'Economische groei moet van de ondernemers komen'

Met dank overgenomen van A.J. (Ad) Koppejan i, gepubliceerd op woensdag 14 maart 2012.

Toespraak van Ad Koppejan op de Dag van de Zelfstandige

Beste ondernemers,

Het is goed om hier in uw midden te zijn en even de Haagse hectiek te kunnen ontvluchten. De sfeer proeven van ondernemerschap. Ook in tijden van ecomische crisis. Want ondernemers zien in elke crisis ook weer kansen. En terecht.

Het zijn ook van die momenten dat ik weer even kan terugverlangen naar de tijd dat ik zelf nog ondernemer was. Niet afhankelijk zijn van besprekingen in het Catshuis maar veel meer je eigen agenda en toekomst kunnen bepalen.

Anderzijds is het ook wel weer mooi dat je als ondernemer die voor het CDA in de Tweede Kamer zit, nu eindelijk eens al die zaken kan aanpakken bij de overheid waar je als ondernemer altijd al tegen aanliep.

Zoals bijvoorbeeld de vele administratieve lasten, de ongelijke kansen voor kleine ondernemers op overheidsaanbestedingen. En het onderwerp wat ik vandaag met u wil bespreken, de kredietverlening aan het Midden en Kleinbedrijf.

In Den Haag wordt op dit moment vooral gesproken over miljarden bezuinigingen. Dat is nodig. Maar nog belangrijker is dat we met ze’n allen het geld ook blijven verdienen. Er is in Nederland veel ondernemerszin. Eén op de acht Nederlanders verdient zijn boterham als zelfstandige met een eigen bedrijf. En dat aantal groeit nog steeds. Dat biedt perspectief. Ook voor de overheid die zijn schulden moet terugbrengen. Een groeiende economie en werkgelegenheid zorgen immers voor stijgende belastinginkomsten en lagere uitgaven voor o.a. werkloosheidsuitkeringen. Daarmee is het de snelste weg om als overheid je begrotingstekorten terug te dringen.

De economische groei moet van de ondernemers komen. In het bijzonder van het MKB en de meer dan 750.000 ZZP’ers. Samen goed voor 58% van de omzet in het bedrijfsleven en 60% van de werkgelegenheid. Er staat dus nogal wat op het spel.

Ondernemers, u dus, moet de komende tijd alle ruimte krijgen om te innoveren en te investeren. En voor investeringen heb je ook geld nodig, kredieten.

En daar zit in toenemende mate het probleem. We zien dat het steeds moeilijker is voor MKB ondernemers om van de bank een lening te krijgen. Werd in 2008 nog aan 12% van de Nederlandse ondernemers een krediet geweigerd. In 2010 was dat percentage al verdubbeld naar 23%. Daarmee krijgen Nederlandse ondernemers vaker nul op het rekest dan MKB’ers uit andere landen.

Hoe dat komt? Voor de gevestigde banken zijn de kleinere kredieten de minst rendabele activiteit geworden omdat de transactie en beheerskosten even hoog zijn als voor de grotere kredieten. Met andere woorden, voor veel banken wordt het verstrekken van leningen pas interessant bij enkele miljoenen euro’s. Want daar valt meer aan te verdienen.

Ik kan daar best heel boos over worden. Hebben we als overheid nu net met miljarden steun de banken van de ondergang gered. Worden er recentelijk door de Europese Centrale Bank voor meer dan 1.000 miljard euro leningen verstrekt aan Europese banken tegen 1% rente. En dan geven de banken niet thuis wanneer het gaat om hun core business; het verstrekken van kredieten aan ons Midden- en Kleinbedrijf. Banken lijken hun publieke nutsfunctie steeds meer ondergeschikt te hebben gemaakt aan de harde commerciële belangen van het grote geld.

Dat kan natuurlijk niet langer. Enerzijds zal er door de politiek, druk uitgeoefend moeten worden op de reguliere banken om de kredietverlening weer op gang te brengen. Ook zijn er door de overheid garantstellingregelingen als BMKB en GO in het leven geroepen die het banken makkelijker moeten maken om zonder veel risico geld uit te lenen aan het MKB. We hebben via Qredits, een faciliteit voor microfinanciering, tot 50.000 euro in het leven geroepen. Maar tegelijkertijd zien we ook initiatieven vanuit de ondernemers zelf ontstaan die inspelen op de behoefte aan kleinere kredieten. En dat vind ik zeker zo interessant. Ik denk dan in het bijzonder aan het fenomeen van kredietunies. Met name in het buitenland, Verenigde Staten, Canada, Ierland, maar ook in Polen, Rusland en in Afrika en Zuid-Amerika, zijn ze al jaren een groot succes. Kredietunies functioneren als de vroegere Boerenleenbank; kleinschalig, lokaal en met een conservatief leenbeleid. Niet veel meer uitlenen dan je binnenkrijgt.

Een kredietunie is een in de regio gevestigde en zelf financierende vereniging of corporatie van, voor en door ondernemers en particuliere ondernemende financiers. De werking van de kredietunie is heel simpel. Een deel van de leden legt geld in, spaart. En een ander deel van de leden ondernemers, leent geld.

Verdere kenmerken van een kredietunie zijn:

    • geworteld in de lokale samenleving, de plaatselijke gemeenschpa waar men elkaar nog persoonlijk kent.
    • Doelstelling is geld sparen en geld uitlenen zonder winstoogmerk en tot nut van het algemeen belang.
    • Democratisch georganiseerd in een vereniging of corporatie waar de leden het voor het zeggen hebben.

Ik zou bijna zeggen, heel erg CDA.

Daarom voor mij reden om bij de begrotingsbehandeling van afgelopen jaar het initiatief te nemen tot het laten uitvoeren van één of meerdere pilots, proefprojecten met het opzetten van kredietunies. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van het garantiekapitaal uit het BMKB-fonds.

Immers, linksom of rechtsom dient de kredietverlening aan de ondernemers weer op gang gebracht worden. Want naast bezuinigen zullen we ook moeten hervormen. Te beginnen met het hervormen en verbeteren van de kredietverlening aan het Midden- en Kleinbedrijf.