Brief Algemene Rekenkamer; Beantwoording vragen over het rapport "Uitgavenbeheersing in de zorg" - Uitgavenbeheersing in de zorg

Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 33060 - Uitgavenbeheersing in de zorg.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Uitgavenbeheersing in de zorg; Brief Algemene Rekenkamer; Beantwoording vragen over het rapport "Uitgavenbeheersing in de zorg"
Document­datum 16-11-2011
Publicatie­datum 18-11-2011
Nummer KST330603
Kenmerk 33060, nr. 3
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2011–2012

33 060

Uitgavenbeheersing in de zorg

Nr. 3

BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2011

Hierbij bieden wij u de op 8 november 2011 vastgestelde antwoorden aan op enkele vragen die zijn gesteld tijdens de briefing van de Tweede Kamer van ons rapport Uitgavenbeheersing in de zorg (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 33 060, nr. 2).

Algemene Rekenkamer drs. Saskia J. Stuiveling, president dr. Ellen M.A. van Schoten RA, secretaris

Vraag

Uit de getallen van VWS blijkt dat de uitgaven van het AFBZ in 2009 op 23 miljard euro lagen. De premie vóór de heffingskortingen bedraagt 28 mld. Ruim voldoende dus om de uitgaven te dekken. Door de heffingskortingen (en de premie-opbrengst en BIKK) komen de totale inkomsten uiteindelijk op 19 miljard uit. Onvoldoende om de uitgaven te dekken.

Wat vindt de Algemene Rekenkamer van de constructie waarbij er in eerste instantie ruim voldoende middelen zijn, maar dat dit uiteindelijk zo daalt dat er een tekort ontstaat. Is er bijvoorbeeld op oplossing mogelijk om dit te voorkomen? Welke gevolgen zal dit hebben?

Antwoord:

Tijdens de Kamerbriefing van ons rapport Uitgavenbeheersing in de zorg is gevraagd hoe het mogelijk is dat de opbrengst van de AWBZ-premies aanvankelijk ruim voldoende lijkt te zijn, terwijl er vervolgens na verrekening van toegekende heffingskortingen onvoldoende overblijft om de uitgaven te bekostigen. De vraag was mede ingegeven door antwoorden van de staatssecretaris van VWS in reactie op Kamervragen (Aanhangsel Handelingen II 2010/11, nr. 892).

De staatssecretaris geeft in haar antwoord op vraag 3 aan wat de grondslag maal het premiepercentage AWBZ in een bepaald jaar is. Het betreft hier een theoretische, niet feitelijk gerealiseerde opbrengst uit hoofde van de AWBZ-premie. Er is namelijk geen rekening gehouden met heffingskortingen die belastingplichtigen sinds de Wet Inkomstenbelasting 2001 mogen verrekenen bij de afdracht van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen.

Mogelijk ontstaat hierdoor de indruk dat bijvoorbeeld in 2009 de feitelijke premieopbrengst voor de AWBZ ruim € 30 miljard bedraagt. Dit is echter niet juist, omdat nog geen rekening is gehouden met de heffingskortingen die de feitelijke opbrengst fors verminderen. De totale premieopbrengsten voor de AWBZ bedroegen in 2009 ruim € 13,5 miljard (zie ons rapport, pagina 45). Deze premieopbrengst is de feitelijk door de Belastingdienst geïnde premie.

Vanwege de integrale heffing int de Belastingdienst belasting en premies volksverzekeringen tegelijk. Heffingskortingen leiden niet alleen tot minder inkomsten voor de schatkist, maar ook voor de sociale fondsen, waaronder het AFBZ. De fondsen worden daarvoor ten laste van de schatkist gedeeltelijk gecompenseerd door de Bijdrage In Kosten Kortingen (BIKK). In 2009 bedroeg de BIKK voor het AFBZ € 4,9 miljard. De Algemene Rekenkamer heeft geen onderzoek gedaan naar deze specifieke constructie. We merken op dat het compenseren van de feitelijke premie-inkomsten via de BIKK voor de toepassing van de heffingskortingen, een gevolg is van de systematiek van de Wet Inkomstenbelasting 2001. Dit is expliciet door de wetgever beoogd. Ten slotte zijn er nog de eigen bijdragen van de zorggebruikers ter grootte van € 1,6 miljard.

Bruto premieopbrengst AWBZ x % x grondslag                                                                € 30 miljard

Af: heffingskorting                                                                                                             € 16,5 miljard

Netto-opbrengst                                                                                                                 € 13,5 miljard

Bij: BIKK                                                                                                                                € 4,9 miljard

Bij: eigen bijdrage zorggebruikers                                                                                      € 1,6 miljard

Beschikbaar voor AWBZ                                                                                                       € 20 miljard


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.