Versoepeling ontslagrecht slechte stap

Met dank overgenomen van M.I. (Mariëtte) Hamer i, gepubliceerd op donderdag 7 juni 2012.

De radicale versoepeling van het ontslagrecht die de Kunduz-partijen voorstellen, is een slechte stap op een slecht moment. Het leidt niet tot meer werk maar vooral tot meer werkloze ouderen. Juist het ontslag van de oudere werknemer met een lang arbeidsverleden wordt goedkoper. Er komen meer mensen in de ww die lang hebben gewerkt en een relatief hoog inkomen. De extra uitgaven aan de ww zullen een groot probleem worden. Zo gokken de Kunduz-partijen niet alleen met de bestaanszekerheid van mensen, maar ook met de staatskas.

In de voorstellen verdwijnt de preventieve toets. Werkgevers kunnen vervolgens zonder geldige reden ontslag aanvragen, en zien pas achter wie het aankan of aandurft het ontslag een het vechten. Daarnaast gaat de ontslagvergoeding omlaag. Natuurlijk is enige flexibiliteit nodig om bedrijven hun personeelsbestand aan te laten passen aan de economie. Maar nu slaan we door. Het lijkt er steeds meer op dat het bedrijfsleven zich ‘oververzekert’ tegen economische tegenslag, het wordt steeds makkelijker mensen te ontslaan en er wordt steeds meer met flexwerkers gewerkt. Een derde van de arbeidskrachten werkt als tijdelijke contract, uitzendkracht of zzp’er. Dat is te veel. Werkgevers investeren minder in flexkrachten, werknemers doen minder ‘extra’ voor werkgevers waar ze een kort voor werken, en bedrijven verliezen ervaring en lerend vermogen. Dus ook het bedrijfsleven is uiteindelijk verliezer, want onze concurrentiepositie verslechtert.

Standpunt PvdA

De PvdA wil het ontslagstelsel verbeteren. Dat betekent dat bij noodzakelijk ontslag alles er op gericht moet zijn om mensen naar een nieuwe baan te helpen. Noodzakelijk ontslag stellen we veilig door de preventieve toets te behouden. De werkgever moet beargumenteren waarom een werknemer wordt ontslagen en zal daarom personeelsdossiers opbouwen en een zorgvuldig personeelsbeleid voeren. Wij vinden dat, als werkgever en werknemer niet met wederzijds goedvinden uit elkaar kunnen gaan, alle ontslagen via de kantonrechter moeten gaan. De rechter toetst of er gegrond reden is voor ontslag. De werknemer krijgt vervolgens een ontslagvergoeding op basis van de huidige standaard, die moet worden ingezet voor werk-naar-werk-begeleiding en scholing. De werknemer krijgt een extra prikkel om ander werk te zoeken, want wanneer hij/zij een snel een baan vindt dan mag zij een deel van het resterende werkbudget houden. De werkgever krijgt een prikkel de ontslagen werknemer naar een nieuwe baan te begeleiden, omdat hij dan niet de hele eerste zes maanden ww hoeft uit te betalen. Een slimme werkgever investeert in daarom in haar werknemers, zodat deze bij ontslag snel een nieuwe baan krijgen. Zowel werknemer als werkgever worden beter van onze modernisering van de ontslagbescherming.