De Stemming erin

Met dank overgenomen van E. (Erik) Ziengs i, gepubliceerd op maandag 11 juni 2012.

Vorige week. Opnieuw klinkt een bel door het Tweede Kamergebouw. Een

langgerekt, oorverdovend, hoogst hinderlijk, niet te missen belsignaal. Iedereen

spitst de oren, laat alles uit de handen vallen en zet het op een lopen.

Ogenblikkelijk is het hele Binnenhof in opperste staat van paraatheid. Uit

alle hoeken en gaten komen parlementsleden, bewindslieden, voorlichters,

partijbonzen, journalisten, persoonlijk medewerkers en ondersteunende

ambtenaren toegesneld. Iedereen in galop richting de plenaire zaal. Sommigen

met de koffievlekken nog op de stropdas. Anderen met de broodkruimels nog om

de mondhoeken. Maar iedereen met het zweet voor de kop en de ergernis in de

ogen.

Wat is er aan de hand? Brandalarm? Inval van de Russen? Een bommelding? Nee,

een hoofdelijke stemming. Je hebt 5 minuten om je plek in te nemen. Dan begint

de griffier met het opnoemen van de namen. En word je geacht voor of tegen te

stemmen. Opnieuw een langdurige en zinloze stemsessie.

Ieder Kamerlid kan een hoofdelijke stemming aanvragen. Bij ieder onderwerp.

Meestal wordt de hoofdelijke stemming ingezet als de verhouding kielekiele

is. Als het erom hangt. Als de uitkomst nog kan kantelen. Maar zo niet deze

week. De verhoudingen zijn allang bekend, de uitslag staat op voorhand vast.

Maar toch, achter elkaar hoofdelijke stemmingen. Sommige Kamerleden

maken van dit demissionaire tijdsgewricht gebruik om – wat zij noemen – de

volkvertegenwoordiging op z’n werking te testen. Wij weten wel beter. Het is

gewoon je gram halen, het proces frustreren, oncollegiaal gedrag. Ik schik me,

samen met mijn collega’s, in dit trieste lot. Ook dit is democratie.

Zo gaat het de hele week door. Je komt aan je normale werk niet toe. Je kunt

nergens heen. Elke moment kan die vermaledijde bel weer klinken. En dan

moet je weer in gestrekte draf naar de vergaderzaal. Zo gaat het door tot

donderdagvond. Als in de kleine uurtjes de laatste motie in stemming wordt

gebracht, zitten de meeste collega’s al in de trein naar huis. Als mijn naam wordt

genoemd steek ik m’n hand op en roep: TEGEN. De uitslag was al op voorhand

bekend……