
  • 187 017

Artikel 13

Spoorwegen

  • 66 883
  • 57 512
  • 81 175
  • 72 835
  • 92 333
  • 86 693
  • 80 824
  • 77 021

Artikel 14

Regionale/lokale infra

  • 9 264
  • 17 824
  • 13 529
  • 14 580
  • 25 319
  • 36 333
  • 18 167
  • 6 964

Artikel 15

Hoofdvaarwegen

  • 105 884
  • 1 260
  • 13 421
  • 17 412
  • 18 450
  • 17 434
  • 12 658
  • 10 258

Artikel 17

Grote projecten

  • 803
  • 250
  • 77
  • 47
  • 30
  • 27
  • 14
  • 4

Artikel 18

Overige uitgaven

  • 1 110
  • 970
  • 1 100
  • 944
  • 1 006
  • 1 030
  • 1 036
  • 1 028

Totaal Infrastructuurfonds

  • 511 474
  • 117 960
  • 133 251
  • 256 911
  • 264 112
  • 271 635
  • 284 823
  • 282 292

(vervolg) Invulling taakstelling Infrastructuurfonds Begrotingsakkoord (x € 1 000)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Som

 

Artikel 12 Hoofdwegen

  • 171 008
  • 172 254
  • 172 076

0

0

0

0

0

  • 1 674 288

Artikel 13 Spoorwegen

  • 72 044
  • 72 432
  • 72 376

0

0

0

0

0

  • 832 128

Artikel 14 Regionale/lokale

                 

infra

  • 6 460
  • 6 499
  • 6 494

0

0

0

0

0

  • 161 433

Artikel 15 Hoofdvaarwegen

  • 9 867
  • 9 897
  • 9 893

0

0

0

0

0

  • 226 434

Artikel 17 Grote projecten

  • 4
  • 4
  • 4

0

0

0

0

0

  • 1 265

Artikel 18 Overige uitgaven

  • 1 028
  • 1 028
  • 1 028
  • 260 368
  • 259 594
  • 259 883
  • 259 894
  • 259 883
  • 1 310 931

Totaal Infrastructuurfonds

260 411

262 114 - 261 871 - 260 368 - 259 594 - 259 883 - 259 894 - 259 883 - 4 206 478

C. Begroting op hoofdlijnen

De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2012.

 
 

art 2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerp-begroting 2012

7 986 678

8 112 818

8 432 147

7 374 136

8 389 115

7 908 773

Mutaties 1e suppletoire wet 2012

55 982

  • 281 206
  • 53 783

87 793

  • 124 762
  • 117 637

Stand Voorjaarsnota 2012

8 042 660

7 831 612

8 378 364

7 461 929

8 264 353

7 791 136

I Belangrijkste mutaties Infrastructuurfonds

  • 132 016
  • 1 597 141
  • 1 505 695
  • 1 522 865
  • 1 715 408
  • 1 444 532

1      Taakstellingen Begrotingsakkoord

2      Taakstelling Begrotingsakkoord (aanleg)

3      Taakstelling Begrotingsakkoord (aanleg – kasschuif)

4      Van/naar BDU

5      BTW compensatie Zuid-As

6      Taakstelling apparaat

7      Bijdrage van HXII tbv Dynamax

8      Bijdrage van HXII tbv geluidsprogramma

9      Loonbijstelling

10    Kaderrichtlijn water naar HXII

11    Overboeking naar Deltafonds

12    Desalderingen Diversen

Div. Div.

Div.

Div. 12 13 12

13 Div.

11 Div. Div.

67 908

3 500

3 500 6 817

77 925 - 945

  • 98 787 200 000

230 000

  • 4 044
  • 8 604 3 000

3 500 6 673

  • 95 164 972 563
  • 1 153

19

  • 103 336
  • 200 000

130 000 - 2 966

  • 23 052

7 900

3 500 6 318

  • 95 841 1 204 393
  • 23 825
  • 138
  • 99 744 200 000

100 000 - 2 966

31 818

3 500

6 003 - 47 626

1 257 852

7  638 1 893

102 945 200 000

  • 2 966 - 33 604

3 500

6 016

  • 2 375

1 367 409

  • 15 625

1 135

101 489 200 000

12 452 20 000 35 390

7 010

6 051

  • 9 455

1 120 211

  • 23 500

207

Totale mutaties

132 961 - 1 597 122 - 1 505 833 - 1 520 972 - 1 714 273 - 1 444 325

Stand ontwerp-begroting 2012

7 909 699 6 234 490 6 872 531 5 940 957 6 550 080 6 346 811

Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in de bijlagen.

Ad 1. In het Begrotingsakkoord wordt het Infrastructuurfonds structureel verlaagd met € 200 miljoen. Conform het Begrotingsakkoord is deze taakstelling in 2013 verwerkt op de aanlegbudgetten van Wegen en Vaarwegen. Vanaf 2014 is de taakstelling verdeeld over alle aanlegbudgetten binnen de investeringsfondsen.

Ad 2. Conform het Begrotingsakkoord is een kasschuif op het aanlegprogramma van het Infrastructuurfonds aangebracht in de jaren 2013 tot en met 2015. In lijn met het Begrotingsakkoord is deze voor € 200 miljoen. verwerkt op wegen en vaarwegen, en de overige € 30 miljoen op spoor en regionaal, lokale infrastructuur.

Ad 3. Naast de specifieke bezuinigingen (zie ad 2 en 3) dragen het Infrastructuurfonds, Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII samen voor € 136 miljoen bij aan de generieke bezuinigingen uit het Begrotingsakkoord. Een substantieel deel hiervan (te weten circa € 99 miljoen) komt ten laste van het Infrastructuurfonds.

Ad 4. Het gaat om de overboeking van verschillende projecten, waarvan de betaalbaarstelling via de Brede Doeluitkering (BDU) zal verlopen. Met betrekking tot het spoorwegenprogramma betreft dit met name het regionale project sneltram Maastricht-Lanaken-Hasselt en het project Quickscan gedecentraliseerd spoor (Gelderland/SAN). Vanuit het hoofdwegenprogramma wordt een bedrag van € 45 miljoen met betrekking tot het programma Beter Benutten overgeboekt en vanuit het regionaal lokale infrastructuurprogramma gaat het om het project

Quickwins Rotterdam en naar Actieplan Regionaal OV met betrekking tot de provincie Flevoland (€ 23 miljoen).

Ad 5. Betreft de uitwerking van de BTW compensatie € 40 miljoen in de jaren 2017 en 2018 (bijdrage van het ministerie van Financiën) conform eerdere afspraak uit 2005 over het verlagen van de BTW-druk op het project (Handelingen 2004–2005, 29 800 XI, nr. 102).

Ad 6. Deze mutatie betreft de taakstelling apparaat uit het Regeerakkoord welke, in afwachting van de invulling hiervan, nog geparkeerd was op de Begroting hoofdstuk XII. De invulling heeft ertoe geleid dat de uitgaven van ProRail met € 37,5 miljoen worden verlaagd vanaf 2018, met een ingroei vanaf 2013. Deze definitieve invulling was reeds verwerkt in het Beheerplan 2012 van ProRail en is nu ook verwerkt in de begroting Infrastructuurfonds.

Ad 7. Dit betreft een technische mutatie van hoofdstuk XII naar het Infrastructuurfonds waarmee een deel van de programma’s Meer Veilig 3 en de kritische ontwerpelementen verkeersveiligheid (AKOE) worden bekostigd. Deze hangen samen met de invoering van de dynamische maximumsnelheden op de diverse trajecten. Dit is eerder gemeld aan de Tweede Kamer.

Ad 8. Betreft een bijdrage van DG Ruimte voor het geluidsprogramma tot en met 2023 in aanvulling op eerdere bijdragen uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) tot en met 2020.

Ad 9. Betreft de toevoeging van de loonbijstelling 2012.

Ad 10. De Tweede Kamer heeft bij de behandeling van de Deltawet het amendement Lucas (Kamerstukken II 2011–2011, 32 304, nr. 29) aangenomen. Hierin wordt bepaald dat geen uitgaven voor aanlegprojecten waterkwaliteit en de Kaderrichtlijn Water (KRW) uit het Deltafonds gedaan mogen worden. Deze uitgaven moeten na in werking treden van de Deltawet verantwoord worden op de Begroting hoofdstuk XII.

Ad 11. In de Deltawet is opgenomen dat een Deltafonds wordt ingezet dat zorg draagt voor de financiering en bekostiging van maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 (Hoofdwatersystemen) en 16 (Megaprojecten wat betreft Maaswerken en Ruimte voor de Rivier) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII (zie ook ad 12).

Ad 12. Dit bestaat enerzijds uit de verwerking van de bijdragen van derden op de verschillende aanleg projecten, met name op hoofdwegen- en spoorwegenprogramma. Anderzijds betreft dit het afboeken van de geraamde tolopbrengsten in de jaren 2013–2017 op het project A12/15 bereikbaarheid regio Arnhem-Noord (€ 283 miljoen).

  • 3. 
    DE PRODUCTARTIKELEN

Artikel 11 Hoofdwatersystemen

Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 Hoofdwatersystemen en 16 Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer, met uitzondering van het PMR) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII.

In bijlage 5a bij de begroting van het Deltafonds is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening zijn als gevolg van de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II, 2011/2011, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de begroting van hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 11 Hoofdwatersystemen (x € 1 000)

 
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

552 419

724 140

         

Uitgaven

834 723

651 989

0

0

0

0

0

11.01 Watermanagement 11.01.01 Basispakket watermanagement

11.02 Beheer en onderhoud 11.02.01 Basispakket B&O waterkeren 11.02.05 Basispakket B&O integraal waterbe-heren

11.02.08 Groot variabel onderhoud waterbeheer

11.03 Aanleg

11.03.01 Realisatieprogramma waterkeren

11.03.02 Realisatieprogramma waterbeheren

11.05 Verkenning en planuitwerking

11.05.01 Verkenningenprogramma hoofdwatersystemen

11.05.02 Planuitwerkingsprogramma waterkeren

11.05.03 Planuitwerkingsprogramma waterbeheer

11.06 Staf Deltacommisaris 11.06.01 Staf Deltacommisaris

11.07 Netwerkgebonden kosten HWS

11.07.01 Apparaatskosten RWS

11.07.02 Overige netwerkgebonden kosten

 

14 803

12 700

14 803

12 700

143 410

142 752

108 463

107 820

27 045

25 299

7 902

9 633

406 045

234 897

278 185

114 107

127 860

120 790

27 615

25 003

18 913

2 159

15 030

6 599

 

6 543

3 374

         

4 420

2 832

0

0

0

0

0

4 420

2 832

         

238 430

233 805

0

0

0

0

0

189 151

185 002

         

49 279

48 803

         

11.09 Ontvangsten

39 763

40 746

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Artikel 12 Hoofdwegennet

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. Betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, GIV/PPS en netwerkgebonden kosten.

Artikel 12 Hoofdwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid en artikel 22 Externe veiligheid en risico’s op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 12 Hoofdwegennet (x € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Verplichtingen

2 274 880

4 156 690

2 634 014

2 382 450

4 018 467

2 515 608

1 427 346

Uitgaven

2 577 371

2 550 529

2 728 863

3 072 135

2 157 605

2 871 423

2 466 135

waarvan juridisch verplicht

   

100%

       

12.01 Verkeersmanagement 12.01.01 Verkeersmanagement

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

12.02.01 Beheer en onderhoud

12.02.02 Servicepakket B&O 12.02.04 Vervanging

12.03 Aanleg

12.03.01 Realisatie

12.03.02 Verkenningen en planuitwer-kingen 12.04.01 GIV/PPS

12.05 Verkenningen en planuitwerkingen voor tracèbesluit

12.05.01 Verkenningen

12.05.02 Planuitwerking voor tracèbesluit

12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

12.06.01 Apparaatskosten RWS

12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

50 137

50 137

322 966

178 572

72 016

72 378

1 340 525

1 340 525

374 846

42 027

10 758

31 269

446 870

387 073

59 797

30 768

30 768

349 482

270 356

56 993

22 133

1 121 815

1 121 815

306 506

302 246 16 678 285 568 439 712 383 570

56 142

22 072

22 072

413 384

339 249

74 135 1 451 135 1 042 578

408 557 420 256

422 016 367 678

54 338

18 733

18 733

494 537

318 959

175 578

1 595 469

787 803

807 666 566 737

396 659 344 180

52 479

20 539             20 412

20 539             20 412

350 416          361 701

271 907           361 701

78 509

895 245        1 858 548

399 526           234 862

495 719 508 980

382 425 330 516

51 909

1 623 686 251 390

379 372 327 354

52 018

19 700

19 700

475 925

475 925

1 405 260 250 710

1 154 550 188 606

376 644 324 668

51 976

12.09 Ontvangsten

98 380

273 817

262 105

182 021

57 577

490 329

112 698

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdie-pingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

 

Bedragen x € 1 000

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

12 Hoofdwegen

12.01  Verkeersmanagement

12.02  Beheer, onderhoud en vervanging

12.03  Aanleg

12.04  GIV/PPS 12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

12.09 Ontvangsten          Ontvangsten

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

uitgaven 2 728 863 3 072 135 2 157 605 2 871 423 2 466 135 2 266 296 2 900 973 3 282 342

22 072

18 733

20 539

20 412

19 700

19 700

19 701

19 700

413 384        494 537

1 451 135     1 595 469

420 256        566 737

422 016        396 659

262 105         182 021

350 416        361 701         475 925        472 235        468 503        471 333

895 245     1 858 548      1 405 260     1 223 702      1 861 594     2 239 198

508 980        251 390         188 606         176 441         177 205         178 213

382 425        379 372         376 644        374 218        373 970        373 898

57 577         490 329         112 698          33 050          33 050

2 466 758 2 890 114 2 100 028 2 381 094 2 353 437 2 233 246 2 867 923 3 282 342

 

(vervolg) Bedragen x € 1 000

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

12 Hoofdwegen

12.01  Verkeersmanagement

12.02  Beheer, onderhoud en vervanging

12.03  Aanleg

12.04  GIV/PPS 12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

12.09 Ontvangsten          Ontvangsten

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

uitgaven 2 200 462 2 308 124 1 949 571 1 768 654 1 298 333 1 238 570 1 177 854 1 167 362

19 701

19 701

19 701

22 290

22 290

22 290

22 290

22 290

 

438 022

523 691

523 692

522 636

522 638

522 636

522 636

534 812

1 193 710

1 239 224

822 631

675 887

205 970

148 541

146 211

123 543

174 459

150 938

208 977

172 637

172 231

169 899

111 513

111 513

374 570

374 570

374 570

375 204

375 204

375 204

375 204

375 204

2 200 462 2 308 124 1 949 571 1 768 654 1 298 333 1 238 570 1 177 854 1 167 362

Motivering

12.01 Verkeersmanagement

Met verkeersmanagement streeft IenM naar optimaal gebruik van informatie over de beschikbare infrastructuur en draagt IenM bij aan het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur. Daarmee worden de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Nederland, binnen de randvoorwaarden van duurzaamheid, bevorderd.

Producten

Voor de periode 2013–2016 zijn met Rijkswaterstaat ten behoeve van het Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud nieuwe prestatieafspraken gemaakt en zijn nieuwe indicatoren opgesteld. Deze nieuwe indicatoren sluiten beter aan op de beleidsdoelen.

Verkeersmanagement

Bij verkeersmanagement wordt onderscheid gemaakt in de volgende maatregelcategorieën:

– Verkeersgeleiding bij grote drukte, inclusief crisissituaties (onder andere weeralarm).

– Hulpverlening voor doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement).

– Maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag, zoals bumperkleven en negeren van rode kruizen.

– Voorlichting over rijkswegen, zoals voorlichting over de gevolgen van wegwerkzaamheden.

Verkeersmanagementmaatregelen zijn onder andere de inzet van weginspecteurs bij incidenten, toeritdosering, spitsstroken, maar ook verkeersinformatie op panelen boven de weg. De meeste van deze maatregelen worden ingezet vanuit vijf regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale. Hierbij wordt het rijkswegennet steeds vaker in samenhang met het regionale wegennet beschouwd door gebiedsgericht verkeersmanagement waarbij wordt ingezet op regionale samenwerking. Dit krijgt ook vorm door verschillende initiatieven waarbij verkeersmanagement een rol speelt, zoals in het programma Beter Benutten. Hierin wordt samen met andere infrabeheerders, vervoersorganisaties en bedrijfsleven gewerkt aan regionale maatregelen om bestaande weg-, vaarweg-, spoor- en OV-verbindingen beter te benutten. Hetzelfde geldt ook voor de Praktijkproef Amsterdam, waarbij door middel van het gecoördineerd netwerkbreed inzetten van maatregelen een bijdrage wordt geleverd aan de beleidsdoelen zoals reistijd en bereikbaarheid in de regio Amsterdam. In deze proef zullen zowel wegkantsys- temen als dynamische navigatiesystemen worden ingezet op het hoofd – en onderliggend wegennet in de regio Amsterdam.

Een onderdeel van het verkeersmanagement betreft de samenwerking van zeventien publieke wegbeheerders (landelijk, provinciaal, regionaal en lokaal) in de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW), waarin zij de krachten bundelen om verkeersgegevens van goede kwaliteit te verzamelen en te distribueren. De actuele verkeersgegevens van de belangrijkste stroomwegen van het Hoofdwegennet en het Onderliggend wegennet in Nederland zijn in de databank opgenomen. In de databank is meer dan 5 850 strekkende kilometer weg van de 10 000 kilometer wegen die hiervoor in aanmerking komen opgenomen. De data worden beschikbaar gesteld aan marktpartijen die de data bewerken tot informatiediensten en -producten voor de reiziger.

De proeven met dynamische snelheden op de A1, A12 (Den Haag), A58 en A12 (Woerden) zijn afgerond en geëvalueerd. De resultaten van deze proeven zijn in februari 2011 aan de Tweede Kamer verzonden. Daarnaast is een proef gestart waarbij de snelheid in de 80 kilometer zone op de A20 Noordbaan wordt verhoogd naar 100 kilometer per uur aan de randen van de spits en in de avond en nacht. Naar aanleiding van de resultaten van dit experiment wordt voor de verbetering van de doorstroming de maximumsnelheid op de Noordbaan A20 Rotterdam in de randen van de spits naar 100 kilometer per uur verhoogd.

 

Specificatie bedieningsareaal:

Areaalomschrijving

Eenheid

2011

2012

2013

Verkeerssignalering op rijbanen

Verkeerscentrales

Spits- en plusstroken

km aantal km

2 633

6

306

2 666

6

318

2 666

6

308

Toelichting

De verwachte afname van het aantal kilometer spitsstroken eind 2013, heeft te maken met de aanleg- en reconstructieprojecten waardoor de spitsstroken als zodanig worden vervangen door reguliere rijstroken, bijvoorbeeld A50/A73 Ewijk-Valburg.

Streefwaarde

Eenheid

Streefwaarde 2013

Op alle bemeten wegvakken wordt betrouwbare reis en route-informatie ingewonnen en                % van bemeten tijdig geleverd aan de serviceproviders.                                                                                                            rij baanlengte                               88%

Toelichting

Deze indicator geeft aan in welke mate Rijkswaterstaat betrouwbare reis-en route-informatie op de Dynamische Route-Informatie Panelen (DRIPs) zet en die informatie beschikbaar stelt voor serviceproviders en in welke mate dit tijdig gebeurt.

In de vorige begroting waren twee indicatoren met betrekking tot de aanrijtijden bij incidenten in de spits opgenomen. Incidentmanagement draagt bij aan de beschikbaarheid van de infrastructuur. De beschikbaarheid is naar aanleiding van de nieuw gemaakte prestatieafspraken als indicator opgenomen bij het beheer en onderhoud.

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Het rijkswegennet (en de onmiddellijke omgeving daarvan) in een dusdanige staat houden dat het vervullen van de primaire functie gewaarborgd is: het faciliteren van vlot en veilig vervoer van personen en goederen onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig milieu.

Voor de periode 2013–2016 zijn met Rijkswaterstaat ten behoeve van het beheer en onderhoud nieuwe prestatieafspraken gemaakt. Tevens zijn nieuwe indicatoren opgesteld. Deze nieuwe indicatoren sluiten beter aan op de beleidsdoelen.

Producten

Het beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, bruggen, tunnels en viaducten, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en exploitatie.

In de begroting van 2012 (bijlage 4.2) is aangegeven dat onafhankelijk onderzoek heeft bevestigd dat de beschikbare middelen voor beheer en onderhoud en vervanging onvoldoende waren. Dat heeft in de begroting 2012 geresulteerd in een oplossing van de problematiek door een verhoging van het budget, efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. In 2012 zijn deze versoberingen verder uitgewerkt. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 5. Voor wat betreft de vervanging voert Rijkswaterstaat nader onderzoek uit waarmee steeds concreter wordt wanneer kunstwerken in aanmerking komen voor vervanging of renovatie en wat de precieze omvang van de problematiek is

Voor de volledigheid wordt ook verwezen naar artikelonderdeel 18.12 Overige uitgaven en ontvangsten, waaronder de middelen voor beheer en onderhoud en vervanging zijn bestemd, die nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.

12.02.01 Beheer en Onderhoud

Een voorwaarde voor optimaal gebruik van het wegennet is beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscen-trales, verkeersvoorzieningen. Daarbij gelden de eisen ten aanzien van het landschap en het milieu rond de rijkswegen als randvoorwaarden. Deze kunnen het best worden gegarandeerd indien de infrastructuur zoveel mogelijk preventief beheerd en onderhouden wordt. Dit in tegenstelling tot correctief onderhoud, waarbij de beheerder geconfronteerd wordt met functieverlies en de gebruiker ongewild voor onaangename verrassingen wordt geplaatst. Zowel het preventief als het correctief onderhoud vallen onder het beheer en onderhoud.

De uitgaven voor het beheer en onderhoud bestaan in hoofdlijn uit:

– Uitgaven voor onderhoud van verhardingen waaronder het herstel van vorstschade en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan. – Uitgaven voor onderhoud van kunstwerken. – Uitgaven voor onderhoud aan DVM-systemen. – Klein variabel en vast onderhoud zoals onderhoud aan bermen,

geleiderail, bewegwijzering, geluidsschermen en verlichting.

1  Per 1 juli 2012 is de geluidwetgeving voor rijkswegen gewijzigd en opgenomen in de Wet milieubeheer (SWUNG-1, zie Staatsblad 2012, nr. 268). Als gevolg van deze wetswijziging moeten aanvullende beheer- en onderhoudskosten worden gemaakt om te kunnen blijven voldoen aan de vastgestelde geluidsproductie-plafonds. De kosten voor deze naleving zullen worden gedekt door herprioritering binnen het Infrastructuurfonds. Het voorgenomen moment hiervoor is verplaatst naar Voorjaarsnota 2013 vanwege de benodigde tijd voor het nader vaststellen van de hoogte van de benodigde middelen voor naleving en de te verrekenen besparingen op geluidkosten bij aanlegprojecten.

2  De naam van het in de vorige begrotingen opgenomen hoofdproduct «Groot Variabel Onderhoud» is met ingang van deze begroting veranderd in «Vervanging». De Tweede Kamer is op 26 juni 2012 hierover geïnformeerd (Kamerstukken II, 2011/2012, 31 865).

Hiernaast valt ook het nemen van geluidmaatregelen als gevolg van de naleving van geluidproductieplafonds (buiten de MIRT-projecten) onder

Beheer en Onderhoud1

12.02.02 Servicepakket B&O

De in de vorige begrotingen onder de term servicepakketten geoormerkte projecten zijn met ingang van deze begroting onder gebracht onder het aanlegprogramma, omdat deze projecten naar hun aard meer overeenkomsten vertonen met aanlegprojecten dan met reguliere Beheer en Onderhoud projecten. Het meerjarenprogramma bodemsanering is ondergebracht binnen het programma regulier Beheer en Onderhoud en daarmee vervallen als servicepakket.

Het gaat om de onderstaande projecten/pakketten:

– Meer veilig-2

– Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen

– Meer Kwaliteit Leefomgeving

12.02.04 Vervanging

Onder de categorie Vervanging2 vallen uitgaven voor werkzaamheden die betrekking hebben op renovatie- en vervangingsinvesteringen. Door de veroudering van de infrastructuur en het veel intensievere gebruik dan bij ontwerp voorzien, zal geïnvesteerd moeten worden in de vervanging dan wel renovatie hiervan.

Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden in verband met de levensduurproblematiek van de stalen kunstwerken. Van de 274 bruggen met een stalen rijdek in het hoofdwegennet is bij vooral oudere exemplaren in toenemende mate sprake van ernstige scheurvorming in de stalen rijdekken. Deze scheurvorming wordt veroorzaakt door een aanzienlijk hogere belasting met zwaar vrachtverkeer dan indertijd bij het ontwerp kon worden voorzien.

De volgende stalen bruggen worden aangepakt:

Stalen Kunstwerken

Vaste bruggen in de programmering           Beweegbare bruggen

t/m 2014

Afgerond

Geprogrammeerd na 2014

Galecopperbrug

Ewijk Kreekrak Beek (Geleen)

Ketelbrug Kruiswaterbrug

Scharsterrijnbrug

Muiderbrug

Gideonbrug

Scharberg (Elsloo)

Calandbrug

Brienenoordbrug

(westelijke boog)

Suurhoffbrug

Wantybrug

Meetbare gegevens

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor verhardingen, bruggen en viaducten (kunstwerken), systemen voor DVM, verkeersvoorzieningen, arealen voor landschap en milieu. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde: van jaar tot jaar kan het actueel uitgegeven percentage fluctueren.

12%

12%

44%

Verhardingen

DVM

Landschap en Milieu

Kunstwerken Verkeersvoorzieningen

Beheer en Onderhoud

Areaal rijkswegen

Eenheid

2011

2012

2013

Rijbaanlengte Rijbaanlengte

Areaal asfalt Areaal asfalt

Groen areaal

 

Hoofdrijbaan

km

5 697

5 721

5 764

Verbindingswegen en op- en

       

afritten

km

1 428

1 451

1 466

Hoofdrijbaan

km2

74

75

75

Verbindingswegen en op- en

       

afritten

km2

12

12

13

 

km2

204

202

202

Omvang Areaal

 

Areaal

Eenheid

Omvang 2013

Budget

x € 1 000

2013

Beheer, onderhoud en ontwikkeling

Oppervlakte wegdek

km2

88

339 249

 

Indicatoren BenO

Indicator

     

streefwaarde 2013

De verhouding verstoringen door aanleg, beheer en onderhoud t.o.v. totale verstoringen.

Tijdsduur (%) van het jaar dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rijstroken zijn afgesloten of een snelheidsbeperking beperking is ingesteld door aanlegwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden, door falen infra of falen verkeersmanagement.

Voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming) en gladheidbestrijding en neemt binnen 24 uur, na constatering, maatregelen bij het (tijdelijk) niet voldoen van de norm bij wegen, viaducten, aquaducten, bruggen en tunnels (eenheid: % van de gevallen).

10%

90%

98%

Toelichting

Bij de nieuwe prestatieafspraken is gekozen voor indicatoren die beter aansluiten bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de doorstroming, beschikbaarheid en veiligheid. Hiermee komen de indicatoren uit de voorgaande begrotingen, namelijk de indicator die de conditie van de wegen aangeeft en één die de kwaliteit van bruggen en viaducten in het rijkswegennet weergeeft te vervallen.

Voor de nieuwe indicatoren worden op basis van proefmetingen nieuwe streefwaarden vastgesteld. De streefwaarde voor 2013 is een eerste inschatting. Gedurende de komende jaren zal worden vastgesteld of een nadere bijstelling van de prestatieafspraken nodig is.

Motivering

12.03 Aanleg

Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt om de verwachte verkeersgroei te faciliteren en een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.

12.03.01 Realisatie

Producten

Dynamisch Verkeersmanagement

In 2007 heeft voormalig VenW een start gemaakt met een investeringsprogramma voor DVM. In de periode 2009–2012 wordt een bedrag van € 200 miljoen geïnvesteerd. Het gaat daarbij voornamelijk om een betere benutting van de wegen, vooral op de file top-50 en om het verbeteren van aansluitingen tussen de snelweg en regionale wegen. Bij dit investeringsprogramma houdt IenM ook rekening met het groot onderhoud om de hinder voor de weggebruiker te beperken.

Daarnaast voert IenM met het oog op de langere termijn een aantal proeven uit die het effect van meer innovatieve verkeersmaatregelen moeten aantonen. Zo wordt vanaf 2012 op de ring Amsterdam een proef met sturend verkeersmanagement opgezet gericht op een meer gecoördineerde inzet van maatregelen op het gebied van regionaal verkeersmanagement. Hiervoor is € 50 miljoen uitgetrokken.

Spoedaanpak Wegen/Fileplan ZSM

De wet Versnelling Besluitvorming Wegprojecten (Kamerstukken II, 2008/2009, 31 721, nr. A) maakt het mogelijk dertig wegprojecten met spoed op te pakken. Samen vormen deze projecten de Spoedaanpak Wegen. In de achterliggende meer dan tweeënhalf jaar is IenM erin geslaagd het uitdagende doel (30 schoppen in de grond, 10 lintjes) van het programma Spoedsaanpak Wegen te realiseren; binnen de afgesproken tijd en nagenoeg binnen het beschikbare budget. Bij alle projecten is de schop in de grond gezet en het merendeel van de projecten zijn opengesteld.

Overige realisatieprojecten

In 2013 wil IenM de volgende mijlpalen realiseren:

Tabel mijlpalen 2013

Mijlpaal

Project

Oplevering

Start realisatie

A2 Den Bosch-Eindhoven1 A28 Utrecht-Amersfoort1

A5 Westrandweg

A10 2e Coentunnel/A5 Westrandweg/N200 Halfweg

A73 Koninginnelaan

N11 Leiden/Zoeterwoude-Alphen a/d Rijn N33 Assen (zuid)-Zuidbroek A9 Omlegging Badhoevedorp spoedaanpak

Overige maatregelen

De in de vorige begrotingen onder de term servicepakketten BenO geoormerkte projecten zijn met ingang van deze begroting onder gebracht onder het aanlegprogramma, omdat deze projecten naar hun aard meer overeenkomsten vertonen met aanlegprojecten dan met beheer en onderhoud projecten Deze worden hieronder toegelicht.

Meer veilig-2

Met dit pakket wordt een bijdrage geleverd aan het verder terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers door incidenten op het rijkswegennet.

Uitvoering van de maatregelen is gepland tot en met 2014. Na 2014 wordt dit pakket opgevolgd door Meer veilig-3, waarvoor op dit moment de eisen en randvoorwaarden worden verkend. Voor 2013 is uitvoering van

34 maatregelen op diverse locaties gepland, waaronder:

Plaatsen of aanpassen van geleiderail;

– Reconstructie van rotondes en kruispunten;

– Installeren van filedetectie- en filewaarschuwingssystemen;

– Reconstructie van invoegers en uitvoegers;

– Aanpassen midden- en zijbermen (halfverharding, zichtafscherming).

Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen

Dit pakket is gericht op het oplossen van de meest acute kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten op verzorgingsplaatsen langs (inter-)nationale vrachtcorridors. Binnen dit pakket worden landelijk 300 extra parkeerplaatsen voor vrachtwagen gecreëerd en nog eens 400 parkeerplaatsen meerjarig gehuurd. Daarnaast wordt ingezet op een structurele kwaliteitsverbetering van naar verwachting 40 verzorgingsplaatsen. Voor het realiseren van sanitaire voorzieningen op solitaire verzorgingsplaatsen wordt onderzocht of commerciële exploitatie en onderhoud van de voorzieningen door marktpartijen mogelijk is.

Meer Kwaliteit Leefomgeving

Dit pakket betreft het Meerjarenprogramma Ontsnippering. De geplande werkzaamheden binnen het programma lopen door tot 2018. Een voorbeeld van een ontsnipperingsproject is het plaatsen van een ecoduct of een dassentunnel. Hierdoor worden twee gescheiden natuurgebieden met elkaar verbonden. In 2013 zullen onder andere werkzaamheden worden uitgevoerd aan het programma 9 ecoducten, ecoduct / natuurbrug Dwingelderveld (A28), ecoduct / natuurbrug Groote Heide (A2), Faunatunnel Braakman (N61) en ecoduct/natuurbrug Weerterbergen (A2).

Projectoverzicht behorende bij 12.03.01: Realisatieprogramma Hoofdwegennet

Totaal

Budget in € mln.

Openstelling

Projectomschrijving huidig vorig

t/m 2012 2013 2014 2015 2016 2017 later huidig vorig 2011

Projecten Nationaal

Dynamisch verkeersmanagement

Kleine projecten / Afronding projecten

Programma 130 km Programma aansluitingen Quick Wins Wegen ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding)

Projecten NoordwestNederland

A10 Amsterdam praktijkproef

FES

A9 Alkmaar – Uitgeest

N9 Koedijk – De Stolpen

N50 Ramspol – Ens

Projecten Utrecht

A2 Holendrecht – Oudenrijn A2 Oudenrijn – Everdingen A28 Utrecht – Amersfoort

Projecten Zuidvleugel

A4 Burgerveen – Leiden

A4 Delft – Schiedam

A12 Zoetermeer – Zoetermeer centrum

A15 Maasvlakte-Vaanplein1

Projecten Zuidwestelijke Delta

N57 Veersedam – Middelburg

Projecten Brabant

A4 Dinteloord – Bergen op

Zoom

N2 Meerenakkerweg (A2 zone)

Projecten Limburg

A2 Maasbracht – Geleen, 1e fase

 

165

165

108

21

19

17

       

2012

2012

93

173

 

20

35

28

3

7

   

nvt

nvt

89

   

23

13

13

10

10

10

10

   

96

96

22

2

18

53

1

     

nvt

nvt

44

45

9

28

6

 

1

     

2011

2011

1 627

1 647

1 144

149

161

63

8

102

   

2014

2014

46

46

3

7

10

10

15

1

   

2011

2011

53

53

46

   

7

       

2011

2012

66

66

43

5

10

8

       

2011

2011

134

126

79

39

12

4

       

2013

2013

1 199

1 199

1 112

66

21

         

2012

2012

103

103

64

4

13

22

       

2011

2012

191

191

63

63

39

25

1

     

2013

2012

580

588

332

84

77

46

30

2

2

7

2014

2014

860

869

31

87

140

200

198

17

187

 

2015

2015

24

24

23

1

           

2011

2011

0

1 185

               

2015

2015

211

202

269 269 6            6

168 169

206

78

101

61          65          42          23

4            2

38

20

2011 2010/2011

2015          2013

2012          2012

2011/2013 2011/2013

5

9

 

108

108

36

1

52

6

121

130

84

9

3

2

414

424

407

     

269

268

88

83

74

24

39

42

37

 

2

 

2010/2011

2010

2014

2014

2011

2011

 

2

1

19

15

19

209

 

29

         
 

3

20

       

2

1

1

  • 1
 
  • 1
 

978

987

749

386

201

219

226

144

56

39

14

34

32

88

1 122

1 043

788

400

235

251

314

Totaal                                                                                     Budget in € mln.              Openstelling

Projectomschrijving                      huidig vorig            t/m 2012 2013 2014 2015 2016 2017 later huidig vorig

2011

A2 Passage Maastricht                      564 565            230          87         87         99          36          25                                      2016          2016

A2/A76 Maatregelenpakket

Limburg2                                              108 108              36            1         52            6                       13                            2010/2015 2010/2015

A74 Venlo                                             121 130              84            9            3            2          23                                                   2012          2012

Projecten Oost-Nederland

A2 Everdingen – Deil en

Zaltbommel-Empel3

A50 Ewijk – Valburg

N34 Omleiding Ommen

N35 Zwolle – Almelo (traverse

Nijverdal)                                              212 212            140          50         22                                                                               2014          2014

Projecten Noord-Nederland

N31 Leeuwarden (De Haak)              179 179              17          39         62         38          19            3            1                        2014          2014

Overige maatregelen

Meer kwaliteit leefomgeving            265

Meer veilig 2                                          29

Verzorgingsplaatsen                            23

Afrondingen                                             2

Totaal uitvoeringsprogramma 6 135                       4 503

Realisatieuitgaven op IF 12.03.01 mbt planuitwerking

Begroting (IF 12.03.01)

1   Inclusief aan- en ontsluitende infrastructuur mainport Rotterdam.

2   Betreft amendement Van Hijum (29 800 A, nr. 8); aanleg spitsstrook A2 St.Joost-Urmond is opengesteld in 2010 en aanpassing aansluiting Nuth op A76 wordt opgeleverd in 2015.

3   Oplevering 2x3 in 2010; oplevering 2x4 Everdingen-Deil in 2011.

  • 1) 
    Inclusief aan- en ontsluitende infrastructuur mainport Rotterdam.
  • 2) 
    Betreft amendement Van Hijum (29 800 A, nr. 8); aanleg spitsstrook A2 St.Joost-Urmond is opengesteld in 2010 en aanpassing aansluiting Nuth op A76 wordt opgeleverd in 2015.
  • 3) 
    Oplevering 2x3 in 2010; oplevering 2x4 Everdingen-Deil in 2011.

Belangrijkste budgettaire aanpassingen van het realisatieprogramma:

– N50 Ramspol – Ens: Het taakstellend budget is verhoogd als gevolg van meerkosten, met name indexering en tijdbonussen.

– A4 Burgerveen – Leiden: De verlaging van het taakstellend budget komt door een bijstelling van de projectraming.

– A4 Delft – Schiedam: De verlaging van het budget betreft een overboeking naar het Gemeentefonds voor uitvoering van de Rijksverplichting zoals opgenomen in de Bestuurlijke Overeenkomst IODS 02-09-2010 (Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam).

– N57 Veersedam – Middelburg: Bij Tracébesluit is het taakstellend budget verhoogd met name door toevoegen van indexeringskosten.

– ZSM 1+2: Verlaging van het budget met € 20 miljoen, waarvan € 16 miljoen voor planuitwerking ZSM en € 4 miljoen van A4/A10 naar A9-Badhoevedorp voor geluidsmaatregelen.

12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen

Hieronder treft u het overzicht aan met het Projectoverzicht behorende bij 12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen

Bedragen x € 1 mln.

Budget Raming kosten

Planning

Projectomschrijving taakstellend min.

2012

2013

2014

2015

2016

2017 2018-2028

 

Verplicht

 

Realisatieuitgaven op

 

IF12.03.01 mbt planuitwer-

 

kingsprojecten

  • 764

Projecten Nationaal

 

Beter Benutten

528

Geluidsaneringpro-

 

gramma – weg

254

Lucht – weg (NSL

 

hoofdwegennet)

248

Lucht – weg (NSL, overig)

110

EPK Planuitwerking

 

Hoofdwegennet

175

Projecten Noordwest-

 

Nederland

 

A1/A6/A9 Schiphol/Adam-

 

Almere

4 118

A9 Badhoevedorp

326

A10 Zuidas

629

A10 Zuidas (Knopen)

320

N23 Alkmaar-Zwolle

57

Projecten Utrecht

 

A12 Ring Utrecht

1 224

A27/A1 Utrecht

 

Noord-knpt Eemnes-

 

aansluiting Bunschoten

252

A28/A1 Knooppunt

 

Hoevelaken

676

Projecten Zuidwestelijke

 

Delta

 

N57/N59 EuroRAP

 

(verkeersveiligheid)

10

N61 Hoek-Schoondijke

117

Projecten Oost-Nederland

 

A1 Beekbergen-Apeldoorn

 

Zuid

35

A12 Ede-Grijsoord

107

A12/A15 Bereikb.heid

 

regio Arnhem-Nijmegen

 

(excl tolopgave)

517

N18 Varsseveld

308

N35 Zwolle-Wijthmen

46

Risicoreservering

 

tegenvallende tolop-

 

brengsten A12/A15

60

Projecten Noord-

 

Nederland

 

A7 Zuidelijke Ringweg

 

Groningen, fase 21

522

N33 Assen

 

(zuid)-Zuidbroek1

176

Gebonden

 

Projecten Nationaal

 

Programma Beter

 

Benutten

50

Reservering meerkosten

 

tunnelveiligheid

100

Reservering tolopgave

 

DBFM-aanbestedingen

 

NWO, A13/A16 en

 

A12/A152

300

Reserveringen voor LCC

 

(o.a. Zuidas-knopen, Ring

 

Utrecht en NWO)

208

TB

TB

TB

UG UG

UG

UG UG

UG

TB

TB TB

UG UG

TB

UG UG

UG

TB

UG

TB

UG

max.

Bedragen x € 1 mln.

Budget Raming kosten

Planning

Projectomschrijving taakstellend min.

2012

2013

2014

2015

2016

2017 2018-2028

Projecten NoordwestNederland

Stedelijke Bereikbaarheid Almere (VSBA)

Projecten Zuidvleugel

A4 Haaglanden (passage en poorten&inprikkers) A4/A44 Holland Rijnlandroute

A13/A16/A20 R’dam (excl. tolopgave van € 245 mln.)

Projecten Brabant

A58 Tilburg – Eindhoven en Sint Annabosch-Galder

Projecten Limburg

A2 Maasbracht – Geleen

2e fase (structurele verbreding)

A27 Houten – Hooipolder

Projecten Oost-Nederland

N35 Wierden – Nijverdal N35 Wijthmen – Nijverdal N50 Kampen – Kampen Zuid (N50 Hattemerbroek-Ramspol 2x2)

Bestemd

Projecten in voorbereiding:

Projecten NoordwestNederland

A7/A8/A10 Asterdam Noord, corridor

Projecten Zuidvleugel

A20 Nieuwerkerk-Gouwe Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO)

Projecten Brabant

N65

Projecten Limburg

A67 Leenderheide-Geldrop A67 No – Regret Maatregelenpakket Limburg

Projecten Oost-Nederland

A1 Zone (Apeldoorn-Deventer-Azelo) N35 Wijthmen – Nijverdal

Projecten NoordNederland

A6 Aquaduct Scharster-rijnbrug

25

425 535 700

425

250 695

40

5

8 2 086

– Overige projecten in voorbereiding Gesignaleerde Risico’s

Totaal programma planuitwerking en verkenning

Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling Aanleg uhv BA

Begroting IF 12.03.02

Art. 12.02: Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling BenO uhv BA

15 903

  • 1 383

14 519

117

max.

Bedragen x € 1 mln.

Budget Raming kosten

Planning

Projectomschrijving taakstellend min.

2012           2013           2014           2015           2016           2017 2018-2028

Legenda tb tracébesluit ug uitvoering gereed uhv BA uit hoofde van

Begrotingsakkoord

1   Dit beschikbare budget is excl. de middelen die op artikel 14 worden begroot (€ 53 mln.).

2   Dit is de waarde op dit moment van topopbrengsten bij deze projecten in de toekomst (de contante waarde). Deze waarde correspodeert met de langjarige topontvangstenreeks, die u aantreft op prodcutartikel 18 van de infrastructuurbegroting 2013.

Belangrijkste budgettaire aanpassingen verkenningen en planuitwer-

100%

90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

 
   

13%

 

2.086

 
           
     
   

24%

 

3.766

 
           
     
           
           
           
           
           
           
 

Procentueel x € 1 mln.

 

Verplicht Gebonden Bestemd

kingen:

– A1/6/9 Schiphol – Amsterdam – Almere: € 24 miljoen is overgeboekt vanuit het project Stedelijke Bereikbaarheid Almere, omdat dit deel van het project binnen A1/6/9 Schiphol – Amsterdam – Almere wordt uitgevoerd.

– A27 Houten – Hooipolder: taakstellend budget is vastgesteld op € 695 miljoen De wegdeel A27 Lunetten – Houten is overgegaan naar het project Ring Utrecht.

– A2 Maasbracht – Geleen: Het betreft de kosten voor de structurele verbreding van de A2 tussen knooppunt Het Vonderen en Kerensheide naar 2x3 rijstroken. Van het totaalbedrag van € 250 miljoen draagt de regio € 35 miljoen aan het project bij (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 000 A, nr. 71). De verwerking van de regionale bijdrage (verhoging ontvangsten) wordt bij Voorjaarsnota 2013 verwerkt.

– Ring Utrecht: het beschikbare budget is aangevuld met bedragen voor de wegvakken A12 Ouderijn-Lunetten en A27 Lunetten-Houten.

– Zuidelijke Ringweg Groningen: Voor het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen is het taakstellend budget exclusief voorbereidingskosten max.

€ 575 miljoen. Van dit budget is € 522 miljoen gedekt op artikel 12 en € 53 miljoen op artikel 14.

– A10 Zuidas verbreding: op de begroting is voor het wegendeel van de Zuidas (exclusief de knopen) € 629 miljoen gereserveerd. In combinatie met het spoordeel van de Zuidas ten bedrage van € 350 miljoen sluit dit op een totale rijksbijdrage van € 979 miljoen (Kamerstukken II, 2011/2012, 32 668, nr. 2)

– A10 Zuidas knopen: op de begroting is voor de ontvlechting van de knooppunten Nieuwe Meer en Amstel € 320 miljoen gereserveerd. Op de begroting is een risicoreservering genomen voor tegenvallende tolopbrengsten op het project A12/A15 van € 60 miljoen

– Het beschikbare budget voor de A12/A15 bedraagt € 517 miljoen, exclusief tolopbrengsten (€ 282,5 miljoen) en planuitwerkingskosten.

– Op de begroting is een risicoreservering genomen voor tegenvallende tolopbrengsten op het project A12/A15 van € 60 miljoen.

– Verkenning Haaglanden: een budget van € 425 miljoen is gereserveerd op de begroting voor aanpak A4 passage en N14.

– As Leiden-Katwijk (integrale benadering Holland Rijnland) € 535 miljoen is gereserveerd voor de Rijkssubsidie aan het project As Leiden-Katwijk (A4-A44)

– A58 Tilburg – Eindhoven en Annabosch – Galder: rijksbijdrage van € 425 miljoen (na 2020) is gereserveerd voor de twee aanlegprojecten op de A58.

– N35 Nijverdal – Wierden: rijksbijdrage van € 40 miljoen is gereserveerd op de begroting.

– Reservering tolopgave Design, Build, Finance, Maintain (DBFM)-aanbesteding NWO, A13/16, A12/15: een reservering van € 300 miljoen is opgenomen voor de drie lopende tolprojecten (NWO, A13/16 en A12/15) voor het risico van het niet slagen van een of meerdere DBFM-aanbestedingen. Doel is dat bij een eventuele mislukte DBFM-aanbesteding een meer klassieke aanbesteding mogelijk blijft.

– Reservering meerkosten tunnelveiligheid: een reservering van € 100 miljoen is opgenomen voor mogelijke tegenvallers bij tunnelprojecten.

– Reservering beheer en onderhoud: een reservering van € 208 miljoen voor de toename van het beheer en onderhoudskosten na realisatie van onder andere A10 Zuidas-knopen, Ring Utrecht en NWO.

– N50 Kampen – Kampen Zuid: rijksbijdrage van € 7 miljoen is gereserveerd op de begroting.

– Om de doelstellingen van het programma Beter Benutten nog in deze kabinetsperiode te behalen, is gezocht naar mogelijkheden om binnen het MIRT-programma budgetten in de juiste kasjaren beschikbaar te krijgen. In totaal is ruim € 300 miljoen naar voren gehaald in de jaren 2012 tot en met 2015 op het Infrastructuurfonds.

12.04 Geïntegreerde contractvormen

Motivering                                                Bij infrastructuurprojecten waarbij sprake is van Publiek-private samen- werking (PPS) bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor aanleg, onderhoud én financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is DBFM waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase. Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. In bijlage 3 van de nota Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water is een lijst van in totaal 32 potentiële DBFM-projecten opgenomen. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt hierover periodiek gerapporteerd.

Producten

De projecten A15 Maasvlakte Vaanplein en A12 Lunetten-Veenendaal verkeren in de bouwfase en kennen al een partiële beschikbaarheidsver-goeding voor zover het onderhoud van bestaand areaal is meegecontrac-teerd. Na oplevering zal de beschikbaarheidsbetaling conform afspraak oplopen. Voor het project N33 Assen-Zuidbroek loopt de aanbesteding in 2012. In het najaar van 2012 zal de aanbesteding van het tweede deelcon-tract van Schiphol-Amsterdam-Almere (A9 Gaasperdammerweg) en van de A12 Ede-Grijsoord starten.

De betalingen voor het provinciale DBFM-project A59 zijn in het najaar van 2011 afgekocht (zoals gemeld bij Najaarsnota) en daarom niet meer van toepassing.

Voor 2013/2014 wordt voorzien dat de volgende DBFM projecten in aanbesteding gaan:

– N18-Varsseveld-Enschede;

– A13/A16 Rotterdam;

– ViA15;

– A27/A1 Utrecht Noord-Knooppunt Eemnes-Bunschoten;

– Derde deelproject Schiphol-Amsterdam-Almere (A9 Amstelveen).

Daarnaast zijn Public-private-comparator (PPC) -meerwaardetoetsen gepland voor de projecten:

– Driehoek A1-A28-A27;

– Ring Utrecht;

– A2 Maasbracht-Geleen;

– N35 Nijverdal-Wierden;

– A28/A1 Knooppunt Hoevelaken;

– A27 Lunetten Hooipolder;

– A58 Zuid-Net /St. Annabosch-Galder;

– A1 Apeldoorn-Azelo;

– Rotterdam vooruit;

– Amsterdam Zuidas.

Tabel Projectoverzicht behorende bij 12.04 geïntegreerde contractvormen Hoofdwegennet

Totaal

Budget in € mln.

Oplevering

Projectomschrijving huidig vorig t/m 2012 2013 2014 2015 2016 2017 later 2011

huidig          vorig

Projecten Noordwest-Nederland

Aflossing tunnels1

A10 Tweede Coentunnel2

Projecten Utrecht

A12 Lunetten-Veenendaal3

Projecten Brabant

A59 Rosmalen-Geffen, PPS

Projecten Noord-Nederland

N31 Leeuwarden-Drachten

Projecten Zuidvleugel

A15 Maasvlakte-Vaanplein

Totaal

 

1 195

1 194

333

52

52

53

54

55

57

539

2013-

-

2 016

2 016

481

95

238

50

50

50

49

550

2014

2012

608

606

42

92

63

63

19

19

19

291

2013

-

279

283

261

1

8

1

1

1

1

5

2005

2005

145

146

96

5

6

5

6

6

5

16

2007

2007

1 983

 

164

61

54

394

379

120

57

754

2015

 

6 226

 

1 377

306

421

566

509

251

188

     

1   Aflossing tunnels: verplichting loopt t/m 2026.

2   Verplichting loopt t/m 2037 en is incl. Westrandweg.

Na zomer 2012: oplevering extra rijstroken Bunnik – Veenendaal. Maart 2013: Oplevering totale project.

3

12.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdwegennet

Motivering                                                Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaats- kosten van Rijkswaterstaat en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. Dit artikelonderdeel is in de Voorjaarsnota 2011 ingesteld als gevolg van de herstructurering van de bekostiging van Rijkswaterstaat per 1 januari 2011. De Tweede Kamer is op 10 januari 2011 en 3 maart 2011 over de herstructurering van de bekostiging nader geïnformeerd (Kamerstukken II, 30 119, nrs. 4 en 5).

Artikel 13 Spoorwegen

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.

Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting hoofdstuk XII over 2013 bij beleidsartikel 16 Spoor.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 13 Spoorwegen (x € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

2 017 923 2 920 991 1 562 567 2 787 165 2 840 261 2 282 712 1 453 797

Uitgaven

2 670 403 2 194 663 2 197 753 2 388 957 2 584 104 2 451 029 2 558 784

waarvan juridisch verplicht

95%

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

13.02.01 Beheer, onderhoud en vervanging Regulier onderhoud

13.02.02 Grote onderhoudsprojecten

13.02.03 Rentelasten

13.02.04 Betuweroute

13.02.05 Kleine infra en overige proj.

13.03 Aanleg

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer

13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS

13.05 Verkenningen en planuitwerkingen

13.05.01 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer

13.05.02 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer 13.07 Rente en aflossing

 

1 797 911

1 480 321

989 946

777 035

398 608

404 600

146 956

37 919

59 262

54 149

203 139

206 618

719 050

521 950

701 011

509 501

18 039

12 449

125 768

136 854

27 674

55 538

27 360

46 974

314

8 564

1 324 516 1 236 385 1 324 516 1 236 385

706 311         986 382

595 685         763 964

51 061          114 066

56 931            99 729

2 634              8 623

148 776          148 040

1 236 800 1 111 748 1 210 582 1 236 800 1 111 748 1 210 582

1 181 055       1 172 551       1 181 262

824 079          671 851          565 839

99 147            70 341            51 045

240 329          413 547          551 451

17 500            16 812            12 927

148 099          148 580          148 790

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

13.09 Ontvangsten

144 781

90 729

60 000

59 999

237 999

181 999          194 208

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdie-pingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

 

Bedragen x € 1 000

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

13 Spoorwegen                  uitgaven 2 197 753     2 388 957     2 584 104     2 451 029     2 558 784     2 492 614     2 121 293     2 030 590

13.02  Beheer, onderhoud en vervanging                                    1 324 516     1 236 385     1 236 800     1 111 748     1 210 582     1 221 869     1 130 098     1 284 238

13.03 Aanleg                                                    706 311        986 382     1 181 055     1 172 551     1 181 262     1 103 173        820 467        566 848

13.04 GIV/PPS                                                  148 776        148 040        148 099        148 580        148 790        149 422        152 578        161 354 13.07 Rente en aflossing                                 18 150          18 150          18 150          18 150          18 150          18 150          18 150          18 150

13.09 Ontvangsten Ontvangsten          60 000          59 999        237 999        181 999        194 208        195 315        199 492        203 541 Bijdrage van hfdst

XII (art 26)                                           2 137 753     2 328 958     2 346 105     2 269 030     2 364 576     2 297 299     1 921 801     1 827 049

 

(vervolg) Bedragen x € 1 000

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

13 Spoorwegen

13.02  Beheer, onderhoud en vervanging

13.03  Aanleg

13.04  GIV/PPS 13.07 Rente en aflossing

13.09 Ontvangsten          Ontvangsten

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

uitgaven 1 765 066 1 520 555 1 626 772 1 653 142 1 445 353 1 478 683 1 474 433 1 471 910

1 167 164     1 166 485

417 524         172 254

162 228         163 666

18 150           18 150

207 468        209 601

1 557 598     1 310 954

1 166 549      1 185 095      1 120 779

277 088        283 293         138 877

164 985         166 604         167 547

18 150           18 150           18 150

211 665        211 988         175 300

1 415 107      1 441 154      1 270 053

1 175 779      1 175 779      1 175 779

116 739         114 339         127 934

168 015         166 165         150 047

18 150           18 150           18 150

175 300         175 300         175 300

1 303 383     1 299 133     1 296 610

Artikel 13.02 – Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

IenM is verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud en vervanging van de hoofdspoorweginfrastructuur. Het bestaande spoornet vertegenwoordigt een groot maatschappelijk geïnvesteerd kapitaal. Instandhouding en waar nodig verbetering daarvan is noodzakelijk om de kwaliteit van het spoor verder te verbeteren en de kerntaak van het spoor te kunnen waarmaken.

Kerngegevens spoorinfrastructuur, op basis van de jaarcijfers (ProRail) 2011:

Netlengte – enkelsporig (km)                                                                                                    968

Netlengte – meersporig (km)                                                                                                 2 067

Totale spoorlengte (km)                                                                                                          7 000

Wissels (aantal)                                                                                                                        7 352

Overwegen (aantal)                                                                                                                 2 759

Seinen (aantal)                                                                                                                       11 599

Beweegbare bruggen (aantal)                                                                                                    58

Tunnels (aantal)                                                                                                                             15

Stations (aantal)                                                                                                                          397

Stationsoppervlakte                                                                                                                1 802

Waarde van de infrastructuur, op basis van de jaarcijfers (ProRail) 2011:

Bedragen x € 1 mln.

Aanschafwaarde

Boekwaarde eind 2011

Dragen, geleiden, doorsnijden (1)

Energie

Beveiligen

Transfer

Beheersen en communicatie

Werken in constructie

Totaal (2)

 

21 429

12 675

4 548

1 633

2 818

1 097

4 215

1 414

1 284

490

1 996

1 996

36 290

19 305

(1) Terreinen, tunnels, bruggen, bovenbouw; (2) Exclusief de HSL-Zuid infrastructuur.

Het extra onderhoud van de nieuwe infrastructuur (zoals de Hanzelijn) en een aantal nieuwe stations die in 2012 en 2013 in gebruik worden genomen is onderdeel van de financiële reeks voor beheer en onderhoud.

Producten

De beheer-, onderhoud- en vervangingsactiviteiten zijn gericht op het realiseren van de in het Beheerplan opgenomen prestaties betreffende de in de Beheerconcessie vastgelegde zorgtaken van ProRail. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met spoorver-keersleiding en activiteiten op het gebied van capaciteitsmanagement. ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een bijdrage van het Rijk. Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor beheer, onderhoud en vervanging wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiks-vergoeding. De door ProRail te ontvangen gebruiksvergoeding wordt in mindering gebracht op de door het Rijk te subsidiëren uitgaven. In de uitgaven wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds beheer en onderhoud en anderzijds vervanging.

Uitgaven

Uitgaven beheer en onderhoud op basis van het Beheerplan 2012, bedragen x € 1000:

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Beheer en calamiteitenorganisatie Grootschalig onderhoud Kleinschalig onderhoud Onderhoud transfer Onderhoud Betuweroute Verkenning en innovatie

Uitbesteed werk

Bovenbouwvernieuwingen Vervanging overige systemen

Vervangingsinvesteringen

Apparaatskosten

Taakstelling Begrotingsakkoord

Totaal uitgaven

Doorbelaste kosten aan derde-partijen Gebruiksvergoeding vervoerders

Doorbelaste uitgaven

Rijksbijdrage

 

176 675

200 565

196 649

193 855

185 295

187 354

160 633

157 254

156 103

122 832

122 620

122 700

319 609

300 337

274 450

277 096

278 821

281 459

83 270

80 856

77 474

76 085

76 279

77 502

33 583

28 681

26 767

24 387

22 007

19 627

4 241

4 241

4 241

4 241

4 001

4 001

778 011

771 934

735 684

698 496

689 023

692 643

163 537

182 046

227 993

218 533

207 090

228 833

241 063

340 144

279 075

380 016

272 045

349 918

404 600

522 190

507 068

598 549

479 135

578 751

336 517

325 175

316 810

308 602

308 641

308 635

0

0

  • 18 850
  • 23 473
  • 17 545
  • 18 021

1 519 128

1 619 299

1 540 712

1 582 174

1 459 254

1 562 008

  • 44 858
  • 45 024
  • 53 521
  • 42 147
  • 41 642
  • 41 642
  • 238 486
  • 249 759
  • 250 806
  • 303 227
  • 305 864
  • 309 784
  • 283 344
  • 294 783
  • 304 327
  • 345 374
  • 347 506
  • 351 426

1 235 784

1 324 516

1 236 385

1 236 800

1 111 748

1 210 582

Uitbesteed werk

De activiteiten die worden uitgevoerd voor beheer en de calamiteitenorganisatie vormen de basis voor de prestaties die ProRail levert. Beheeractivi-teiten die hieraan bijdragen zijn incidentenregie, beheer van netwerken, camera’s en verbindingen, softwareonderhoud, energietransportcapaciteit en verzekeringen.

Grootschalig onderhoud omvat die activiteiten die nodig zijn om de kwaliteit van de infrastructuur te handhaven en de theoretische levensduur i.c. afschrijvingstermijn waar te maken. De activiteiten richten zich voornamelijk op het onderhouden en aanpassen van constructies, conserveren van objecten, slijpen van spoorstaven en het seizoenbe-stendig houden en maken van de sporen.

Kleinschalig onderhoud voorziet in de activiteiten die noodzakelijk zijn om de prestaties op het gebied van beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid te realiseren. Het gaat zowel om cyclische als incidentele onderhoudsactiviteiten. Deze activiteiten zijn onder andere gericht op inspecties en schouw van de infrastructuur, correctie van spoorligging, vervangen van kleine componenten, functieherstel bij storingen, rolling contact fatigue ofwel vermoeiingsschade van contactvlak tussen wiel en rail en sanering van geluidsschermen.

Het onderhoud aan transfervoorzieningen realiseert in belangrijke mate de reizigerstevredenheid op het gebied van reinheid en sociale veiligheid.

Onderhoud transfer omvat op hoofdlijnen schoonmaak, onderhoud energie, verzekeringen en onroerende zaak belasting.

Onderhoud Betuweroute betreft de aan Keyrail te betalen vergoeding voor de exploitatie van de Betuweroute.

Onder verkenning en innovatie vallen projecten en programma’s voor onderzoek naar verbetering van het spoorsysteem.

Uitbesteed werk beheer en onderhoud verdeeld naar systemen (gebaseerd op realisatie 2011):

4%

1% 3%

11%

10%

46%

17%

 

Baan

Stationscomplex

ICT Services

Energievoorziening

Beveiliging

Kunstwerken

Overwegen

Telecommunicatie

Vervangingsinvesteringen

Bovenbouwvernieuwing betreft voornamelijk het vervangen van spoorstaven, dwarsliggers, ballast en wissels. Onder de overige systemen vallen onder andere het treinbeveiligingssysteem, treinbeheersing- en communicatiesystemen, energievoorziening, transfersystemen en kunstwerken.

Vervangingen voorzien in 2012:

Spoorlengte / bovenbouw (km) Lengte dwarsliggers / bovenbouw (km) Wissels (aantal)

102

40

201

Vervangingsinvesteringen verdeeld naar systemen (gebaseerd op productieplan 2012):

2% 4%

5%

12%

69%

Geleidingssysteem                                      Transfersysteem

Doorsnijdingssysteem                                Treinbeveilinginssysteem

Communicatiesysteem                               Energievoorzieningssyteem

Apparaatskosten

De apparaatskosten betreffen de lonen, salarissen, overige personeelskosten, inhuur en huisvestingskosten van ProRail.

Taakstellingen

De taakstellingen uit het Regeerakkoord zijn allemaal verwerkt in de uitgavenreeksen. Het gaat hierbij om de taakstelling spoorsector van € 160 miljoen vanaf 2015 (waarvan € 110 miljoen is verwerkt als lagere uitgaven ProRail en € 50 miljoen hogere ontvangsten Nederlandse Spoorwegen (NS)), de taakstelling gebruiksvergoeding van € 50 miljoen per jaar vanaf 2015 en de apparaatstaakstelling van € 37,5 miljoen per jaar vanaf 2018 (met een ingroei in de periode 2013–2017). De invulling van deze taakstellingen heeft geen beleidsmatige consequenties voor de spoorsector. De efficiencytaakstelling is al door ProRail ingevuld en verwerkt in de reeksen zoals opgenomen in het Beheerplan 2012. De activiteiten die ProRail heeft ingezet om tot kostenreductie te komen zijn onder andere optimalisaties in het onderhouds-rooster, het preventief slijpen van de rails, slimmer inkopen en het verbeteren van de interne efficiency.

Ten aanzien van de verwerking van de taakstellingen uit het Begrotingsakkoord wordt verwezen naar de beleidsagenda van de Begroting hoofdstuk XII.

Doorbelaste uitgaven

Een deel van de jaarlijkse beheer-, onderhoud- en vervangingskosten wordt doorbelast aan derden, met name decentrale overheden. Het gaat dan voornamelijk om het onderhoud van de zogenaamde omgevings-werken. Derden hebben ook de mogelijkheid om het onderhoud van omgevingswerken eeuwigdurend af te kopen. Deze gelden staan bij ProRail op de balans geparkeerd als «voorziening derdenwerken» en het jaarlijkse onderhoud hieraan wordt hierop in mindering gebracht.

Een deel van de beheer-, onderhoud- en vervangingskosten, de gebruiks-afhankelijke kosten, wordt aan de vervoerders doorbelast als gebruiksver-goeding. De tarieven worden jaarlijks door ProRail vastgesteld en gepubliceerd in de Netverklaring. Bij het bepalen van de hoogte van de rijksbijdrage voor ProRail wordt de te ontvangen gebruiksvergoeding in mindering gebracht op de verwachte uitgaven.

Reisinformatie

Reisinformatie wordt in 2012 overgedragen door ProRail aan NS. De financiële gevolgen hiervan zijn voor IenM budgettair neutraal, maar zijn nog niet verwerkt in deze begroting.

Prestaties ProRail

Op grond van de Beheerconcessie worden met ProRail afspraken gemaakt over de invulling van haar zorgplichten voor de spoorinfrastructuur. Dit gebeurt door voor de verschillende zorggebieden kernprestatie indicatoren (KPI’s) af te spreken met grens- en streefwaarden, zoals weergegeven in onderstaande tabel. In deze tabel zijn de KPI’s en grens- en streefwaarden opgenomen uit het Beheerplan 2012. Eind 2012 worden de afspraken voor 2013 gemaakt.

Realisatie Afspraken Prognose 2011               2012               2013

Reizigerstevredenheid over reinheid stations (NS)

Reizigerstevredenheid over sociale veiligheid overdag (NS)

Reizigerstevredenheid over sociale veiligheid ’s avonds (NS)

Toegankelijkheid

Geleverde treinpaden

Punctualiteit Reizigersvervoer (alle vervoerders, <3 minuten *)

Punctualiteit decentrale lijnen

Top 5 minst presterende lijnen

Aankomstpunctualiteit goederenvervoerders

 

Grenswaarde

58%

55%

55%

Grenswaarde

91%

90%

90%

Grenswaarde

60%

59%

59%

Grenswaarde

83%

88%

-

Grenswaarde

98,7%

98,0%

98,0%

Proefjaar met

     

streefwaarde

-

84,5%

84,5%

Proefjaar met

     

streefwaarde

-

88,2%

88,2%

Proefjaar met

     

streefwaarde

-

82%

82%

Proefjaar met

     

streefwaarde

-

81%

-

*) NB: In het kader van het Vervoerplan 2012 gaat NS voor het Hoofd-railnet uit van punctualiteitnorm van <5 minuten.

13.03 Aanleg Spoor

Motivering

IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor: – uitvoering van nieuwbouwprojecten spoor; – voorbereiding van de uitvoering van deze projecten; – door ProRail uit te voeren planuitwerkingen; – door IenM uit te voeren planuitwerkingen.

Producten                                                 13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor

Nieuw opgenomen in het realisatieprogramma

Voormalige geoormerkte projecten uit het programma Beheer en instandhouding

Een van de aanbevelingen van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor was de aansturing van ProRail minder diffuus te maken. In de Kabinetsreactie op het eindrapport is naar aanleiding hiervan ondermeer aangegeven dat met ingang van deze begroting de geoormerkte projecten van beheer- en instandhouding worden overgebracht naar het aanlegprogramma, omdat deze projecten naar hun aard meer overeenkomsten vertonen met aanlegprojecten dan met beheer en instandhoudingsprojecten.

Het gaat om de onderstaande projecten/programma’s: – Toegankelijkheid;

– Programma Fietsparkeren bij Stations; – Uitvoeringprogramma Geluid Emplacementen (UPGE); – Reistijdverbetering;

– Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten (2 fase herstelplan spoor); – HotSpots; – Programma Kleine Functiewijzigingen.

Binnen het programma HotSpots zijn nog twee projecten in uitvoering, overweg Den Dolder en spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven. Besloten is dit programma niet als separaat programma op te nemen maar de gelden voor de overweg Den Dolder toe te voegen aan het aanlegprogramma Automatische Knipperlichtinstallaties-plan (AKI)en veiligheidsknelpunten en de gelden voor de spoorwegovergang Soest-dijkseweg te Bilthoven aan het al bestaande aanlegproject met deze naam.

Regionale Lijnen

Hier worden de projecten opgenomen waarvan de planuitwerking is afgerond en waarvoor de realisatiebeschikking is afgegeven. De afgesproken quickscan-maatregelen zijn vooral gericht op verbeteren van de robuustheid van de dienstregeling en de verbetering van de punctualiteit in het belang van de reiziger. Het gaat daarbij veelal om extra of snellere wissels of om andere snelheidsverhogende maatregelen In deze begroting zijn de voor de realisatie benodigde gelden voor het project perronverlengingen Arnhem-Winterswijk (incl. snelwissel Didam) overgeheveld van het planuitwerkingsprogramma naar het realisatieprogramma.

Afgesloten projecten

Onderstaande projecten zijn afgesloten en indien noodzakelijk zijn de resterende werkzaamheden toegevoegd aan het project Nazorg gereedgekomen lijnen en halten: – BB21;

– Innovatieprogramma Geluid; – Integrale spooruitbreiding Amsterdam-Utrecht; – Amsterdam Spoor 10/15; – Station Maarheeze; – Station Emmen Zuid.

Overige wijzigingen

Geluidsanering Spoorwegen

Het projectbudget is opgehoogd met de bijdrage ad € 70 miljoen van voorheen Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (voorheen VROM) dat beschikbaar was voor de bestaande saneringsoperatie van de Wet geluidhinder. Dit bedrag was eerder door voorheen VROM toegezegd en is nu verwerkt in het projectbudget. Daarnaast heeft een overboeking van € 129 miljoen plaatsgevonden vanuit het Wegenprogramma in het kader van herverdeling van budgetten voor het Meerjarenprogramma geluidsanering. Tevens is voor de afronding van de bouw van het geluidregister € 1,8 miljoen overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 Spoorwegen, Aanleg Spoor van het Infrastructuurfonds. Het geluidre-gister is op basis van het wetsvoorstel Swung noodzakelijk en bevat de brongegevens die ten grondslag liggen aan de hoogte van de geluidpro-ductieplafonds. Dit geluidregister moet beheerd en actueel gehouden worden. Genoemde aanpassingen hebben geleid tot een bijstelling van het projectbudget met € 197 miljoen.

PHS

Het doorstroomstation Utrecht (DSSU) is een essentiële maatregel in het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). Ten aanzien van het station en het emplacement zijn diverse maatregelen voorzien onder de noemer DSSU. Deze maatregelen zorgen voor een vergroting van de capaciteit en voor meer betrouwbaarheid van de dienstregeling op dit belangrijke spoorwegknooppunt. Vooruitlopend op de realisatie van DSSU is behoefte aan aanpassing van de geluidmaatregelen in het project Vleugel/RSS, voorbereidingen voor het 8e perron, de aanpassing van de bovenleidingdraagconstructie onder de stationshal en het verstevigen van een keerwand bij de eindsporen aan de centrumkant (de zogenaamde «buurtsporen»). Deze voorinvesteringen zijn onafhankelijk van de uiteindelijke variantkeuze voor DSSU. De voor de uitvoering van deze werkzaamheden benodigde gelden ad € 3,9 miljoen zijn overgeboekt van het planuitwerkingsbudget PHS naar het realisatiebudget PHS.

Kleine stations

De stations Emmen Zuid en Maarheeze zijn gereed. De hiermee samenhangende uitgaven ad € 3,6 miljoen maken om die reden geen onderdeel meer uit van het totale projectbudget Kleine stations.

AKI-Plan en veiligheidsknelpunten

Naar aanleiding van het advies van de Tijdelijke commissie onderhoud en innovatie spoor zijn de nog uit te voeren werkzaamheden met betrekking tot de overweg Den Dolder toegevoegd aan de scope van AKI-plan en veiligheidsknelpunten en zijn de vanaf 2013 nog te realiseren uitgaven ad € 5,7 miljoen voor deze overweg (onderdeel van het programma HotSpots) overgeboekt van 13.02.05 en toegevoegd aan dit programma. Daarnaast is in overleg met de Regio € 7 miljoen vanuit het projectbudget Vleuten-Geldermalsen toegevoegd voor de financiering van de overweg Leijenseweg.

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

Onder deze post worden de gerealiseerde uitgaven over het afgelopen jaar evenals de geprognosticeerde uitgaven over het lopende en de komende jaren gepresenteerd. Bij Najaarsnota 2011 is het projectbudget al met € 0,6 miljoen verlaagd als gevolg van meevallende kosten bij het project Baarn. Daarnaast bleek het, na nadere inventarisatie van de resterende werkzaamheden, mogelijk het projectbudget met € 3,1 miljoen verder te verlagen en zijn met ingang van deze begroting de restwerk-zaamheden van de projecten station Emmen Zuid, integrale spoorverdub-beling Amsterdam – Utrecht en BB21 onder deze post opgenomen. Genoemde aanpassingen hebben per saldo geleid tot een toename van het projectbudget met € 8 miljoen.

OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL) Korte Termijn OV SAAL kent meerdere onderdelen die bovendien in een ander stadium van planontwikkeling zijn. Het is feitelijk meer een programma dan een project. Dit betekent dat met regelmaat wijzigingen zijn in scope, tijd en geld van onderdelen van OV SAAL. In de begroting 2012 is voor OV SAAL een realisatiebudget opgenomen van € 634 miljoen, in de begroting 2013 € 817 miljoen. Deze mutatie van € 182,7 miljoen bestaat uit twee toevoegingen aan het budget en twee verlagingen. De toevoegingen aan het budget betreffen OV SAAL Korte Termijn (KT) cluster a (Flevolijn). Voor dit onderdeel van OV SAAL is in februari 2012 een beschikking verleend voor geluidsmaatregelen in Weesp, Muiderberg en Almere Poort; deze geluidmaatregelen worden met voorrang uitgevoerd in verband met de indienststelling van de Hanzelijn. In 2012 is voor het project als geheel een uitvoeringsbesluit genomen en is aan Prorail een beschikking verleend. Het benodigde budget (in totaal € 232,5 miljoen) is daarom overgeheveld van het planuitwerkings- naar het realisatieprogramma. Daarnaast is de planuitwerking voor cluster a afgerond en is het resterende budget (€ 0,7 miljoen) toegevoegd aan het realisatiebudget voor cluster a.

Voor OV SAAL KT cluster c (Zuidtak in Amsterdam) is het budget verlaagd met € 45,9 miljoen, omdat de scope van het project is vereenvoudigd. Van dit bedrag is € 24,2 miljoen overgeheveld naar het project Zuidas. Het toekomstperspectief van het project Zuidas is veranderd; een dokvariant wordt niet gerealiseerd. Dit betekent dat geen voorinvesteringen meer nodig zijn om het project Zuidas sneller en goedkoper te kunnen realiseren. Tenslotte is de planuitwerking voor OV SAAL KT cluster b (kleine benuttingsmaatregelen) afgesloten met de constatering dat binnen het beschikbare budget geen zinvolle en betaalbare maatregelen mogelijk waren. Het budget (€ 4,6 miljoen) is samen met de vrijgevallen middelen van cluster c (na verrekening met het project Zuidas € 21,7 miljoen) toegevoegd aan het in het planuitwerkingsprogramma opgenomen project OV SAAL MLT ter compensatie van de op dit project verwerkte taakstelling van € 45 miljoen in het kader van het vorige Regeerakkoord.

Vleuten-Geldermalsen

Zie de toelichting onder AKI-plan en veiligheidsknelpunten.

OV Terminal stationsgebied Utrecht/NSP Rotterdam De voor ProRail beschikbare PEAT/AK dekking voor de Nieuwe Sleutel Projecten (NSP) is tot dusverre op basis van standaard bepalingen berekend. De in april 2009 door Verkeer en Waterstaat en ProRail ingestelde Commissie NSP’s heeft vastgesteld dat dit voor NSP projecten niet toereikend is en gaf de aanbeveling het PEAT/AK tekort aan te zuiveren. Deze aanbeveling is overgenomen. De extra benodigde PEAT-bedragen (€ 15,7 miljoen voor OV Terminal stationsgebied Utrecht en € 5,3 miljoen voor NSP Rotterdam) zijn toegevoegd aan de specifieke projectbudgetten.

Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven

Naar aanleiding van het advies van de Tijdelijke commissie onderhoud en innovatie spoor zijn de vanaf 2013 nog te realiseren uitgaven ad € 3,7 miljoen voor de overweg welke onderdeel waren van het programma HotSpots overgeboekt van 13.02.05 en toegevoegd aan dit project.

Den Haag CS: terugbouwen sporen 11/12

Oorspronkelijke verwachting was een indienststelling van de sporen 11/12

in 2013. In 2012 worden de mogelijkheden bezien om het ontwerp te vereenvoudigen, met een betrouwbaardere dienstregeling als resultaat.

Vooralsnog wordt uitgegaan van een vertraging van het project met twee jaar.

Rijswijk -Schiedam

Op dit project is sprake van een kostenoverschrijding van € 77 miljoen veroorzaakt door een drietal hoofdoorzaken:

– de kosten van het wijzigen van het uitlopen van de planning;

– het financieringstekort in het PEAT-budget;

– gevolgen van gewijzigde inzichten in de Delftse grondwaterstanden.

NSP Breda

Het projectbudget is als gevolg van een gerealiseerde aanbestedingsmeevaller neerwaarts bijgesteld met € 4,8 miljoen.

NSP Arnhem (onderdeel tijdelijke voorzieningen)

De tijdelijke traverse/station zijn langer in gebruik geweest dan vooraf aangenomen en de sloop van deze traverse is duurder uitgevallen dan geraamd. Als gevolg hiervan is het projectbudget verhoogd met € 0,8

miljoen.

Sporen in Arnhem

De toegevoegde indexering aan projectbudgetten op basis van IBOI kan afwijken van de werkelijk gehanteerde indexeringssystematiek in de aannemingscontracten. Hierdoor ontstane indexeringsverschillen worden in 1e instantie gedekt uit het projectbudget. Het resterende projectbudget van onderhavig project is echter onvoldoende om deze verschillen te kunnen oplossen en is om die reden opgehoogd met € 6,5 miljoen.

Traject Oost Convenant DMB (Driebergen-Maasbergen-Bunnik) De stijging van het projectbudget met € 24 miljoen wordt verklaard doordat hogere spoorgerelateerde eisen aan de spoorconstructie worden gesteld ter beperking van gevolgen van stoptonendsein passages ofwel STS passages (zgn. veiligheidskopjes). Daarnaast is sprake van gestegen planuitwerkingskosten omdat meer tijd nodig bleek om tot een breed gedragen ontwerp te komen en een algemene kostenstijging.

Hanzelijn

Binnen het project is sprake van relatief weinig verstoringen en tegenvallers waardoor het op basis van de huidige stand van het project en ingeschatte risico’s mogelijk bleek € 41,7 miljoen vrij te laten vallen uit het budget «onvoorzien». Deze vrijval is gebruikt om de overige problematiek binnen het spoorprogramma deels op te lossen waaronder de projecten Rijswijk-Schiedam en Sporen in Arnhem.

Totaal MIRT

Budget in € mln. incl BTW

Oplevering

Projectomschrijving huidig vorig t/m 2011 2012 2013 2014 2015 2016 20172018–2028 huidig vorig

ProRail Projecten Uitgaven mbt planuitwer-kingen op IF 13.03.04 Projecten nationaal Benutten

ERTMS-pilot Asterdamdam-Utrecht en ERTMS expertisecentrum1

Geluidsanering Spoorwegen UPGE

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Vervanging Dieze brug Den

Bosch

Voorinvestering DSSU

Stations en stationsaanpassingen

Kleine stations

Overige projecten/ programma’s /lijndelen etc.

AKI-plan en veiligheidsknel-punten

Fietsparkeren bij stations2 Nazorg gereedgekomen lijnen/halten Ontsnippering

Programma Kleine Functiewijzigingen

Punctualiteits-/ capaciteitsknelpunten Reistijdverbetering Toegankelijkheid stations

Projecten Noordwest

Nederland

Amsterdam-Almere-Lelystad

OV SAAL korte termijn

Stations en stationsaanpassingen

Amsterdam CS, Cuypershal Amsterdam CS, Fietsenstalling

Overige projecten/lijndelen etc.

Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

Projecten Utrecht

Vleuten – Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

Stations en stationsaanpassingen

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

Overige projecten/lijndelen etc.

Spoorwegovergang Soest-dijkseweg te Bilthoven

Projecten Zuidvleugel

Den Haag CS (t.b.v. NSP) Den Haag CS: perronsporen 11 en 12 Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP)

Overige projecten/lijndelen etc.

Rijswijk – Schiedam incl. spoorcorridor Delft

Projecten Brabant Stations en stationsaanpassingen

 

47

47

 

9

19

19

     

2012/2013/2014

2013

614

417

18

2

1

10

46

85

83

369

divers

divers

22

     

4

7

3

7

   

divers

divers

2

2

   

1

1

       

2014

2014

4

0

2

0

0

2

       

2012

 

76

80

7

14

7

5

12

12

12

7

divers

divers

378

366

300

8

15

26

20

9

1

 

divers

divers

211

     

13

19

18

18

18

125

divers

divers

32

24

1

7

5

5

5

5

4

 

divers

divers

82

82

10

9

8

9

11

11

11

13

divers

divers

565

     

37

88

166

104

45

126

divers

divers

332

     

47

79

54

42

43

67

   

6

     

4

3

       

2013

0

497

     

34

52

49

51

50

262

divers

divers

817

182

531

634

182

956 963

338 322

453

28

32

50 104 113 113 117

261           2016          2016

 

37

37

3

2

4

13

12

3

1

2014/2015/2016 2013/2015

34

34

2

1

4

5

8

7

6

2 2013/2018 2013/17

101           21           23          13          11             3          10

540          71          30          52          58          46          36

92          50          55          58          46          22          16

123

divers divers

2005          2005

e.v.             e.v.

2016

2016

 

33

29

11

3

2

2

115

115

46

30

28

12

37

37

2

0

0

6

265

260

180

40

32

14

11

11

 

2013/2015

2013

2014

2014

3 2015

2013

2013

2013

284

57

54          36          54          30          13

3 2015/2017

2015

2

6

5

3

4

Totaal MIRT

Budget in € mln. incl BTW

Oplevering

Projectomschrijving huidig vorig t/m 2011 2012 2013 2014 2015 2016 20172018–2028 huidig vorig

Breda Centraal (t.b.v. NSP)

Projecten Oost Nederland Utrecht-Arnhem-Zevenaar

Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)

Sporen in Arnhem

Traject Oost uitv. convenant

DMB3

Overige projecten/lijndelen etc.

Hanzelijn

Regionale lijnen Gelderland

Projecten Noord Nederland

Partiële spooruitbreiding Groningen-Leeuwarden Sporendriehoek NoordNederland

55

59

20

13

 

107

106

73

13

11

6

6

   

281

275

254

26

2

       

236

205

6

5

15

26

38

29

37

1 038

1 080

856

74

42

6

12

12

28

3

0

 

2

1

       

5

5

1

1

1

1

1

   

172

170

14

11

14

35

33

24

17

2015

2015

79

2011/2014 2011/2013

2011          2011

div. tot div. tot

2019          2019

10

25

2012

div

2012

div

Totaal ProRail Projecten          8 111

Overige (niet ProRail) Projecten

Afdekking risico’s spoorpro-gramma’s

Intensivering Spoor in steden (I) Spoorzone Ede

Totaal Overige (niet ProRail)

Projecten

Begroting (IF 13.03.01)

2 651 493 572 718 796 651 551

1 477

 

39

39

 

5

15

15

2

 

2

 

n.v.t.

n.v.t.

245

245

173

11

9

13

13

13

13

 

divers

divers

41

41

2

   

19

13

8

   

n.v.t

n.v.t

324

 

175

16

24

46

28

21

15

0

   
     

509

596

764

824

672

566

1 477

   

1   Van het totale budget zal ca € 6 mln aan ProRail worden beschikt. De overige kosten zullen met name aan NS worden beschikt voornamelijk tbv ombouw materieel, opleidingskosten en de ontwikkeling van een referentiesysteem.

2   De gereserveerde middelen voor het programma Fietsparkeren bij stations zijn inclusief de gereserveerde gelden voor stationstallingen tbv PHS (€ 96 mln. ) en OV SAAL (€ 11 mln.)

3   Inclusief uitgaven mbt planuitwerking verantwoord op IF 13.05.01

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

Nazorg gereedgekomen projecten

Onder deze post worden de gerealiseerde uitgaven over het afgelopen jaar evenals de geprognosticeerde uitgaven over het lopende en de komende jaren gepresenteerd. Na een nadere inventarisatie van de resterende werkzaamheden bleek het mogelijk het budget met € 4,5 miljoen te verlagen.

Forfaitaire Aftrek

Projectorganisaties binnen Prorail maken voor de projecten een meerjarenplanning waarbij planningsrisico’s en beheersmaatregelen die genomen worden om de kans van het optreden van dit risico te reduceren worden meegewogen.

De ervaring leert dat daarnaast altijd risico’s zijn waarvan de kans op optreden klein is maar indien ze zich voordoen wel een groot effect hebben op de financiële planning. Voorbeelden hiervan zijn het niet verlenen van benodigde vergunningen, het niet verkrijgen van aangevraagde buitendienststellingen of het wijzigen van bestuurlijke afspraken. Elk jaar doet zich bij een of meerdere projecten een zodanig risico daadwerkelijk voor. Het is echter niet te voorspellen bij welke projecten. Om rekening te houden met dit soort risico’s hanteert ProRail een forfaitaire planningscorrectie op het totale aanlegprogramma. Met behulp

9

5

4

3

0

van de forfaitaire planningscorrectie wordt de trefzekerheid van de begroting voor het totale aanlegprogramma vergroot.

In de huidige situatie wordt de door ProRail opgegeven forfaitaire planningscorrectie door IenM verwerkt in de planning door het verwerken van een kasschuif op één of meer financieel omvangrijke projecten. Het toedelen naar projecten is een arbitraire keuze waarbij voornamelijk de omvang van de totale kasraming per jaar bepalend is, omdat op die manier de forfaitaire aftrek op een beperkt aantal projecten kan worden verwerkt.

De bovenbeschreven werkwijze leidt ertoe dat de in het MIRT-projectenboek gepubliceerde getallen voor de betreffende projecten niet meer aansluiten op de werkelijke voortgang van de projecten en de rapportages van ProRail. De Commissie Kuiken heeft geconstateerd dat het werken met de forfaitaire planningscorrectie het inzicht van de Tweede Kamer vertroebelt en beveelt aan expliciet aan te geven hoe deze in de begroting wordt verwerkt. Onderstaand overzicht geeft aan voor welke bedragen en op welke projecten de forfaitaire aftrek in de begroting 2013 is verwerkt.

Toedeling forfaitaire aftrek

bedragen x € 1 mln.

2012

2013

2014

2015

2016

2017 2018 e.v.

 

OV Saal Cluster C

 
  • 25,0
  • 19,5

Vleuten-Geldermalsen

  • 20,0
  • 7,0
 

Hanzelijn

  • 10,0
  • 10,0
  • 7,5

Goederenroute Elst-Deventer-Twente

  • 1,7
  • 7,0
  • 2,0

Rotterdam-Genua

  • 2,0
 

2,0

24,5

26,5

 

10,0

85,5

2,5

24,5

17,5

10,0

3,5

7,2

Bezien wordt of in de toekomst de verwerking van de forfaitaire planningscorrectie op een betere wijze kan worden verwerkt.

Financiële inpassingen 2013

Naast het feit dat de financiële meerjarenreeksen zijn aangepast op basis van een actualisering van ProRail, zijn naar aanleiding van het Begrotingsakkoord 2012 twee taakstellingen en een kasschuif verwerkt op het aanlegprogramma Personenvervoer. Voor het kasjaar 2013 gaat het om een generieke taakstelling van € 9,3 miljoen, een inkooptaakstelling van € 4 miljoen en een verlaging van € 25,1 miljoen naar aanleiding van de kasschuif in de periode 2013–2015.

Gezien de omvang van de taakstelling 2013 bleek het mogelijk deze te dekken door projecten te temporiseren en gebruik te maken van de beperkte vrije ruimte tot en met 2020. Besloten is om vooralsnog geen projecten daadwerkelijk te vertragen.

Op onderstaande projecten zijn daarvoor kasschuiven verwerkt: – AKI-plan en veiligheidsknelpunten; – Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten; – Amsterdam Zuidas WTC; – PHS;

– Programma Toegankelijkheid;

– European Rail Traffic Management System (ERTMS) pilot AmsterdamUtrecht en expertisecentrum ERTMS; – NSP Utrecht.

Er is voor gekozen de kasschuiven voornamelijk te verwerken op die projecten waar de raming enige flexibiliteit bood en waarvoor nog geen juridische verplichting is aangegaan.

 

Spoorwegen Goederenvervoer Realisatie IF 13.03.02

Totaal MIRT

     

Budget in € mln incl. BTW

Oplevering

Projectomschrijving huidig vorig t/m

2011

2012

2013

2014

2015 2016 2017 2018-2028

huidig vorig

ProRail Projecten Uitgaven mbt planuit-werking op IF 13.03.05 Projecten nationaal

PAGE risico reductie                      18

Optimalisering Goederen-corridor Rotterdam-Genua1 154

Projecten Oost Nederland

Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente

(NaNov)1                                        151

Projecten Zuidwestelijke delta

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn                                     18

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding1                212

Overige projecten

Nazorg gereedgekomen projecten                                            4

Totaal ProRail Projecten 527

Overige (niet ProRail) Projecten

Totaal Overige (niet ProRail) Projecten

Begroting (IF 13.03.02)

18

127

146

18

212

 
 
  • 6
  • 3
  • 3
  • 2
  • 2
  • 5
  • 8
   

7

1

1

2

3

3

1

0

divers 2013

divers 2013

5

9

15

35

52

23

7

8

e.v.

e.v.

34

6             6           16           17           17           21

9 0             1              2             4             2

2           30           60           26           28 28

1 1              1              1

56 12          51        114          99          70 52

33 divers        divers

2011/2014   2011/pm 39

divers        divers

72 0                0

12           51         114           99           70

52

72

1 Inclusief uitgaven mbt planstudies verantwoord op IF 13.03.05

13.03.04 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer

Amsterdam Zuidas WTC

Zie voor een toelichting op de wijziging van het projectbudget de toelichting bij OV SAAL onder 13.03.01

Regionale Lijnen

Naast de overheveling naar het realisatie programma van € 3,3 miljoen voor Arnhem – Winterswijk is een bedrag van € 1,6 miljoen overgeboekt naar de Begroting hoofdstuk XII voor de BDU. Daarnaast is in het kader van het Programma Beter Benutten € 90 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de aanpak van mogelijke capaciteitsknelpunten in de periode tot 2020. De vervolganalyse naar de in de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse geïndiceerde toekomstige, mogelijke knelpunten en de mogelijk daarvoor te treffen maatregelen is begin 2012 gestart. Daarbij worden zowel de betrokken decentrale overheden en vervoerders als ProRail betrokken. Het streven is om over de financiering van de maatregelen op basis van cofinanciering uiterlijk in het najaar van 2012 afspraken te maken met de decentrale overheden.

9

Reservering mogelijke compensatie NS

Bij de afspraken over de integrale concessie voor het hoofdrailnet inclusief Hogesnelheidslijn (HSL)-Zuid is met NS afgesproken dat zij € 176 miljoen betaalt onder de voorwaarde dat zij op deze activiteiten rendement behaalt dat gemiddeld hoger ligt dan vier procent (Kamerstukken II, 2011/2012, 33280A, nr. 3). Aangezien dit een voorwaardelijke afspraak betreft, bestaat het risico dat IenM NS in de toekomst hiervoor moet compenseren. IenM heeft een reservering opgenomen voor het maximale bedrag waarop NS aanspraak zou kunnen maken indien de resultaten tegenvallen; dat is € 144 miljoen. Als de resultaten van NS zich ontwikkelen zoals gepland, dan valt deze reservering vrij.

PHS

Zoals aangegeven in de begroting Infrastructuurfonds 2009 en in de brief aan de Tweede Kamer inzake het deelnemingenbeleid Rijksoverheid (Kamerstukken II, 2009/2010, 28 165, nr. 105) zal een deel van de financiering van PHS plaatsvinden vanuit de leenfaciliteit PHS. Het exacte bedrag van deze leenfaciliteit is inmiddels bepaald op € 874,6 miljoen. Dit bedrag is in mindering gebracht op het totale projectbudget. Deze mutatie heeft geen effect op de voor PHS beschikbare middelen. De binnen PHS gereserveerde gelden voor het programma ruimte voor de fiets ad € 96 miljoen zijn toegevoegd aan het separaat in het MIRT-projectenboek opgenomen programma Ruimte voor de Fiets. Zie voor de overige toelichting op de wijziging van het projectbudget de toelichting onder 13.03.01.

OV SAAL

Bij artikelonderdeel 13.03 Spoorwegen, Aanleg Spoor is toegelicht dat door overheveling van het project OV SAAL KT cluster a van planuit-werking naar realisatie het planuitwerkingsbudget is verlaagd met € 233,2 miljoen. Daarnaast is een bedrag van € 11 miljoen dat binnen het project OV SAAL MLT was gereserveerd voor fietsvoorzieningen overgeheveld naar het programma Ruimte voor de Fiets. € 26,3 miljoen is van realisatie overgeheveld naar planuitwerking (zie voor toelichting artikelonderdeel 13.03 Spoorwegen, Aanleg Spoor). Het resultaat is een verlaging van het planuitwerkingsbudget voor OV SAAL met € 217,9 miljoen.

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

Via amendement Koopmans/Cramer (Kamerstukken II, 2008/2009, 31 700 A, nr. 71) is € 6 miljoen toegevoegd aan de BDU en beschikbaar gesteld voor het regionale project Maastricht – Lanaken (-Hasselt). Met deze € 6 miljoen is de financiering van dit project aan Nederlandse zijde rond. De € 6 miljoen maakt ook deel uit van de overeenkomst met de provincie Limburg inzake het OV-pakket. Beoogde exploitatiestart van de sneltramverbinding is 2017. Het Kabinet heeft aanvullend € 50 miljoen beschikbaar gesteld ter verwezenlijking van de ambitie uit het Regeerakkoord om het spoorvervoer over de landsgrenzen heen een impuls te geven. Dit budget is bestemd voor grensoverschrijdend personenvervoer per spoor waaronder de verbindingen naar de HSL en ICE stations net over de landsgrenzen zoals de stations van Aken en Luik.

Projecten in voorbereiding

In 2012 is een aantal projecten aangekondigd, zoals het programma Winterhard Spoor, een overkoepelende veiligheidsaanpak, aanvullende maatregelen om stoptonend seinpassages (STS) tegen te gaan en de implementatie van het nieuwe beveiligingssysteem ERTMS om de veiligheid op het spoor te garanderen. Deze projecten ondersteunen de aangekondigde overkoepelende «Lange Termijn Spooragenda». Onderdeel hiervan is een principebesluit voor de implementatie van ERTMS, waarvoor in 2013 voorbereidende werkzaamheden worden uitgevoerd.

 

Bedrag x € 1 mln.

 

Budget

Raming kosten

Planning

           

Projectomschrijving

taakstellend

min.

max. 2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018-2028

Verplicht

 

Planuitwerkingskosten op

 

realisatieprogramma IF

 

13.03.01

2

Projecten Nationaal

 

Kleine projecten Personen-

 

vervoer

5

Reservering opbouw

 

compensatie NS

144

Projecten Noordwest-

 

Nederland

 

Amsterdam Zuidas station

 

(NSP)

231

Amsterdam Zuidas

 

WTC/4-sporen

119

Projecten Oost-Nederland

 

Quick scan decentraal

 

spoor Gelderland

27

Traject Oost (convenant

 

DMB)

8

Gebonden

 

Projecten Nationaal

 

Grensoverschrijdend

 

Spoorvervoer

37

Quick scan decentraal

 

spoor, fase 2 (NMCA)

91

Grensoverschrijdend

 

Spoorvervoer, fase 2

51

Programma Hoogfrequent

 

Spoor (PHS)

1 866

Reservering Business case

 

NSP

12

Projecten Noordwest-

 

Nederland

 

OV Schiphol-Amsterdam-

 

Almere-Lelystad

771

Bestemd

1 066

Projecten in voorbereding:

 

Projecten Nationaal

 
  • Roadmap ERTMS
 

– Winterhard spoor

 

– Overige projecten in

 

voorbereiding

 

Gesignaleerde risico’s

 

Totaal planuitwerkings-

 

programma

4 430

Nog niet met maatregelen

 

belegde Taakstelling

 

Aanleg uhv BA

  • 601

Begroting (IF 13.03.04)

3 829

UG

UG UG

UG

UG

UG

UG

UG UG

UG UG

Budget Raming kosten

Planning

Projectomschrijving taakstellend min.

2012

2013

2014

2015

2016

2017 2018-2028

Art.13.02: Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling BenO uhv BA

190

Legenda ug uitvoering gereed uhv uit hoofde van

Begrotingsakkoord

Verk./Planuitw. Spoor (Periode 2012–2028)

100%

90%

80%

70%

60%

50%

40%

30%

20%

10%

0%

Procentueel

 
         
 

24%

 

1.066

 
         
   
         
         
 

64%

 

2.829

 
         
         
         

-------------------------------------------------------------------1----------------

----------

x € 1 mln.

Verplicht

Gebonden

Bestemd max.

13.03.05 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer

Bedrag x € 1 mln.

Budget Raming kosten

Planning

Projectomschrijving taakstellend min.

2012

2013

2014

2015

2016

2017 2018-2028

Verplicht

Planuitwerking op realisatieprogramma IF 13.03.02

Gebonden Projecten Nationaal

Aslastencluster III Europese ERMTS verbindingen Kleine project Goederenvervoer

Bestemd

Projecten in voorbereding: – Overige projecten in voorbereiding Gesignaleerde Risico’s:

Begroting (IF 13.03.05)

30

38

6

5 232

311 311

UG

UG

legenda ug uitvoering gereed

Planstudie/verk. Spoor (Periode 2012-2028)

100%

90%

80%

70%

60%

50%

40%

30%

20%

10%

0%

Procentueel

 
         
         
         
 

75%

 

232

 
         
         
         
         
   
 

16%

 

49

 
       

x € 1 mln.

Verplicht

Gebonden

Bestemd

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.

max.

Producten

Het kabinet heeft in januari 1999 ingestemd met het model voor privatisering van de HSL-Zuid. De PPS is bij de onderdelen infraprovider, vervoer en stations elk op afzonderlijke wijze tot stand gekomen. Eind 2001 zijn de contracten met de infraprovider en de vervoerder getekend. Vanaf augustus 2004 is de infraprovider begonnen met het werk aan de bovenbouw. Voor de onderbouw gold dat de HSL-Zuid onderdelen gefaseerd werden opgeleverd voor de start van de werkzaamheden van de infraprovider. Op het zuidelijke deel was de eerste oplevering augustus 2004. De laatste oplevering op het noordelijke deel was in december 2005. De bovenbouw van het zuidelijke deel is opgeleverd in juli 2006 en het noordelijke deel in december 2006.

Totaal MIRT

Budget x € 1 mln.

Oplevering

Projectomschrijving huidig vorig

t/m 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2011

later huidig vorig

Projecten Nationaal

Beschikbaarheids-vergoeding HSL-Zuid (infraprovider) *)

Totaal Begroting IF 13.04

3 563

3 563

3 563

 

720

137

149

148

148

149

149

1 963

720

137

149

148

148

149

149

1 963

 

137

149

148

148

149

149

 

2007

2007

*) In de voortgangsrapportage HSL-Zuid (tabel 6) is voor de infraprovider een totaal bedrag genoemd van € 2 996 miljoen. Dit bedrag is echter exclusief BTW. Inclusief BTW bedragen de totale uitgaven € 3 563 miljoen.

13.07 Rente en Aflossing

Motivering

Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is en in de toekomst gefinancierd wordt.

Producten

Bestaande leningen

In de periode 2005–2011 is voor € 1,8 miljard aan leningen bij ProRail afgelost. Het grootste deel hiervan is gefinancierd met het in 2009/2010 uitgekeerde Superdividend van de NS. Deze schuldreducties hebben geleid tot een verlaging van de rentelasten van € 130 miljoen in 2005 tot € 18 miljoen in 2013. Het uitstaand saldo van de leningen per eind 2011 bedroeg nog € 345 miljoen. Hiervan moet ProRail in 2012 € 32 miljoen en in 2017 € 166 miljoen aflossen. Nog niet is besloten of tot herfinanciering of schuldreductie wordt overgegaan. Om deze reden zijn voor de aflossing van deze leningen nog geen bedragen in de begroting opgenomen.

Nieuwe leningen

Een deel van het PHS zal worden gefinancierd met een leenfaciliteit (TK 28 165, nr. 105, 26-11-2009) van € 875 miljoen. De huidige planning is dat in 2017 het eerste deel van deze leenfaciliteit (€ 146 miljoen) benodigd zal zijn. Rente en aflossing van de eerste € 675 miljoen van de leenfaciliteit zullen door het ministerie van Financiën worden gedragen en van de resterende € 200 miljoen door IenM. Naar verwachting zal deze € 200 miljoen rond 2020 worden opgenomen. De rente en aflossing van deze leningen zijn nog niet opgenomen in de meerjarencijfers.

13.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde-partijen voor spooruitgaven verantwoord.

Producten

De gebruiksvergoeding die vervoerders betalen wordt door ProRail vastgesteld en geïnd (zie artikelonderdeel 13.02 Spoorwegen, Aanleg Spoor) en wordt daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting.

Concessievergoeding

Betreft de concessievergoeding die NS betaalt voor het vervoer over het

Hoofdrailnet en HSA over de HSL-Zuid.

Bijdragen van derden

Betreft de bijdragen van derden aan (MIRT)projecten die niet rechtstreeks aan ProRail worden betaald, maar via IenM lopen.

Afrekeningen ProRail

Wanneer subsidie-afrekeningen tussen ProRail en IenM (zowel aanleg als beheer, onderhoud en vervanging) leiden tot een terugbetaling door ProRail en betrekking heeft op een afgesloten begrotingsjaar, worden deze verantwoord onder de ontvangsten.

Overige ontvangsten

Onder deze categorie worden onder andere de door ProRail en NS betaalde boetes en dwangsommen verantwoord. Daarnaast zal in 2015 € 56 miljoen van NS worden ontvangen in verband met een correctie op de energiekosten in het kader van de nieuwe vervoersconcessie.

Specificatie ontvangsten, bedragen x € 1 000

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Concessievergoeding NS Bijdragen van derden Afrekeningen ProRail Overige ontvangsten

13.09 Ontvangsten

75 000 13 729

2 000

90 729

60 000

60 000

60 000

60 000

 

182 000

182 000

189 207 5 000

56 000

   

238 000

182 000

194 207

Ontvangsten en uitgaven ProRail

Naast de rijksbijdragen voor beheer, onderhoud en vervanging, aanlegprojecten (MIRT) en rente en aflossing ontvangt ProRail ook gebruiksver-goeding van vervoerders en bijdragen van derden voor omgevingswerken (zowel aanleg als onderhoud). In onderstaande tabel is het totaaloverzicht opgenomen van de verwachte ontvangsten en uitgaven van ProRail. Hierbij is verondersteld dat alle planuitwerkingsbudgetten via ProRail zullen worden besteed.

 

Bedragen x € 1mln., incl. BTW

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Rijksbijdrage beheer, onderhoud en

           

vervanging

1 236

1 324

1 236

1 237

1 112

1 211

Onderhoudsbijdragen derden

45

45

54

42

42

42

Gebruiksvergoeding vervoerders

239

250

251

303

305

309

Rijksbijdrage aanlegprojecten

768

682

940

1 153

1 152

1 166

Leenfaciliteit PHS

0

0

0

0

0

146

Bijdragen aanlegprojecten derden

301

365

364

308

264

227

Rijksbijdrage rente en aflossing

38

18

18

18

18

18

Bedragen x € 1mln., incl. BTW

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Totaal inkomsten ProRail

2 627

2 684

2 863

3 061

2 893

3 119

Uitbesteed werk beheer en onderhoud

778

772

736

698

689

692

Vervangingsinvesteringen

405

522

507

598

479

579

Apparaatskosten

337

325

317

309

309

309

Aanlegprojecten

1 069

1 047

1 304

1 461

1 416

1 539

Rente en aflossing

38

18

18

18

18

18

Totaal uitgaven ProRail

2 627

2 684

2 882

3 084

2 911

3 137

Nog in te vullen taakstelling

De begrote bedragen op het Infrastructuurfonds zijn inclusief BTW, welke door ProRail wordt afgedragen aan de fiscus en daardoor niet zichtbaar zijn in jaarrekeningen, beheer-plannen, enzovoort. Voor de aansluiting tussen de bedragen op het Infrastructuurfonds en de getallen van ProRail is bovenstaande tabel hieronder nogmaals opgenomen, maar dan exclusief BTW. De gearceerde bedragen zijn vervolgens terug te vinden in het schema met de financiële stromen spoorinfrastructuur, aan het einde van dit hoofdstuk.

19

23

18

18

Bedragen x € 1mln., excl. BTW

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Rijksbijdrage beheer, onderhoud en vervanging

Onderhoudsbijdragen derden Gebruiksvergoeding vervoerders Rijksbijdrage aanlegprojecten Leenfaciliteit PHS Bijdragen aanlegprojecten derden Rijksbijdrage rente en aflossing

Totaal inkomsten ProRail

Uitbesteed werk beheer en onderhoud

Vervangingsinvesteringen

Apparaatskosten

Aanlegprojecten

Rente en aflossing

Totaal uitgaven ProRail

Nog in te vullen taakstelling

BTW-compensatie aan ProRail

 

1 000

1 073

999

990

886

969

38

38

45

35

35

35

239

250

251

303

305

309

645

573

790

969

968

980

0

0

0

0

0

146

253

307

306

259

222

191

32

15

15

15

15

15

2 207

2 256

2 406

2 571

2 431

2 645

654

649

618

586

579

582

340

439

426

503

403

487

283

273

266

260

260

260

898

880

1 097

1 227

1 189

1 316

32

15

15

15

15

15

2 207

2 256

2 422

2 591

2 446

2 660

0

0

  • 16
  • 20
  • 15
  • 15

2012

2013

2014

2015

2016

2017

420

428

457

490

462

474

In de figuur hieronder is het schema financiële stromen spoorinfra-structuur voor 2013 opgenomen.

0

0

 

Bedragen in miljoenen euro’s

                         

Infrafonds 2.197 Totaal

IF 13.04

149

Infraspeed

IF 13.03

15 IenM (1)

IF 13.03

9

Dec. overh. (2)

IF 13.03

682 ProRail

IF 13.02 1.324 ProRail

IF 13.07

18 ProRail

 

Derden

410 Totaal

Aanleg

365 ProRail

Onderhoud

45

ProRail

1: Risico’s spoorprogramma’s

   

I

I

         
 

2:

Intensivering spoor in steden

         
           
                   

Infraspeed

 

ProRail 2.684

Infraspeed

Derden

Vervoerders 250

       

1

49

2.024

410

       

Investeringen

Aanleg 880

Vervanging 439

Beheer en onderhoud

Uitbesteed 649

Apparaat

273

Financiering

Rente 15

Aflossing

0

BTW 428

Keyrail

Gebruiksvergoeding

250 ProRail

17

Keyrail

Vervoerders

Totaal

ProRail

Vervoerders

41

24

7

Afdracht

Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van regionale/lokale infrastructuur, de impulsen inzake de Regionale Mobiliteitsfondsen en het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) toegelicht.

De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting hoofdstuk XII 2012 bij beleidsartikel 15 Openbaar vervoer.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 14 Regionaal, lokale infrastructuur (x € 1 000)

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Verplichtingen 1)

164 588

215 869

231 724

230 076

96 747

212 129

347 984

Uitgaven

338 572

422 729

135 983

261 729

153 352

256 606

398 887

waarvan juridisch verplicht

   

94%

       

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

14.01.02 Planst. Progr. Reg/lok

14.01.03 Realistieprogr reg/lok

14.02 Regionale Mob. Fondsen

14.03 RSP – ZZL: Pakket Bereikbaarheid

14.03.01 RSP – ZZL: RB projecten

14.03.02 RSP – ZZL: RB mob fondsen

14.03.03 RSP – ZZL: REP

 

138 107

277 298

60 771

104 830

99 343

44 156

235 601

69

49 177

8 135

14 910

36 317

9 921

209 852

138 038

228 121

52 636

89 920

63 026

34 235

25 749

30 592

36 658

30 257

12 750

     

169 873

108 773

44 955

144 149

54 009

212 450

163 286

9 873

42 139

29 049

128 243

38 103

137 535

95 377

160 000

51 968

     

59 008

52 004

 

14 666

15 906

15 906

15 906

15 906

15 905

0

14.09 Ontvangsten                                                             0                      0                      0                      0                      0                      0

  • 1) 
    Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten worden de budgetten in 2013 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2013. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2018 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht

Bedragen x € 1 000

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

 

14

Regionaal, lokale infra-

               
 

structuur

135 983

261 729

153 352

256 606

398 887

355 235

233 456

78 822

14.01

Grote regionaal/lokale

               
 

projecten

60 771

104 830

99 343

44 156

235 601

218 604

116 825

39 129

14.02

Regionale mobiliteitsfondsen

30 257

12 750

           

14.03

RSP-ZZL: pakket bereik-

               
 

baarheid

44 955

144 149

54 009

212 450

163 286

136 631

116 631

39 693

 

Bijdrage van hfdst XII (art

               
 

26)

135 983

261 729

153 352

256 606

398 887

355 235

233 456

78 822

(vervolg) Bedragen x € 1 000

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

14 Regionaal, lokale infrastructuur

14.01   Grote regionaal/lokale projecten

14.02   Regionale mobiliteitsfondsen

14.03   RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

143 539         143 500         143 506

143 539         143 500         143 506

143 539

143 500

143 506

Motivering

Producten

14.01 Grote regionale/lokale projecten

Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan de grenswaarden in de BDU voor de ontvangers buiten de G3 en voor de G3 (respectievelijk € 112,5 miljoen en € 225 miljoen) en moet het project passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid zoals verwoord in de Begroting hoofdstuk XII 2013 bij beleidsartikel 15 Openbaar vervoer.

Algemeen

Reg/lok projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de regionale overheid. IenM levert een bijdrage in de aanlegkosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.

Verkenningen

Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de regionale overheid uitgevoerd en pas na toetsing al dan niet opgenomen in het planuitwerkingsprogramma.

Planuitwerkingsprogramma regionaal/lokaal

Van een project dat in de planuitwerkingstabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt (onder aftrek van de eigen bijdrage van € 112,5 miljoen respectievelijk € 225 miljoen). Wijzigingen in het planuitwerkingsprogramma: – A12/A20 Parallelstructuur Gouweknoop: van planuitwerking naar realisatiefase. Nieuw in het planuitwerkingsprogramma: – Ombouw Amstelveenlijn. Voor de ombouw van de Amstelveenlijn is in het kader van de afspraken over de Zuidas een bijdrage van € 75

miljoen gereserveerd. Uitvoering 2015–2018.

Realisatieprogramma regionaal/lokaal

Hieronder vallen de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote infrastructuurprojecten die door derden worden aangelegd.

0

0

0

0

0

Wijzigingen in het realisatieprogramma:

– Tilburg Noordwesttangent: laatste stuk wordt in 2013 opgeleverd in plaats van 2012. Oorzaak is de latere oplevering van de kruising met het kanaal;

– Beneluxmetro is (financieel) afgerond en daarom afgevoerd;

– Den Haag Scheveningen Boulevard; bijdrage loopt via het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties/Gemeentefonds; project afgevoerd.

Nieuw in het realisatieprogramma:

– HOV netwerk Zuid-Holland Noord. Dit is de samenvoeging van de eerder opgenomen projecten RijnGouwelijn Oost en RijnGouwelijn West. De bijdrage maakt onderdeel uit van het gebiedsbudget voor de Rijnlandroute en het HOV netwerk. De provincie heeft de scope van het project gewijzigd (Kamerstukken II, 2011/2012, 33 000-A, nr. 65);

– A12/A20 Parallelstructuur Gouweknoop.

 

Projectoverzicht bij

14.01.02

Regionale/lokale infrastructuur; planuitwerking

           

Bedrag x € 1 mln.

 

Budget

Raming Plan-kosten ning

           

Projectomschrijving

 

taakstellend

min. max. 2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018-2028

Verplicht

Projecten Zuidvleugel

Haaglanden/Den Haag,

Rotterdamsebaan

Parallelstructuur A12/A20,

Gouweknoop

Rijn-Gouwelijn West (onderdeel van HOV netwerk Zuid-Holland

Noord)1

Projecten Brabant

Eindhoven Helmond, voltooiing verkeersruit (T-structuur)

Projecten Utrecht

Utrecht, tram naar De Uithof

Gebonden

Projecten Noordwest-Nederland

Ombouw Amstelveenlijn (reservering)

Bestemd

Projecten in voorbereiding

Projecten Noordwest-Nederland

– HOV Amstelveen

228 109

46

259 110

75 390

pb ug

pb pb

ug ug

pb pb

ug ug

– Overige projecten in voorbereiding Gesignaleerde risico’s:

Totaal programma planuitwer-king en verkenning

Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling Aanleg uhv BA

Begroting IF 14.01.02

variabel

1 217

  • 157

1 060

Legenda pb projectbesluit uo uitvoeringsopdracht

(beschikking)

ug uitvoering gereed uhv BA uit hoofde van

Begrotingsakkoord zie voor het projectonderdeel Rijn-Gouwelijn Oost het realisatieprogramma

Voorstel is om onder Projecten in voorbereiding de volgende toelichting op te nemen: «De reservering van middelen onder het kopje bestemd is bedoeld voor bijdragen die IenM zal gaan verlenen voor grote regionale/ lokale projecten die op initiatief van decentrale overheden worden voorbereid en uitgevoerd. Die projecten moeten een bijdrage leveren aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) die voor regionale bereikbaarheid zijn geformuleerd. Het betreft zowel weg als OV projecten. Omdat de aard en omvang van de meeste van die projecten op dit moment nog niet bekend zijn kan hieraan nog geen concrete invulling worden gegeven. Voorbeelden van potentiële projecten zijn de Zuidtangent Oost en West, de N201+, het HOV netwerk Metropoolregio Amsterdam (onder andere ontsluiting Zaan/IJ oevers), HOV netwerk Arnhem-Nijmegen, Zuidvleu-gelnet en OWN projecten. De HOV knoop Amstelveen geeft uitvoering aan uo

uo uo

uo uo

een Kamermotie (over de A9 en het OV in Amstelveen) en heeft samenhang met de ombouw van de Amstelveenlijn.

Verk/Planuitw. Reg./lok. (Periode 2012–2028)

 

90%-80%-70%-

         
 

32%

 

390

 
         
         
 

6%

75

 

60%-50%-40%-30%-20%-10%-0%-

     
         
         
         
         
         
         

Procentueel

x € 1 mln.

Verplicht

Gebonden

Bestemd

Projectoverzicht bij 14.01.03 Regionale/lokale infrastructuur; realisatie

 

Projectoverzicht behorende bij

12.03.01: Realisatieprogramma Hoofdwegennet

     
 

Totaal MIT/SNIP

       

Budget in € mln.

Openstelling

Projectomschrijving

huidig vorig

t/m 2011

2012

2013 2014

2015

2016 2017 later

huidig vorig

Projecten Nederland

N201

Noord/Zuidlijn Noord-WTC1

178 178 1 173 1 168

147 879

147 56

29 90

63

34 22

2013 2012 2017 2017

Projecten Zuidvleugel

Beneluxmetro (excl. Bodemsa-nering)2                                                 660 660            658            2 HOV netwerk Zuid-Holland Noord (voorheen

Rijn–Gouwelijn Oost)3                       150 149                0          73

Randstadrail (incl. voorberei-dingskosten) en aanlandign RR

2010/2013 2010/2013

4          73          2016          2015

 

op Den Haag HSE4 5

890

888

854

36

         

2006/12/62006/09/12

Projecten Oost-Nederland

Nijmegen 2e stadsbrug

71

71

17

30

24

       

2013 2013

Totaal realisatieprogramma

3 123

 

2 556

228

53

90

63

34

26

73

Begroting (IF 14.01.03)

3.123

   

228

53

9o

63

34

26

 

1  Deels investeringsimpuls 1998.

2  Deels investeringen 1994.

3  In het HOV netwerk Zuid-holland moet het onderdeel Rijn–Gouwelijn West (zie planuitwerkingsoverzicht) worden opgenomen.

4  Mijlpaal 2013 betreft aanlading metro Den Haag CS.

5  Exclusief BTW en inclusief € 38 miln. HSE, € 1,6 mln. voor aanlanding HSL op Cen Haag Centraal en € 102 450,– voor evaluatie Rotterdam

Producten

14.02 Regionale mobiliteitsfondsen

Over heel Nederland worden verschillende Regionale Mobiliteitsfondsen

(RMf) gebruikt. Deze fondsen zijn gevoed op basis van de volgende impulsen:

– Bereikbaarheidsoffensief Randstad;

– Amendement Dijsselbloem;

– Amendement Van der Staaij;

– Regionale bereikbaarheid (Kwartje van Kok);

– Amendement Van Hijum;

– Quick Wins NWA eerste en tweede tranche;

– Tunnel Sluiskil.

Motivering

Rijksbijdrage

De rijksmiddelen in het kader van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR; inclusief de terugsluisopbrengsten), de amendementen Dijssel-bloem, Van der Staaij en Van Hijum, Regionale bereikbaarheid en Quick Wins NWA zijn volledig uitgekeerd. In het kader van Tunnel Sluiskil worden ook in 2013 rijksmiddelen beschikbaar gesteld.

Tunnel Sluiskil

Op 18 mei 2009 is de bestuursovereenkomst betreffende een tunnel bij Sluiskil getekend. In overleg met de provincie Zeeland is besloten om de IenM-bijdrage via het (her)opgerichte RMf Zeeland te laten verlopen. Het totaal van € 135 miljoen komt beschikbaar in 2010–2014.

14.03 RSP Zuiderzeelijn, pakket Regionale Bereikbaarheid

Producten

Betreft het RSP-convenant Rijk-regio (Kamerstukken II, 2007/2008, 27 658, nr. 43)

Het pakket omvat projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid (concrete bereikbaarheidsprojecten en regionaal mobiliteitsfonds) en een Ruimtelijk-economisch programma (REP).

Motivering

Binnen de projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid gaat het in totaal om vijf concrete bereikbaarheidsprojecten, zie 14.03.01. De rijksbijdrage voor de A7 Zuidelijke Ringweg Groningen fase 2 is inclusief € 200 miljoen uit het MIRT.

In 2009 is het RMf RSP opgericht voor Noord-Nederland. De instelling van het RMf RSP volgt uit het Convenant RSP Zuiderzeelijn d.d. 23 juni 2008. Het totale budget RMf RSP is € 970 miljoen. Dit bestaat uit € 500 miljoen bijdrage van het Rijk en € 470miljoen bijdrage van de regio. Binnen het RMf RSP is € 100 miljoen gereserveerd als bijdrage aan de concrete projecten. Zie 14.03.02. Deze bijdrage vervalt, indien na realisatie van de concrete projecten is gebleken dat deze bijdrage niet nodig is. De inzet van middelen uit het RMf RSP is een decentrale verantwoordelijkheid. Het RMf RSP is beschikbaar voor projecten, die in principe kunnen worden gerealiseerd vóór 2020.

Binnen het REP wordt onderscheid gemaakt tussen een rijksdeel en een regionaal deel. Zowel voor het rijksdeel als voor het regionaal deel is € 150 miljoen rijksbudget beschikbaar gesteld. Het rijksdeel valt onder regie van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

(EL&I). Het betreffende rijksbudget wordt verantwoord op de EL&I-begroting. Het regionale deel, in totaal € 250 miljoen, valt onder regie van de regio. De rijksbijdrage voor het regionale deel, € 150 miljoen, wordt verantwoord op de begroting Infrastructuurfonds, zie 14.03.03. Ook de regio heeft € 100 miljoen beschikbaar voor het regionale deel van het REP.

De voorwaarden voor het RSP zijn beschreven in het op 23 juni 2008 ondertekende convenant Rijk-regio (Kamerstukken II, 2008/2009, 31 700 A, nr. 19).

Over de voortgang wordt de Tweede Kamer jaarlijks door middel van een voortgangsrapportage (in het najaar) geïnformeerd.

 

Projectoverzicht Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn

Totaal

             

Budget in € mln .

Projectomschrijving Kosten Totaal rijk

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018 – Totaal

2020 regio1

Projecten Noord-Nederland

14.03.01 Concrete bereikbaar-heidsprojecten2 3

14.03.02 Regionaal Mobiliteitsfonds

14.03.03 Ruimtelijk economisch programma

Begroting (IF 14.03)

Overige afspraken

LMCA Spoor: spoordriehoek4

Totaal rijksbijdrage NoordNederland

1 415

 

577

18

42

29

128

38

138

95

89

200

531

212

52

0

0

0

59

52

156

370

142

0

15

16

16

16

16

16

47

100

1 249

230

109

45

144

54

212

163

292

670

167

14

11

14

34

29

24

17

24

 

1 416

244

120

59

178

83

236

180

316

 

1   Bijdrage regio zijn pp2007.

2   Het betreft de volgende projecten: A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (ZRG) fase 2; Bereikbaarheid Leeuwarden; Bereikbaarheid Assen; N50 Ramspol-Ens en Openbaar vervoer/spoor. De totale rijksbijdrage is inclusief € 200 mln. uit het MIRT t.b.v de A7 ZRG fase 2.

3   Uit het regionaal mobiliteitsfonds wordt een bijdrage van € 100 mln. (prijspeil 2007) geleverd aan de concrete projecten. Deze bijdrage vervalt, indien na realisatie van de concrete projecten is gebleken dat deze bijdrage niet nodig is.

Betreft Pakket Noorden, hetgeen op artikel 13 is opgenomen.

4

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer en onderhoud, aanleg en netwerkgebonden kosten. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII 2013 en vinden hun oorsprong in de SVIR en de Nota Mobiliteit (NOMO) (Kamerstukken II, 2004/2005, 29 644, nr. 6) Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens en artikel 22 Externe veiligheid en risico’s op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art.15 Hoofdvaarwegennet (x € 1 000)

 
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

918 852

1 076 391

893 076

817 253

524 523

552 479

598 230

Uitgaven

829 016

943 090

844 120

871 802

787 228

730 026

666 502

Waarvan juridisch verplicht: 1)

   

98%

       

15.01 Verkeersmanagement 15.01.01 Basispakket Verkeersmanagement

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

15.02.01 Beheer en onderhoud

15.02.02 Servicepakket B&O hoofdvaarwegen 15.02.04 Vervanging

15.03 Aanleg

15.03.01 Realisatie

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

15.04 Geintegreerde contractvormen

15.05 Verkenning en planuitwerking voor tracébesluit

15.05.01 Verkenningen

15.05.02 Planuitwerkingsprogramma voor tracébesluit

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

15.06.01 Apparaatskosten RWS

15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

 

23 366

19 525

12 770

13 336

11 803

12 652

12 651

23 366

19 525

12 770

13 336

11 803

12 652

12 651

343 239

367 447

298 884

284 762

260 627

275 898

190 100

202 585

136 650

180 453

154 814

142 807

163 625

183 191

105 026

167 651

         

35 628

63 146

118 431

129 948

117 820

112 273

6 909

193 644

287 591

284 743

339 668

289 951

218 654

242 753

193 644

287 591

267 323

264 229

165 447

91 677

81 048

   

17 420

75 439

124 504

126 977

161 705

8 550

11 721

 

8 550

11 721

         

260 217

256 806

247 723

234 036

224 847

222 822

220 998

247 352

244 468

235 672

220 490

212 003

209 913

208 114

12 865

12 338

12 051

13 546

12 844

12 909

12 884

15.09 Ontvangsten

29 456

83 472

30 036

22 155

4 444

  • 1) 
    Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten worden de budgetten in 2013 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2013. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdie-pingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

0

0

0

0

0

 

Bedragen x € 1 000

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

15 Vaarwegen                uitgaven

15.01   Verkeersmanagement

15.02   Beheer, onderhoud en vervanging

15.03   Aanleg

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

15.09 Ontvangsten Ontvangsten Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

844 120

871 802

787 228

730 026

666 502

646 900

630 085

509 499

12 770

13 336

11 803

12 652

12 651

12 651

12 651

12 651

298 884

284 762

260 627

275 898

190 100

217 125

173 580

215 854

284 743

339 668

289 951

218 654

242 753

197 684

224 570

61 754

247 723

234 036

224 847

222 822

220 998

219 440

219 284

219 240

30 036

22 155

4 444

         

814 084

849 647

782 784

730 026

666 502

646 900

630 085

509 499

(vervolg) Bedragen x € 1 000

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

15 Vaarwegen                uitgaven

15.01   Verkeersmanagement

15.02   Beheer, onderhoud en vervanging

15.03   Aanleg

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN                                                 221 402

15.09 Ontvangsten Ontvangsten Bijdrage van hfdst XII (art 26)                                681 883

 

681 883

646 752

638 396

591 349

704 349

746 849

765 028

510 676

12 651

12 651

12 651

12 672

12 672

12 672

12 672

12 672

218 056

253 356

277 795

271 826

271 826

274 326

277 011

266 085

229 774

159 343

126 548

85 074

198 074

238 074

253 568

10 142

221 402

646 752

221 402

638 396

221 777

591 349

221 777

704 349

221 777

746 849

221 777

765 028

221 777

510 676

15.01 Verkeersmanagement

Motivering

De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlotter en veiliger scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren.

Voor de periode 2013–2016 zijn met Rijkswaterstaat ten behoeve van het verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud nieuwe prestatieafspraken gemaakt en zijn nieuwe indicatoren opgesteld om beter aan te sluiten op de beleidsdoelen.

Producten

Verkeersmanagement

Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:

– Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering; – Monitoring en informatieverstrekking; – Vergunningverlening en handhaving; – Crisisbeheersing en preventie.

In het goederenvervoer over water is een groei voorzien, die deels met verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast moet de betrouw- baarheid en reistijd op orde worden gebracht. Operationele beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn: – Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen; – Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.

De bediening van sluizen en beweegbare bruggen zal conform het vigerende Beheerplan Rijkswateren (2010–2015) worden uitgevoerd. Waar mogelijk en zinvol wordt samen met de andere overheden naar centrale bediening op vaarroutes overgeschakeld. Vanzelfsprekend wordt getracht om de bediening zodanig in te richten, dat wachttijden en stremmingen zo veel mogelijk worden beperkt. Een goede informatievoorziening hierover aan gebruikers is daarbij van groot belang. Met het toezicht op het water dat door Rijkswaterstaat (onder andere samen met het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD)) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenM (in plaats van strafrechtelijke handhaving door het KLPD). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.

Automatic Identification System (AIS)

De invoering van AIS transponders maakt deel uit van de implementatie van River Information Services (RIS) in Nederland. De invoering van RIS vloeit voort uit de EU RIS richtlijn (2005/44).

Schepen uitgerust met AIS-transponders worden automatisch aangemeld bij, en kunnen gevolgd worden door de bedien- en verkeerscentrales van

Rijkswaterstaat. Dit maakt het mogelijk om:

– De veiligheid van het scheepvaartverkeer te verhogen;

– De bestaande infrastructuur beter te benutten en daarmee de komende jaren de groei van het scheepvaartverkeer beter op te vangen; – Efficiencywinst te realiseren bij de verkeersposten en bedieningscentrales van Rijkswaterstaat. In november 2006 heeft de minister van het voormalige VenW een convenant afgesloten met vier brancheorganisaties uit de binnenvaart. In dit convenant is afgesproken, dat de Staat bereid is om, gedurende de periode van vrijwillige invoering, een deel van de kosten van de aanschaf en installatie van AIS aan boord van binnenvaartschepen voor haar rekening te nemen. Tot en met 31 december 2012 kan gebruik gemaakt worden van de regeling. Betaling van subsidieverzoeken kan hierdoor tot begin 2013 doorlopen.

Meetbare gegevens verkeersmanagement

 

Specificatie bedieningsareaal

Areaalomschrijving

Eenheid

2011

2012

2013

Begeleide vaarweg in km Bediende objecten in aantallen

km aantal

594 212

594 212

594 212

Toelichting

Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij Rijkswaterstaat die met patrouillevaartuigen worden bestreken, zijn niet meegerekend.

De indicator passeertijden is opgenomen in beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens van de Begroting hoofdstuk XII.

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, veilig, duurzaam en comfortabel vervoer van goederen.

Producten

In de begroting van 2012 (bijlage 4.2) is aangegeven, dat onafhankelijk onderzoek heeft bevestigd, dat de beschikbare middelen voor beheer, onderhoud en vervanging onvoldoende waren. Dat heeft in de begroting 2012 geresulteerd in een oplossing van de problematiek door een verhoging van het budget, efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. In 2012 zijn deze versoberingen verder uitgewerkt. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 5. Wat betreft de vervanging voert Rijkswaterstaat nader onderzoek uit, waarmee steeds concreter wordt, wanneer kunstwerken in aanmerking komen voor vervanging of renovatie en wat de precieze omvang van de problematiek is.

Voor de periode 2013–2016 zijn met Rijkswaterstaat ten behoeve van het Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud nieuwe prestatieafspraken gemaakt en zijn nieuwe indicatoren opgesteld om beter aan te sluiten op de beleidsdoelen.

Voor de volledigheid wordt ook verwezen naar artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O en Vervanging, waaronder de middelen voor beheer en onderhoud en vervanging zijn bestemd, die nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.

15.02.01 Beheer en Onderhoud

Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen. Deze kan alleen worden gegarandeerd, indien de infrastructuur preventief wordt beheerd en onderhouden. Daarnaast vindt correctief onderhoud plaats, waarbij de beheerder geconfronteerd kan worden met onverwacht functieverlies en aan de gebruiker ongewild minder service kan worden geboden (stremmingen, beperkingen). Zowel het preventief als het correctief onderhoud valt onder Beheer en Onderhoud.

De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzie-ningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden de werkzaamheden goed afgestemd; zowel onderling als met werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma en/of het hoofdwatersysteem.

Kustwacht

De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast.

De directeur Kustwacht heeft onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen, die (vrijwel) full time kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast heeft de directeur trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op schepen van de Rijksrederij en schepen, vliegtuigen en helikopters van het ministerie van Defensie.

De minister van IenM is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het activiteitenplan en de begroting voor de Noordzee. De overzichtsconstructie Kustwacht nieuwe stijl is als bijlage aan deze begroting toegevoegd.

Overige maatregelen

De in de vorige begrotingen onder de term «servicepakketten» geoormerkte projecten (15.02.02) zijn met ingang van deze begroting ondergebracht bij Beheer en Onderhoud, omdat deze projecten naar hun aard meer overeenkomsten vertonen met reguliere beheer- en onderhoudstaken, dan dat het afzonderlijke kleine functieverbeterende maatregelen zijn.

Overdracht Brokx-Nat

De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2002/2003, 28 600 XII, nr. 17). Eind 2011 zijn middelen gebruikt voor een deel van de afkoop van de zijtakken van de Fries-Groningse kanalen. Nog slechts enkele kleinschalige verplichtingen resteren, die op dit artikel worden geboekt.

Fries-Groningse kanalen

De hieraan gerelateerde uitgaven hebben betrekking op de Rijksbijdrage aan de provincies Groningen en Friesland voor het onderhoud van de Fries-Groningse kanalen. De Rijksbijdrage voor het onderhoud van de Fries-Groningse kanalen is vastgelegd in een convenant, dat gesloten is met de provincies Friesland en Groningen. De kanalen zijn eigendom van deze provincies en zij zijn tot en met 2012 primair verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud. Voor het beheer en onderhoud ontvangen beide provincies jaarlijkse rijksbijdragen in de vorm van een specifieke uitkering. Eind 2011 is een nieuw convenant gesloten, waarmee de verantwoordelijkheid voor de zogeheten zijtakken volledig bij de provincie is komen te liggen. Het beheer en eigendom van de hoofdvaarweg gaat per 1 januari 2013 of uiterlijk 1 januari 2014 over naar het Rijk. Hiervoor wordt gedurende 2012 nader onderzoek gepleegd en eind 2012 een besluit genomen.

Meetbare gegevens Beheer en onderhoud hoofdvaarwegen In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten over oevers, bodems, kunstwerken en verkeersvoorzie-ningen. Deze percentages zijn gebaseerd op het meerjarig gemiddeld benodigde budget: van jaar tot jaar kan het actueel uitgegeven percentage fluctueren.

 

HVWN

           

90%-80%-

           
 

32%

 

390

   
           
   

6%

 

75

   

60%-50%-40%-30%-20%-10%-

       
           
           
           
           
           
           
 

Procentueel

x € 1 mln.

 
 

Verplicht Gebonden

Bestemd

 

Ten aa

nzien van Beheer en onderhoud is er het volgende areaal:

 

Areaal Eenheid

Omvang Budget x

2013 € 1 000

2013

Vaarwegen km

7 609 180 453

Toelichting

Het areaal bestaat enerzijds uit de hoofdtransportassen (HTA), hoofdvaarwegen (HVW) en overige vaarwegen (OVW), die ten behoeve van de binnenvaart in beheer zijn bij Rijkswaterstaat en die in totaal 3 730 kilometer meten en anderzijds het aantal kilometer zeevaartweg van in totaal 3 879 kilometer.

Indicatoren Beheer en Onderhoud:

Indicator streefwaarde 2013

uren gestremd

Technische Beschikbaarheid (gehele areaal)          99,00%

Hoofdtransportas                                                         99,60%

Hoofdvaarweg                                                               98,50%

Overige vaarweg                                                          99,40%

nvt nvt nvt nvt

Geplande stremmingen (gehele areaal)                     0,80%

Hoofdtransportas                                                            0,30%

Hoofdvaarweg                                                                 1,40%

Overige vaarwel                                                              0,30%

3 365 236

2 709 420

Ongeplande stremmingen (gehele areaal)                0,20%

Hoofdtransportas                                                            0,10%

Hoofdvaarweg                                                                 0,10%

Overige vaarwel                                                              0,40%

711

80

146

485

Toelichting

– Bij de nieuwe prestatieafspraken is gekozen voor indicatoren, die beter aansluiten bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het hoofdvaarwegennet. De indicator uit de voorgaande begrotingen, namelijk de indicator «vaarbak op orde» is vervangen door de indicator «technische beschikbaarheid». Deze indicator geeft aan, in welke mate het vaarwegennet beschikbaar is voor veilig gebruik.

– De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op deze vaarwegen. De percentages zijn berekend door de stremmingen af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten.

Voor deze drie nieuwe indicatoren zullen op basis van proefmetingen nieuwe streefwaarden worden vastgesteld. De streefwaarde voor 2013 is een eerste inschatting op basis van de gemiddelde prestaties over de jaren 2010 en 2011. Gedurende de komende jaren zullen de daadwerkelijke prestaties worden gemonitord en worden vastgesteld of een bijstelling van de prestatieafspraken nodig is.

15.02.04 Vervanging

Onder de categorie Vervanging1 vallen uitgaven voor werkzaamheden die betrekking hebben op renovatie- en vervangingsinvesteringen. Door de veroudering van de infrastructuur en het veel intensievere gebruik dan bij ontwerp voorzien, zal geïnvesteerd moeten worden in de vervanging dan wel renovatie hiervan.

Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is opgenomen is bestemd voor het resterende deel van het Plan van Aanpak Beheer en Onderhoud (Impuls) en voor het programma NOMO achterstallig onderhoud vaarwegen (NOMO AOV).

Het Plan van Aanpak Beheer en Onderhoud (Impuls) is in 2004 gestart. Voor een aantal projecten uit de impuls Beheer en Onderhoud kent de uitvoeringsperiode een uitloop. Betreft het project Rotterdam-België/ Zeeland (renovatie van onder andere de Volkeraksluizen en baggeren) en het project natte bruggen over het Amsterdam-Rijnkanaal (t/m 2016). De overige projecten zijn in 2012 afgerond. Hierover zal in de verantwoording van het Infrastructuurfonds 2012 worden verantwoord.

Het NOMO achterstallig onderhoud vaarwegen (NOMO AOV) betreft het programma, waarin onderhoudsactiviteiten zijn opgesteld voor het inlopen van het achterstallig onderhoud aan de vaarwegen. De bij de begroting van 2009 in dit programma opgenomen projecten zullen, conform de wens van Tweede Kamer en de sector, in 2016 zijn afgerond.

1 De naam van het in de vorige begrotingen opgenomen hoofdproduct «Groot Variabel Onderhoud» is met ingang van deze begroting veranderd in «Vervanging». De Tweede Kamer is op 26 juni 2012 hierover nader geïnformeerd (Kamerstukken II, 2011/2012, 31 865).

Projecten

Programma

Uitvoeringsperiode

Budget

(indicatief in

€ mln)

Rotterdam-België/ Zeeland: renovatie o.a. Volkerak-sluizen en baggeren Natte bruggen 2004–2010/2016 Maas; baggeren en kunstwerken

Onderhoud damwanden en vaarwegen Zeeland Oevers AmsterdamRijnkanaal (damwanden en meerplaatsen) Renovatie Havenhoofden Ijmuiden

Achterstallig basison-derhoud diverse regio’s Onderhoud oevers en bodems Brabantse kanalen Onderhoud Oevers en bodems vaarwegen Zuid Holland

Renovatie kunstwerken Limburg en IJsselmeer-gebied

Onderhoud Oevers en bodems Maasroute Aanpassing bodembescherming, sluizen en bruggen en overige kunstwerken i.v.m. hogere belasting Noord-Holland Onderhoud vaargeulen NederRijn, IJssel, Twentekanalen/ Meppelerdiep en Zwarte Water

Renovatie stalen boogbruggen Utrecht

10

11

12

13

14

 
 

2005-2009/

 

IMPULS

2011/2013

89

IMPULS

2004-2011/2016

110

IMPULS

2004-2010/2012

57

NOMO AOV

2008-2016

62

NOMO AOV

2011-2016

118

NOMO AOV

2009-2015

49

NOMO AOV

2007-2016

128

NOMO AOV

2009-2015

47

NOMO AOV

NOMO AOV NOMO AOV

NOMO AOV

NOMO AOV NOMO AOV

2007-2016

2007-2014 2008-2016

2011-2016

2009-2016 2011-2016

79

84

61

44

78 62

Toelichting:

  • 1. 
    De baggerwerkzaamheden zijn in 2009 opgeleverd. De gecombineerde renovatie van de Volkeraksluizen en de Haringvlietsluizen is 1 februari 2012 formeel opgeleverd. Diverse werkzaamheden aan de sluizen in Zeeland (onder andere Hansweert) moeten in combinatie met de Modernisering Object Bediening Zeeland (MOBZ) worden uitgevoerd. De oplevering van het totale pakket aan maatregelen staat hierdoor nu voor 2013 gepland.
  • 2. 
    Buiten de bruggen over het Amsterdam Rijnkanaal is dit project opgeleverd. In overleg met gemeenten is een plan opgesteld om het gehele pakket aan bruggen over het Amsterdam-Rijnkanaal gefaseerd aan te pakken. Volledige oplevering zal in 2016 plaatsvinden.
  • 3. 
    De renovatiewerkzaamheden die gecombineerd zijn met de kolkverlen-ging van Maasbracht en Born, zullen naar verwachting in 2012 worden opgeleverd. Hiermee zal het totale project zijn afgerond.
  • 4. 
    Een groot deel van de werkzaamheden voor dit project wordt gecombineerd met de realisatie van bediening op afstand op de grote sluizen in Zeeland tot en met 2013.
  • 5. 
    De renovatie van de zeer urgente oevervakken is in 2011 afgerond. In 2012 is de aanbesteding voor de renovatie van de overige oevers

2

3

4

5

6

7

8

9

voorbereid. Naar verwachting kunnen de werkzaamheden hiervoor in 2013 starten.

  • 6. 
    Al in 2009 is gestart met de uitvoering van diverse kleine renovatie-maatregelen aan de havenhoofden, die jaarlijks worden uitgevoerd. In de afgelopen jaren zijn diverse inspecties en onderzoeken uitgevoerd om de lange termijn onderhoudsstrategie op te stellen. Deze wordt begin 2013 afgerond. Op basis hiervan zal een besluit genomen worden over de vervolgaanpak van de renovatie.
  • 7. 
    Veel werkzaamheden uit dit project zijn uitgevoerd, behoudens enkele kleine maatregelen. Alleen nog de berging van een viertal wrakken op de Noordzee resteert en het groot onderhoud aan diverse bruggen in Oost-Nederland. Deze werkzaamheden zullen tot en met 2016 worden uitgevoerd.
  • 8. 
    De werkzaamheden aan de Brabantse kanalen verlopen voorspoedig. De verwachting is, dat al in 2013 onder andere de werkzaamheden aan sluis 1 (Wilhelminakanaal) en de Marksluis worden afgerond. Mogelijk dat de totale oplevering van dit project al in 2014 kan plaatsvinden.
  • 9. 
    In 2012 worden naar verwachting de werkzaamheden aan de Goereese bruggen en sluis en de constructie en aanlegvoorzieningen bij Berghaven afgerond. De voorbereiding voor de resterende maatregelen is al gestart. De uitvoering hiervan zal naar verwachting in 2013 starten.
  • 10. 
    In 2012 is de renovatie van de Houtribsluizen afgerond. Hiermee zijn alle werkzaamheden in het IJsselmeergebied gereed. Op de Maasroute vindt in 2013 nog wel een aantal renovatiewerkzaamheden plaats in combinatie met het project Maasroute.
  • 11. 
    De huidige verwachting is, dat alle renovatiewerkzaamheden al in 2014 zijn afgerond. De baggerwerkzaamheden verlopen voorspoedig en zijn naar verwachting in 2013 afgerond. De overige werkzaamheden worden verspreid over de uitvoeringsperiode 2013–2016 in combinatie met het prestatiecontract voor het regulier onderhoud aan de Maasroute.

12.Migratie van de besturing- en bediensystemen van de sluizen Noordzeekanaal is gestart en wordt naar verwachting in 2014 opgeleverd. Overige werkzaamheden zullen verspreid over de periode tot en met 2016 worden uitgevoerd.

  • 13. 
    Diverse kleinere baggerwerkzaamheden zijn al uitgevoerd in de periode tot en met 2010. Overige maatregelen worden voorbereid in combinatie met het project Verruiming Twentekanalen (fase 2), waarvoor eind 2012 een voorkeursbeslissing wordt verwacht.
  • 14. 
    Het totale bruggenpakket is in uitvoering. Het betreft het wegwerken van achterstallig groot onderhoud en herstel van de functionaliteit zodat de Schellingwouderbrug, Amsterdamsebrug, Weesperbrug, Loenerslootsebrug, Breukelerbrug, Jutphasebrug, Overeindsebrug en Schalkwijksebrug voor de komende 30 jaar weer voldoen aan de huidige normen en richtlijnen.

15.03 Aanleg

Motivering

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planuitwerking activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk.

15.03.01 Realisatie

Producten

In 2013 worden naar verwachting de volgende projecten opgeleverd: – Verdieping vaarweg Harlingen-Kornwerderzand (Boontjes);

– Amendement ligplaatsen;

– Diverse projecten in het kader van Quick-Win regeling binnenhavens.

Naar verwachting start in 2013 de realisatie van het volgende project:

– De Zaan (Wilhelminasluis);

– Verbreding Wilhelminakanaal bij Tilburg;

– Ombouw sluis bij Zwartsluis.

De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen betreffen de volgende projecten:

– Het taakstellend budget voor het project Maasroute-fase 2 is met € 33,9 miljoen verhoogd vanwege de overgang van het projectonderdeel Verruimen Bocht Elsloo van planuitwerkingsfase naar realisatiefase.

– Het taakstellend budget voor het project Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1 is met € 31,5 miljoen verhoogd vanwege de overgang van het deelproject Brug Burgum van planuitswerkingfase naar realisatiefase.

– Het project Verbreding Maasgeul is van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase gegaan.

– Het project Amsterdam Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg is eind 2011 van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase gegaan.

– De uitvoeringsplanning van het project De Zaan (Wilhelminasluis) is door de provincie aangepast om tijdens de uitvoering de bereikbaarheid beter te waarborgen.

– In 2012 is besloten om voor de derde tranche Quick Wins binnenhavens een bedrag van maximaal € 20 miljoen beschikbaar te stellen. Deze derde tranche zal zich richten op een beperkt aantal infrastructurele projecten voor het faciliteren van containervervoer over water. Eind 2012 is toewijzing aan de ingediende voorstellen voorzien. De uitvoering van deze projecten is voorzien in de periode tussen 2013 en eind 2015.

– Zuid-Willemsvaart, Maas-Veghel: Het taakstellende projectbudget is met € 4 miljoen opgehoogd door budgetoverheveling vanuit Rw2 Rondweg Den-Bosch (hoofdwegennet-realisatie) voor de uitvoering van werkzaamheden aan de aansluiting A2.

Voor nadere toelichtingen op projectniveau, wordt verwezen naar het MIRT-projectenboek (www.mirtprojectenboek.nl).

 

Projectoverzicht behorende bij 15.03.01: Realisatie

Totaal

       

Budget in € mln.

Oplevering

Projectomschrijving huidig vorig t/m

2011

2012

2013

2014

2015

2016 2017 later

huidig vorig

Projecten Nationaal

Dynamisch verkeersmanagement Quick Wins Binnenhavens

Projecten NoordwestNederland

Amsterdam – Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg

De Zaan (Wilhelminasluis) Verbeteren vaargeul IJsselmeer AmsterdamLemmer Walradar Noordzeekanaal

Projecten Utrecht

Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen

Projecten Zuidvleugel

Verbreding Maasgeul

Projecten Brabant

Wilhelminakanaal Tilburg Zuid-Willemsvaart; Maas-Veghel Zuid-Willemsvaart; renovatie middendeel klasse II

Zuid-Willemsvaart; vervanging sluizen 4, 5 en 6

Projecten Limburg

Bouw 4e sluiskolk

Ternaaien

Maasroute, modernisering fase 2

Projecten Oost Nederland

Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis)

Projecten Noord-Nederland

Vaarweg Lemmer – Delfzijl fase 1; verbetering tot klasse Va

Verruiming vaarweg Eemshaven – Noordzee

Overige projecten

Amendement ligplaatsen Duurzame havens Kleine projecten Ligplaatsvoorzieningen Walradarsystemen Afronding

Totaal uitvoeringsprogramma

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwer-kingsprojecten

Begroting (IF 15.03.01)

87           87                 7           29           31

97         103               52           23           10

 

14

 

1

2

4

13

13

10

   

13

16

12

 

1

26

26

15

8

3

16

17

8

   

2

   

2

 

76

74

 

2

15

421

417

91

91

95

52

55

50

2

 

70

78

53

1

 

9

9

9

   

636

601

227

104

70

51

2 001

51

12

800

284

267

20 8             3

5             2

3

2             2             2

32           27

60           25           35           24

16

65           55           50           40

19           14

 

79

247

151

11

26

27

33

4

4

4

       

6

   

6

     

5

5

1

2

1

1

 

92

92

92

       

3

4

3

       

29

36

13

1 - 3

1 - 2

8

3

1

264

165

92

14

81

2014          2013

eind

2012 2011/2013

 

2015

 

2015

2014

na

na

2011

2011

2012

2012

na

na

2 2013

2013

2012

 

2016

2016

2015

2015

2008

2008

2011

2011

2015

 

25 in 2018

 

17

2015

2015

288         267         264         165           92           81

45

45

2015

2014

 

divers

 

2014

2012

nvt

nvt

2007

2007

divers divers

3

3

4

  • 1) 
    Het project is weliswaar toegevoegd aan de realisatie, maar zit nog in de planuitwerkingsfase omdat het TB door de Raad van State is vernietigd.
  • 2) 
    Betreft een aantal kleinere maatregelen, deels nog in voorbereiding.
  • 3) 
    Alle 9 projecten zijn in 2011 gestart. De looptijd van de projecten is verschillend, het eerste project wordt in 2012 afgerond. Begin 2014 moet het laatste project zijn afgerond.

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

Verkenningen

Voor het project Grote zeesluis in het kanaal Gent-Terneuzen is begin 2012 een voorkeursbeslissing genomen en daarmee is het project over gegaan naar de planuitwerkingsfase.

Voor de verkenning Volkeraksluizen wordt eind 2012 een voorkeursbeslissing verwacht.

Planuitwerkingsprogramma

De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen betreft de volgende projecten:

– Van het project Maasroute, modernisering fase 2 (verbreding Juliana-kanaal) is het projectonderdeel Verruimen Bocht Elsloo (€ 33,9 miljoen) van planuitwerkingsfase naar realisatiefase gegaan.

– Het project Verbreding Maasgeul is van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase gegaan.

Over de voortgang van het planuitwerkingsprogramma is het volgende te melden:

– Voor het project Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis is begin 2012 een voorkeursbeslissing genomen en een bestuursovereenkomst gesloten. De planuitwerking is gestart en eind 2013 wordt een tracébesluit verwacht;

– Het project Amsterdam-Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg is eind 2011 naar de realisatiefase gegaan;

– Naar verwachting zal het project Verdieping vaarweg Harlingen-Kornwerderzand (Boontjes) eind 2012 naar de realisatiefase gaan;

– In 2012 is een voorkeursbeslissing voor de Zeetoegang IJmond genomen. Op basis van verbeterde inzichten in de doorlooptijden van het provinciaal inpassingsplan en de voorbereiding van de DBFM-contractering is de planning geactualiseerd. De projectbeslissing wordt verwacht in 2013 en openstelling in 2019;

– Door aanvulling op de Milieueffectrapportage wordt de besluitvorming voor Lichteren Buitenhaven IJmuiden vertraagd. Eind 2013/begin 2014 wordt een projectbeslissing verwacht;

– Medio 2012 heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de regio over mogelijke versnelling van het project Vaarweg IJsselmeer-Meppel. Voorfinanciering door de regio is niet aan de orde, waardoor de planning gehandhaafd blijft;

– Voor het project Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel wordt in 2013 een projectbeslissing verwacht, afhankelijk van de lokale inpassingpro-blematiek;

– In 2012 is besloten om voor het projectonderdeel overnachtingshaven Lobith, onderdeel van het project Toekomstvisie Waal, de planuitwer-king deels over te dragen aan de provincie Gelderland, die in combinatie daarmee een provinciaal inpassingsplan zal opstellen. Ook is een besluit genomen tot een pilot Langsdammen, gericht op meer inzicht op het beïnvloeden van sedimentatie en bodemdaling op de Waal. Dit deelproject wordt opgepakt binnen het programma Ruimte voor de Rivier. Hiervoor is € 14 miljoen overgeboekt;

Begin 2012 is een voorkeursbeslissing voor het project Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde genomen. De voorkeursbeslissing voor het project Verruiming Twentekanalen (fase 2) wordt eind 2012 verwacht. Voor sluis Eefde volgt naar verwachting in 2013 een projectbeslissing; Het deelproject Brug Burgum uit het project Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 is medio 2012 naar de realisatiefase gegaan en toegevoegd aan het project Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1.

 

Projectoverzicht behorende bij 15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

Bedrag x € 1 mln.

Budget

Raming Plan-kosten ning

           

Projectomschrijving

taakstellend

min. max. 2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018-2028

Verplicht

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01

mbt planuitwerkingsprojecten                    – 4

Projecten Noordwest-Nederland

Zeetoegang IJmond                                     574

Projecten Utrecht

Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis                   213

Projecten Zuidwestelijke Delta

Grote zeesluis in het kanaal Gent-Terneuzen                                            168

Max. bijdrage aan Vlaanderen kanaalaanpassingen t.b.v. Zeesluis                                                          150

Projecten Limburg

Maasroute, moderinisering fase

2, verbreding Julianakanaal                         31

Projecten Noord-Nederland

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2                  99

Verdieping vaarweg Harlingen-Kornwerderzand (Boontjes)                            5 Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee 42

Gebonden

Projecten Noordwest-Nederland

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer                                6 Lichteren buitenhaven IJmuiden

 
 

63

Vaarweg IJsselmeer-Meppel

35

Projecten Zuidvleugel

 

Capaciteitsuitbreiding ligplaat-

 

sen Beneden-Lek

3

Capaciteitsuitbreiding overnach-

 

tingplaatsen Merwedes

28

Verkeerssituatie splitsing

 

Hollandsch Diep-Dordtsche Kil

9

Projecten Oost-Nederland

 

Bovenloop IJssel (IJsselkop tot

 

Zutphen)

36

Capaciteitsuitbreiding ligplaat-

 

sen IJssel

27

Toekomstvisie Waal

128

Verruiming Twentekanalen fase 2

 

en cap. uitbreiding sluis Eefde

95

Overige projecten

 

Bijdrage aan agentschap tbv

 

planuitwerkingen

75

pn pb tb ug ug ug

pb/uo             ug pn

tb pb / uo ug

pn/pb ug

ug ug

ug ug

ug ug

pb pn pb/uo uo             ug ug

ug ug

ug uo

uo uo

uo

Bedrag x € 1 mln.                                  Budget Raming                         Plan- kosten                          ning

Projectomschrijving                            taakstel-              min. max. 2012 2013 2014 2015 2016 2017           2018–

lend                                                                                                                                                           2028

Bestemd                                                         596

Projecten in voorbereiding

Projecten Zuidwestelijke Delta

– Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn-Scheldeverbinding                                                                                                                                                                                                            ug – Capaciteit Volkeraksluizen                                                                                                                                                                                             ug – Kreekraksluizen

Projecten Brabant

– BERZOB, verbetering tot beperkt klasse IV

Projecten Oost-Nederland

– Verkenning IJssel fase 2 – Gesignaleerde risico’s

Projecten Noord-Nederland

– Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Lemmer-Delfzijl

Overige projecten

– Beheer, Onderhoud en Vervanging nieuwe aanleg (LCC)

Totaal programma planuitwer-king en verkenning                                   2 381

Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling aanleg uhv

BA                                                                 – 112

begroting 15.03.02                                    2 269

Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling BenO uhv

BA                                                                   – 56

legenda pb projectbesluit uo uitvoeringsopdracht (beschikking) ug uitvoering gereed uhv BA uit hoofde van Begrotingsakkoord

15.04 Geïntegreerde contractvormen

Verk./Planuitw. Vaarwegen (Periode 2012–2028)

9%

33%

42%

16%

Motivering kunstwerken bodems oevers verkeersvoorzieningen

Bij infrastructuurprojecten waar sprake is van PPS, bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor aanleg, onderhoud en financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is DBFM, waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase. Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten van veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren. In bijlage 3 van de nota Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water is een lijst van in totaal 32 potentiële DBFM-projecten opgenomen. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt hierover periodiek gerapporteerd.

Motivering

Op dit moment zijn nog geen geïntegreerde projecten op het hoofdvaar-wegennet afgerond, zodat nog geen uitgaven hoeven te worden verantwoord. De aanbesteding van het project Sluis Limmel zal begin 2013 gaan starten en daaropvolgend de komende één à twee jaar de projecten: Sluis bij Eefde, 3e Kolk Beatrixsluis en de Zeetoegang IJmond Voor 2013 wordt niet voorzien, dat de DBFM-contracten al worden afgesloten en dus ook nog niet tot betalingen leiden. Daarnaast is een drietal potentiële PPS projecten geïdentificeerd waar PPC-meerwaardetoetsen voor zijn gepland, te weten: Lichteren Buiten-haven IJmuiden, Toekomstvisie Waal (overnachtingshaven Lobith) en Capaciteit Volkeraksluizen.

15.06 Apparaatskosten Rijkswaterstaat

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten van Rijkswaterstaat en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. Dit artikelonderdeel is in de Voorjaarsnota 2011 ingesteld als gevolg van de herstructurering van de bekostiging van Rijkswaterstaat per 1 januari 2011. De Tweede Kamer is op 10 januari 2011 en 3 maart 2011

over de herstructurering van de bekostiging nader geïnformeerd (Kamerstukken II, 30 119, nrs. 4 en 5).

Rijksrederij

De Rijksbrede Civiele Rijksrederij is een organisatie die nautische diensten levert aan andere overheden zoals EL&I, Financiën (Douane), IenM en de

Kustwacht. De Rijksrederij valt onder de verantwoordelijkheid van

Rijkswaterstaat. De kerntaken van de Rijksrederij zijn:

– Het ter beschikking stellen van vaartuigen voor een bepaalde tijdsduur

(al dan niet met nautische bemanning) met een door de opdrachtgever gespecificeerd dienstverleningsniveau; – Het leveren van kennisintensief advies aan overheidsinstellingen bij beheer, ontwerp en aanbesteding van vaartuigen; – Het leveren van kennisintensief advies op het gebied van eisen aan bemanningen, veiligheidsmanagement en scheepsuitrustingen.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Artikel 16 Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer

In deze begroting is een onderscheid gemaakt tussen de Megaprojecten Verkeer en Vervoer en niet-Verkeer en Vervoer. Onder het artikel Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer valt PMR.

Het projectartikel is gerelateerd aan het beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 16 Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer (x € 1 000)

 
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

365 431

1 011 316

         

Uitgaven

643 633

793 862

0

0

0

0

0

16.01 Project Mainportontwikkeling R’dam

16.01.01 Planuitwerking PMR

16.01.02 Realisatieprogramma PMR

16.02 Ruimte voor de Rivier

16.03 Maaswerken

16.04 Netwerkgebonden kosten Mega niet VenV

16.04.01 Apparaatskosten RWS

16.04.02 Overige netwerkgebonden kosten

16.05 Hoogwaterbeschermingsprogramma 2

 

445 834

443 836

0

 

445 834

443 836

155 762

155 014

27 220

52 427

14 817

18 388

14 817

18 388

0

 

0

124 197

Ontvangsten

1 064

143 043

16.01 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Motivatie

Met de brief van IenM van 26 juni 2012 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2011/2012, 31 865, nr. 42) is de Tweede Kamer geïnformeerd over een nieuwe begrotingsstructuur voor de begrotingen van IenM.

De verschuiving van het structurele budget ten behoeve van het PMR naar artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer is hier een onderdeel van.

16.02 Ruimte voor de Rivier

16.03 Maaswerken

Motivatie

16.04 Netwerkgebonden kosten Mega niet Verkeer en Vervoer

16.05 Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWPB-2)

Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 Hoofdwatersystemen en 16 (alle Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer, met uitzondering van het PMR) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII.

In bijlage 5a bij de begroting van het Deltafonds is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit, die niet verbonden zijn aan waterkwantiteit en waterveiligheid, zijn als gevolg van de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II, 2011/2011, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de Begroting hoofdstuk XII.

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Omschrijving van de samenhang in In deze begroting is een onderscheid gemaakt tussen de Megaprojecten het beleid                                                 Verkeer en Vervoer en niet-Verkeer en Vervoer. Onder artikel 17 Megapro- jecten Verkeer en Vervoer vallen:

–    Westerscheldetunnel;

–    Betuweroute;

–    Hogesnelheidslijn-Zuid;

–    Anders betalen voor mobiliteit;

–    Zuiderzeelijn.

Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 16 Spoor en 18 Scheepvaart en havens.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer (x € 1 000)

17.01 Westerscheldetunnel

17.02 Betuweroute

17.03 Hoge snelheidslijn 17.03.01 Realisatie HSL – Zuid

17.04 Anders betalen voor mobiliteit 17.06 Project Mainportontwikkeling R’dam

2011

2012

2013

2014

2015

 

53

5 094

4 105

13 645

67 313

24 623

67 313

24 623

877

 

4 699

49 458

6 000

17 407

6 000

5 139

2016

3 953

2017

 

Verplichtingen

61 057

0

35 060

21 222

2 788

1 704

695

Uitgaven

72 348

43 362

54 157

23 407

11 139

3 953

3 019

Waarvan juridisch verplicht:

   

100%

       

3 019

17.09 Ontvangsten

4 090

3 000

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdie-pingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

 

Bedragen x € 1 000

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

17 Megaprojecten

17.02 Betuweroute 17.06 PMR

17.09 Ontvangsten Bijdrage van hfdst XII (art 26)

uitgaven

 

54 157

23 407

11 139

3 953

3 019

2 573

1 936

1 846

4 699

6 000

6 000

         

49 458

17 407

5 139

3 953

3 019

2 573

1 936

1 846

3 000

             

51 157

23 407

11 139

3 953

3 019

2 573

1 936

1 846

(vervolg) Bedragen x € 1 000

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

17 Megaprojecten

17.02 Betuweroute 17.06 PMR

17.09 Ontvangsten Bijdrage van hfdst XII (art 26)

uitgaven

11 518

11 518

11 518

17.02 Betuweroute

Motivering

Producten

De Betuweroute is een 160 kilometer lange, tweesporige spoorlijn die exclusief bestemd is voor het goederenvervoer. De spoorlijn is aangelegd tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens bij Zevenaar-Emmerich en is in gebruik sinds juni 2007. De status van groot project is formeel beëindigd op 28 april 2011.

De Betuweroute kan ruwweg opgedeeld worden in twee delen namelijk het nieuw aangelegde A15-tracé en de bestaande Havenspoorlijn. Het A15-tracé is per 16 juni 2007 officieel in gebruik genomen. Hier zijn ERTMS en 25 kV in bedrijf. Op de Havenspoorlijn zijn ERTMS en 25 kV in bedrijf sinds 13 december 2009. Hiermee is de Betuweroute als groot bouwproject klaar. De restpunten worden sinds 2010 afgehandeld in het Project Nazorg Betuweroute waarin onder meer de gevelisolatie te Rozenburg, grondtransacties en een bodemsaneringsproject worden afgerond. Geschatte einddatum is 2017. Het Project Nazorg is geraamd in het Beheerplan (artikelonderdeel 13.02 Spoorwegen, Aanleg Spoor) voor een bedrag ad € 59,2 miljoen. De dekking daarvan komt grotendeels uit het budget voor de aanleg van de Betuweroute.

De eindstand komt gecorrigeerd voor mee- en tegenvallers op € 4 683 miljoen. Van de EU worden voor het project Betuweroute bijdragen (onder andere TEN-gelden) ontvangen. Deze bijdragen worden jaarlijks aangevraagd bij de EU en in fasen uitgekeerd. In de totale financiering van het project wordt thans uitgegaan van een bedrag van € 172,5 miljoen. Tot en met 2007 is door de EU € 168 miljoen betaald.

De op dit productartikel opgenomen bedragen zijn voor het totale project als volgt opgebouwd:

– reguliere SVV middelen;

– bijdrage uit het voormalige Fonds Economische Structuurversterking

(FES); – bijdrage private financiering voorgefinancierd uit FES; – bijdrage van de EU; – bijdrage Gelderland;

– bijdrage voorheen VROM voor geluidmaatregelen Calandbrug; – bijdrage ProRail. Een evaluatie in het kader van de status Groot Project is ingediend.

0

0

0

0

0

0

0

Projectoverzicht 17.02 Betuweroute

Meetbare gegevens

Totaal

Budget in € mln.

Oplevering

Projectomschrijving huidig vorig

t/m 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018–2028 2011

huidig vorig

 

Betuweroute

     

Reguliere SVV-middelen

932

719

901

FES-middelen

2 826

2 826

2 826

Privaat

843

843

843

Financiering ProRail

97

97

97

Bijdrage Gelderland

8

8

8

Bijdrage VROM

14

14

14

EU-ontvangsten

175

175

175

2007          2007

14

6             6

 

Totaal

4 895

4 864

14

5

6

6

Begroting (IF 17.02.01)

   

14

5

6

6

Motivatie

Producten

17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid

Met het vaststellen van de Planologische Kernbeslissing (PKB) HSL-Zuid is besloten tot aansluiting van Nederland op het Europese net van hogesnelheidslijnen. De HSL-Zuid bewerkstelligt een milieuvriendelijke verbinding tussen de Europese mainports en vormt daarmee een belangrijke schakel in het internationale en nationale lange afstandsverkeer.

Hogesnelheidslijn-Zuid

Op 29 april 1997 is de PKB HSL-Zuid (Kamerstukken II, 1996/1997, 22 026, nr. 70) door het kabinet goedgekeurd en op 15 april 1998 is het Tracébe-sluit (Kamerstukken II, 1997/1998, 25 981, nr. 2) genomen door de voormalige ministers van voorheen VenW en voorheen VROM. In 1999, 2000 en 2001 zijn belangrijkste civiele en spoortechnische contracten en de concessieovereenkomst voor het vervoer gegund. De bouwwerkzaamheden aan het tracé zijn inmiddels gereed.

Op 7 september 2009 is het personenvervoer gestart op het traject

Amsterdam-Schiphol-Rotterdam met tijdelijk materieel (maximaal 160

km/uur) met een uurdienst op werkdagen. Op 13 december 2009 is het 300

km/uur vervoer Amsterdam-Parijs met de Thalystreinen gestart. Per april

2011 is ook Breda aangesloten op de HSL.

De volgende activiteiten resteren nog tot het einde van het project:

– afwikkelen restpunten bouwfase;

– afwikkeling van ingediende claims bij het HSL-Schadevergoedingsschap;

– treffen van maatregelen ter voorkoming van problemen met elektromagnetische compatibiliteit (EMC);

– faciliteren testen, trein-/baanintegratie en proefbedrijf HSA voor het AnsaldoBreda materieel V250;

– verder inregelen van het vervoerssysteem;

– onderzoeken uitvoeren en maatregelen treffen ten aanzien van het beperken van geluidsproductie HSL-Zuid.

5

De verwachting is dat deze werkzaamheden (met uitzondering van het HSL-Schadevergoedingsschap) in 2013 zullen zijn afgerond. Dit is afhankelijk van de aflevering van het AnsaldoBreda-materieel en de ingroei van het vervoer.

Voor de ontwikkeling van de HSL-stations zijn aparte lokale vormen van PPS opgezet. Dit is nader uitgewerkt in de Nieuwe Sleutelprojecten. In de reguliere voortgangsrapportages worden de belangrijkste risico’s nader toegelicht. Ook wordt daar aangegeven met welke maatregelen de risico’s zo veel als mogelijk worden beheerst.

Hogesnelheidslijn-Zuid: spoorwegen

Dit product betreft de realisatie van de aansluiting van station Breda CS via bestaand spoor op het hogesnelheidsspoor. De gelijktijdige realisatie van deze aansluiting is door de IenM toegezegd aan de gemeente Breda. De aansluiting is inmiddels gerealiseerd.

Hogesnelheidslijn-Zuid: hoofdwegen

Bij de verbreding en verlegging van de A16 (Moerdijk-Galder) en de A4 (Burgerveen-Leiden) bestonden grote raakvlakken met de planning en bouw van de HSL-Zuid. Daarom is de verbreding en verlegging van de A16 en het deel van de A4 waar deze parallel loopt met de HSL-Zuid, eveneens uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de projectorganisatie HSL-Zuid.

Financiering:

De in dit productartikel opgenomen bedragen zijn als volgt opgebouwd:

– reguliere SVV-middelen;

– een bijdrage uit het voormalige FES;

– de bijdrage uit private financiering;

– de bijdragen van de EU;

– ontvangsten van derden.

De ontvangsten van de HSA worden verantwoord op artikel 13 Spoorwegen van deze begroting.

Meetbare gegevens

Vanaf begin 2002 wordt de risicoanalyse per kwartaal geactualiseerd. In de reguliere voortgangsrapportages worden de belangrijkste risico’s nader toegelicht. Ook wordt daar aangegeven met welke maatregelen de risico’s zo veel als mogelijk worden beheerst. De aanleg van de HSL-Zuid is inmiddels afgerond.

 

Projectoverzicht 17.02 HSL

Totaal

           

Budget in € mln. Oplevering

Projectomschrijving huidig vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017 2018–2028 huidig vorig

HSL-Zuid (IF 17.03.01)

5 973

6 074

5 895

25

         

– Reguliere SVV middelen

                 

(incl. FES BOR)

2 505

2 505

2 452

           

– FES regulier

1 710

1 710

1 710

           

– Privaat

940

940

940

           
  • EU-ontvangsten

193

193

193

           

– Ontvangsten derden

108

106

106

2

         

– Risicoreservering

517

519

494

23

         

HSL-Zuid spoorwegen

                 

(17.03.02)

113

115

113

           

HSL-Zuid hoofdwegen

1 018

1 012

             

(17.03.03)

   

1 018

           

Totaal (excl. reeks

7 104

               

Infraprovider)

   

7 026

25

0

0

0

0

0

Begroting (IF 17.03)

     

25

0

0

0

0

0

2008/2009 2008/2009

Motivering

17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Het PMR heeft een tweeledige doelstelling:

– het versterken van de positie van de mainport Rotterdam en

– het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Raymond.

In drie deelprojecten wordt deze dubbele doelstelling verwezenlijkt. Dat zijn <<Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)>> (uitgevoerd door de gemeente Rotterdam), <<750 hectare natuur- en recreatiegebied>> (uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland) en <<Landaanwinning>> (uitgevoerd door Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR)). In samenhang met de Landaanwinning dient voldoende natuurcompensatie te worden gerealiseerd.

IenM beschouwt PMR als een bijdrageproject, waarbij de verantwoordelijkheid en risico’s voor de uitvoering bij andere partijen zijn neergelegd. Uitzondering vormt de natuurcompensatie waarvan Rijkswaterstaat is belast met de uitvoering. EL&I is het aan te spreken ministerie voor de 750 hectare en IenM is het ministerie voor de landaanwinning en het BRG.

IenM is in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten (Kamerstukken II, 2006/2007, 30 351, nr. 3) aangewezen als coördinerend projectministerie. Als zodanig is de minister van IenM verantwoordelijk voor de overall-projectbeheersing. De projectbeheersing is zodanig ingericht dat zij adequaat kan rapporteren over de processen die leiden tot de realisatie van de deelprojecten en sturing kan geven aan de uitvoering van het deelproject Natuurcompensatie dat rechtstreeks onder haar verantwoordelijkheid valt.

Producten

In 2006 heeft het Parlement de herstelde PKB PMR vastgesteld en ingestemd met het Bestuursakkoord (juni 2004) en de Uitwerkingsovereenkomsten van de afzonderlijke deelprojecten (september 2005). De PKB PMR (deel 4: de definitieve tekst na parlementaire instemming) is uitgebracht (Staatscourant nr. 247, 2006).

De deelprojecten landaanwinning, natuurcompensatie en BRG zijn in uitvoering. Voor het deelproject 750 hectare lopen de bestemmingsplanprocedures.

De volgende producten worden onderscheiden:

– Uitvoeringsorganisatie: betreft de kosten die samenhangen met de coördinatie van het project en de projectbeheersing.

– 750 hectare Natuur- en recreatiegebied: betreft de vaste bijdrage van het Rijk voor de omvorming van agrarisch gebied naar natuurgebied met recreatief medegebruik en tot openluchtrecreatiegebied met natuurwaarden. De deelbijdrage van IenM is in 2006 volledig betaald aan de Stichting Nationaal Groenfonds.

– Groene Verbinding: betreft de kosten voor een verbinding tussen

Midden-IJsselmonde en het stedelijk gebied van Rotterdam-Zuid. Dit is een gemaximeerde IenM-bijdrage.

– BRG: dit bevat een serie projecten om het bestaande havengebied beter te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Dit budget is bij eerste suppletoire wet 2007 (Wet van 14 september 2007, Stb. 359) overgeboekt naar voorheen VROM als eerstverantwoordelijk ministerie.

– Natuurcompensatie: betreft de instelling van een Bodembeschermingsgebied, de aanleg van de Duincompensatie Delfland en het Monitorings- en Evaluatieprogramma. Voorts wordt uit dit budget de Stimuleringsregelingen recreatie & toerisme en visserij en de eventuele planschade/ nadeelcompensatie gefinancierd.

– Landaanwinning: betreft de vaste bijdrage van de Rijksoverheid in de kosten van de aanleg van de buitencontour.

– BTW: betreft de niet-compensabele BTW over de buitencontour naar rato van de overheidsbijdrage en over de kosten van de Natuurcompensatie.

– Onvoorzien: dient ter dekking van die projectposten, waarvoor bij de bepaling van het budget nog onvoldoende mogelijkheden waren om een 100 procentraming op te stellen (bijvoorbeeld in het geval dat de ramingen nog niet voldoende hard kunnen worden gemaakt). Daarnaast kan een beroep worden gedaan op de post Onvoorzien, indien sprake is van een volledig nieuwe situatie (zgn. Onvoorzien onvoorzien). De post onvoorzien heeft betrekking op alle risico’s waarvoor het Rijk verantwoordelijk is (met name natuurcompensatie).

Meetbare gegevens

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

– 2009 Procedures met betrekking tot landaanwinning en natuurcompensatie afgerond;

– 2010 Uitvoering Duincompensatie Delfland gereed;

– 2011 Eerste terreinuitgifte Maasvlakte II;

– 2011 Afronding procedure bestemmingsplanprocedures 750 hectare;

– 2012 Bestemmingsplannen 750 hectareonherroepelijk;

– 2013 Landaanwinning eerste fase gereed; eerste overslag;

– 2021 Deelprojecten 750 hectarenatuur- en recreatieterrein en BRG afgerond;

– Voor 2 040 Terreinen Tweede Maasvlakte volledig uitgegeven.

 
   

Totaal

           

Budget in € mln.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018-2028

huidig

vorig

Project Mainportontwikke-

                       

ling Rotterdam

                       

Uitvoeringsorganisatie 1

24

25

17

1

1

1

1

1

1

1

 

pm

750 ha

30

30

30

             

pm

2021

Groene verbinding

31

31

31

             

2011

2011

Bestaand Rotterdams

                       

Gebied (BRG)

                   

2021

2021

Landaanwinning

                       

Voorfinanciering FES

                       

monitoringsprogramma

2

2

2

             

2007

2007

Voorfinanciering FES

                       

natuurcompensatie

113

113

71

6

5

5

4

3

2

17

pm

pm

Landaanwinning

742

735

379

363

           

2013

2013

BTW Buitencontour

138

137

69

69

           

2013

2013

Onvoorzien

70

69

1

13

44

12

       

pm

pm

Totaal

1 150

 

600

452

50

18

5

4

3

18

   

Begroting (IF 17.06)

     

452

50

18

5

4

3

18

   

1 Als gevolg van een uitspraak van de Raad van State van 26 januari 2005 inzake de PKB+ heeft in 2005 en 2006 een hersteltraject gelopen. De kosten hiervan zijn opgenomen onder de uitvoeringsorganisatie.

Artikel 18 Overige uitgaven

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.

De doelstellingen van het Intermodaal Vervoer zijn opgenomen in artikel 18 Scheepvaart en havens van de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 18 Overige uitgaven (x € 1 000)

 
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

299 446

289 121

270 419

252 502

244 530

237 044

253 485

Uitgaven

406 395

309 475

273 614

254 501

247 529

237 043

253 484

Waarvan juridisch verplicht:

   

100%

       

18.01 Saldo van de afgesloten rekeningen

18.02 Bodemsanering

18.03 Intermodaal vervoer

18.04 Gebiedsgerichte aanpak (UPR)

18.05 Railinfrabeheer

18.06 Externe veiligheid

18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise

18.07.01 Nationale basisinform.voorz. en ov. uitgaven.

18.07.02 Subsidies algemeen

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

18.08.01 Apparaatskosten RWS

18.08.02 Overige netwerkoverstijgende kosten

18.11 Investeringsruimte

18.11.01 Programmaruimte

18.11.02 Beleidsruimte

18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

18.12.01 Beheer en onderhoud

18.12.02 Vervanging

18.13 Tol gefinancierde uitgaven

 

122

5 599

3 196

2 000

3 000

   

826

5 536

         

120 527

1

         

6

13 504

         

0

222

42

42

42

42

42

0

84

42

42

42

42

42

0

138

         

284 914

284 613

270 376

252 459

244 487

237 001

238 024

222 124

225 586

216 693

204 409

198 460

190 075

190 672

62 790

59 027

53 683

48 050

46 027

46 926

47 352 15 418 15 418

18.09 Ontvangsten

120 527

0

0

0

0

0

0

18.09.01 Ontvangsten

18.09.02 Tolopgave

120 527

           

18.10 Ontvangsten

354 762

103 183

         

Voordelig saldo

354 762

103 183

         

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdie-pingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

0

 

Bedragen x € 1 000

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

18 Overige uitgaven                     uitgaven

18.01 Saldo afgesloten rekeningen 18.03 Intermodaal vervoer

18.07   Mobili-teitsonafh. Kennis en expertise

18.08   Netwerkoverstij-gende kosten

18.11   Investeringsruimte

18.12   Reservering beheer, onderhoud en vervanging

18.13   Tol gefinancierde uitgaven

18.11 Tolopgave

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

Ontvangsten

273 614

3 196

273 614

254 501

2 000

247 529

3 000

237 043

253 484

270 773

400 788

254 501

247 529

237 043

253 484

270 773

423 708

 

42

42

42

42

42

42

42

42

270 376

252 459

244 487

237 001

238 024

237 355

232 502

232 380

       

15 418

33 376

150 161

173 203

18 083

18 083

18 083

18 083

382 705

405 625

(vervolg) Bedragen x € 1 000

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

uitgaven

18 Overige uitgaven

18.01 Saldo afgesloten rekeningen 18.03 Intermodaal vervoer

18.07  Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise

18.08  Netwerkoverstij-gende kosten

18.11  Investeringsruimte

18.12  Reservering beheer, onderhoud en vervanging

18.13  Tol gefinancierde uitgaven

18.11 Tolopgave               Ontvangsten

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

902 808 1 337 055 1 610 467 1 856 500 2 367 596 2 353 814 2 400 569 2 661 805

 

232 766

232 766

232 766

233 794

233 794

233 794

233 794

233 794

144 987

579 234

842 725

1 087 730

1 598 826

1 585 044

1 631 799

1 893 035

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

30 462

30 462

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

30 462

30 462

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

872 346 1 306 593 1 570 084 1 816 117 2 327 213 2 313 431 2 360 186 2 621 422

18.03 Intermodaal vervoer

Motivering

Realisatie van de doelen is in belangrijke mate afhankelijk van andere factoren, zoals het gedrag van verladers, vervoerders en consumenten en bestuurlijke afspraken ten aanzien van het ruimtelijk beleid. Het effect van deze beleidsdoelstelling is dat de bereikbaarheid van economisch belangrijke gebieden verbetert.

Producten

Beleid Spoorgoederenknooppunten

Uit het BCI-onderzoek Goederenvervoer per spoor, marktontwikkelingen en beleid (2009) komt naar voren dat spoorgoederenknooppunten in het achterland een belangrijke rol kunnen spelen voor het havennetwerk en voor binnenlandse verladers in het achterland. Als vervolg hierop is in

2010 een beleidskader spoorgoederenknooppunten ontwikkeld met een beleidsvisie op de ontwikkeling van spooraansluitingen, railterminals,

openbare laad- en losplaatsen, greenports en dergelijke.

In 2012–2013 komt een stimuleringsprogramma voor railterminals tot uitvoering, waarvan de projecten in 2011 zijn voorbereid.

Subsidieregeling Openbare Inland Terminals (SOIT)

De financiële afwikkeling van in het verleden gesubsidieerde projecten.

Container Transferium Alblasserdam

Het Container Transferium Alblasserdam is gelegen aan de belangrijkste Europese binnenvaartcorridor Rijn/Maas-Main-Donau. Om de veiligheid en de betrouwbaarheid van deze corridor te garanderen en de private investeringsbereidheid voor de totale projectkosten te behouden, heeft IenM zich bereid verklaard om (een deel van) de hieruit voortvloeiende extra investeringen te financieren.

Projectoverzicht 18.03 Intermodaal vervoer

Totaal

Budget in € mln.

Oplevering

Projectomschrijving huidig vorig

t/m 2012 2013 2014 2015 2016 2017 later huidig vorig 2011

 

Multi- en modaalvervoer

             

SOIT

20

20

19

1

     

Container Transferium

             

Alblasserdam

6

6

0

5

1

   

Totaal

26

 

19

6

1

   

Ruimte voor planuitwerking

       

2

2

3

Begroting (IF 18.03.01)

     

6

3

2

3

divers divers 2013         2013

18.08 Apparaatskosten Rijkswaterstaat

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de netwerkoverstijgende apparaatskosten van Rijkswaterstaat verantwoord. Het gaat hierbij om zowel de kosten die met de overhead van Rijkswaterstaat gemoeid zijn als bepaalde onderdelen van Landelijke taken die een netwerk overstijgend karakter kennen. Deze kosten hebben niet alleen betrekking op de activiteiten die verricht worden voor het Infrastructuurfonds, maar hebben tevens betrekking op de activiteiten voor het Deltafonds.

Dit artikelonderdeel is in de Voorjaarsnota 2011 ingesteld als gevolg van de herstructurering van de bekostiging van Rijkswaterstaat per 1 januari 2011. De Tweede Kamer is op 10 januari 2011 en 3 maart 2011 over de herstructurering van de bekostiging nader geïnformeerd (Kamerstukken II, 30 119 nrs. 4 en 5).

18.11 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikel wordt de voor het Infrastructuurfonds beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. Deze investeringsruimte is in 2011 gecreëerd voor het totale Infrastructuurfonds (zie Voorjaarsnota 2011, Bijlage 3, «Beoordelingskader Infrafonds 2021–2028»). Met de oprichting van het Deltafonds is een deel van deze ruimte verschoven naar het Deltafonds (zie artikelonderdeel 5.3 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven).

De Investeringsruimte voor bereikbaarheid van in totaal € 9,9 miljard tot en met 2028 bestaat uit de «programmaruimte» (€ 0,418 miljard) voor de huidige kabinetsperiode en de «beleidsruimte» (€ 9,4 miljard) waarvan de concrete aanwending wordt overgelaten aan toekomstige kabinetten. De structurele doorwerking van het Begrotingsakkoord na 2023 is hierbij naar rato ten laste gebracht van de Beleidsruimte (€ 1,3 miljard). Hierdoor neemt de spanning op te beleidsdoelstellingen verder toe. Zoals eerder aangegeven (Kamerstukken II, 2010/2011, 32 500 A, nr. 83) was het immers al niet mogelijk om alle ambities en opgaven binnen het beschikbare budget in te passen.

18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

Motivering

In de SVIR (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) is aan uw Tweede Kamer gemeld dat in het verlengde Infrastructuurfonds noodzakelijke middelen zijn opgenomen voor areaalgroei, Beheer en Onderhoud en Vervanging. Deze noodzakelijke middelen zijn op dit artikelonderdeel opgenomen, omdat deze nog niet kunnen worden toegewezen aan de afzonderlijke netwerken. Deze middelen worden op een later moment toegewezen aan de artikelonderdelen 12.02 Hoofdwegennet, Beheer, onderhoud en vervanging en 15.02 Hoofdvaarwegennet, Beheer, onderhoud en vervanging van het Infrastructuurfonds en 03.02 Investeren in beheer en onderhoud, Beheer en onderhoud van het Deltafonds. Toewijzing van deze middelen zal geschieden op grond van een nadere onderbouwing van de onderhouds- en vervangingsbehoefte per netwerk. Om dit mogelijk te maken wordt door Rijkswaterstaat onder meer een inventarisatie gemaakt van de ouderdom en de te verwachten restle-vensduur van de infrastructurele objecten. De eerste uitkomsten hiervan zullen worden meegenomen bij de voorbereiding van de begroting 2014.

18.13 Tol gefinancierde uitgaven

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn tol gerelateerd uitgaven opgenomen. Deze sluit aan op de op artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten, hoofdproduct 09.02 Tolopgave geraamde tolontvangsten. Uit behoedzaamheid worden de tolontvangsten pas ingezet, toegevoegd aan artikel 12 Hoofdwegennet, als daadwerkelijke dekking na Financial Close van een DBFM-contract.

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

Omschrijving van de samenhang          Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste van beleid                                                 van de Begroting hoofdstuk XII komen. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII

2013.

Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen van de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 19 Bijdrage andere begrotingen Rijk (x € 1 000)

  • 19. 
    Bijdragen andere begrotingen Rijk                             2011              2012              2013              2014              2015              2016              2017

Ontvangsten                                                                 7 682 832 7 174 709 5 879 349 6 608 356 5 640 937 5 877 752 6 039 905

19.09 Ten laste van begroting IenM                         7 682 832 7 174 709 5 879 349 6 608 356 5 640 937 5 877 752 6 039 905

Bedragen x € 1 000

2013              2014              2015              2016              2017              2018              2019              2020

19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

19.09 Ontvangsten Ontvangsten 5 879 349 6 608 356 5 640 937 5 877 752 6 039 905 5 806 026 6 037 906 6 105 183

(vervolg) Bedragen x € 1 000

2021              2022              2023              2024              2025              2026              2027              2028

19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

19.09 Ontvangsten Ontvangsten 5 467 346 5 715 923 5 716 664 5 617 274 5 599 948 5 602 233 5 602 201 5 596 070

Operationele doelstelling                                    19.09 Ten laste van begroting IenM

Motivering                                                Dit begrotingsartikel is technisch van aard.

  • 4. 
    BIJLAGEN

BIJLAGE 1 VOEDING VAN HET INFRASTRUCTUURFONDS EN BEGROTINGSSTAAT PER PRODUCTARTIKELONDERDEEL

Infrastructuurfonds (x € 1000)

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

12

Hoofdwegen uitgaven

12.01   Verkeersmanagement

12.02   Beheer, onderhoud en vervanging

12.03   Aanleg

12.04   GIV/PPS

12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

12.09 Ontvangsten Ontvangsten Bijdrage van hfdst XII (art 26)

13

Spoorwegen uitgaven

13.02   Beheer, onderhoud en vervanging

13.03   Aanleg

13.04   GIV/PPS 13.07 Rente en aflossing

13.09 Ontvangsten Ontvangsten Bijdrage van hfdst XII (art 26)

14         Regionaal, lokale infrastructuur                    uitgaven

14.01   Grote regionaal/ lokale projecten

14.02   Regionale mobiliteitsfondsen

14.03   RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

15         Vaarwegen                uitgaven

15.01   Verkeersmanagement

15.02   Beheer, onderhoud en vervanging

15.03   Aanleg

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

15.09 Ontvangsten Ontvangsten Bijdrage van hfdst XII (art 26)

2 728 863 3 072 135 2 157 605 2 871 423 2 466 135 2 266 296 2 900 973 3 282 342

22 072

18 733

20 539

20 412

19 700

19 700

19 701

19 700

413 384         494 537         350 416 361 701         475 925         472 235         468 503         471 333

1 451 135 1 595 469         895 245 1 858 548 1 405 260 1 223 702 1 861 594 2 239 198

420 256         566 737         508 980         251 390         188 606         176 441         177 205         178 213

422 016         396 659         382 425         379 372         376 644         374 218         373 970         373 898

262 105         182 021           57 577         490 329         112 698           33 050           33 050

2 466 758      2 890 114      2 100 028      2 381 094      2 353 437      2 233 246      2 867 923     3 282 342

2 197 753     2 388 957      2 584 104     2 451 029     2 558 784     2 492 614     2 121 293     2 030 590

1 324 516      1 236 385      1 236 800      1 111 748      1 210 582      1 221 869      1 130 098      1 284 238 706 311         986 382      1 181 055      1 172 551      1 181 262      1 103 173         820 467         566 848 148 776         148 040         148 099         148 580         148 790         149 422         152 578         161 354

18 150           18 150           18 150           18 150           18 150           18 150           18 150           18 150

60 000           59 999         237 999         181 999         194 208         195 315         199 492         203 541

2 137 753      2 328 958      2 346 105      2 269 030      2 364 576      2 297 299      1 921 801      1 827 049

135 983         261 729         153 352         256 606         398 887         355 235         233 456           78 822

60 771         104 830           99 343           44 156         235 601         218 604         116 825           39 129

30 257 44 955

12 750 144 149

54 009

212 450         163 286

136 631

116 631

39 693

135 983         261 729         153 352         256 606 398 887         355 235         233 456           78 822

844 120 871 802 787 228 730 026 666 502 646 900 630 085         509 499

12 770           13 336           11 803           12 652           12 651            12 651            12 651            12 651

 

298 884

284 762

260 627

275 898

190 100

217 125

173 580

215 854

284 743

339 668

289 951

218 654

242 753

197 684

224 570

61 754

247 723         234 036         224 847         222 822         220 998         219 440         219 284         219 240

30 036           22 155             4 444

814 084 849 647         782 784 730 026         666 502         646 900         630 085         509 499

 

(vervolg) Infrastructuur-

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

fonds (x € 1000)

               

12

Hoofdwegen

2 200 462

2 308 124

1 949 571

1 768 654

1 298 333

1 238 570

1 177 854

1 167 362

12.01

Verkeersma-

               
 

nagement

19 701

19 701

19 701

22 290

22 290

22 290

22 290

22 290

12.02

Beheer, onderhoud en

               
 

vervanging

438 022

523 691

523 692

522 636

522 638

522 636

522 636

534 812

12.03

Aanleg

1 193 710

1 239 224

822 631

675 887

205 970

148 541

146 211

123 543

12.04

GIV/PPS

174 459

150 938

208 977

172 637

172 231

169 899

111 513

111 513

12.06

Netwerkgebonden

               
 

kosten HWN

374 570

374 570

374 570

375 204

375 204

375 204

375 204

375 204

12.09

Ontvangsten Bijdrage van hfdst

               
 

XII (art 26)

2 200 462

2 308 124

1 949 571

1 768 654

1 298 333

1 238 570

1 177 854

1 167 362

13

Spoorwegen

1 765 066

1 520 555

1 626 772

1 653 142

1 445 353

1 478 683

1 474 433

1 471 910

13.02

Beheer, onderhoud en

               
 

vervanging

1 167 164

1 166 485

1 166 549

1 185 095

1 120 779

1 175 779

1 175 779

1 175 779

13.03

Aanleg

417 524

172 254

277 088

283 293

138 877

116 739

114 339

127 934

13.04

GIV/PPS

162 228

163 666

164 985

166 604

167 547

168 015

166 165

150 047

13.07

Rente en aflossing

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

13.09

Ontvangsten Bijdrage van hfdst

207 468

209 601

211 665

211 988

175 300

175 300

175 300

175 300

 

XII (art 26)

1 557 598

1 310 954

1 415 107

1 441 154

1 270 053

1 303 383

1 299 133

1 296 610

14

Regionaal, lokale

               
 

infrastructuur

143 539

143 500

143 506

0

0

0

0

0

14.01

Grote regionaal/ lokale projecten

143 539

143 500

143 506

         

14.02

Regionale mobiliteitsfondsen

               

14.03

RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

143 539

143 500

143 506

         

15

Vaarwegen

681 883

646 752

638 396

591 349

704 349

746 849

765 028

510 676

15.01

Verkeersma-

               
 

nagement

12 651

12 651

12 651

12 672

12 672

12 672

12 672

12 672

15.02

Beheer, onderhoud en

               
 

vervanging

218 056

253 356

277 795

271 826

271 826

274 326

277 011

266 085

15.03

Aanleg

229 774

159 343

126 548

85 074

198 074

238 074

253 568

10 142

15.06

Netwerkgebonden

               
 

kosten HVWN

221 402

221 402

221 402

221 777

221 777

221 777

221 777

221 777

15.09

Ontvangsten Bijdrage van hfdst

               
 

XII (art 26)

681 883

646 752

638 396

591 349

704 349

746 849

765 028

510 676

17

Megaprojecten

uitgaven 54 157

17.02

Betuweroute

4 699

17.06

PMR

49 458

17.09

Ontvangsten Bijdrage van

3 000

 

hfdst XII (art 26)

51 157

18

Overige

 
 

uitgaven

uitgaven 273 614

18.01

Saldo afgesloten rekeningen

 

18.03

Intermodaal

 
 

vervoer

3 196

18.07

Mobili-teitsonafh. Kennis en

 
 

expertise

42

18.08

Netwerkoverstij-

 
 

gende kosten

270 376

18.11

Investeringsruimte

 

18.12

Reservering beheer, onderhoud en vervanging

 

18.13

Tol gefinancierde uitgaven

 

18.11

Tolopgave Bijdrage van

Ontvangsten

 

hfdst XII (art 26)

273 614

19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

19.09 Ontvangsten Ontvangsten 5 879 349

23 407           11 139             3 953             3 019             2 573             1 936             1 846

6 000             6 000

17 407             5 139             3 953             3 019             2 573             1 936             1 846

23 407 11 139 3 953 3 019             2 573             1 936             1 846

254 501 247 529 237 043 253 484         270 773         400 788         423 708

2 000             3 000

42 42 42 42                  42                  42                  42

252 459 244 487 237 001 238 024         237 355         232 502         232 380

15 418           33 376         150 161         173 203

18 083           18 083

18 083           18 083

254 501         247 529         237 043         253 484         270 773 382 705         405 625

Totaal uitgaven

Totaal ontvangsten Totaal Bijdrage van hfdst XII (art 26)

6 608 356 5 640 937 5 877 752 6 039 905 5 806 026 6 037 906 6 105 183

6 234 490 6 872 531 5 940 957 6 550 080 6 346 811 6 034 391 6 288 531 6 326 807

355 141         264 175 300 020 672 328 306 906 228 365 250 625 221 624

5 879 349 6 608 356 5 640 937 5 877 752 6 039 905 5 806 026 6 037 906 6 105 183

17          Megaprojecten

17.02     Betuweroute

17.06     PMR

17.09 Ontvangsten

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

18          Overige uitgaven

18.01 Saldo afgesloten rekeningen

18.03     Intermodaal vervoer

18.07     Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise

18.08     Netwerkoverstij-gende kosten

18.11     Investeringsruimte

18.12     Reservering beheer, onderhoud en vervanging

18.13     Tol gefinancierde uitgaven

18.11 Tolopgave

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

19          Bijdragen andere begrotingen Rijk

19.09     Ontvangsten

Totaal uitgaven Totaal ontvangsten Totaal Bijdrage van hfdst XII (art 26)

11 518 11 518

11 518

902 808 1 337 055 1 610 467 1 856 500 2 367 596 2 353 814 2 400 569 2 661 805

232 766 144 987

232 766 579 234

232 766 842 725

233 794           233 794           233 794           233 794           233 794

1 087 730 1 598 826 1 585 044 1 631 799 1 893 035

 

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

570 084

1 816 117

2 327 213

2 313 431

2 360 186

2 621 422

494 593           494 593

30 462             30 462

30 462             30 462

872 346        1 306 593

5 467 346        5 715 923        5 716 664        5 617 274        5 599 948        5 602 233        5 602 201        5 596 070

5 705 276        5 955 986        5 968 712        5 869 645        5 815 631        5 817 916        5 817 884        5 811 753

237 930           240 063           252 048           252 371           215 683           215 683           215 683           215 683

5 467 346        5 715 923        5 716 664        5 617 274        5 599 948        5 602 233        5 602 201        5 596 070

0

0

0

0

0

0

0

BIJLAGE 2 VERDIEPINGSBIJLAGE

Artikel 11 Hoofdwatersystemen

Categorie

Totaal mutatie

2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel

11.01 Watermgmt. Mutaties voorjaarsnota 2012 Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.01 Watermgmt.

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Overboeking binnen art.11 nav nieuwe prestatieafspraken

Overboeking naar Deltafonds

Mutaties Miljoenennota 2013 Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.01 Watermgmt.

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel

11.02 BenO

Mutaties voorjaarsnota 2012 Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.02 BenO

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Subsidietaakstelling

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Overboeking binnen artikel 11

Overboeking binnen art.11 nav nieuwe prestatieafspraken

Aandeel HWS uit reservering € 1,6 mlrd.

Overboeking artikel 15

Budgettoevoeging B&O 2021–2028

Kasschuif

Overboeking naar Deltafonds

Mutaties Miljoenennota 2013 Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.02 BenO

Intensivering/ Extensivering Intensivering/ Extensivering Neutraal

Technisch

Intensivering/

Extensivering

Intensivering/

Extensivering

Intensivering/

Extensivering

Neutraal

Neutraal

Intensivering/

Extensivering

Intensivering/

Extensivering

Intensivering/

Extensivering

Intertemporeel

Technisch

 
 

13 114

0

12 529 0

13 393 0

13 436 0

13 361 0

13 361

 

13 114

12 529

13 393

13 436

13 361

13 361

  • 228
   
  • 21
  • 25
  • 21
  • 23
  • 24 879
  • 788
  • 1 183
  • 1 097
  • 1 240
  • 1 230
  • 1 230
  • 25 921 - 166 999

374

  • 414

448

  • 11 794
  • 12 529
  • 1 590
  • 10 685
  • 13 393
  • 1 161
  • 11 010
  • 13 436
  • 1 847
  • 10 263
  • 13 361
  • 1 847
  • 10 261
  • 13 361
 

12 700

0

0

0

0

0

 

149 119 1 580

133 034

0

138 611 0

134 944 0

128 801 0

128 855 0

 

150 699

133 034

138 611

134 944

128 801

128 855

  • 34 011
   
  • 3 359
  • 3 686
  • 3 308
  • 3 383
  • 26 560
           
  • 4 865 - 39 100
  • 244 900

670 100

276 23 000

159 1 900

175 15 000

176 20 000

25 921

  • 374
  • 448

1 590

1 161

1 847

1 847

88 934

           

47 830

       

7 307

10 132

7 968

0

3 006 639

  • 8 229
  • 7 947

11 000

  • 144 356
  • 133 034
  • 427
  • 159 691
  • 138 611

45 000

  • 179 478
  • 134 944

27 290

  • 177 112
  • 128 801
  • 10 132
  • 147 495
  • 128 855
 

142 752

0

0

0

0

0

13 4

1

5

2 3

13

6

7

8 9 4

 
 

Categorie

Totaal mutatie

2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel

                 

11.03 Aanleg

   

194 271

164 400

184 641

194 196

159 892

114 780

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

171 250

36 488

34 504

13 121

  • 12 055
  • 3 005
 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelon-

                 

derdeel 11.03 Aanleg

   

365 521

200 888

219 145

207 317

147 837

111 775

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/

               
 

Extensivering

  • 302
 
  • 8 000

7 766

  • 68
   

1

Overboeking binnen artikel 11

Neutraal

114 939

6 348

7 959

  • 2 907
  • 5 727
  • 10 734
 

3

Subsidietaakstelling

Intensivering/

               
 

Extensivering

  • 7 270
  • 652
  • 1 152
  • 1 228
  • 1 814
  • 1 814
  • 610

5

Overboeking artikel 15 en 16

Intensivering/

               
 

Extensivering

28 190

  • 9 312

7 800

13 700

14 600

1 402

 

10

Kasschuif

Intertemporeel

0

  • 127 008

72 409

6 174

21 906

10 446

72 180

9

Overboeking naar HXII

Intensivering/

               
 

Extensivering

  • 263 860
 
  • 94 883
  • 95 699
  • 47 626
  • 2 375
  • 455

11

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

  • 5 127 250
 
  • 185 021
  • 146 951
  • 188 588
  • 144 762
  • 182 890

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   
  • 130 624
  • 200 888
  • 219 145
  • 207 317
  • 147 837
  • 111 775
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelon-

                 

derdeel 11.03 Aanleg

   

234 897

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel

                 

11.05 Verk.& Planst.

   

28 668

31 587

61 039

46 242

193 904

157 753

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

3 637

  • 789
  • 3 176
  • 2 600
  • 56 018
  • 9 299
 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelon-

                 

derdeel 11.05 Verk.& Planst.

   

32 305

30 798

57 863

43 642

137 886

148 454

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/

               
 

Extensivering

  • 523 091
   
  • 42 185
  • 52 758
  • 53 247
  • 28 708

1

Subsidietaakstelling

Intensivering/

               
 

Extensivering

  • 14 864
  • 348
  • 348
  • 442
  • 50
  • 1 006
  • 2 710

5

Overboeking binnen artikel 11

Neutraal

  • 75 459
  • 6 909
  • 8 059
  • 20 093

3 868

  • 4 266
  • 20 000

3

Overboeking artikel 16

Intensivering/ Extensivering

367

367

         

10

Overboeking artikel 18

Intensivering/ Extensivering

42 430

           

14

Kasschuif

Intertemporeel

0

  • 423

281

142

  • 20 000

20 000

 

9

Overboeking met HXII

Intensivering/

               
 

Extensivering

  • 9 391

11

  • 270
  • 132
   
  • 9 000

11

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

  • 1 735 064
 
  • 22 402

4 847

25 298

  • 99 367
  • 88 036

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   
  • 7 302
  • 30 798
  • 57 863
  • 43 642
  • 137 886
  • 148 454
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelon-

                 

derdeel 11.05 Verk.& Planst.

   

25 003

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel

                 

11.06 Staf Deltacomm.

   

2 375

1 925

1 925

1 925

1 925

1 925

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

796

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelon-

                 

derdeel 11.06 Staf Deltacomm.

   

3 171

1 925

1 925

1 925

1 925

1 925

 
 
 

Categorie

Totaal mutatie

2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/

               
 

Extensivering

  • 89
   
  • 8
  • 10
  • 8
  • 9

1

Overboeking binnen artikel 11

Neutraal

  • 380
  • 339
   
  • 41
   

3

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

  • 15 269
 
  • 1 925
  • 1 917
  • 1 874
  • 1 917
  • 1 916

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   
  • 339
  • 1 925
  • 1 925
  • 1 925
  • 1 925
  • 1 925
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelon-

                 

derdeel 11.06 Staf Deltacomm.

   

2 832

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel

                 

11.07 Netwerk HWS

   

230 233

219 754

204 372

195 255

193 623

192 282

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

29

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelon-

                 

derdeel 11.07 Netwerk HWS

   

230 262

219 754

204 372

195 255

193 623

192 282

 

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/

               
 

Extensivering

82 554

2 593

3 879

6 010

7 557

7 428

7 430

2

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/

               
 

Extensivering

  • 3 278
   
  • 321
  • 362
  • 306
  • 327

1

Subsidietaakstelling

Intensivering/

               
 

Extensivering

2 806

220

220

410

1 456

500

 

5

Loonbijstelling

Intensivering/

               
 

Extensivering

13 255

870

828

797

783

773

767

12

Overboeking met HXII

Intensivering/

               
 

Extensivering

1 820

  • 140

260

260

260

460

60

11

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

  • 3 255 055
 
  • 224 941
  • 211 528
  • 204 949
  • 202 478
  • 200 212

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

3 543

  • 219 754
  • 204 372
  • 195 255
  • 193 623
  • 192 282
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelon-

                 

derdeel 11.07 Netwerk HWS

   

233 805

0

0

0

0

0

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet

                 

2012 HWS

   

795 072

598 928

635 309

596 519

623 433

596 652

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013

                 

HWS

   

651 989

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel

                 

11.09 Ontvangsten

   

16 632

5 150

2 650

3 150

25 150

25 222

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

88 028

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelon-

                 

derdeel 11.09 Ontvangsten

   

104 660

5 150

2 650

3 150

25 150

25 222

 

Overboeking met artikel 16

Intensivering/

               
 

Extensivering

  • 46 263
  • 63 914
  • 1 100

3 900

6 850

7 300

701

10

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

  • 1 745 223
 
  • 4 050
  • 6 550
  • 10 000
  • 32 450
  • 25 923

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   
  • 63 914
  • 5 150
  • 2 650
  • 3 150
  • 25 150
  • 25 222
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelon-

                 

derdeel 11.09 Ontvangsten

   

40 746

0

0

0

0

0

 

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.05 Verk.& Planst.

28 668

31 587

61 039

46 242

193 904

157 753

Mutaties voorjaarsnota 2012

3 637

  • 789
  • 3 176
  • 2 600
  • 56 018
  • 9 299

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.05 Verk.& Planst.

32 305

30 798

57 863

43 642

137 886

148 454

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Subsidietaakstelling

Overboeking binnen artikel 11 Overboeking artikel 16

Overboeking artikel 18

Kasschuif Overboeking met HXII

Overboeking naar Deltafonds

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 523 091
   
  • 42 185
  • 52 758
  • 53 247
  • 28 708

1

Intensivering/

               

Extensivering

  • 14 864
  • 348
  • 348
  • 442
  • 50
  • 1 006
  • 2 710

5

Neutraal

  • 75 459
  • 6 909
  • 8 059
  • 20 093

3 868

  • 4 266
  • 20 000

3

Intensivering/

               

Extensivering

367

367

         

10

Intensivering/

               

Extensivering

42 430

           

14

Intertemporeel

0

  • 423

281

142

  • 20 000

20 000

 

9

Intensivering/

               

Extensivering

  • 9 391

11

  • 270
  • 132
   
  • 9 000

11

Technisch

  • 1 735 064
 
  • 22 402

4 847

25 298

  • 99 367
  • 88 036

4

   
  • 7 302
  • 30 798
  • 57 863
  • 43 642
  • 137 886
  • 148 454
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.05 Verk.& Planst.

25 003

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.06 Staf Deltacomm.

2 375

1 925

1 925

1 925

1 925

1 925

Mutaties voorjaarsnota 2012

796

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.06 Staf Deltacomm.

3 171

1 925

1 925

1 925

1 925

1 925

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Overboeking binnen artikel 11 Overboeking naar Deltafonds

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

 

Extensivering

  • 89

Neutraal

  • 380

Technisch

  • 15 269
   
  • 8
  • 10
  • 8
  • 9

339

   
  • 41
   
 
  • 1 925
  • 1 917
  • 1 874
  • 1 917
  • 1 916

339

  • 1 925
  • 1 925
  • 1 925
  • 1 925
  • 1 925
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.06 Staf Deltacomm.

2 832

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.07 Netwerk HWS

230 233

219 754

204 372

195 255

193 623

192 282

Mutaties voorjaarsnota 2012

29

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.07 Netwerk HWS

230 262

219 754

204 372

195 255

193 623

192 282

Bijstelling niveau landelijke taken RWS Taakstellingen Begrotingsakkoord Subsidietaakstelling Loonbijstelling Overboeking met HXII

Overboeking naar Deltafonds

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

82 554

2 593

3 879

6 010

7 557

7 428

7 430

2

Intensivering/

               

Extensivering

  • 3 278
   
  • 321
  • 362
  • 306
  • 327

1

Intensivering/

               

Extensivering

2 806

220

220

410

1 456

500

 

5

Intensivering/

               

Extensivering

13 255

870

828

797

783

773

767

12

Intensivering/

               

Extensivering

1 820

  • 140

260

260

260

460

60

11

Technisch

  • 3 255 055
 
  • 224 941
  • 211 528
  • 204 949
  • 202 478
  • 200 212

4

   

3 543

  • 219 754
  • 204 372
  • 195 255
  • 193 623
  • 192 282
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.07 Netwerk HWS

233 805

0

0

0

0

0

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 HWS

795 072

598 928

635 309

596 519

623 433

596 652

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 HWS

651 989

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.09 Ontvangsten

16 632

5 150

2 650

3 150

25 150

25 222

Mutaties voorjaarsnota 2012

88 028

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.09 Ontvangsten

104 660

5 150

2 650

3 150

25 150

25 222

Overboeking met artikel 16

Overboeking naar Deltafonds

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/

Extensivering          – 46 263

Technisch – 1 745 223

 

63 914

  • 1 100

3 900

6 850

7 300

701

 
  • 4 050
  • 6 550
  • 10 000
  • 32 450
  • 25 923

63 914

  • 5 150
  • 2 650
  • 3 150
  • 25 150
  • 25 222

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.09 Ontvangsten

10 4

40 746

0

0

0

0

0

Artikel 11

  • 1. 
    Deze mutatie van in totaal € 561 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.
  • 2. 
    Het budget voor de landelijk geconcentreerde uitvoeringstaken van Rijkswaterstaat worden in lijn gebracht met de afgesproken versoberingen. De taken worden efficiënter georganiseerd. Deze bijstelling van in totaal ruim € 52,8 miljoen komt ten goede aan de oplossing van de B&O-problematiek, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012.
  • 3. 
    Betreft budgettair neutrale verschuivingen binnen het artikel en met name de volgende zaken:

– De reservering voor de planuitwerking en voorbereiding realisatie project Afsluitdijk van ruim € 30 miljoen is bijgesteld naar € 22,5 miljoen. Het verschil is overgeheveld naar de reservering voor de realisatie van de Afsluitdijk op artikelonderdeel 11.03.

– Een overboeking van in totaal € 5,9 miljoen in het kader van het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) uit artikelonderdeel 11. 03 naar artikelonderdeel 11.02 voor Beheer en Onderhoud Waterveiligheid, omdat de maatregelen door het agentschap worden gerealiseerd.

– In verband met de start van het project Sterkte-Belastingen-Waterkering en Wettelijk Toetsinstrumentarium 2017 zijn de uitgaven ten laste van het juiste artikelonderdeel gebracht.

– Vanaf 2009 is onderzocht om in het kader van het Plan IJsselsprong de twee dijkverleggingen uit de PKB Ruimte voor de Rivier te combineren met een geul in de Tichelbeeksewaard. In 2011 is besloten de geul nu niet aan te leggen, aangezien de geul nu niet nodig is voor de veiligheid en geen sprake is van synergievoorde-len of regionale bijdragen. Dit betekent een neerwaartse bijstelling van bijna € 10 miljoen van het budget voor IJsselsprong. De gelden, die oorspronkelijk uit onderdeel 11.05 afkomstig zijn, zijn weer aan dat onderdeel toegevoegd.

  • 4. 
    In de Deltawet is opgenomen dat een Deltafonds wordt ingezet dat zorg draagt voor de financiering en bekostiging van maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 (Hoofdwatersystemen) en 16 (Megaprojecten wat betreft Maaswerken en Ruimte voor de Rivier) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en Begroting hoofdstuk XII. In de bijlage bij de begroting van het Deltafonds is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening, zijn als gevolg van de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II, 2011/11, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de Begroting hoofdstuk XII.

In totaal wordt vanaf 2013 tot en met 2028 bijna € 13,3 miljard aan uitgavenramingen en ruim € 1,7 miljard aan ontvangstenramingen overgeboekt naar het Deltafonds.

  • 5. 
    Een deel van de subsidietaakstelling Deltares (artikel 18.08) blijkt niet haalbaar. In de periode t/m 2020 gaat het afgerond om € 22 miljoen. Het grootste deel, ruim € 19 miljoen, wordt nu vanuit artikel 18.08 verlegd naar artikel 11 op het Infrastructuurfonds en het restant wordt ingeboekt op de Begroting hoofdstuk XII artikel 31. Een en ander is ingepast in de programmering (zie ook ad 6 onder artikel 18 en ad 6 onder artikel 1 van Begroting hoofdstuk XII).
  • 6. 
    De uitgavenverhoging van in totaal bijna € 89 miljoen betreft het aandeel voor Hoofdwatersystemen uit de na 2020 gereserveerde middelen ad € 1,6 miljard bestemd voor de periode tot en met 2020 voor Beheer en Onderhoud en Vervanging, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012 (zie ook ad 7, 8 en 14 onder artikel 12, 15 en 18).
  • 7. 
    Betreft een overboeking van circa € 47,8 miljoen in de periode 2015–2020 vanuit artikel 15 voor het project Renovatie stuwensemble in de Nederrijn en Lek (zie ook ad 7 onder artikel 15) waarmee het vaarwegdeel in dit HWS-project wordt bekostigd.
  • 8. 
    In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) is aan de Tweede Kamer gemeld dat in het verlengde Infrastructuurfonds noodzakelijke middelen zijn opgenomen voor Beheer, Onderhoud en Vervanging. Deze mutatie van in totaal bijna € 8 miljoen betreft de noodzakelijke toevoeging aan het Beheer en Onderhoud budget van Rijkswaterstaat voor de periode 2021–2028 voor de Hoofdwatersystemen (zie ook ad 8, 6 en 13 onder respectievelijk artikel 12, 15 en 18).
  • 9. 
    Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.

10.Binnen het waterdomein zijn overboekingen van per saldo van circa € 28,6 miljoen tussen artikel 11 en 15 en 16 voor de volgende punten: – Overboekingen voor met name RvdR langsdammen (zie ook ad 6

onder artikel 16); – Een overheveling HWBP-2 naar nHWBP conform Basisrapportage. Zoals in de Basisrapportage is aangegeven wordt het verschil tussen raming en budget van € 35 miljoen toegevoegd aan het nHWPB en wordt in de jaren 2013–2016 toegevoegd (zie ook ad 10 onder artikel 16); – Overboeking uit artikelonderdeel 16.03 naar 11.05 voor een correctie van notificatiekosten conform de opdrachtbrief van Rijkswaterstaat (€ 367 000) (zie ook ad 8 onder artikel 16); – Overboeking uit artikel 15 van € 1,1 miljoen voor Sophialaan/ Rietbaan (zie ook ad 7 onder artikel 15).

  • 11. 
    Per saldo worden de uitgavenraming bij dit artikel met ruim € 271,4 miljoen verminderd. Dit betreffen overhevelingen van en naar Begroting hoofdstuk XII. Het gaat dan met name om:

– De Tweede Kamer heeft bij de behandeling van de Deltawet het amendement Lucas aangenomen. Hierin wordt bepaald dat geen uitgaven voor aanlegprojecten waterkwaliteit en de Kaderrichtlijn Water (KRW) die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening uit het Deltafonds gedaan mogen worden. Deze uitgaven moeten na in werking treden van de Deltawet verantwoord worden op de Begroting hoofdstuk XII.

– Van Begroting hoofdstuk XII/01: Betreft een bijdrage in de financiering Informatiehuis Water om onderdeel te laten uitmaken van nieuw af te sluiten SLA watermanagement.

– Vanuit het Deltaprogramma wordt gezorgd voor de helft van de financiering op de Begroting hoofdstuk XII artikel 2 van een aio bij Deltares, die het voorstel «Scenariomethode, ontwerpen, knikpun-ten en regionale strategieën» gaat uitvoeren.

  • 12. 
    De mutatie van in totaal bijna € 13,3 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.
  • 13. 
    Betreft een structurele overboeking vanaf 2012 tot en met 2028 van in totaal ruim 25,9 miljoen van artikelonderdeel 11.01 naar onderdeel

11.02 als gevolg van de met Rijkswaterstaat voor de periode 2013–2016 nieuw afgesloten prestatieafspraken. 14. Dit betreft een overboeking uit artikel 18 van in totaal circa € 42,4 miljoen voor met name de Bovenloop IJssel.

Artikel 12 Hoofdwegennet

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt.

43 993

27 340

23 304

23 273

23 228

23 227

Mutaties voorjaarsnota 2012

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt.

43 993

27 340

23 304

23 273

23 228

23 227

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Overboeking binnen art.12 nav nieuwe prestatieafspraken

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/ Extensivering Intensivering/ Extensivering

  • 57 698
  • 23 900
  • 46
  • 2 472 - 46
  • 2 454
  • 2 095
  • 2 388
  • 1 751
  • 2 347
  • 1 878
  • 2 346
  • 2 590

1 2

Neutraal

3 782

  • 13 179
  • 13 225
  • 2 750
  • 5 268
  • 22
  • 4 571

1 405

  • 2 734

1 409

  • 2 816

1 409

  • 3 527

4

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt.

30 768

22 072

18 733

20 539

20 412

19 700

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.02 BenO

343 137

549 956

471 665

331 765

419 595

539 279

Mutaties voorjaarsnota 2012

  • 67 389
  • 6 337
  • 11 636
  • 30 050
  • 31 687
  • 31 687

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.02 BenO

275 748

543 619

460 029

301 715

387 908

507 592

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Kasschuif

Overboeking binnen artikel 12

Overboeking binnen art.12 nav nieuwe prestatieafspraken

Aandeel HWN uit reservering € 1,6 mlrd.

Budgettoevoeging B&O 2021–2028

Overboeking naar HXII (DBFM A15)

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 59 811
  • 34
  • 1 494
  • 3 789
  • 2 640
  • 2 603
  • 2 602

1

Intensivering/

               

Extensivering

  • 85 812
 
  • 74 962

39 848

20 473

  • 7 362
  • 8 639

2

Intertemporeel

0

66 589

  • 52 675

18 751

51 357

  • 83
 

5

Neutraal

  • 299 683
  • 6 000
  • 3 854
  • 20 324
  • 19 084
  • 14 750
  • 19 017

6

Neutraal

  • 3 782

13 179

2 750

22

  • 1 405
  • 1 409
  • 1 409

4

Intensivering/

               

Extensivering

1 015 836

           

7

Intensivering/

               

Extensivering

426 832

           

8

Intensivering/

               

Extensivering

  • 245 971
           

9

73 734

130 235

34 508

48 701

26 207

31 667

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.02 BenO

349 482

413 384

494 537

350 416

361 701

475 925

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.03 Aanleg

1 512 384

1 189 519

938 480

542 241

145 746

13 483

Mutaties voorjaarsnota 2012

  • 255 868
  • 229 340
  • 287 370
  • 172 847

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.03 Aanleg

1 256 516

960 179

651 110

369 394

145 746

13 483

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Desaldering

Overboeking binnen artikel 12 Overboeking naar artikel 15

Reservering tlv programmaruimte

Kasschuif Overboeking met HXII

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

   

Extensivering

  • 1 383 438
 

Intensivering/

   

Extensivering

1 800

 

Neutraal

15 863 741

84 208

Intensivering/

   

Extensivering

  • 4 000
  • 4 000

Intensivering/

   

Extensivering

250 000

 

Intertemporeel

0

  • 218 409

Intensivering/

   

Extensivering

14 400

3 500

134 701

4 000

588 960

97 004

3 000

490 956

112 503

1 800 991 418

55 744

7 900

944 359

80 471 - 141 261 - 115 112

631 555 1 747 795 1 292 534

25 233            106 268           214 355

525 851 1 712 802 1 391 777

Overboeking binnen artikel 12

Kasschuif

Overboeking met HXII

Mutaties Miljoenennota 2013

10

11

12

13

5

14

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.03 Aanleg

1 121 815

1 451 135

1 595 469

895 245

1 858 548

1 405 260

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS

354 075

384 106

171 962

145 777

147 252

147 784

Mutaties voorjaarsnota 2012

21 596

56 352

344 482

363 949

54 184

54 101

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS

375 671

440 458

516 444

509 726

201 436

201 885

Neutraal

26 068

690

2 958

5 484

5 272

1 674

797

15

Intertemporeel

0

  • 69 855
  • 23 160

44 809

  • 6 018

48 280

  • 14 076

5

Intensivering/

               

Extensivering

325 600

           

16

69 165

20 202

50 293

746

49 954

13 279

2

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS

306 506

420 256

566 737

508 980

251 390

188 606

1 Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.05 Verk.& Planst.

  • 233 744

122 507

1 203 572

753 818

2 328 262

1 832 846

Mutaties voorjaarsnota 2012

174 436

100 493

0

  • 77 954

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.05 Verk.& Planst.

  • 59 308

223 000

1 203 572

675 864

2 328 262

1 832 846

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Desaldering

Overboeking binnen artikel 12

Diverse overboekingen binnen Infrafonds

Kasschuif

Overboeking met HXII

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

       

Extensivering

  • 174 103
 
  • 247 824

35 219

Intensivering/

       

Extensivering

  • 532 000
 
  • 1 486
  • 25 625

Neutraal

  • 15 567 176
  • 55 948
  • 588 064
  • 976 578

Intensivering/

       

Extensivering

  • 205 300

1 150

 

0

Intensivering/

       

Extensivering

  • 391

460 958

614 374

  • 236 588

Intensivering/

       

Extensivering

  • 4 607
  • 44 607

361 553

0

  • 223 000

0

  • 1 203 572

38 502

 
  • 49 764 617 743
  • 15 625 - 1 734 719
  • 28 500 - 1 274 314

17 18

45 000

  • 35 000

168 000

19

  • 91 859
  • 542 918
  • 718 032

5

0

675 864

0

  • 2 328 262

20 000

  • 1 832 846

20

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.05 Verk.& Planst.

302 245

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.06 Netwerk HWN

437 750

418 860

391 966

378 394

375 060

372 292

Mutaties voorjaarsnota 2012

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.06 Netwerk HWN

437 750

418 860

391 966

378 394

375 060

372 292

Bijstelling niveau landelijke taken RWS Taakstellingen Begrotingsakkoord Loonbijstelling

 

Intensivering/

 

Extensivering

7 590

Intensivering/

 

Extensivering

  • 7 045

Intensivering/

 

Extensivering

26 576

110

1 788

 

2 174

3 748

3 333

3 428

3 430

1

  • 698
  • 616
  • 701
  • 592
  • 634

2

1 680

1 561

1 399

1 476

1 556

3

2

 

Overboeking van artikel 14

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/ Extensivering

284 284

1 962

3 156

4 693

4 031

4 312

4 352

19

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.06 Netwerk HWN

 

439 712

422 016

396 659

382 425

379 372

376 644

 
 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 HWN

 

2 330 370

2 613 456

3 246 425

2 258 366

3 461 640

2 951 325

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 HWN

 

2 550 528

2 728 863

3 072 135

2 157 605

2 871 423

2 466 135

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten

 

232 114

263 591

205 850

107 337

505 954

141 198

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

 

18 753

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten

 

250 867

263 591

205 850

107 337

505 954

141 198

 

Diverse hogere ontvangsten Desaldering

Mutaties Miljoenennota 2013

Neutraal             22 950

Intensivering/ Extensivering – 530 200

22 950

22 950

 
         

21

1 486

  • 23 829
  • 49 760
  • 15 625
  • 28 500

22

1 486

  • 23 829
  • 49 760
  • 15 625
  • 28 500
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten

273 817           262 105           182 021

57 577           490 329           112 698

Artikel 12

  • 1. 
    Het budget voor de landelijk geconcentreerde uitvoeringstaken van Rijkswaterstaat wordt in lijn gebracht met de afgesproken versoberingen. De taken worden efficiënter georganiseerd. Deze neerwaartse bijstelling van in totaal ruim € 109,9 miljoen over de periode tot en met 2028 komt ten goede aan de oplossing van de B&O-problematiek, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012.
  • 2. 
    Deze mutatie van in totaal ruim € 1 674 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.
  • 3. 
    De mutatie van in totaal bijna € 26,6 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.
  • 4. 
    Betreft een structurele overboeking van bijna € 3,8 miljoen uit onderdeel 12.02 naar onderdeel 12.01 als gevolg van de met Rijkswaterstaat voor de periode 2013–2016 nieuw afgesloten prestatieafspraken.
  • 5. 
    Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.
  • 6. 
    Deze mutatie betreft voor een deel een overboeking naar 12.04 voor het DBFM project A-15. Daarnaast worden nog enkele kleinere overboekingen doorgevoerd en worden de geraamde agentschapsbij-dragen naar aanleiding van de gewijzigde begrotingsstructuur vanaf 2013 overgeboekt naar 12.03.

In totaal gaat het hier om een overboeking van bijna € 300 miljoen in de periode 2012–2028.

  • 7. 
    Betreft het aandeel (€ 1 016 miljoen) voor de Hoofdwegen uit de na 2020 gereserveerde middelen ad € 1,6 miljard bestemd voor de periode tot en met 2020 voor Beheer en Onderhoud en Vervanging, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012 (zie ook ad 6, 8 en 14 onder artikel 11, 15 en 18).
  • 8. 
    In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) is aan de Tweede Kamer gemeld dat in het verlengde Infrastructuurfonds noodzakelijke middelen zijn opgenomen voor Beheer, Onderhoud en Vervanging. De aanpassing van de uitgavenraming met in totaal € 426,8 miljoen in de periode 2021–2028 betreft de noodzakelijke toevoeging aan het Beheer en Onderhoud budget van Rijkswaterstaat voor de periode 2021–2028 voor de Hoofdwegen(zie ook ad 8, 6 en 13 onder respectievelijk artikel 11, 15 en 18).
  • 9. 
    Het beschikbare budget voor het project A15 Maasvlakte – Vaanplein wordt meerjarig omgezet naar het geïntegreerde contractartikel (zie ook onder ad 6) inclusief een DBFM reeks (Design, Build, Finance, Maintain – ontwerp, bouw, financiering en onderhoud). Daarom wordt vanaf 2021 in totaal bijna € 246 miljoen overgeboekt via het bijdrage artikel 19 in het Infrastructuurfonds naar de begroting van Hoofdstuk XII.

10.De desaldering van € 1,8 miljoen is het gevolg van inkomsten uit grondverkopen op het project N61 Hoek-Schoondijke.

  • 11. 
    De mutatie op de uitgavenramingen bij dit onderdeel van in totaal bijna € 15,9 miljard in de periode 2012–2028 betreft in hoofdzaak mutaties als gevolg van de overgang van projecten van de planuitwer-kingsfase (artikel 12.05 naar de realisatiefase (artikel 12.03). Daarnaast betreft het overboekingen uit de artikelonderdelen 12.02 en 12.05 naar 12.03 in verband met de gewijzigde begrotingsstructuur.
  • 12. 
    Uit dit artikelonderdeel wordt voor het aanpassen van de aansluiting A2 op de A59 € 4 miljoen overgeboekt naar het budget voor het project omleiding Zuid Willemsvaart binnen artikel 15 (zie ook ad 12 onder artikel 15).
  • 13. 
    De mutatie van in totaal € 250 miljoen betreft de kosten voor de structurele verbreding van de A2 tussen knooppunt Het Vonderen en Kerensheide naar 2x3 rijstroken (2e fase). Van het totaalbedrag van € 250 miljoen draagt de regio € 35 miljoen aan het project bij (Kamerstukken II, 2011/12, 33 000 A, nr. 71). De verwerking van de regionale bijdrage (verhoging ontvangsten) wordt bij Voorjaarsnota 2013 verwerkt.
  • 14. 
    Dit betreft een technische mutatie van hoofdstuk XII naar het Infrastructuurfonds waarmee een deel van de programma’s Meer Veilig 3 en de kritische ontwerpelementen verkeersveiligheid (AKOE) worden bekostigd. Deze hangen samen met de invoering van de dynamische maximumsnelheden op de diverse trajecten. Dit is eerder gemeld aan de Tweede Kamer.
  • 15. 
    Deze mutatie van in totaal circa € 26,1 miljoen betreft voor het grootste deel een deel een overboeking uit 12.04 voor het DBFM project A15 Maasvlakte Vaanplein en voor een kleiner deel een overboeking uit artikelonderdeel 12.03 voor het DBFM project A12 Lunetten Veenendaal.
  • 16. 
    Betreft een overboeking van in totaal € 325,6 miljoen in de periode 2021–2028 voor het DBFM project A15 Maasvlakte Vaanplein.

17.Deze desaldering ad € 532 miljoen betreft het saldo van de volgende posten:

– Lagere ontvangsten in verband met het afboeken van de tolop-brengsten op het project A12/15 Bereikbaarheid regio Arnhem-N. De uitgavenramingen zijn daarop eveneens aangepast;

– Een bijdrage van de regio van in totaal € 100 miljoen ter beschikking gesteld voor diverse inpassingsmaatregelen op het project.A13/16/20 Rotterdam;

– Een bijdrage van de regio van € 4,5 miljoen voor een busafrit in project A4/9 Badhoevedorp.

  • 18. 
    Betreft een budgettair neutrale verschuiving van in totaal bijna € 15,6 miljard in de periode 2012–2028 binnen het artikel. Deze verschuiving betreft met name de volgende zaken:

– Overboeking naar 12.03 in verband met de gewijzigde begrotingsstructuur

– Fasewisselingen van een aantal projecten die overgaan van planuitwerkingen naar realisatie.

  • 19. 
    Deze mutatie van in totaal bijna € 205,3 miljoen in de periode 2012–2028 bestaat uit een groot aantal overboekingen van en naar dit artikelonderdeel. De belangrijkste zijn: – Overboeking naar artikel 13 in verband met een aanpassing van de verdeling van het budget voor geluidssaneringsmaatregelen tussen weg en spoor. De correctie in de verdeling tussen weg en spoor is doorgevoerd omdat nu bekend is welke geluidmaatregelen nodig zijn om aan de wettelijke saneringsplicht te voldoen en wat de hiermee samenhangende kosten zijn.» (zie ook ad 8 onder artikel 13). – In totaal wordt € 10 miljoen (2014/2015) overgeboekt naar artikel 12 voor integrale Beter Benutten programma’s in de regio’s Twente en Groningen Assen, waar mobiliteitsproblemen op het spoor in combinatie met OV en wegaanpassingen worden aangepakt (zie ook ad 10 onder artikel 13).

– Een overboeking uit artikel 18 voor de indexering DBFM en een aanvullende bijdrage door IenM aan het project Zuidas (Kamerstukken II, 2011/12, 32 668, nr. 3) (zie ook ad 11 onder artikel 18).

– Vanaf 2023 een correctieboeking met betrekking tot de verdeling van aanvullende post uit het Regeerakkoord voor wegen en spoor ad € 500 miljoen per jaar. De correctie is om te komen tot de 75/25 procent verdeling tussen respectievelijk wegen en spoorinvesteringen (zie ook ad 10 onder artikel 13)

– Een overheveling vanuit artikel 14 voor kosten die door de

Rijkswaterstaat worden gemaakt met betrekking tot het convenant N50. (zie ook ad 5 onder artikel 14).

  • 20. 
    De uitgavenmutatie van in totaal circa € 4,6 miljoen betreft de volgende 2 posten:

– Een deel van het Programma Beter Benutten wordt via de regio uitgevoerd. De middelen worden via de BDU beschikbaar gesteld. Hiervoor is een overboeking nodig van artikel 12 in het Infrastructuurfonds naar de Begroting hoofdstuk XII, BDU. Het gaat om een bedrag van bijna € 45 miljoen in 2012.

– De mutatie in de jaren 2017 en 2018 van € 20 miljoen per jaar betreft de uitwerking van de BTW compensatie van in totaal € 40 miljoen (bijdrage van het ministerie van Financiën) conform eerdere afspraak uit 2005 over het verlagen van de BTW-druk op het project A10 Zuid-As (Handelingen 2004/05, 29 800 XI, nr. 102).

  • 21. 
    Deze post betreft voor een belangrijk deel (circa € 18,9 miljoen) de ontvangsten als gevolg van een bestuursafspraak, waarin is vastgelegd dat de provincies in 2008 in totaal € 200 miljoen storten in het Infrastructuurfonds. Deze betalingen zijn verwerkt op diverse projectbudgetten maar nooit geraamd. Voorts wordt verwacht dat circa € 4,1 miljoen van derden wordt ontvangen op met name de projecten Rijksweg 2 Everdingen-Deil-Zaltbommel-Empel, A50 Eindhoven-Oss, A73 en A59 Rosmalen-Geffen.
  • 22. 
    Zie de toelichting onder ad 10 en ad 17.

Artikel 13 Spoorwegen

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.02 Onderh.& Verv.

1 510 623

1 567 862

1 360 564

1 472 331

1 271 147

1 228 890

Mutaties voorjaarsnota 2012

  • 1 023
  • 42 874
  • 39 259
  • 113 259
  • 113 259
  • 95 051

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.02 Onderh.& Verv.

1 509 600

1 524 988

1 321 305

1 359 072

1 157 888

1 133 839

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Loonbijstelling

Overboeking binnen artikel 13

Kasschuif

Taakstelling apparaat

Overboeking met HXII

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 212 789
 
  • 23 258
  • 18 850
  • 23 473
  • 17 545
  • 18 021

1

Intensivering/

               

Extensivering

32 440

2 092

2 164

1 969

1 844

1 883

1 874

2

Neutraal

  • 1 045 607
  • 16 378
  • 212 875
  • 252 882
  • 316 825
  • 234 874
  • 20 720

3

Intertemporeel

0

  • 12 000

43 000

209 000

248 000

238 000

149 000

4

Intensivering/

               

Extensivering

  • 544 968
 
  • 8 604
  • 23 052
  • 31 818
  • 33 604
  • 35 390

5

Intensivering/

               

Extensivering

  • 4 997
  • 2 993
  • 899
  • 1 105
     

6

   
  • 29 279
  • 200 472
  • 84 920
  • 122 272
  • 46 140

76 743

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.02 Onderh.& Verv.

1 480 321

1 324 516

1 236 385

1 236 800

1 111 748

1 210 582

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.03 Aanleg

675 852

645 858

561 017

507 963

414 632

347 461

Mutaties voorjaarsnota 2012

  • 19 783

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.03 Aanleg

656 069

645 858

561 017

507 963

414 632

347 461

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Desaldering

Overboeking binnen artikel 13 Overboekingen van artikel 12 en 14

Kasschuif

Overboekingen met HXII

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 18 383
 
  • 20 800

13 759

178

  • 519
  • 1 143

1

Intensivering/

               

Extensivering

69 670

8 670

   

56 000

 

5 000

7

Neutraal

6 061 454

16 469

308 255

422 856

585 422

759 810

777 747

3

Intensivering/

               

Extensivering

129 442

29

5

8

     

8

Intensivering/

               

Extensivering

0

  • 162 787
  • 230 507
  • 14 758

27 992

  • 4 872

45 187

4

Intensivering/

               

Extensivering

66 570

3 500

3 500

3 500

3 500

3 500

7 010

9

   
  • 134 119

60 453

425 365

673 092

757 919

833 801

 

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.03 Aanleg

 

521 950

706 311

986 382

1 181 055

1 172 551

1 181 262

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS

 

151 489

143 776

145 040

146 099

147 580

147 290

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

 

11 365

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS

 

162 854

143 776

145 040

146 099

147 580

147 290

 

Kasschuif

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/ Extensivering

0 - 26 000

  • 26 000

5 000

5 000

3 000

3 000

2 000

2 000

1 000

1 000

1 500

1 500

4

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS

 

136 854

148 776

148 040

148 099

148 580

148 790

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.05 Verk.& Planst.

 

107 720

211 006

325 314

449 299

566 454

871 922

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

 

36 808

0

  • 60 000
  • 24 000
  • 34 000
  • 65 000
 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.05 Verk.& Planst.

 

144 528

211 006

265 314

425 299

532 454

806 922

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Desaldering

Overboeking binnen artikel 13

Diverse overboekingen binnen Infrafonds

Kasschuif Loonbijstelling

Overboekingen met HXII

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 600 956
 
  • 22 825
  • 52 420
  • 57 880
  • 54 771
  • 73 170

1

Intensivering/

               

Extensivering

10 107

10 107

         

7

Neutraal

  • 5 306 247
  • 91
  • 113 530
  • 188 124
  • 286 747
  • 543 086
  • 775 177

3

Intensivering/

               

Extensivering

268 321

     
  • 5 000
  • 5 000
 

10

Intertemporeel

0

  • 94 441
  • 71 690
  • 24 860
  • 75 763

70 345

41 368

4

Intensivering/

               

Extensivering

961

 

39

90

91

57

57

2

Intensivering/

               

Extensivering

  • 7 565
  • 4 565
  • 3 000
       

11

   
  • 88 990
  • 211 006
  • 265 314
  • 425 299
  • 532 454
  • 806 922
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.05 Verk.& Planst.

55 538

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl.

Mutaties voorjaarsnota 2012

 

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl.

 

0

0

0

0

0

0

Overboeking binnen artikel 13

Mutaties Miljoenennota 2013

Neutraal

290 400

0

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl.

 

0

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 Spoorwegen

 

2 473 051

2 525 628

2 292 676

2 438 433

2 252 554

2 435 512

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 Spoorwegen

 

2 194 663

2 197 753

2 388 957

2 584 104

2 451 029

2 558 784

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten

 

93 136

174 105

186 489

346 489

346 489

346 490

Mutaties voorjaarsnota 2012

 
  • 21 184
  • 114 105
  • 126 490
  • 164 490
  • 164 490
  • 157 282

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten

 

71 952

60 000

59 999

181 999

181 999

189 208

Desaldering

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/ Extensivering

79 777 18 777

18 777

0

0

56 000

56 000

0

5 000

5 000

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten

 

90 729

60 000

59 999

237 999

181 999

194 208

Artikel 13

  • 1. 
    Deze mutatie van in totaal ruim € 832 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.
  • 2. 
    De mutatie van in totaal ruim € 33,4 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.
  • 3. 
    Deze mutatie bestaat uit:

– Een overboeking uit artikelonderdeel 13.05 Verkenningen en planuitwerking van circa € 4 miljard in verband met de nieuwe begrotingsstructuur in het Infrastructuurfonds (zie ook Kamerstukken II, 2011/12, 31 865, nr. 42).

– Met betrekking tot het project OV-SAAL wordt een bedrag van circa € 217 miljoen overgeboekt van 13.05 Planuitwerking naar 13.03 Realisatieprogramma.

– Een overboeking uit artikelonderdeel 13.02 in verband met overheveling van de functiewijzigingsprojecten van het onder-houdsprogramma naar aanleg conform de aanbevelingen van de commissie Kuiken (circa € 1 miljard).

– Zoals aangegeven in de begroting Infrastructuurfonds 2009 en in de brief aan de Tweede Kamer inzake het deelnemingenbeleid Rijksoverheid (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105) zal een deel van de financiering van PHS plaatsvinden vanuit de leenfacili-teit PHS. Het exacte bedrag van deze leenfaciliteit is inmiddels bepaald op € 874,6 miljoen. De daarmee vrijvallende middelen binnen artikel 13.05 Planuitwerking personenvervoer worden toegevoegd aan 13.02 Beheer en instandhouding.

  • 4. 
    Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering
  • 5. 
    Deze mutatie betreft de taakstelling apparaat uit het Regeerakkoord die, in afwachting van de invulling hiervan, nog geparkeerd was op begroting XII. De invulling heeft ertoe geleid dat de uitgaven van ProRail met € 37,5 miljoen per jaar worden verlaagd vanaf 2018, met een ingroei vanaf 2013. Deze definitieve invulling was reeds verwerkt in het Beheerplan 2012 van ProRail en is nu ook verwerkt in de begroting van het Infrastructuurfonds. Het gaat hier om een totaalbedrag van bijna € 545 miljoen.
  • 6. 
    Betreft de overboeking van middelen (circa € 5 miljoen) voor het Actieplan groei op het spoor naar begroting van Hoofdstuk XII daar dit niet -infrastructuur maatregelen betreft (zie ook ad 3 en 6 onder respectievelijk de artikelen 97 en 3 van Hoofdstuk XII).
  • 7. 
    Het gaat hier om afrekeningen (circa € 16,4 miljoen) op verleende voorschotten aan ProRail over het vierde kwartaal 2011 en onder andere bijdragen van de EU voorproject OVT-Rotterdam (€ 2,4 miljoen) alsmede een bijdrage van de gemeente Rijswijk ad € 5 miljoen in het project Rijswijk-Schiedam in verband met een kostenstijging.

De mutatie in het jaar 2015 ad € 56 miljoen is een onderdeel van de afspraken naar aanleiding van de energieprijzen in het kader van de vervoerconcessie voor het Hoofdrailnet (Kamerstukken II, 22 026, nr. 355). De middelen zijn aan het aanlegprogramma spoor toegevoegd en zullen worden aangewend voor kwaliteitsverbetering personenvervoer spoor, waaronder mogelijk veiligheid (ERTMS) en/of toegankelijkheid.

  • 8. 
    Deze relatief kleine overboeking (€ 0,042 miljoen) in de jaren 2012– 2014 is afkomstig uit artikel 14 voor de indexatie van het RSP-ZZL planstudieproject Groningen – Leeuwarden.

In de jaren 2018–2020 zijn bedragen van uit artikel 12 hoofdwegen overgeboekt. Deze bedragen van in totaal € 129,4 miljoen betreffen een aanpassing van de verdeling van het budget voor geluidssane- ringsmaatregelen tussen weg en spoor. Deze correctie in de verdeling tussen weg en spoor is doorgevoerd omdat nu bekend is welke geluidmaatregelen nodig zijn om aan de wettelijke saneringsplicht te voldoen en wat de hiermee samenhangende kosten zijn.(zie ook ad 5 en 19 onder respectievelijk de artikelen 14 en 12).

  • 9. 
    Betreft een overheveling van in totaal circa € 66,6 miljoen met betrekking tot het geluidsprogramma t/m 2023 in aanvulling op eerdere bijdragen uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) t/m 2020. Voorheen stonden deze gelden op de begroting van het voormalige ministerie VROM. Het laatst genoemde ministerie is samengevoegd met VenW, thans IenM, waardoor deze middelen vanuit artikel 6 «Klimaat, lucht en geluid» van Hoofdstuk XII kunnen worden overgeboekt naar het onderhavige artikel waar de realisatie zal worden verantwoord.
  • 10. 
    In totaal wordt € 10 miljoen (2014/2015) overgeboekt naar artikel 12 voor integrale Beter Benutten programma’s in de regio’s Twente en Groningen Assen, waar mobiliteitsproblemen op het spoor in combinatie met OV en wegaanpassingen worden aangepakt. De mutatie vanaf 2023 betreft de een correctieboeking met betrekking tot de verdeling van de aanvullende post uit het Regeerakkoord voor wegen en spoor ad € 500 miljoen per jaar. De correctie is om te komen tot de 75/25 procent verdeling tussen respectievelijk wegen en spoorinvesteringen (zie ook ad 18 onder artikel 12).
  • 11. 
    Deze mutatie betreft de overboeking van het project «Quick-scan gedecentraliseerd spoor (Gelderland/SAN)» (€ 1,565 miljoen in 2012) en het regionale project «sneltram Maastricht-Lanaken-Hasselt» (€ 6 miljoen in 2012 en 2013) naar de BDU (zie ook ad 3 onder artikel 97.04 Hoofdstuk XII).

Artikel 14 Regionaal/lokale infra.

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 14.01 Reg./lok.

187 266

140 607

120 653

61 919

34 235

214 765

Mutaties voorjaarsnota 2012

49 230

  • 72 500

0

50 954

0

20 000

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 14.01 Reg./lok.

236 496

68 107

120 653

112 873

34 235

234 765

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Overboeking binnen artikel 14

Kasschuif

Overboeking met HXII

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 161 430
 
  • 9 264
  • 17 823
  • 13 530
  • 14 579
  • 25 319

1

Neutraal

6 287

  • 81
  • 297
  • 384

844

1 032

1 246

2

Intertemporeel

0

56 627

3 269

5 351

2 122

26 434

27 874

3

Intensivering/

               

Extensivering

  • 37 552
  • 15 744
  • 1 044
  • 2 967
  • 2 966
  • 2 966
  • 2 965

4

   

40 802

  • 7 336
  • 15 823
  • 13 530

9 921

836

 
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 14.01 Reg./lok.

   

277 298

60 771

104 830

99 343

44 156

235 601

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds.

   

41 291

30 257

12 750

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   
  • 4 633

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds.

   

36 658

30 257

12 750

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds.

   

36 658

30 257

12 750

0

0

0

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL

   

100 791

97 434

196 544

107 624

214 366

164 532

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   
  • 149 857

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL

   
  • 49 066

97 434

196 544

107 624

214 366

164 532

 

Overboeking binnen artikel 14

Neutraal

  • 6 287

81

297

384

  • 844
  • 1 032
  • 1 246

2

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Diverse overboekingen binnen Infrafonds Kasschuif

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/ Extensivering Intensivering/ Extensivering

1 452

0

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

1 439

159 197

157 839

52 771

52 479

52 771

52 395

52 771

53 615

  • 884

1 916

1 246

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL

108 773

44 955

144 149

54 009

212 450

163 286

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 Reg./Lok.infra.

224 088

195 798

329 947

220 497

248 601

399 297

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 Reg./Lok.infra.

422 729

135 983

261 729

153 352

256 606

398 887

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

Mutaties Miljoenennota 2013

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

5

8

Artikel 14

  • 1. 
    Deze mutatie van in totaal ruim € 161 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.
  • 2. 
    Betreft een overboeking van in totaal bijna € 6,3 miljoen tussen de artikelonderdelen 14.03 en 14.01 voor de indexering.
  • 3. 
    Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.
  • 4. 
    Het gaat hier om een overboeking naar de begroting van Hoofdstuk XII artikelonderdeel 97.04 BDU voor de projecten Actieplan Regionaal Openbaar Vervoer met betrekking tot de provincie Flevoland (€ 22,8 miljoen) en Quick-wins Rotterdam (€ 14,7 miljoen). De betaalbaarstelling van deze projecten loopt via de BDU (zie ook ad 3 onder artikel 97.04 van Hoofdstuk XII).
  • 5. 
    Een relatief kleine mutatie (€ 0,042 miljoen) in de jaren 2012–2014 heeft betrekking op een overboeking naar artikel 13 voor de indexatie van het RSP-ZZL planstudieproject Groningen – Leeuwarden. Daarnaast wordt circa € 1,4 miljoen overgeboekt naar artikel 12 voor kosten die door de Rijkswaterstaat worden gemaakt met betrekking tot het convenant N50.

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt.

23 552

14 856

12 496

12 487

12 464

12 464

Mutaties voorjaarsnota 2012

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt.

23 552

14 856

12 496

12 487

12 464

12 464

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Overboeking binnen art.15 nav nieuwe prestatieafspraken

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 210
   
  • 20
  • 23
  • 20
  • 21

1

Neutraal

664

  • 4 004
  • 1 736

1 098

  • 420

439

439

3

Intensivering/

               

Extensivering

  • 8 454
  • 23
  • 350
  • 238
  • 241
  • 231
  • 231

4

   
  • 4 027
  • 2 086

840

  • 684

188

187

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt.

19 525

12 770

13 336

11 803

12 652

12 651

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.02 BenO

199 385

268 583

261 747

252 623

344 678

230 770

Mutaties voorjaarsnota 2012

  • 27 331

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.02 BenO

172 054

268 583

261 747

252 623

344 678

230 770

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Overboeking binnen artikel 15 Overboeking binnen art.15 nav nieuwe prestatieafspraken Budgettoevoeging B&O 2021–2028

Overboeking naar artikel 11

Aandeel HVWN uit reservering € 1,6 mlrd.

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Kasschuif

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 51 641
 
  • 18 613
  • 5 303
  • 5 848

8 440

  • 725

1

Neutraal

  • 3 136
  • 3 136
         

5

Neutraal

  • 664

4 004

1 736

  • 1 098

420

  • 439
  • 439

3

Intensivering/

               

Extensivering

1 051 392

           

6

Intensivering/

               

Extensivering

  • 48 940
  • 1 110
     
  • 7 307
  • 10 132

7

Intensivering/

               

Extensivering

495 230

           

8

Intensivering/

               

Extensivering

22 436

  • 6

1 066

1 107

1 667

1 673

1 674

4

Intertemporeel

0

195 641

46 112

28 309

11 765

  • 71 147
  • 31 048

9

   

195 393

30 301

23 015

8 004

  • 68 780
  • 40 670
 

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.02 BenO

367 447

298 884

284 762

260 627

275 898

190 100

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.03 Aanleg

343 610

346 247

272 298

201 043

40 444

5 520

Mutaties voorjaarsnota 2012

22 495

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.03 Aanleg

366 105

346 247

272 298

201 043

40 444

5 520

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Desaldering

Overboeking binnen artikel 15 Overboeking van artikel 12

Kasschuif

Overboeking naar HXII artikel 5

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

   

Extensivering

  • 2 582
 

Intensivering/

   

Extensivering

1 735

 

Neutraal

2 213 394

  • 5 993

Intensivering/

   

Extensivering

4 000

4 000

Intertemporeel

0

  • 76 271

Intensivering/

   

Extensivering

  • 250
  • 250
  • 78 514

23 600              22 412

1 035

177

26

333                                         1 402

17 459              71 350            118 399            104 921            175 831

55 698          - 26 392          - 29 858             73 466

61 428

61 506             67 370             88 908           178 210           237 233

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.03 Aanleg

287 591            284 741            339 668           289 951            218 654           242 753

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

10

11

12

9

13

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.05 Verk.& Planst.

21 287

30 171

104 736

180 681

155 643

212 547

Mutaties voorjaarsnota 2012

  • 2 788

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.05 Verk.& Planst.

18 499

30 171

104 736

180 681

155 643

212 547

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Overboeking binnen artikel 15 Overboekingen binnen Infrafonds

Kasschuif Subsidietaakstelling

Overboeking naar Defensie

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 167 825
 
  • 63 257
  • 17 984
  • 6 100
  • 25 304
  • 17 302

1

Neutraal

  • 2 212 002

7 383

  • 17 459
  • 71 350
  • 118 399
  • 104 919
  • 175 831

14

Intensivering/

               

Extensivering

171 353

  • 14 000
         

15

Intertemporeel

0

  • 161

51 685

  • 14 262
  • 55 042
  • 24 280
  • 18 274

9

Intensivering/

               

Extensivering

  • 28 880
           

16

Intensivering/

               

Extensivering

  • 18 240
 
  • 1 140
  • 1 140
  • 1 140
  • 1 140
  • 1 140

17

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.05 Verk.& Planst.

11 721

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN

255 822

248 238

232 802

224 302

222 198

220 424

Mutaties voorjaarsnota 2012

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN

255 822

248 238

232 802

224 302

222 198

220 424

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Loonbijstelling

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 4 171
 
  • 413
  • 366
  • 416
  • 351
  • 375

1

Intensivering/

               

Extensivering

14 960

1 011

940

907

899

887

861

2

Intensivering/

               

Extensivering

  • 11 531
  • 27
  • 1 042

693

62

88

88

4

   

984

  • 515

1 234

545

624

574

 
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN

256 806

247 723

234 036

224 847

222 822

220 998

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 HVWN

836 032

908 095

884 079

871 136

775 427

681 725

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 HVWN

943 090

844 118

871 802

787 228

730 026

666 502

6 778          - 30 171 - 104 736 - 180 681 - 155 643 - 212 547

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten

68 687

29 703

22 155

3 042

   

Mutaties voorjaarsnota 2012

16 531

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten

85 218

29 703

22 155

3 042

0

0

EU-bijdrage Zeetoegang IJmond Desaldering

Mutaties Miljoenennota 2013

Neutraal Intensivering/ Extensivering

1 746 1 735

1 746

1 746

333 333

1 402

1 402

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten

83 472             30 036

22 155

4 444

18 10

0

0

0

0

0

Artikel 15

  • 1. 
    Deze mutatie van in totaal ruim € 226 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.
  • 2. 
    De mutatie van in totaal bijna € 15 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.
  • 3. 
    Betreft een structurele overboeking van in totaal bijna € 0,7 miljoen in de periode 2012–2028 uit onderdeel 15.02 naar onderdeel 15.01 als gevolg van de met Rijkswaterstaat voor de periode 2013–2016 nieuw afgesloten prestatieafspraken.
  • 4. 
    Het niveau van de landelijk geconcentreerde uitvoeringstaken van Rijkswaterstaat worden in lijn gebracht met de afgesproken versoberingen en efficiënter georganiseerd. De bijstelling van de uitgavenramingen van in totaal bijna € 2,5 miljoen in de periode 2012–2028 komt ten goede aan de oplossing van de B&O-problematiek, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012.
  • 5. 
    Van de totale mutatie ad circa € 3,1 miljoen wordt circa € 0,6 miljoen overgeboekt naar 15.03 voor de dekking van waterschade aan de deuraandrijving Maasbracht. Het resterende bedrag ad circa € 2,5 miljoen bestaat voornamelijk uit lagere uitgaven op het groot variabel onderhoud project Maas, baggeren en kunstwerken en wordt overgeboekt naar onderdeel 15.05.
  • 6. 
    In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) is aan uw Kamer gemeld dat in het verlengde Infrastructuurfonds noodzakelijke middelen zijn opgenomen voor Beheer, Onderhoud en Vervanging. De mutatie op de uitgavenraming vanaf 2021 met ruim € 131,4 miljoen per jaar betreft de noodzakelijke toevoeging aan het Beheer en Onderhoud budget van Rijkswaterstaat voor de periode 2021–2028 voor de Hoofdvaarwegen (zie ook ad 8, 8 en 13 onder artikel 11, 12 en 18).
  • 7. 
    In 2012 wordt circa € 1,1 miljoen overgeboekt naar artikel 11 voor de Sophiapolder/Rietbaan (zie ook ad 7 onder artikel 11). De verlaging in de andere jaren betreft het project Renovatie stuwensemble in de Nederrijn en Lek en wordt van artikelonderdeel 15.02.04 Vervanging (GVO) eveneens naar artikel 10 overgeboekt (zie ook ad 11 onder artikel 11). Het betreft een bijdrage aan dit project ten behoeve van de scheepvaartfunctie.
  • 8. 
    Betreft het aandeel voor de Hoofdvaarwegen uit de na 2020 gereserveerde middelen ad € 1,6 miljard bestemd voor de periode tot en met 2020 voor Beheer en Onderhoud en Vervanging, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012 (zie ook ad 6, 7 en 14 onder respectievelijk artikel 11, 12 en 18). Het gaat hier om een totaalbedrag van circa € 495,2 miljoen.
  • 9. 
    Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.

10.Door België wordt circa € 0,2 miljoen bijgedragen voor natuurcompensatie (4e sluiskolk Ternaaien). Verder is voor het Wilhelminakanaal een 2e wijzigingsovereenkomst met de regio opgesteld. Deze overeenkomst betekent een hogere financiële bijdrage van circa € 1,6 miljoen van de regio (Tilburg en Provincie NB). Deze desaldering wordt op dit onderdeel aangebracht.

  • 11. 
    Deze mutatie van in totaal bijna € 2,2 miljard over de jaren 2012–2028 bestaat voor het grootste deel uit een overboeking uit artikelonderdeel 15.05 Verkenningen en planuitwerkingen in verband met de nieuwe begrotingsstructuur in het Infrastructuurfonds (zie ook Kamerstukken II, 2011–2012, 31 865, nr. 42).

Daarnaast is sprake van fasewisselingen van een aantal projecten die overgaan van planuitwerkingen naar realisatie. Als laatste wordt circa € 0,6 miljoen overgeboekt uit artikelonderdeel 15.02 in verband met hoogwaterschade aan de deuraandrijving Maasbracht (Maas fase 2).

  • 12. 
    Uit artikel 12 wordt € 4 miljoen overgeboekt als bijdrage in de kosten voor de omleiding van de Zuid Willemsvaart in verband met het aanpassen van de aansluiting A2 aan de A59 (zie ook ad 12 onder artikel 12).

13.De gelden die beschikbaar zijn gekomen uit het amendement van het lid Dijkgraaf (Kamerstukken II, 33 000 A, nr. 9) ad € 0,25 miljoen worden uit dit artikel 15 via bijdrageartikel 19 overgeboekt naar de begroting van Hoofdstuk XII, omdat de betreffende uitgaven daar verantwoord moeten worden (zie ook ad 9 onder artikel 5). Het betreft het project Maatwerkvoorlichting Verladers, specifiek bedoeld om voor corridors als de A15 met verladers concrete afspraken te maken, om meer lading van de weg naar de binnenvaart te verplaatsen.

  • 14. 
    Deze saldomutatie van in totaal ruim € 2,2 miljard bestaat voor het grootste deel uit een overboeking naar artikelonderdeel 15.03 Realisatie in verband met de nieuwe begrotingsstructuur in het Infrastructuurfonds (zie ook Kamerstukken II, 2011–2012, 31 865, nr. 42).

Daarnaast betreft het mutaties als gevolg van de fasewisselingen van een aantal projecten van planstudie naar realisatie (w.o. Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis, brug Burgum en bochtafsnijding, van Lemmer-Delfzijl fase 2 (planstudieproject) naar Lemmer-Delfzijl fase 1 (realisatieproject), Lichteren buitenhaven IJmuiden, Verdieping vaarweg Harlingen-Kornwerderzand (Boontjes).

  • 15. 
    Uit dit artikelonderdeel wordt € 14 miljoen overgeboekt naar artikel 16.02 Ruimte voor de Rivier voor de pilot langsdammen, zijnde de vaarwegcomponent van het project. Deze proef met paralleldammen in de Waal, gericht op beheersing van aanzanding en erosie van de vaargeul ten behoeve van de bevaarbaarheid, vervangt een deel van de kribverlaging op de Waal (project Ruimte voor de Rivier).

De mutaties in de latere jaren van in totaal ruim € 185 miljoen hebben betrekking op de projecten Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis, Vaarweg IJsselmeer Meppel, Grote zeesluis in het Kanaal Gent-Terneuzen en de Zeetoegang IJmond.

  • 16. 
    De subsidie-taakstelling van bijna € 29,9 miljoen in de jaren 2027 en 2028 wordt hier tijdelijke geparkeerd en zal in een later stadium worden verwerkt.
  • 17. 
    De structurele mutatie van € 1,14 miljoen per jaar betreft een overboeking naar het ministerie van Defensie voor Search and Rescue Helicopters.

18.De neerwaartse bijstelling van de ontvangstenraming met ruim € 1,7 miljoen betreft een correctie van de EU-bijdrage Zeetoegang IJmond die dubbel in de begroting was opgenomen.

Artikel 16 Megaproj. Niet Verkeer en Vervoer

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.01 PMR

437 934

50 644

18 615

5 345

3 777

2 455

Mutaties voorjaarsnota 2012

17 657

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.01 PMR

455 591

50 644

18 615

5 345

3 777

2 455

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Kasschuif

Overboeking apparaat naar HXII

Overboeking naar art. 17 PMR

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 1 233
 
  • 767
  • 249
  • 78
  • 47
  • 31

1

Intertemporeel

0

  • 11 675
  • 344
  • 939
  • 107

223

596

2

Intensivering/

               

Extensivering

  • 195
  • 80
  • 75
  • 20
  • 20
   

3

Technisch

  • 96 851
 
  • 49 458
  • 17 407
  • 5 140
  • 3 953
  • 3 020

4

   
  • 11 755
  • 50 644
  • 18 615
  • 5 345
  • 3 777
  • 2 455
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.01 PMR

443 836

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.02 RvdR

154 610

292 036

341 925

349 884

191 854

184 788

Mutaties voorjaarsnota 2012

  • 42 896

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.02 RvdR

111 714

292 036

341 925

349 884

191 854

184 788

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Kasschuif

Overboeking van artikel 15

Overboeking van artikel 11

Overboeking naar Deltafonds

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 22 641
 
  • 9 312
  • 12 791
  • 5 169

14 176

  • 2 612

1

Intertemporeel

0

21 000

  • 125 000
   

25 000

21 000

2

Intensivering/

               

Extensivering

14 000

14 000

         

5

Intensivering/

               

Extensivering

8 300

8 300

         

6

Technisch

  • 1 316 847
 
  • 157 724
  • 329 134
  • 344 715
  • 231 030
  • 203 176

7

   

43 300

  • 292 036
  • 341 925
  • 349 884
  • 191 854
  • 184 788
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.02 RvdR

155 014

0

0

0

0

0

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.03 Maaswerken

34 769

39 614

30 402

29 323

26 075

20 154

Mutaties voorjaarsnota 2012

33 162

700

3 195

9 195

12 670

3 000

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.03 Maaswerken

67 931

40 314

33 597

38 518

38 745

23 154

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Overboeking naar artikel 11

Kasschuif

Overboeking naar Deltafonds

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

               

Extensivering

  • 13 451
   
  • 3 432
  • 3 519
  • 2 408
  • 1 833

1

Intensivering/

               

Extensivering

  • 367
  • 367
         

8

Intertemporeel

0

  • 15 137
  • 21 829
  • 95

982

753

285

2

Technisch

  • 229 331
 
  • 18 485
  • 30 070
  • 35 981
  • 37 090
  • 21 606

7

   
  • 15 504
  • 40 314
  • 33 597
  • 38 518
  • 38 745
  • 23 154
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.03 Maaswerken

52 427

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.04 Netwerk mega niet VenV

18 324

18 627

18 093

16 272

12 963

12 158

Mutaties voorjaarsnota 2012

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.04 Netwerk mega niet VenV

18 324

18 627

18 093

16 272

12 963

12 158

Taakstellingen Begrotingsakkoord Loonbijstelling

Overboeking naar Deltafonds

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

 

Extensivering

  • 225

Intensivering/

 

Extensivering

845

Technisch

  • 282 631

28

30

20

21

 

64

66

66

61

48

45

 
  • 18 693
  • 18 131
  • 16 303
  • 12 991
  • 12 182

64

  • 18 627
  • 18 093
  • 16 272
  • 12 963
  • 12 158

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.04 Netwerk mega niet VenV

18 388

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.05 HWBP2

215 517

437 347

356 709

346 194

358 917

253 139

322 729

Mutaties voorjaarsnota 2012

22 674

  • 123 399
  • 34 523

71 284

55 403

9 304

  • 15 215

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.05 HWBP2

238 191

313 948

322 186

417 478

414 320

262 443

307 514

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Overboekingen artikel 11

Kasschuif

Overboeking naar Deltafonds

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

                 

Extensivering

-7 414

   
  • 996
  • 867
  • 891
  • 460
  • 666

1

Intensivering/

                 

Extensivering

  • 35 380

2 112

  • 7 800
  • 13 700
  • 14 600

-1 402

   

10

Intertemporeel

0

  • 116 116
  • 120 952
  • 8 188
  • 103 472

36 678

  • 11 211
  • 10 757

2

Technisch

  • 2 395 209
 
  • 185 196
  • 299 302
  • 298 539
  • 448 705
  • 250 772
  • 296 091

7

   
  • 113 994
  • 313 948
  • 322 186
  • 417 478
  • 414 320
  • 262 443
  • 307 514
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.05 HWBP2

124 197

0

0

0

0

0

0

 

Totaal utigaven stand eerste suppletoire wet 2012 Mega niet VenV

891 751

715 569

734 416

827 497

661 659

484 998

347 916

Totaal utigaven stand Miljoenennota 2013 Mega niet VenV

793 862

0

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.09 Ontvangsten

80 193

88 039

139 589

195 411

155 850

155 778

112 168

Mutaties voorjaarsnota 2012

  • 1 064

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.09 Ontvangsten

79 129

88 039

139 589

195 411

155 850

155 778

112 168

Aan uitgaven gerelateerde ontvangsten van de waterschappen

Overboeking ontvangsten HWBP-2 uit artikel 11

Overboeking naar Deltafonds

Overboeking naar art. 17 PMR

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/

Extensivering        – 17 651

Technisch           63 914

Technisch   – 1 038 766

Technisch          – 3 000

1 100

3 900

6 850

7 300

701

63 914

63 914

86 139 - 135 689 - 188 561 - 148 550 - 155 077 - 112 168

  • 3 000

88 039 - 139 589 - 195 411 - 155 850 - 155 778 - 112 168

11

12 7 4

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.09 Ontvangsten

143 043

0

0

0

0

0

0

Artikel 16

  • 1. 
    Deze mutatie van in totaal bijna € 45 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.
  • 2. 
    Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.
  • 3. 
    Betreft een overboeking naar het centrale apparaatsartikel in de Begroting hoofdstuk XII van de apparaatsuitgaven ad circa € 0,2 miljoen die betrekkingen hebben op het PMR.
  • 4. 
    Het structurele beschikbare budget van in totaal circa € 96,9 miljoen voor het PMR wordt met ingang van het jaar 2013 overgeboekt naar artikel 17 Megaprojecten en daar verantwoord (zie ook ad 5 onder artikel 17)
  • 5. 
    Uit artikel 15 wordt € 14 miljoen overgeboekt naar Ruimte voor de Rivier voor de pilot langsdammen, zijnde de vaarwegcomponent van het project. Deze proef met paralleldammen in de Waal, gericht op beheersing van aanzanding en erosie van de vaargeul voor de bevaarbaarheid, vervangt een deel van de kribverlaging op de Waal (project Ruimte voor de Rivier) (zie ook ad 15 onder artikel 15).
  • 6. 
    Betreft een overboeking € 8,3 miljoen van artikel 11 naar Ruimte voor de Rivier voor de pilot langsdammen (zie ook ad 10 onder artikel 11 en hierboven onder ad 5).
  • 7. 
    In de Deltawet is opgenomen dat een Deltafonds wordt ingezet dat zorg draagt voor de financiering en bekostiging van maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 (Hoofdwatersystemen) en 16 (Megaprojecten wat betreft Maaswerken en Ruimte voor de Rivier) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII. In de bijlage bij de begroting van het Infrastructuurfonds is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening, zijn als gevolg van de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II 2011– 2012, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de begroting van Hoofdstuk XII.

Het gaat hier om een overboeking naar het Deltafonds van in totaal ruim € 4 224 miljoen aan uitgavenramingen en bijna € 1 039 miljoen aan ontvangstenramingen

  • 8. 
    Betreft een correctie van notificatiekosten ad € 367 000 conform de opdrachtbrief van Rijkswaterstaat, die wordt overgeboekt naar artikel 10 (zie ook ad 11 onder artikel 11).
  • 9. 
    De mutatie van in totaal ruim € 0,8 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.
  • 10. 
    Zoals in de Basisrapportage is aangegeven wordt het verschil tussen raming en budget van circa € 35 miljoen in de jaren 2013–2016 toegevoegd aan het nHWPB. (zie ook ad 10 onder artikel 11).

11.Als gevolg van een verschuiving uit de basisrapportage van budget van HWBP-2 naar nHWBP wordt overeenkomstig de ontvangstenbegroting bijgesteld. Het betreft de aan de uitgaven gerelateerde ontvangsten van de waterschappen van in totaal circa € 17,7 miljoen.

  • 12. 
    De mutatie in 2012 betreft een technische overheveling van de ontvangsten HWBP-2 ad circa € 63,9 miljoen van artikel 11 naar 16.

Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.01 W’scheldetunnel

0

0

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

5 094

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.01 W’scheldetunnel

5 094

0

0

0

0

0

Mutaties Miljoenennota 2013

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.01 W’scheldetunnel

5 094

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute

10 000

2 235

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

18 145

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute

28 145

2 235

0

0

0

0

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Kasschuif

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

         

Extensivering

  • 36
 
  • 36
   

Intertemporeel

0

  • 14 500

2 500

6 000

6 000

   
  • 14 500

2 464

6 000

6 000

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute

   

13 645

4 699

6 000

6 000

0

0

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.03 HSL

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

23 033

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.03 HSL

   

23 033

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/ Extensivering

1 590

1 590

1 590

0

0

0

0

0

3

0

0

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.03 HSL

   

24 623

0

0

0

0

0

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.04 ABvM

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

24

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.04 ABvM

   

24

0

0

0

0

0

 

Overboeking naar art. 12

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/ Extensivering

  • 24
  • 24
  • 24

0

0

0

0

0

4

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.04 ABvM

   

0

0

0

0

0

0

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.05 ZZL

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.05 ZZL

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.05 ZZL

   

0

0

0

0

0

0

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.06 PMR

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.06 PMR

   

0

0

0

0

0

0

 

Overboeking van art. 16 PMR

Technisch

96 849

 

49 458

17 407

5 139

3 953

3 019

5

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Mutaties Miljoenennota 2013

0

49 458

17 407

5 139

3 953

3 019

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.06 PMR

0

49 458

17 407

5 139

3 953

3 019

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 Mega VenV

56 296

2 235

0

0

0

0

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 mega VenV

43 362

54 157

23 407

11 139

3 953

3 019

1 Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

  • 1 590

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten

  • 1 590

0

0

0

0

0

Desaldering

Overboeking van art. 16 PMR

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

     

Extensivering

1 590

1 590

 

Technisch

3 000

 

3 000

   

1 590

3 000

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten

3 000

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Artikel 17

  • 1. 
    De mutatie ad € 36 000 betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.
  • 2. 
    Als gevolg van vertraging op de projectonderdelen BB21 en plasver-kleinende maatregelen (kolken naast het spoor), wordt met deze kasschuif zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.
  • 3. 
    De desaldering ad circa € 1,6 miljoen betreft een bijstelling van de ontvangstenraming van de HSL.
  • 4. 
    Betreft een afboeking ad € 24 000 van het niet meer benodigde budget voor Betalen voor mobiliteit. Dit wordt overgeboekt naar artikel 12.
  • 5. 
    Het beschikbare structurele uitgaven- en ontvangstenbudget van respectievelijk circa € 96,9 miljoen en € 3 miljoen voor het PMR wordt met ingang van het jaar 2013 overgeboekt uit artikel 16 Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer (zie ook ad 4 onder artikel 16)

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg.

0

0

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg.

0

0

0

0

0

0

Mutaties Miljoenennota 2013

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg.

0

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv.

4 574

1 202

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

8 525

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv.

13 099

1 202

0

0

0

0

Taakstellingen Begrotingsakkoord Overboeking van HXII

Kasschuif

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Intensivering/

         

Extensivering

  • 6
 
  • 6
   

Intensivering/

         

Extensivering

  • 500
  • 500
     

Intertemporeel

0

  • 7 000

2 000

2 000

3 000

   
  • 7 500

1 994

2 000

3 000

15 2

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv.

   

5 599

3 196

2 000

3 000

0

0

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak

   

213

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

5 279

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak

   

5 492

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Intensivering/ Extensivering

44

44

         

3

0

0

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Mutaties Miljoenennota 2013

 

44

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak

 

5 536

0

0

0

0

0

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.05 Railinfrabeh.

 

119 541

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

 

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.05 Railinfrabeh.

 

119 541

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/ Extensivering

  • 119 540 - 119 540
  • 119 540

0

0

0

0

0

4

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.05 Railinfrabeh.

 

1

0

0

0

0

0

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid

 

13 382

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

 

122

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid

 

13 504

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

 

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid

 

13 504

0

0

0

0

0

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp.

 

42

42

42

42

42

42

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

 

565

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp.

 

607

42

42

42

42

42

 

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Overboeking binnen artikel 18 Neutraal

Mutaties Miljoenennota 2013

  • 385
  • 385
  • 385

0

0

0

0

0

5

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp.

 

222

42

42

42

42

42

 

1 Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

 

119 603

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

 
  • 107

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

 

119 496

0

0

0

0

0

 

Desaldering Desaldering

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/ Extensivering Intensivering/ Extensivering

119 496 - 119 496

339 388

  • 119 496

4 10

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

0

0

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

103 183

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

103 183

0

0

0

0

0

Mutaties Miljoenennota 2013

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

103 183

0

0

0

0

0

 

Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2012 Ontvangsten

222 679

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2013 Ontvangsten

103 183

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten

283 708

270 654

255 468

249 445

240 994

241 587

Mutaties voorjaarsnota 2012

48

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten

283 756

270 654

255 468

249 445

240 994

241 587

Overboeking binnen artikel 18 Taakstellingen Begrotingsakkoord

Subsidietaakstelling

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Loonbijstelling

Overboeking van HXII

Mutaties Miljoenennota 2013

 

Neutraal

385

385

         

5

Intensivering/

               

Extensivering

  • 11 302
 
  • 1 105
  • 969
  • 1 100
  • 945
  • 1 006

1

Intensivering/

               

Extensivering

48 694

1 000

1 500

1 670

1 864

2 820

3 320

6

Intensivering/

               

Extensivering

  • 145 332
  • 1 314
  • 1 249
  • 4 257
  • 6 268
  • 6 380
  • 6 388

7

Intensivering/

               

Extensivering

15 384

991

956

927

926

892

891

8

Intensivering/

               

Extensivering

  • 6 285
  • 205
  • 380
  • 380
  • 380
  • 380
  • 380

9

   

857

  • 278
  • 3 009
  • 4 958
  • 3 993
  • 3 563
 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten

284 613

270 376

252 459

244 487

237 001

238 024

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.11 Invest.ruimte

0

0

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.11 Invest.ruimte

0

0

0

0

0

0

Diverse overboekingen van/naar art. 18 Subsidietaakstelling Taakstellingen Begrotingsakkoord Overboeking met HXII

Intensivering/ Extensivering Intensivering/ Extensivering Intensivering/ Extensivering Intensivering/ Extensivering

626 624

28 880

1 299 622

372 158

15 418

11 6 1

12

 

Mutaties Miljoenennota 2013

0

0

0

0

0

15 418

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.11 Invest.ruimte

0

0

0

0

0

15 418

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V

0

0

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V

0

0

0

0

0

0

Budget ontrekking tbv B&O 2021–2028

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Reservering € 1,6 mlrd. tbv. HWS/HWN/ HVWN

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/

Extensivering – 1 486 200 Intensivering/

Extensivering           200 000

Intensivering/ Extensivering – 1 600 000

13

7

14

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V

   

0

0

0

0

0

0

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven

   

0

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/ Extensivering

339 388

0

0

0

0

0

0

10

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven

   

0

0

0

0

0

0

 
 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 Overige U en O

   

435 999

271 898

255 510

249 487

241 036

241 629

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 Overige U en O

   

309 475

273 614

254 501

247 529

237 043

253 484

 
 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

   

119 603

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   
  • 107

0

0

0

0

0

 

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

119 496

Desaldering Desaldering

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/ Extensivering Intensivering/ Extensivering

119 496

339 388

119 496

119 496

4 10

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

0

0

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

103 183

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

103 183

0

0

0

0

0

Mutaties Miljoenennota 2013

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

103 183

0

0

0

0

0

 

Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2012 Ontvangsten

222 679

0

0

0

0

0

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2013 Ontvangsten

103 183

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

119 603

0

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

  • 107

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

119 496

0

0

0

0

0

Desaldering Desaldering

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/

Extensivering – 119 496 Intensivering/ Extensivering           339 388

119 496

119 496

4 10

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

0

0

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

103 183

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

103 183

0

0

0

0

0

Mutaties Miljoenennota 2013

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

103 183

0

0

0

0

0

 

Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2012 Ontvangsten

222 679

0

0

0

0

0

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2013 Ontvangsten

103 183

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Artikel 18

  • 1. 
    Deze mutatie van in totaal bijna € 1 311 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.
  • 2. 
    In 2011 is door Agentschap NL de uitvoering van de betreffende subsidieregeling voorbereid. Subsidieverlening is daardoor in 2012 nog niet aan de orde en wordt derhalve een jaar opgeschoven.
  • 3. 
    De desaldering van € 0,044 miljoen houdt verband met in 2011 gerealiseerde hogere ontvangsten die worden aangewend voor het project RRAAM.
  • 4. 
    In 2011 heeft een vervroegde aflossing van een lening en rentebetaling plaats gevonden. De lening liep oorspronkelijk in 2012 af. Door de vervroegde aflossing kan in 2012 de uitgaven- en de respectievelijke ontvangstenraming met circa € 120 miljoen evenredig worden verlaagd.
  • 5. 
    Door middel van de verwerking van het voordelig saldo over 2011 is een bedrag van € 0,385 miljoen aan 2012 toegevoegd. Omdat de uitgaven met betrekking tot de basisinformatievoorzieningen in verband met de herziening van het kostenmodel Rijkswaterstaat in het vervolg verantwoord worden op artikel 18.08, vindt een overboeking plaats vanuit artikel 18.07.
  • 6. 
    Een deel van de subsidietaakstelling Deltares blijkt niet haalbaar omdat. In de periode t/m 2020 gaat het afgerond om € 22 miljoen. Het grootste deel van de taakstelling, ruim € 19 miljoen, wordt verlegd naar artikel 11 in het Infrastructuurfonds en het restant wordt ingeboekt op artikel 31 in de begroting van Hoofdstuk XII (zie ook ad 5 onder artikel 11 en 6 onder artikel 1 in de begroting van Hoofdstuk XII).
  • 7. 
    Het niveau van de landelijk geconcentreerde uitvoeringstaken van Rijkswaterstaat worden in lijn gebracht met de afgesproken versoberingen en efficiënter georganiseerd. Deze bijstelling (uit artikel 11, 12, 15 en 18) van in totaal circa € 54,7 miljoen komt ten goede aan de oplossing van de B&O-problematiek, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012 (zie ook ad 2, 1 en 4 onder respectievelijk artikel 11, 12 en 15).
  • 8. 
    De mutatie van in totaal bijna € 15,4 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.
  • 9. 
    Deze saldomutatie van circa € 6,3 miljoen in de periode tot en met 2028 betreft enerzijds de bijdrage in de basisregistratie van het kadaster, die wordt overgeboekt naar de Begroting hoofdstuk XII en anderzijds een overboeking uit de Begroting hoofdstuk XII ten behoeve van A naar Beter (met name voor de ontwikkeling van een android app).

10.De desaldering van bijna € 440 miljoen wordt aangebracht voor de verwachte inkomsten uit de tolheffing op de Nieuwe Westelijke Oeververbinding, A13/A16/A20 en Maasvlakte-Vaanplein A 15.

  • 11. 
    Deze post van in totaal circa € 626,6 miljoen bestaat uit een aantal overboekingen vanuit de programmaruimte naar de artikelen 11, 12 en 15. De overboekingen hebben voornamelijk betrekking op de projecten Bovenloop IJssel, Zeetoegang IJmond, A4–44, Beatrixsluis, Grote zeesluis in het kanaal Gent-Terneuzen, Vaarweg IJsselmeer Meppel, reservering DBFM tol gerelateerde projecten, A4 Haaglanden en de A10 Zuidas (zie ook ad 15 onder artikel 15 en ad 15 en 19 onder artikel 12).

12.Op de Begroting hoofdstuk XII vanaf 2017 tot en met 2020 meer geld gereserveerd voor de BDU, dan waar de BDU-ontvangers recht op hebben volgens het Coalitieakkoord 2007 en het Regeerakkoord 2010.

Thans worden deze middelen van in totaal ruim € 372 miljoen toegevoegd aan het Infrastructuurfonds.

  • 13. 
    In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) is aan uw Kamer gemeld dat in het verlengde Infrastructuurfonds noodzakelijke middelen zijn opgenomen voor Beheer, Onderhoud en Vervanging. Deze mutatie van in totaal circa € 1,5 miljard in de periode 2021–2028 betreft de noodzakelijke toevoeging aan de Beheer en Onderhoud budgetten van Rijkswaterstaat voor de periode 2021–2028 voor de, Hoofdwatersystemen, Hoofdwegen en Hoofdvaarwegen. (zie ook ad 8, 8 en 6 onder respectievelijk de artikelen 11, 12 en 15)

14.Deze mutatie betreft de toevoeging aan de netwerken van de gereserveerde middelen ad € 1,6 miljard bestemd voor de periode tot en met 2020, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012. (zie ook ad 6, 7 en 8 onder respectievelijk de artikelen 11, 12 en 15).

15.Ten behoeve van de renovatie van de haven in Saba wordt een bedrag van € 0,5 miljoen overgeboekt naar het BES-fonds (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

Categorie

Totaal mutatie

2012–

20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 19.09

7 376 313

7 552 230

7 875 414

6 718 707

7 332 672

7 167 086

Mutaties voorjaarsnota 2012

  • 146 568
  • 167 101

72 707

252 283

39 728

39 645

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 19.09

7 229 745

7 385 129

7 948 121

6 970 990

7 372 400

7 206 731

Saldo overboekingen met begroting van HXII

Overboeking naar Deltafonds

Mutaties Miljoenennota 2013

Intensivering/

Extensivering – 4 373 720 Technisch – 14 730 892

55 036

55 036

  • 245 112 - 130 893 - 200 946 - 394 334 - 268 633
  • 882 371 - 1 062 153 - 1 059 295 - 1 186 408 - 939 214

1 127 483 - 1 193 046 - 1 260 241 - 1 580 742 - 1 207 847

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 19.09

7 174 709

6 257 646

6 755 075

5 710 749

5 791 658

5 998 884

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 19.10

0

0

0

0

0

0

Mutaties voorjaarsnota 2012

0

0

0

0

0

0

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 19.10

0

0

0

0

0

0

Mutaties Miljoenennota 2013

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 19.10

0

0

0

0

0

0

 

Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2012

7 229 745

7 385 129

7 948 121

6 970 990

7 372 400

7 206 731

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2013

7 174 709

6 257 646

6 755 075

5 710 749

5 791 658

5 998 884

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Artikel 19

  • 1. 
    Deze saldomutatie van ruim € 5 miljard bestaat uit een groot aantal overboekingen tussen de Begroting hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds. Die mutaties zijn bij de individuele artikelen in het Infrastructuurfonds (en in de Begroting hoofdstuk XII) toegelicht.
  • 2. 
    In de Deltawet is opgenomen dat een Deltafonds wordt ingezet dat zorg draagt voor de financiering en bekostiging van maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 (Hoofdwatersystemen) en 16 (Megaprojecten wat betreft Maaswerken en Ruimte voor de Rivier) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII. In de bijlage bij de begroting van het Deltafonds is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening, zijn als gevolg van de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II, 2011/11, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de Begroting hoofdstuk XII. Bij deze boeking betreft het de totale bijdrage van de Begroting hoofdstuk XII ad circa € 14,7 miljard die vanaf 2013 voor het aan het Deltafonds gerelateerde deel wordt overgeboekt naar het Deltafonds.

BIJLAGE 3 BEGROTINGSAKKOORD

Invulling taakstelling op artikelonderdeel Infrastructuurfonds (x € 1 000)

Art.ond. IF

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 Som

5 512          Hoofdwegen

5512u01 Verkeersmanagement                          – 2 094 – 1 751 – 1 877 – 2 589 – 2 589 – 2 589 – 2 589 – 2 589 – 2 589 – 2 589

– 46 5512u02 Beheer, onderhoud en – 74 962                                – 7 362 – 8 639 – 8 844 – 9 225 – 9 275 – 9 275 – 9 275 – 9 275

vervanging                                              39 848 20 473

5512u03 Aanleg                                  – 251 824 – 77 285 – 41 969– 141 261– 115 112– 118 052– 159 676– 174 519– 158 509– 159 755– 159 577

5512u06 Netwerkgebonden kosten

698 - 616 - 701 - 592 - 634 - 634 - 634 - 634 - 634 - 634 - 634

327 529 - 40 146 - 23 948 151 093 126 974 130 119 172 123 187 017 171 008 172 254 172 076

0             0             0             0

5 513          Spoorwegen

5513u02 Beheer, onderhoud en         – 23 258 – 18 851 – 23 473 – 17 545 – 18 020 – 20 260 – 20 529 – 17 713 – 17 713 – 17 713 – 17 713

vervanging

5513u03 Aanleg                                    – 43 625 – 38 661 – 57 702 – 55 289 – 74 313 – 66 433 – 60 295 – 59 308 – 54 331 – 54 719 – 54 663

66 883 - 57 512 - 81 175 - 72 835 - 92 333 - 86 693 - 80 824 - 77 021 - 72 044 - 72 432 - 72 376

5 514          Reg.lokaal

5514u01 Aanleg

9 264 - 17 824 - 13 529 - 14 580 - 25 319 - 36 333 - 18 167 - 6 964 - 6 460 - 6 499 - 6 494

5 515          Hoofdvaarwegen

5515u01 Verkeersmanagement 5515u02 Beheer, onderhoud en vervanging 5515u03 Aanleg

5515u06 Netwerkgebonden kosten

  • 20 - 23 - 20 - 21 - 21 - 21 - 21 - 21        - 21 - 21

18 613 - 5 303 - 5 847 - 5 217 - 4 495 - 4 970 - 4 970  - 4 970 - 4 970

8 440 - 725

86 857 - 7 135 - 25 482 - 17 328 - 11 821 - 7 767 - 4 891 - 4 500  - 4 530 - 4 526 4 428

  • 414 - 366 - 416 - 351 - 375 - 375 - 375 - 375 - 375      - 375 - 375

0

  • 23 893
  • 85 812 1 557 539
  • 7 043

1 674 287

0

0

212 787

619 341

832 128

0

161 433

0

  • 211 - 51 641

170 409

  • 4 172

105 884 - 1 260 - 13 421 - 17 412 - 18 450 - 17 434 - 12 658 - 10 258 - 9 867 - 9 897 - 9 893

226 434

5 517          Grote projecten

5517u06 PMR

5517u02 Betuweroute

767 - 250 - 36

77 - 47 - 30 - 27

14

0

1 229

36

803 - 250 -77 - 47 - 30 - 27 - 14          - 4          - 4          - 4          - 4

1 265

0

0

0

o

o

o

o

o

o

o

4

4

4

4

0

o

o

o

o

Art.ond. IF

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 Som

5 518          Overige uitgaven

5518u03 Intermodaal vervoer 5518u08 Netwerkoverstijgende kosten 5518u11 Investeringsruimte

  • 6 1 104

1 100

1 006 - 1 030 - 1 036 - 1 028 - 1 028 - 1 028 - 1 028

970

944

0

  • 6 - 11 303

260 368 259 594 259 883 259 894 259 8–8 13 299 622

1 110                 - 1 100                 - 1 006 - 1 030 - 1 036 - 1 028 - 1 028 - 1 028 - 1 028 260 368 259 594 259 883 259 894 259 8–8 13 310 931

  • 970                    - 944

Totaal IF

511 474 117 961– 133 251– 256 911– 264 112 271 635 284 823 282 292 260 411– 262 114 261 871– 260 368 259 594 259 883 259 894 259 88 43 206 478

BIJLAGE 4 OVERZICHTSCONSTRUCTIE KUSTWACHT NEDERLAND NIEUWE STIJL

De Kustwacht Nederland nieuwe stijl is sinds 1 januari 2007 actief. De minister van IenM is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het activiteitenplan en begroting voor de Noordzee. De minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht dat betekent dat deze verantwoordelijk is voor het opstellen van het APB Kustwacht alsmede de uitvoering daarvan met inzet van eigen en toegewezen mensen en middelen. Alle bij de Kustwacht betrokken ministeries behouden hun eigen wettelijke verantwoordelijkheden. Het integrale beleid en daarvan afgeleide APB waarover de ministerraad beslist worden zodanig concreet dat elke minister zich daarover in het parlement kan verantwoorden en vormen in feite een integraal contract tussen de verschillende ministeries en de Kustwacht.

De overzichtsconstructie is gebaseerd op het door het ministerie van Defensie opgestelde APB-2012 en wordt door IenM gepubliceerd in de rol van coördinerend ministerie. In de overzichtsconstructie wordt een onderscheid gemaakt in de uitgaven van de Kustwacht zelf en de uitgaven die de deelnemende ministeries voor de Kustwacht verrichten.

Defensie/kustwacht

– Betreft de uitgavenbudgetten in beheer van de Kustwacht.

– Defensie is beheerder van het Kustwachtcentrum (KWC), nagenoeg de gehele personele bezetting is Defensiepersoneel. Het KWC is het informatiecentrum van de Noordzee, waar het actuele beeld van (scheeps-)activiteiten, (veiligheids-)incidenten en verontreinigingen op de Noordzee beschikbaar is.

Infrastructuur en Milieu

– Het betreft de inzet vaarwegmarkering, loodsen, liaison en luchtwaar-nemers.

Defensie

Het opgenomen bedrag heeft betrekking op:

– de inzet van de Koninklijke Marechaussee;

– de kosten van de vliegers voor de Kustwachtvliegtuigen.

Financiën

– De bijdrage van Financiën heeft betrekking op de inzet van schepen ten behoeve van de Douane.

Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

– Visserijtoezicht betreft de inzet van AID op het NCP en in internationaal verband. De inzet van het schip de Barend Biesheuvel is onderdeel geworden van het uitgavenbudget Kustwacht.

– Activiteiten en bedragen zijn afkomstig uit de begroting van Staatstoezicht op mijninstallaties.

– De inzet betreft gebruik van politiehelikopters voor mijnbouwcontroles, kosten inspecteurs en analyse watermonsters.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties / Veiligheid en Justitie – Activiteiten en bedragen zijn afkomstig uit de agentschapsbegroting van de KLPD.

De inzet van helikopters geschiedt op afroep voor luchtwaarneming of spoedeisende zoekvluchten.

De personele en materiële inzet betreft enerzijds de justitiële afwerking van geconstateerde strafbare feiten en strafrechtelijke onderzoeken alsmede de coördinatie en anderzijds de inzet bij calamiteiten van vijf zeevaartuigen, bomverkenners, duikers, Rampen Identificatie Team, speedboten, LOCC en mobiele communicatie-units.

Overzichtsconstructie Kustwacht Nieuwe Stijl

Departement

Begro- Activiteit ting

Doel

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

DEFENSIE/Kustwacht (Uitgaven):

 

Defensie/

X

Uitvoering

Centrale coördina-

 

kustwacht

 

Kustwachttaken

tie kustwachttaken

23 305

Defensie/

X

Salarissen (MP en

   

kustwacht

 

BP)

 

3 524

22 652 22 220 21 203 22 304 21 205 21 205 3 3         3 322         3 322         3 322         3 322         3 322

Subtotaal eigen uitgaven kustwacht

BIJDRAGEN ANDERE DEPARTEMENTEN (Kosten)

26 829 25 974 25 542 24 525 25 626 24 527 24 527

IenM

Defensie

IF

Financiën

ELenI

BZK

IXB

XIV

VII

Inzet vaarwegmarkeringen, loodsen, liaison, luchtwaar-nemers Inzet Kmar-personeel voor grensbewaking, luchtwaarneming, liaisons & HH-desk/inzet vliegers Dornier en beheerskosten Inzet Douanepersoneel

Inzet NVWA- en Sodm-personeel Inzet KLPD-personeel & helikopter

Bijdragen aan veilig vaarwater,

handhaving via luchtsurveillance

Uitvoering grensbewaking/

luchtsurveillances/

beheerskosten

Defensie

Fraudecontrole

Visserijcontrole en Sodm Algemene handhaving/ wetgeving scheepvaartverkeer/ bemanningcontrole

1 998

2 783         2 783

2 783

2 783         2 783

2 783

3 646

1 612

918

954

3 808         3 808         3 808         3 808         3 808         3 808

1 750         1 750         1 750         1 750         1 750         1 750

996            996            996            996            996            996

 

Subtotaal utigaven andere departementen

9 128

10 750

10 750

10 750

10 750

10 750

10 750

Totale uitgaven ten behoeve van de Kustwacht

35 957

36 724

36 292

35 275

36 376

35 277

35 277

X

1 413         1 413         1 413         1 413         1 413         1 413

BIJLAGE 5 EFFECTEN VERSOBERINGMAATREGELEN BEHEER EN ONDERHOUD

In bijlage 4.2 van de Infrastructuurbegroting 2012 is aangegeven dat onafhankelijk onderzoek heeft bevestigd dat de onderhoudsaanpak van RWS en de wijze waarop het onderhoudspakket van hoofdwegen, hoofdvaarwegen en hoofdwatersystemen is opgezet, een economisch verstandige en goed onderbouwde aanpak is en dat de beschikbare middelen voor beheer en onderhoud onvoldoende waren om de noodzakelijke onderhoudsprogrammering uit te voeren. Dat heeft in de begroting 2012 geresulteerd in een oplossing van de problematiek door een structurele verhoging van het budget, aanvullende efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. Het totale pakket van de efficiency en versoberingmaatregelen bedraagt € 1,64 miljard voor de periode tot en met 2020. De komende jaren wordt alles op alles gezet om binnen deze nieuwe kaders de beheer- en onderhoudsopgave te realiseren. Dit vraagt forse inspanningen en het zal voor de gebruiker zeker niet onopgemerkt blijven.

Tijdens het wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek van 16 november 2011 is aan uw kamer toegezegd om in de begroting van 2013 terug te komen op de uitwerking van het pakket van de efficiency en versobering-maatregelen van € 1,64 miljard inclusief de effecten daarvan. Deze bijlage geeft invulling aan die toezegging.

In de begroting 2012 (bijlage 4.2 van het Infrastructuurfonds) is op hoofdlijnen aangegeven welke besparingsmaatregelen zullen worden getroffen. Deze maatregelen zijn in de afgelopen periode nader uitgewerkt. Daarbij is gekeken vanaf welk moment de maatregel kan worden doorgevoerd. Beheer en Onderhoud (B&O) is namelijk vastgelegd in onderhoudscontracten. Pas wanneer de onderhoudscontracten aflopen kan een maatregel volledig worden uitgevoerd. Er is gekeken of een voorgestelde maatregel technisch uitvoerbaar is maar ook naar relevante wet en regelgeving. Verder is een inschatting gemaakt van de effecten op veiligheid en doorstroming.

De afspraken over de te realiseren versoberingen en efficiency zijn op programmaniveau gemaakt, omdat dit de mogelijkheid biedt om binnen het afgesproken budgettaire kader door een verstandige mix van maatregelen optimalisaties aan te brengen om daarmee de negatieve gevolgen die er zullen zijn voor doorstroming en veiligheid te beperken. De versoberingmaatregelen zullen worden gerealiseerd door het kwaliteitsniveau van het beheer- en onderhoud voor de netwerken hoofdwegen en hoofdvaarwegen aan te passen aan de intensiteit van het gebruik. Dit betekent dat bepaalde taken die RWS nu nog doet, niet meer, of minder intensief worden gedaan. Een voorwaarde bij die maatregelen is dat onze infrastructuur zoveel mogelijk beschikbaar, betrouwbaar en veilig blijft. Het is echter niet te vermijden dat er negatieve effecten ontstaan met betrekking tot de bereikbaarheid, veiligheid en faciliteiten voor gebruikers en omwonenden. Op het hoofdwatersysteem wordt in verband met het voldoen aan de normen op het gebied van veiligheid en betrouwbaarheid van de afvoer van het water niet versoberd.

In onderstaand overzicht is de verdeling van het totale pakket efficiency-en versoberings-maatregelen a € 1,64 miljard naar netwerk gepresenteerd, waarbij is aangegeven welke besparingen worden verwacht en wat de effecten zijn. Op zowel de besparingen als de effecten is een bandbreedte van toepassing. Om mogelijke mee- en tegenvallers op te vangen wordt er gestuurd op programma niveau. Daarnaast wordt gekeken naar kansrijke ontwikkelingen om eventuele optredende tegenvallers in te vullen.

Netwerk             Maatregel                                                                            Bedrag in mln. t/m

2020

HWN Verminderen communicatie bij onderhoud                                                30 HWN Versoberen bermbeheer                                                                                 40 HWN Onderhoud kunstwerken uiterste jaar                                                         50 HWN Versoberen verlichting                                                                                    35 HWN Verruimen werkvensters en op delen van het netwerk overdag werken met minder flankerende maatregelen.                                                                                         75 HWN Versoberen DVM                                                                                            165 HVWN Minder maaien taluds                                                                                     10 HVWN Minder baggeren hoeken zeetoegangen                                                     35 HVWN Verminderen (wal)voorzieningen schippers                                               10 HVWN Minder baggeren vaarwegen                                                                        45

subtotaal versoberingen                                                                               495

Alle Efficiencymaatregelen 10%                                                                          800

Alle Besparing Landelijke Taken                                                                         200

Alle Bijzondere baten tbv BenO                                                                          100

HWN Verhoging BenO budget                                                                                 45

subtotaal                                                                                                       1 145

Totaal                                                                                                            1 640

Overzicht maatregelen

Versoberingen Hoofdwegennet

Minder actieve communicatie bij onderhoud.

Met het toegenomen gebruiken van internet en de sociale media zal de actieve communicatie naar weggebruikers in de maanden voorafgaand aan de uitvoering van het onderhoud gevoerd worden via deze kanalen, zoals de website van A naar Beter. Dit doet meer recht aan de eigen verantwoordelijkheid van de weggebruiker om goed voorbereid op weg te gaan. Bij alle onderhoudswerkzaamheden aan het HWN wordt voor en tijdens de uitvoering minder communicatie gevoerd via advertenties in regionale of lokale dagbladen en zal er geen actieve verspreiding meer zijn van hard copy fact sheets. De informatie wordt wel digitaal verstrekt via persberichten en aan de stakeholders (serviceproviders, andere wegbeheerders, hulpdiensten, belangenbehartigers en bedrijven) en ook de zwart/gele borden met de informatie over afsluiting(en) op locatie en de bouwborden blijven behouden.

Effecten

Bij onvoldoende bereik van de nieuwe aanpak leidt dit tot verminderde doorstroming tijdens wegwerkzaamheden en wordt de reistijd minder voorspelbaar. De inschatting is dat dit gedurende een gewenningsperiode optreedt, maar geen structureel effect is.

Versoberen bermbeheer

Het onderhoud aan de bermen (maaien, snoeien, onderhoud watergangen) wordt versoberd. De activiteiten voor natuurontwikkeling in bermen wordt gestaakt. Alle bermen waar nu, in het kader van het ecologische bermbeheer, twee keer per jaar wordt gemaaid worden nog maar één keer gemaaid, rekening houdend met wet- en regelgeving en de functionaliteit voor het verkeer.

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid. De bermen zullen een minder verzorgde indruk maken en de biodiversiteit en bloemrijkheid in de wegbermen van de rijkswegen zal afnemen.

Onderhoud kunstwerken uiterste jaar

Door vaker te inspecteren en het daardoor verbeterde inzicht in de staat van de kunstwerken kan nog scherper gepland worden om het onderhoud naar het laatst mogelijke moment te verschuiven.

Effecten

De kans neemt toe dat al vóór het uitvoeren van het geplande onderhoud schade ontstaat of storingen optreden, waardoor onderhoud dat nog niet was gepland moet worden uitgevoerd of wel gepland onderhoud versneld uitgevoerd moet worden (correctief onderhoud). Dit zal dan onverwachte files tot gevolg hebben. Naar verwachting zijn er geen effecten op de veiligheid, omdat het onderhoud waar veiligheidsrisico’s mee worden afgedekt tijdig uitgevoerd wordt.

Uitzetten verlichting, afhankelijk van de intensiteit van het gebruik van de

weg

Zoals eerder gemeld1 wordt op wegen zonder rijtaakverzwarende omstandigheden en weefvakken de verlichting vanaf de zomer van 2012

uitgezet van 21.00 tot 05.00 uur, behalve op de ringen waar de verlichting wordt uitgezet om 23.00 uur.

Effecten

Het vanaf 21.00 uur uitzetten van de verlichting heeft naar verwachting een veiligheidsrisico, de modelmatige berekeningen wijzen op 0,6 doden en 3,9 ernstig gewonden per jaar, bij gelijkblijvend gedrag van de weggebruikers. Om een beheerste invoering te realiseren wordt het uitzetten van de verlichting gefaseerd opgebouwd.

Oprekken werkbare uren op delen van het netwerk, met minder flankerende maatregelen.

Bij de versoberingmaatregel verruimen werkvensters gaat het om het verruimen van de uren waarin door aannemers aan de weg gewerkt mag worden, waarbij rekening wordt gehouden met de beoogde fileaanpak conform de motie De Jong/De Rouwe2. Daarnaast zal worden gekeken in hoeverre meer gebruik kan worden gemaakt van volledige (weekend- of vakantie)afsluitingen. Ook worden flankerende maatregelen, om de effecten op de doorstroming van het onderhoud aan de rijkswegen te mitigeren, verregaand versoberd.

Effecten

De hoeveelheid voertuigverliesuren als gevolg van wegwerkzaamheden loopt op. In combinatie met de daling van de filedruk die ontstaat door andere oorzaken zal percentueel het aantal files dat veroorzaakt wordt door wegwerkzaamheden toenemen tot rond de 10% van het totale aantal files. Deze modelmatige berekeningen van de ontwikkeling van de voertuigverliesuren kennen nog wel een bandbreedte..

1   2012Z04440

2   Kamernr 33000XII-35

Dynamisch verkeersmanagement

Het areaal voor dynamisch verkeersmanagement (DVM) wordt kritisch bezien en op plekken verminderd.

  • 1. 
    In het kader van Beter Benutten wordt een aantal van de plusstroken permanent opengesteld. Het gaat om de plusstroken waarvoor geldt dat ze opengesteld kunnen worden zonder dat de snelheid wordt verlaagd1. Op deze plusstroken worden de kantelwalsborden en een deel van de camera’s overbodig.
  • 2. 
    De vermindering van Dynamische Route Informatie Panelen (DRIPs), toeritdoseerinstallaties en camera’s richt zich op DRIPs en camera’s met een informatieve functie. Dit betreft 12,5% – 25% van het areaal. In overleg met de regio’s wordt maatwerk geleverd in afstemming met Beter Benutten. Waar mogelijk worden DRIPs hergebruikt.
  • 3. 
    Het uitzetten van de rijkstrooksignalering op een deel van de wegtrajecten A2 (deeltraject in Limburg), A7 en A18. De rijstrooksignalering heeft een sturende functie. Verminderen van de signalering vermindert de sturingsmogelijkheden van het verkeer.
  • 4. 
    De maximum hersteltijden voor DVM systemen worden verlengd. Deze zijn momenteel 24 uur voor DVM-systemen en die hersteltijden worden met deze maatregel op verschillende wegen nu verlengd tot maximaal 48 uur voor systemen die een directe bijdrage leveren aan de veiligheid en doorstroming. Voor systemen die slechts een informerend karakter hebben (zoals rotatiepanelen in de wegberm t.b.v. bijv. verwijzing naar parkeergelegenheden; systemen die geen bijdrage leveren aan de verkeersdoorstroming) is de hersteltijd ongewijzigd en bedraagt maximaal 30 dagen. Bij het niet goed functioneren van een rood kruis op matrix borden wordt ook na invoering van deze maatregel zo snel als technisch mogelijk is hersteld. Dit is maximaal vier uur na de melding. Daarnaast zal situatie afhankelijk worden bekeken of de inzet van een weginspecteur nodig is om deze calamiteit te beheersen, totdat de storing is verholpen.
  • 5. 
    Bij aanleg worden meerdere onderstations samengevoegd tot 1 wegkantstation. Daarmee groeit het te onderhouden areaal aan onderstations minder. De eerste trajecten zijn met dit systeem uitgerust. In de praktijk blijkt het effect dat er daardoor bij storing meer signaalgevers tegelijk uitvallen beperkt.
  • 6. 
    De eerder genoemde maatregel «afstand vergroten tussen portalen met rijstrooksignalering» blijkt voor bestaande signalering technisch tot complicaties te leiden, waardoor de uitvoeringskosten de verwachte besparing overtreffen. Er wordt wel gekeken hoe dit bij aanleg kan worden toegepast om op termijn een besparing op de beheer en onderhoudskosten op te leveren.

Effecten

Per regio zullen de effecten op doorstroming of veiligheid verschillen. Door het uitzetten van de verkeerssignalering zal er op die wegtrajecten naar de verwachting circa 2 % meer filevorming gaan optreden door het beperken van de effectiviteit van de filewaarschuwing. Op basis van de modelraming en bij gelijkblijvend gedrag van de weggebruikers wordt verwacht dat het effect op de verkeersveiligheid 0,2 verkeerdoden per jaar en een toename van het aantal ernstig verkeersgewonden van 1 per jaar is.

Kamernr 33000-A nr 21

Versoberingen Hoofdvaarwegennet

Minder maaien taluds

Versobering gehele groenonderhoud door minder te maaien, het niet snoeien van struiken en bomen, tenzij noodzakelijk voor de veiligheid, het minder ruimen van zwerfafval, het minder maaien van keursloten en watergangen en minder onderhoud gestrekte oevers, kribben, kribvakken en strekdammen, mits dit niet conflicteert met eisen die gesteld worden vanuit wet- en regelgeving en de functionaliteit van de vaarweg en het hoofdwatersysteem. Dit betekent onder andere: ingezakte oevers en wijkende damwanden minder herstellen, het minder bijstorten en verhelpen van lekkages en kribben minder bijstorten. Ook kunnen tijdelijke goedkope maatregelen worden overwogen (bv. zandzakken).

Effecten

Geen effecten voor bereikbaarheid, wel een hoger risico op falen. Om de veiligheid te garanderen kunnen oevers afgezet worden. De taluds zullen een minder verzorgde indruk maken en de natuurkwaliteit zal teruglopen. Tevens zal de recreatieve toegankelijkheid van de taluds verminderen.

Minder baggeren hoeken zeetoegangen

De zeetoegangen zullen worden gebaggerd op een wijze die meer aansluit bij de natuurlijke vaargeul voor schepen in plaats van bij de exacte vormgeving van de zeetoegangen. De toegankelijkheid en veiligheid blijft gewaarborgd.

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid, bij toepassing van de beheersmaatregel dat zo nodig correctief gebaggerd kan worden.

Verminderen walvoorzieningen schippers

De walvoorzieningen voor schippers, zoals ligplaatsen, steigers, afzetvoor-zieningen, meerpalen en walstroom worden kritisch bezien en het onderhoud daarvan wordt op verschillende plekken versoberd. Dit betekent dat ligplaatsen zo lang en zo veel mogelijk bereikbaar blijven maar het comfortniveau wordt verlaagd tot een basisniveau door verminderd onderhoud van walstroomvoorziening, verlichting steigers, meerpalen en auto afzetvoorzieningen. Op lange termjjn zal het aantal voorzieningen met ruim een derde deel afnemen. Tevens zal aanleg van nieuwe ligplaatsen worden vormgegeven volgens het sobere regime (bv geen aanleg walstroomvoorziening, tenzij bestuurlijk nodig om aan lucht-of geluidsproblemen tegemoet te komen)

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid. Hinder voor omwonenden t.a.v. geluidsoverlast en luchtkwaliteit zal op termijn toenemen doordat een deel van de walstroomvoorzieningen niet meer worden onderhouden.

Minder baggeren vaarwegen

Op basis van betere metingen en monitoring worden de gehanteerde meerjarige gemiddelde baggervolumes teruggebracht terwijl de bereikbaarheid zo goed mogelijk in stand wordt gehouden. Het minder baggeren van de vaarwegen wordt beperkt tot vaarwegen, zoals de toegang tot de Zuiderzeehavens, Randmeren, Vaarweg AmsterdamLemmer, Geulen IJsselmeer, Twentekanalen (na afronding van de verbreding), Gekanaliseerde Hollandsche IIssel, Heusdensch kanaal, Amer,

Biesbosch, Hartelkanaal en Oosterschelde, het deel buiten de HTA. Ontzien worden: de zeetoegangen (Noordzeekanaal, geulen Waddenzee), de Hoofdtransportassen (Waal, Amsterdam-Rijnkanaal, Rijn-Scheldeverbinding) en de Hoofdvaarwegen die rivier zijn (Maas, Maas-Waalkanaal, IJssel, Lek) omdat deze het snelst dichtslibben. Ook bij sluizen zal wel worden gebaggerd om te voorkomen dat de baggerspecie het functioneren van de sluis (deuren, omloopriool, rinketten) gaat beïnvloeden

Effecten

Als gevolg van betere informatievoorziening en monitoringsgegevens over de ligging van de vaarwegbodem en op basis daarvan bijgestelde baggerregimes is er sprake van beperkt functieverlies door aanzanding, op de lange termijn, met name in Zuid-Holland en Zeeland. Dit betekent dat een aantal locaties niet ten allen tijden voldoende op diepte wordt gehouden. Dit is vooral van invloed op recreatievaart, rondvaartschepen en snelveerdiensten. Dit risico is beheersbaar door te monitoren en kleinschalig correctief te baggeren.

Efficiencymaatregelen

De belangrijkste besparing hierbinnen moet worden gerealiseerd door het afsluiten van meerjarige grootschalige onderhoudscontracten voor vast en variabel onderhoud en het slim combineren van beide. Daarnaast wordt gekeken naar standaardisering, waardoor er efficiënter kan worden gewerkt, zoals de bij de begrotingsbehandeling van 2012 toegelichte gladheidsbestrijding.

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid.

Besparing Landelijke taken

RWS bespaart in de kosten die gemaakt worden voor de zogenoemde landelijke taken. Het gaat o.a. om minder uitgaven voor taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt, zoals het verzamelen van basisinformatie, het onderhouden van ICT systemen en het inspecteren van het areaal. Bij de invulling van de besparing is een mix gehanteerd van efficiency door meer standaardisatie en versobering van de taken. De versoberingen gaan voornamelijk ten koste van activiteiten die RWS naar de toekomst toe meer robuust maken en initiatieven om tot vernieuwing te komen.

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid op de korte termijn. Het tempo waarin nieuwe ontwikkelingen en vragen worden opgepakt wordt lager.

Bijzondere Baten tbv Beheer en Onderhoud Dit betreft een financieel-technische correctie. De raming van de ontvangsten was structureel lager dan de realisatie. De ontvangstenraming van RWS is meer in evenwicht gebracht met de realisatie.

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid.

Verhoging budget BenO

Bij de begrotingsbehandeling van 2012 heeft u mij via de motie De

Jong/De Rouwe gevraagd bij de maatregelen rondom wegwerkzaam-

1  Kamernr 33000XII-35

2  Kamerstukken II 33 317 nr 1

3

De apparaatstaakstelling vloeit voort uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte. De Kamer is hierover geïnformeerd in de paragraaf inzake Baten Lastendiensten in Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting 2012 Kamerstuknr: 33 000 XII nr 2, blz. 219 en 220. Deze staat dus los van de versobering en efficiency op beheer en onderhoud die onderdeel is van een pakket maatregelen gericht op het in venwicht brengen van benodigde en beschikbare middelen voor beheer en onderhoud.

heden rekening te houden met de beoogde fileaanpak1. In het gepresenteerde scenario voor het verruimen van de werkvensters is de balans gezocht tussen de gevraagde invulling en de budgettaire mogelijkheden. Het voorkomen van te grote consequenties op de vvu’s, betekent echter ook dat er een minder grote besparing op BenO kan worden gerealiseerd dan voorzien. Hiervoor wordt een budgetverhoging voor het BenO op het HWN-artikel ingepast. De concrete invulling van deze verhoging wordt verwerkt in de voorjaarsnota.

IBO

Recentelijk is het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) beheer en onderhoud afgerond en naar de Tweede Kamer gestuurd2.

Apparaatstaakstelling

Ook de apparaatstaakstelling3 van het kabinet Rutte, heeft invloed op de inspanningen die RWS levert op het terrein van beheer en onderhoud. Voor een belangrijk deel zal de apparaatstaakstelling ingevuld worden door efficiencyverbetering. Het is echter niet mogelijk volledige taakstelling met efficiencyverbetering te realiseren. Op het terrein van beheer onderhoud betekent dit dat er een verdergaande differentiatie zal worden toegepast in het verkeersmanagement voor het hoofdvaarwe-gennet en het hoofdwegennet. Op de hoofdvaarwegen en de overige vaarwegen zullen de bedieningstijden beperkt worden en er zal minder varende verkeersbegeleiding plaatsvinden. Voor het hoofdwegennet zal actieve communicatie van de reis- en route informatie via DRIP’s worden beperkt. De inzet van weginspecteurs voor verkeersmanagement en incidentmanagement zal meer worden gedifferentieerd naar het belang van de betreffende verbinding in het netwerk, waarbij het dienstverleningsniveau op de minder belangrijke wegen zal afnemen. Deze maatregelen hebben een negatief effect op de doorstroming op de netwerken. De invulling van de apparaatstaakstellingen wordt door RWS in het kader van het Ondernemingsplan 2015 verder uitgewerkt. Over de voortgang wordt waar nodig in de reguliere begrotingsstukken informatie verschaft.

BIJLAGE 6. ONDERBESTEDING SPOOR 2005-2010

In het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2011 Infrastructuurfonds wordt ingegaan op de onderbesteding bij spoor in de periode 2005 t/m 2010. De Algemene Rekenkamer heeft vastgesteld dat in de periode 2005 tot en met 2010 in totaal voor € 1 052 miljoen aan middelen die bij ontwerpbegroting door de Tweede Kamer als uitgaven aan het spoor zijn geautoriseerd, niet aan het spoor zijn besteed. Deze onderbesteding bestaat enerzijds uit de gecorrigeerde onderbesteding van € 543 miljoen en anderzijds uit een bedrag van € 509 miljoen aan kasschuiven: geld bestemd voor spoor dat is doorgeschoven naar 2011 en latere jaren. Voor het bedrag van € 509 miljoen heeft de Algemene Rekenkamer geconstateerd dat het behouden blijft voor het spoor. Voor een bedrag € 543 miljoen heeft de Algemene Rekenkamer niet kunnen vaststellen wanneer de gelden weer beschikbaar komen voor het spoor. De minister van IenM heeft toegezegd in de begroting 2013 inzichtelijk te maker op welke wijze de onderbesteding meerjarig voor het spoordomein beschikbaar is gebleven.

De € 543 miljoen bestaat uit de oorspronkelijk aangegeven € 364 miljoen onderbesteding aangevuld met een drietal correcties voor een bedrag van € 179 miljoen. De bedragen waaruit de € 179 miljoen is opgebouwd, zijn in de tabellen vetgedrukt. Hieronder wordt in tabel 1 aangegeven op welke wijze de € 364 miljoen beschikbaar is gebleven, in de tabellen 2 en 3 wordt ingegaan op de doorgevoerde correcties. In tabel 4 zijn voor het totale beeld ook de kasschuiven gerelateerd aan de in het rapport genoemde € 509 miljoen kasschuiven inzichtelijk gemaakt.

Tabel 1: met betrekking tot de € 364 mln.

(bedragen x € 1 mln)

2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Totaal

 

Onderbesteding Prorail

  • 161

161

                 

0

Artikel 13.02 Beheer en instand-

                       

houding spoor

99

422

158

51

0

0

  • 316
  • 180
  • 171
  • 44
  • 19

0

Artikel 13.03 Realisatiepro-

                       

gramma spoor

                     

0

Adam CS Cuypershal

  • 30

4

13

9

4

1

         

0

AKI veiligheidsknelp

  • 27
  • 16

3

14

15

5

5

       

0

Arnhem Centraal

  • 22

17

8

7

7

   
  • 18
     

0

Breda Centraal

  • 15
  • 5

8

8

2

1

         

0

Ede Spoorzone Oost

  • 21

0

11

3

4

3

         

0

Geluidsaneringprogramma -

                       

spoor

8

  • 62
  • 39
  • 43
  • 39
  • 14
  • 12

28

34

43

96

0

Hanzelijn

  • 29
  • 79
  • 23

23

48

39

18

5

     

0

Int Spoor in steden II

10

11

4

0

  • 26

3

       
  • 2

0

Nazorg lijnen/halten

  • 11

2

  • 2

5

4

1

         

0

OV-stationsgeb. Utr

  • 29
  • 22

0

16

13

6

  • 8

15

10

   

0

Regionet incl Schiph

  • 36

10

15

7

4

           

0

Sdam-Rijsw Tun Delft

  • 16
  • 64
  • 6

12

18

3

20

20

15

   

0

Sporen in Arnhem

60

  • 49
  • 4
  • 6
             

0

Traject Oost (Conv.DMB)

  • 11
  • 21
  • 15
  • 12

0

1

7

20

22

8

 

0

Vleuten-Geldermalsen

  • 15
  • 11
  • 13
  • 79

30

50

48

30

  • 12

19

  • 46

0

OV-SAAL

  • 15

15

                 

0

Risico spoorprogram

  • 76

76

                 

0

Diversen

  • 28
  • 31

2

26

15

7

3

7

11

6

  • 19

0

Totaal

  • 364

357

118

40

100

106

  • 235
  • 74
  • 91

32

10

0

Tabel 2

De correctie ad € 179 miljoen omvat de volgende posten; € -225 miljoen mandje spoor, € 32 miljoen Thalys en € 14 miljoen BTW 2015.

 

(bedragen x € 1 mln)

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Totaal

Mandje spoor

  • 225
  • 130
  • 140
  • 140
  • 150
  • 150
  • 150
  • 150
  • 150
  • 150

710

  • 825

Totaal

  • 225
  • 130
  • 140
  • 140
  • 150
  • 150
  • 150
  • 150
  • 150
  • 150

710

  • 825

Tabel 3

 

(bedragen x € 1 mln)

2005

2006

Totaal

Thalys BTW 2005

  • 32

14

32

0 14

Totaal

  • 18

32

14

Mandje spoor:

Zoals vermeld in de brief aan de Tweede Kamer van 26-11-2009 (Kamerstukken II, 28 165, nr. 105) wordt Programma Hoogfrequent Spoor voor € 2 miljard gefinancierd van uit het zogenoemde mandje spoor dat bestaat uit dividend NS (€ 1,5 miljard), concessievergoeding NS (€ 0,3 miljard) en een aanvullende leenfaciliteit voor ProRail (€ 0,2 miljard). Het dividend van NS is eerst ingezet voor de aflossing van leningen bij ProRail. De rentevrijval die hierdoor optreedt wordt vervolgens ingezet ter financiering van PHS. De rentevrijval t/m 2020 bedraagt € 825 miljoen. De

rentevrijval ná 2020 bedraagt € 675 miljoen en wordt overbrugd via een tijdelijke leenfaciliteit voor ProRail. De gelden zijn daarom beschikbaar gebleven voor spoor.

Thalys:

De correctie Thalys heeft betrekking op een overboeking van 2005 naar

2006. De gelden zijn niet aan de modaliteit spoor onttrokken.

BTW 2005:

Betreft een toevoeging in 2005 aan de modaliteit spoor vanuit de algemene middelen (aanvullende post) ter compensatie van BTW

uitgaven.

In de onderstaande tabel 4 is voor de ad € 509 miljoen aan kasschuiven inzichtelijk gemaakt in welke jaren de gelden weer beschikbaar komen voor spoor. De € 509 miljoen is opgenomen in de kolom waardeboekjaar. In de kolommen 2006/2020 zijn de betreffende kasschuiven inzichtelijk gemaakt.

Tabel 4

deel 1

bedragen x € 1 000

Hoofdproduct

MIRT Productnaam

13.0201

13.0201

13.0201

13.0201

13.0201

13.0201

13.0205

13.0301

13.0301

13.0301 13.0301

13.0301

13.0301

13.0301 13.0301 13.0301 13.0301

13.0301

13.0301

13.0301 13.0301 13.0301

13.0301

13.0301

13.0301

Waarde Wet/Notbaoekjaabroekjaar 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Totaal

Regulier onderhoud

Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota Geluid                        Voorjaarsnota

Kleine project Pers               Miljoe- nennota Miljoenennota Miljoenennota Voorjaarsnota Voorjaarsnota Voorjaarsnota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota AKI veiligheidsknelpV oorjaarsnota AKI veiligheidsknelpV oorjaarsnota AKI veiligheidsknelp            Miljoe- nennota AKI veiligheidsknelp            Miljoe- nennota Nazorg lijnen/halten             Miljoe- nennota Nazorg lijnen/halten             Miljoe- nennota

2006 22 000 22 000 52 000 51 000

60 000

45 000- 64 000- 44 000 32 000

Regulier onderhoud Regulier onderhoud Regulier onderhoud

BTW: Regulier onderhoud

BTW: Regulier onderhoud

Kleine infra &

overige proj.

AKI veiligheidsknelp

OV-stationsgeb. Utr spooruitbr A’dam-Utr Kleine stations

Kleine stations Kleine stations Kleine stations Kleine stations

Kleine stations

Kleine stations

2008  5 000 2009- 18 672

2009 402 000 2007 19 915 2007 2 048 2009 - 7 000

2006 - 3 500 - 3 500

5 000 15 000 25 000 35 000 45 000 55 000 65 000 65 000 65 000 65 000 53 000 216 000 277 000

  • 18 672- 11 767- 17 997- 17 202 10 181 22 797 - 5 387 - 3 690 24 737- 13 180 21 488 8 692
  • 402 000                                         50 000 50 000 50 000 50 000 50 000 50 000 50 000 52 000

19 915 44 990 15 296 88 456- 15 098- 20 439- 59 754- 24 708- 21 857 - 8 806 - 4 166                         - 13 829

2 048 2 089 2 921 - 7 680 10 768 5 229 2 155 3 542 1 123 542 - 1 113 522 - 1 364 755

  • 7 000                                           7 000

3 500

2006 - 9 500 - 9 500 10 000

2007  1 127                  1 127

2009 - 4 500 2009 - 5 026

2007  - 169 2008- 12 429

2008  2 851

2008 - 2 851

2009  - 100

2009 - 1 211

2009 - 8 004 2008 3 728

2008 - 3 728

2009 - 5 000 2009 11 749 2007 267 2009 - 2 700

12 100 7 400 100 - 3 600 - 3 000 2 000 3 573

 
  • 4 500 4 000 500
 
  • 5 026 5 026
 

169 - 328 - 1 100 632 965

 
  • 12 429 - 100 11 300

1 229

2 851 - 2 851

 
  • 2 851 2 851
 
  • 100 - 5 000 2 500

2 500

  • 1 211

1 211

  • 8 004 - 877 - 3 433 - 1 900 - 1 300 - 1 300

6 514 10 000

3 728 - 3 728

 
  • 3 728 3 728
 

100

300

  • 5 000 - 5 000                 2 968 7 032 11 749 9 747 - 2 744- 19 494 742

267 - 5 119 1 240 2 716 896

  • 2 700 - 213 - 50 2 963

deel 1

bedragen x € 1 000

Hoofdproduct

MIRT Productnaam

Waarde Wet/Notbaoekjaabroekjaar 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Totaal

 

13.0301

Ontsnippering

Miljoe-

 
   

nennota

2009 - 4 000

13.0301

Ontsnippering

Miljoe-

 
   

nennota

2009 - 97

13.0301

Traject Oost

Miljoe-

 
 

(perronverbr)

nennota

2009 - 418

13.0301

Sporen in Arnhem

Miljoe-

 
   

nennota

2009 - 1 974

13.0301

Sporen in Arnhem

Miljoe-

 
   

nennota

2009- 11 592

13.0301

Arnhem Centraal

Miljoe-

 
   

nennota

2009 - 3 800

13.0301

Arnhem Centraal

Miljoe-

 
   

nennota

2009 210

13.0301

Vleuten-

   
 

Geldermalsen

Voorjaarsnota

2008- 39 918

13.0301

Vleuten-

   
 

Geldermalsen

Voorjaarsnota

2008 9 918

13.0301

Vleuten-

   
 

Geldermalsen

Voorjaarsnota

2008 - 9 918

13.0301

Extra perroncap

Miljoe-

 
 

Adam

nennota

2009 122

13.0301

Adam CS spoor

   
 

10/15

Voorjaarsnota

2008 - 4 197

13.0301

Adam CS spoor

   
 

10/15

Voorjaarsnota

2008 2 397

13.0301

Adam CS spoor

   
 

10/15

Voorjaarsnota

2008 - 2 397

13.0301

Adam CS spoor

Miljoe-

 
 

10/15

nennota Sub-totaal

2009 2 976

   

deel 1

  • 480 393

30 3 660 2 070 1 988                                - 88

  • 1 360 - 170 - 670 - 670 - 1 133 4 100
  • 4 000 - 3 600 - 97
  • 418 - 352 770
  • 1 974 - 5 569 4 552 5 490 - 3 086 587 - 11 592               11 592
  • 3 800                              3 800 210 5 500 - 5 710
  • 39 918- 45 700- 19 200 - 5 900 - 3 200 10 500 12 600 17 800 5 900 5 500 6 000 9 700 45 918 9 918                                                      - 9 918
  • 9 918                                                         9 918 122 - 122
  • 4 197 - 800 - 600 3 000 2 597 2 397                           - 2 397
  • 2 397                              2 397 2 976 1 194 - 2 167 - 2 003

480 393 9 000 65 188 40 988 477 880 69 633 74 175 20 278 81 735 99 218 55 451 74 276107 225100 354 136 17-6 183 464

deel 2

bedragen x € 1 000

Hoofdproduct

MIRT Productnaam

Waarde boekjaabroekjaar Wet/Nota

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Totaal

Sub-totaal deel 1

480 393 9 000 65 188 40 988 477 880 69 633 74 175 20 278 81 735 99 218 55 451 74 276107 225100 354 136 17-6 183 464

13.0301 Breda Centraal

13.0301 13.0301 13.0301 13.0301

13.0301 13.0301

13.0301 13.0301 13.0301 13.0301

13.0301 13.0301

13.0301 13.0301 13.0301 13.0301 13.0301

13.0301

13.0301

13.0301

13.0301

13.0301

13.0301

13.0301

13.0301

13.0301

Miljoenennota Den Haag Centraal Voorjaarsnota Den Haag Centraal Voorjaarsnota Den Haag Centraal Voorjaarsnota Den Haag Centraal               Miljoe- nennota Fietsenstal Adam C SV oorjaarsnota Fietsenstal Adam CS            Miljoe- nennota Fietsenstal Adam C SV oorjaarsnota Fietsenstal Adam C SV oorjaarsnota Fietsenstal Adam C SV oorjaarsnota Fietsenstal Adam CS            Miljoe- nennota Rotterdam Centraal Voorjaarsnota R’dam Centraal                     Miljoe- nennota OV-stationsgeb. Utr Voorjaarsnota OV-stationsgeb. Utr Voorjaarsnota OV-stationsgeb. Utr Voorjaarsnota OV-stationsgeb. Utr Voorjaarsnota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota

OV-stationsgeb. Utr

OV-stationsgeb. Utr

Hanzelijn

Hanzelijn

Regionet incl Schiph

Regionet incl Schiph

Sdam-Rijsw Tun Delft

Sdam-Rijsw Tun Delft

Traject Oost (Conv.DMB) Traject Oost (Conv.DMB)

Voorjaarsnota Miljoenennota Miljoenennota Miljoenennota

2009 - 2 547

2008- 22 000 2008 9 000 2008 - 9 000

2009- 11 500 2007 169

2007 - 3 164

2008 - 2 870 2008 470

2008  - 470

2009 - 2 241

2008- 21 149

2009- 10 000

2007 - 8 000 2008- 60 720

2008 11 820

2008- 11 820

2009- 21 000

2009 - 3 193 2009 59 365 2009- 19 278 2009 - 5 000 2009 6 197 2007 10 000 2009 3 992 2009 - 4 048 2009- 14 646

  • 2 547 - 4 875 11 354 - 3 932
  • 22 000- 18 100- 18 100 25 963 23 800 8 437

9 000                           - 9 000

  • 9 000                              9 000
  • 11 500 - 9 635 300 2 035 6 214 12 586 169 - 450                                  281

3 164 - 2 092 326 2 707 123 2 100

  • 2 870 10 100 - 7 000 5 300 6 800 7 100 770

470                              - 470

  • 470                                  470
  • 2 241
  • 21 149- 19 900 13 100 31 652 - 3 703

1 541 700

  • 10 000 - 9 000 4 000 12 000                 3 000 - 8 000 2 000 6 000
  • 60 720 28 700 10 500 26 400 15 700 23 700 15 709 11 900 6 511 11 820                         - 11 820
  • 11 820                            11 820
  • 21 000 20 000                            11 083 12 175 13 150 4 592
  • 3 193 - 1 479 - 8 738 10 210 - 9 283 2 425 5 450 4 608 59 365 13 128 - 3 036 9 945- 54 446- 24 956
  • 19 278- 23 650 - 380 34 510 27 810 - 3 755- 15 257
  • 5 000 - 3 000                              5 000 3 000 6 197 2 311 - 112 1 104 - 9 500

10 000 25 000 70 000 70 00–0 202 100 27 100

3 992 1 753 15 231- 50 124 15 539    9 768 3 841

  • 4 048                                                                      4 048
  • 14 646 - 6 530 13 705 - 7 259 1 019    2 925 13 802 11 850 4 738 7 806

0

deel 2

bedragen x € 1 000

Hoofdproduct

MIRT Productnaam

Waarde boekjaabroekjaar 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Wet/Nota                                                                                                                                                                                                                                  Totaal

 

13.0301

Adam CS

Miljoe-

 
 

Cuypershal

nennota

2009 11 900

13.0301

Forfaitaire aftrek

Miljoe-

 
   

nennota

2009119 877

13.0302

Aslasten cluster II

Voorjaarsnota

2008 4 808

13.0302

Aslasten cluster II

Miljoe-

 
   

nennota

2009 269

13.0302

Aslasten cluster II

Miljoe-

 
   

nennota

2009 18

13.0302

PAGE risico reductie Miljoe-

 
   

nennota

2009 - 3 942

13.0302

NW Hoek

Miljoe-

 
 

Maasvlakte

nennota

2009 - 45

13.0302

Sloelijn

Miljoe-

 
   

nennota

2009 - 5 000

13.0301

Vleuten-

   
 

Geldermalsen

Voorjaarsnota

2007- 24 970

11 900 17 850 5 950

35 700

119 877 20 123 - 5 000- 15 000- 15 000 15 000 15 000 15 000 15 000 15 000 15 000 15 000 4 808 1 146 1 400 1 207              - 4 760              - 3 801

269                 - 269

18 - 17 - 1

  • 3 942 - 2 268 1 336 4 165 709
  • 45         45
  • 5 000                                            5 000

78 776 - 8 787 23 527 39 066- 12 809 10 276 5 000 14 400 1 100 8 000 - 5 000 10 200              - 6 197

509 111

TOTAAL

9 000 14 583- 47 27-2 360 503135 062- 42 878102 005111 357132 265 76 225 95 537 91 963 67 660 151 176 204 661

0

0

BIJLAGE 7 LIJST MET AFKORTINGEN

AKI                      Automatische Knipperlichtinstallaties

APB                     Activiteitenplan en Begroting

BDU                    Brede Doeluitkering

DBFM                 Design, Build, Finance, Maintain

DRIPs                  Dynamische Route-Informatie Panelen

EL&I                    Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en

Innovatie

EU                       Europese Unie

ERTMS               European Rail Traffic Management System

FES                     Fonds Economische Structuurversterking

HSL                     Hogesnelheidslijn

IF                         Infrastructuurfonds

MIRT                   Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

NOMO                Nota Mobiliteit

NS                       Nederlandse Spoorwegen

OV                       Openbaar vervoer

OV SAAL            Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad

PHS                     Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

PKB                     Planologische Kernbeslissing

PMR                    Project Mainportontwikkeling Rotterdam

PPS                     Publiek-private samenwerking

REP                     Ruimtelijk-economisch programma

RIS                      Rivier Informatie Systemen

SVIR                    Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

VROM                 Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.