Fout: marktwerking in de zorg

Met dank overgenomen van H.P.J. (Henk) van Gerven i, gepubliceerd op zaterdag 4 februari 2012.

Oud-PvdA-leider Wouter Bos heeft het helemaal mis. Concurrentie tussen zorg- aanbieders leidt juist tot een onverantwoorde kostenexplosie.

Renske Leijten en de Osse ex-huisarts Henk van Gerven zijn SP-Kamerleden.

In 'Voor concurrentie in de zorg moet plek zijn' concluderen hoogleraar Canoy en oud-PvdA-leider Bos in het BD dat het in 2006 ingevoerde zorgstelsel met marktwerking nog steeds kans van slagen heeft. Concurrentie is zinnig als zij leidt tot kostenbeheersing. Tevens verkondigen zij dat de sterk stijgende zorgkosten de solidariteit aantasten. Hogere eigen bijdragen en verkleining van het basispakket zijn daardoor onontkoombaar.

Nee. Concurrentie tussen zorgaanbieders leidt juist tot een onverantwoorde kostenexplosie én aantasting van de beroepseer. De solidariteit tussen mensen om te betalen voor goede zorg voor elk is onverminderd hoog. Probleem is niet gebrek aan solidariteit maar de afbraak ervan door het kabinet.

Canoy en Bos waarschuwen dat we concurrentie niet moeten verwarren met marktwerking. Klopt. Als twee artsen gaan voor de titel 'beste dokter van Nederland', dan is dat ook concurrentie. Gezonde concurrentie. Maar dit is niet wat Canoy en Bos voor ogen hebben: 'wat concurrentie echt is: het creëren van keuzevrijheid voor patiënten waardoor aanbieders kunnen winnen of verliezen bij het dingen naar de gunst van die consument of patiënt, al of niet via tussenkomst van een verzekeraar.' En welke prijs hebben die aanbieders in deze omschrijving te winnen? Een eervolle vermelding? Nee, de woorden 'consument' en 'verzekeraars' verraden het al: geldwinst. Marktwerking!

Canoy en Bos willen realisme en zeggen: de markt noch de overheid is perfect. Klopt. Maar het getuigt van realisme als je nadenkt over de essentie van marktwerking en overheidssturing en wat dat betekent voor de zorg. De overheid is niet perfect, maar wel democratisch. De volksvertegenwoordiging kan bijsturen, de kiezer corrigeert. De overheid houdt zich bezig met het algemeen belang, de moraal. Zorg is een grondrecht.

Dan de marktwerking. Wat is nodig voor een gezonde markt? In ieder geval vrije toetreding en uittreding van producent en consument en een gelijkwaardige kennispositie. Consument en aanbieder moeten op gelijke voet met elkaar kunnen onderhandelen. De zorg kan om deze reden nooit een 'gezonde' markt zijn. Een patiënt is geen vrijwillige 'consument'. Als de zorg je niet aanstaat, kun je niet spontaan genezen. Je kiest er ook niet voor zorg nodig te hebben, dat overkomt je. Een gelijkwaardig kennisniveau is er helemaal niet. Een patiënt kan zich qua kennis niet meten met een arts en verkeert in een afhankelijke positie.

De markt wordt gedreven door winstprikkels op de korte termijn en niet door het algemeen belang op lange termijn. De markt kent geen moraal, alleen de wet van vraag en aanbod. Wie betaalt bepaalt. Solidariteit en algemeen toegankelijke zorg passen er niet in.

In de discussie tussen markt en overheid vergeten Bos en Canoy het belangrijkste in goede en duurzame zorg: de motivatie van zorgverleners om dit vak te kiezen, om mensen te helpen! De professionele autonomie en een vertrouwensrelatie tussen zorgverlener en patiënt zijn de uitgangspunten voor een goede zorg. En een goede samenwerking tussen zorgverleners en disciplines in plaats van concurrentie en winst najagen. Mooi voorbeeld: het behandelen van Parkinsonpatiënten via ParkinsonNet. Hierbij werken hulpverleners samen in een regionaal netwerk. De resultaten van deze door het Radboud Ziekenhuis ontwikkelde behandelmethode zijn verbluffend: 50 procent minder heupfracturen en een daling van de zorgkosten voor Parkinsonpatiënten met 5%. Zou de zorg overal zo worden georganiseerd, dan zou dit tot een miljardenbesparing en kwaliteitsverbetering leiden.

Vergelijk dit eens met de op concurrentie gerichte privéklinieken waarvan de omzet de afgelopen jaren 800% steeg. Zo zijn er privéklinieken die vijf maal zo vaak een herniaoperatie uitvoeren als reguliere ziekenhuizen. Het Academisch Ziekenhuis Maastricht ziet jaarlijks soms tien patiënten die door privéklinieken onnodig aan staar zijn geopereerd.

Canoy en Bos leven in een dubbele illusie. Door een op omzet gericht stelsel krijg je juist méér kosten en staat de beroepseer onder druk. Het is een rare redenering dat je meer solidariteit krijgt door de solidariteit af te breken. Als je solidariteit wilt dan moet je deze organiseren door een goed basispakket voor iedereen met een eerlijke verdeling van de kosten door een inkomensafhankelijke premieheffing. In dit stelsel dienen artsen te worden aangesproken op hun beroepseer waarbij de kwaliteit voorop staat in plaats van omzet draaien en verspilling van premiegeld. Daarbij past een overheid die als een havik waakt over het sociale grondrecht: goede zorg voor elk.

Dit artikel stond op 4 februari 2012 in het Brabants Dagblad