Bespaar miljarden beperk de mobiliteit

Met dank overgenomen van J.C.M. (Jolande) Sap i, gepubliceerd op donderdag 26 januari 2012.
Jolande Sap
Bron: Blog GroenLinks (kamerleden)
 
Jolande Sap
Bron: Blog GroenLinks (kamerleden)

Jolande Sap

Het kabinet buigt zich dit voorjaar over een nieuwe bezuinigingsronde om een extra vijf tot tien miljard euro op te halen. De botte bijl die het kabinet tot nu toe heeft gehanteerd, richtte eigenlijk al teveel schade aan. Daarom klinkt de roep steeds luider om hervormingen die onze economie en samenleving structureel gezonder maken. Staatssecretaris Weekers gaf begin deze week even de indruk de riante belastingvoordelen voor forensen ter discussie te stellen. Toch worden hervormingen op het gebied van mobiliteit zelden genoemd in het rijtje van nodige hervormingen op de arbeidsmarkt, pensioenen en woningmarkt. Ten onrechte, want er valt op mobiliteit miljarden te besparen.

Lees het opiniestuk van Jolande Sap en Ineke van Gent, verschenen in de Volkskrant.

Ineke van Gent vertelt meer in het Radio 1 Journaal

Oktober vorig jaar presenteerde het Sociaal en Cultureel Planbureau een vergelijkende studie naar het reisgedrag van Europeanen. Wat bleek? Geen Europeaan is dagelijks zo lang onderweg als de Nederlander, namelijk liefst 91 minuten per dag. Bovendien is nergens het aantal reizenden zo hoog. Uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid blijkt bovendien, dat de woon-werkafstanden de afgelopen 20 jaar met 42% gestegen zijn, vooral onder automobilisten.

Natuurlijk dit patroon is deels te verklaren uit de voortschrijdende emancipatie en de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Maar ook de overheid is debet aan deze groei. Sinds Tineke Netelenbos het adagium ‘Mobiliteit is fun’ lanceerde, is iedereen verdacht die de vraag opwerpt of de aanhoudende groei van het verkeer wel opweegt tegen de enorme overheidsinvesteringen en maatschappelijke kosten ermee gemoeid zijn. Wie in Den Haag op dat punt verregaande hervormingen bepleit, weet één ding zeker: hoon is zijn deel. Politieke partijen zijn als de dood beticht te worden van autootje pesten. Door dat taboe zijn we het zicht kwijtgeraakt op de schaduwkanten van ons miljardenverslindende verkeerssysteem.

Het is mooi dat het CDA in haar nieuw visiestuk net als in haar verkiezingsprogramma constateert dat ook autorijden beprijst zou moeten worden. Maar enige terughoudendheid is op zijn plaats: toen Balkenende IV viel, was het CDA er als de kippen bij om de Wet ‘Anders Betalen voor Mobiliteit’ controversieel te verklaren. “Ik wil het woord kilometerheffing tot de verkiezingen niet meer horen”, zei Kamerlid Ger Koopmans. De vraag blijft dus waar het CDA staat als het ijzer gesmeed moet worden.

De VVD ziet überhaupt geen probleem in de groei van het autoverkeer. Dat was in 1989 nog anders. “Plompverloren asfalt uitstorten over Nederland heeft geen zin meer. De struisvogel die over enkele jaren zijn hoofd weer uit het zand haalt, zal dan merken omringt te zijn door een walmende stinkende blikmassa”. Hier was niet Ria Beckers aan het woord, maar aftredend minister Neelie Kroes, die op de valreep een lans brak voor de introductie van kilometerbeprijzing.

Ondanks die profetische woorden is de verkeerspolitiek sindsdien eigenlijk nauwelijks veranderd. De overheid blijft onwaarschijnlijk genereus voor mensen die ver van hun werk wonen en subsidieert zonder terughoudendheid elke zelfgekozen forensenkilometer. Als de privékilometers van leaserijders meegerekend worden, dan kost dat de overheid jaarlijks tot een bedrag van ruim 1,7 miljard euro. Bovendien spenderen bedrijven niet minder dan 15 miljard euro aan reiskostenvergoedingen die afgetrokken kunnen worden van de belastingen. Forensen die kiezen voor de auto zijn helemaal spekkoper. De overheid doet hen een snel uitdijend wegennet cadeau waar ze los van de motorrijtuigenbelasting gratis overheen mogen rijden: elk initiatief rond beprijzing is de afgelopen decennia immers gesneuveld. Tel hierbij de ruim elf miljard aan hypotheekrenteaftrek op en je begrijpt waarom veel mensen kiezen voor een huis ver weg in het groen en niet in de stad: de subsidiemogelijkheden voor zo’n levensstijl zijn immers riant. Maar zo’n systeem is gedoemd vast te lopen in files en torenhoge huizenprijzen.

Bij de rechtvaardigheid en betaalbaarheid van dit politiek gestagneerde dossier zetten wij grote vraagtekens. Stadsbewoners, die gemiddeld dichter bij hun werk wonen en minder beslag leggen op het wegennet en de schaarse ruimte, zien hun openbaar vervoer afgeknepen worden. De asfaltagenda van het kabinet blijft onaantastbaar en op maatregelen die je kunt nemen om te zorgen dat omwonenden minder last hebben van een nieuwe snelweg wordt bezuinigd. Juist veelverdieners, die naast veelrijders ook vaak huizenbezitters zijn, profiteren maximaal.

Ons verkeerssysteem waarbij de overheid de rode (lees: grijze) loper uitlegt voor iedereen die maar ver weg van zijn werk wil wonen of verslingerd is aan zijn auto, is onhoudbaar. Het is hoog tijd aan het gebruikelijk rijtje hervormingen de aanpak van de uit de hand gelopen forensensubsidies toe te voegen, in combinatie met moderne maatregelen om de bereikbaarheid te bevorderen. Hier hebben méér mensen wat aan dan enkel de kilometervreters.

Hoe ziet een moderne hervormingsagenda voor het verkeer eruit? Erken dat eindeloze uitbreiding van ons wegennet geen soelaas biedt voor de bereikbaarheid. Al is het maar omdat al die extra auto’s fysiek de stad niet in kunnen. Geef autorijden een reële prijs en heropen de discussie over kilometerbeprijzing. Begin op drukke plekken en momenten. Vergroen alle autobelastingen verregaand, zodat de vervuiler betaalt. Bouw de fiscale voordelen voor het woon-werkverkeer af en geef een deel van dat geld terug via de arbeidskorting voor alle werknemers. Geef werknemers die dat willen en kunnen een wettelijk recht op flexibele werktijden en thuiswerk om de vele werkgevers die op dit punt niks willen mede verantwoordelijk te maken voor de bereikbaarheid. Introduceer financiële mechanismen als een open ruimteheffing om bouwen in het groen te ontmoedigen en geld te genereren om te kunnen bouwen in de stad, zodat extra draagvlak ontstaat voor goed openbaar vervoer.

Door thuiswerk en flexibele werktijden voor veel meer mensen toegankelijk te maken, een reële prijs te vragen voor rijden in een relatief vervuilende auto en op momenten dat de capaciteit krap is en forensensubsidies te beperken en eerlijker te herverdelen, kan de overheid jaarlijks minstens twee miljard besparen. Doorrekeningen van Centraal Plan Bureau en Planbureau voor de Leefomgeving tonen aan dat de bereikbaarheid hier flink mee gediend is, terwijl het milieu gespaard wordt. Het zijn precies dit soort hervormingen die Nederland schoner, eerlijker en vitaler maken.