Verplaatsen activiteiten naar buitenland geen grond collectief ontslag

Met dank overgenomen van M.I. (Mariëtte) Hamer i, gepubliceerd op maandag 12 december 2011.
Verplaatsen activiteiten naar buitenland geen grond collectief ontslag
Bron: Partij van de Arbeid

De PvdA zal bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de regering verzoeken het overhevelen van activiteiten naar het buitenland (offshoring) als grond voor ontslag te verbieden. Natuurlijk mag het bedrijfsleven werkzaamheden naar het buitenland verplaatsen, in een concurrerende wereldeconomie is dit soms onvermijdelijk, maar de werkgever moet wel de verantwoordelijkheid nemen overtollige medewerkers naar nieuw werk te begeleiden.

Bij offshoring worden werkzaamheden naar het buitenland (vaak zogenaamde lagelonenlanden) verplaatst, terwijl er voor uitvoering van deze taken in het algemeen voldoende werknemers op de Nederlandse arbeidsmarkt beschikbaar zijn. Meer offshoring zorgt zo niet alleen voor minder werkgelegenheid in gestandaardiseerde industrie, maar ook in specialistische ICT omdat steeds meer opdrachten in India worden ondergebracht. Momenteel kunnen Nederlandse bedrijven, als zij banen naar het buitenland willen offshoren, zonder problemen collectief ontslag aanvragen voor de overtollige werknemers in Nederland. Offshoring is namelijk een erkende grond voor ontslag.

De PvdA vindt dit onacceptabel. Terwijl het betreffende bedrijf geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor het banenverlies, zijn er grote maatschappelijke gevolgen. De ontslagen medewerkers vinden vaak geen baan en komen in uitkeringen terecht die worden betaald door de Nederlandse belastingbetaler. Terwijl het betreffende bedrijf meer winst maakt door offshoring, betaalt de belastingbetaler zo de kosten van het ontslag.

De PvdA vindt dit in een tijd van stijgende werkloosheid en een groot overheidstekort niet aanvaardbaar. Offshoring moet daarom worden geschrapt als grond voor collectief ontslag.

De huidige regelgeving leidt tot kapitaalvernietiging, omdat de overheid veel geld investeert in beroepsopleidingen van werknemers wiens banen na offshoring verdwijnen. Ook zorgen te gemakkelijke regels bij het verplaatsen van productie naar het buitenland ervoor dat bedrijven te weinig investeren in bijscholing van werknemers, wat slecht is voor de Nederlandse concurrentiepositie. Ten slotte hebben de bedrijven die offshoren vaak eerst geprofiteerd van overheidssubsidies voor innovatieontwikkeling, waarna ze de innovatie wel in het buitenland laten produceren en de werkgelegenheid weglekt. Daarom moet de werkgever zijn verantwoordelijkheid nemen en zorg dragen voor werk.