Mannenopvang moet landelijke voorziening blijven

Met dank overgenomen van L.G.J. (Linda) Voortman i, gepubliceerd op woensdag 16 mei 2012.
Mannenopvang moet landelijke voorziening blijven
Bron: Blog GroenLinks (kamerleden)

Het aantal slachtoffers van mensenhandel steeg afgelopen jaar in Nederland met 23 procent naar 1222 mannen en vrouwen. Vanwege het structurele tekort aan geschikte opvangplekken konden maar 280 cliënten worden opgevangen. Door bureaucratie en gebrek aan geld dreigen de wachtlijsten echter nog langer te worden. GroenLinks vindt dat voorkomen moet worden dat slachtoffers tussen wal en schip raken. Om een beter beeld van de problematiek te krijgen bezocht ik een mannenopvang.

Wekelijks krijg ik aanvragen voor werkbezoeken. Het verzoek van de mannenopvang sprong eruit, omdat dit voor mij een onbekend - maar serieus - probleem is. Een probleem dat ik met eigen ogen wilde aanschouwen. Door met hulpverleners en slachtoffers te praten, krijgen problemen een gezicht.

Iedereen kent het begrip vrouwenopvang, maar bij velen is het onbekend dat er ook zo'n instelling bestaat voor mannen. De problematiek is bij beide geslachten hetzelfde. Zowel mannen als vrouwen worden slachtoffer van huiselijk- en eergerelateerd geweld, gedwongen prostitutie en mensenhandel. Beide groepen schamen zich voor hun problemen en hebben de steun van hulpverleners hard nodig.

Ik sprak met twee mannelijke slachtoffers van mensenhandel. Ze vertelden mij hun pijnlijke en moeilijke levensverhaal, over een leven dat leidde tot gedwongen prostitutie. Uiteindelijk lukte het hen om te vluchten en kwamen ze in de mannenopvang terecht. Hier proberen ze het vertrouwen in de medemens terug te vinden en een nieuw bestaan op te bouwen. Helaas zijn deze twee trieste voorbeelden niet uniek.

Landelijke verantwoordelijkheid

Vier jaar geleden werd de mannenopvang in de vier grootste gemeenten van ons land opgestart. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport financierde ieder opvanghuis jaarlijks met driehonderdduizend euro, terwijl de vier gemeenten ieder honderdduizend euro overmaakten. Dit jaar stopten deze gemeenten echter met de financiering, waardoor de instellingen in de problemen kunnen komen.

Bij gebrek aan geld zullen instellingen keuzes moeten maken, omdat ze niet alle slachtoffers kunnen helpen. Zo kan bijvoorbeeld een slachtoffer dat in Den Haag verblijft maar in de gemeente Breda staat ingeschreven, hulp geweigerd worden omdat Breda voor hem verantwoordelijk is. Dit terwijl het voor het slachtoffer wellicht beter is om in Den Haag te blijven: hij is niet voor niets gevlucht en op een geheime locatie opgevangen.

Ik pleit ervoor dat dit soort instellingen landelijke voorzieningen blijven en gefinancierd worden met geld vanuit de landelijke overheid. Wanneer dit niet gebeurt zal er een 'eigen mensen eerst'-mentaliteit vanuit gemeenten ontstaan, waardoor hulpbehoevenden tussen wal en schip kunnen vallen. Ik heb met eigen ogen gezien dat deze mensen écht hulp nodig hebben en dat ze de hulp die ze krijgen enorm waarderen. De wachtlijsten moeten juist korter in plaats van langer!