Lilianne Ploumen neemt in januari 2012 afscheid als voorzitter

Met dank overgenomen van E.M.J. (Lilianne) Ploumen i, gepubliceerd op maandag 3 oktober 2011.

Hierbij laat ik weten dat ik op het congres van januari 2012 afscheid zal nemen als voorzitter van de Partij van de Arbeid. Om de leden in staat te stellen in alle rust een opvolger te kiezen, maak ik mijn vertrek nu reeds bekend.

Ik heb dit besluit genomen omdat dit het beste is voor de partij. Mijn (tweede) termijn die loopt tot 2014 was mijn laatste geweest.

Mijn afscheid van het voorzitterschap zou dan nagenoeg samenvallen met de campagnes voor de gemeenteraadsverkiezingen en voor de verkiezing van het Europees parlement. Een jaar later worden de leden van de Provinciale Staten en de Tweede Kamer gekozen- al hopen we van die laatste dat we dat eerder mogen doen. Omdat in onze partij de voorzitter verantwoordelijk is voor de campagnes is het van het allergrootste belang dat, met die verkiezingen in het vooruitzicht, een nieuwe partijvoorzitter zich goed kan inwerken. Op het komende congres wordt de helft van de leden van het partijbestuur gekozen, dat is daarmee voor mij het moment om plaats te maken.

Ik heb de partij mogen dienen in roerige tijden. We kijken terug op een zware periode als coalitiepartner in ’s lands regering. Een periode waarin we veel goeds voor het land hebben kunnen doen, maar waarin de soms moeilijke politieke samenwerking uiteindelijk leidde tot de val van het kabinet. We kijken terug op maar liefst vier verkiezingscampagnes. Campagnes waarin we ondanks de enorme inspanningen niet altijd het resultaat haalden dat we wilden. Ik denk daarnaast met bijzonder groot genoegen terug aan de partijbrede discussies over arbeid en met name over integratie. Velen van jullie leverden hartstochtelijk een bijdrage aan deze discussies en dat was niet voor niets; zo houden we ons gedachtegoed bij de tijd. En ook tevreden ben ik over de verbetering van onze organisatie. De financiën en het partijbureau zijn weer op orde. We versterkten de ledendemocratie en presenteerden een nieuwe, aangescherpte gedragscode.

Met veel plezier en respect heb ik samen mogen werken met niet één, maar met twee partijleiders. Allereerst met Wouter Bos, die met zijn doortastende optreden als minister van Financiën het land door een ongekende bankencrisis leidde. En met Job Cohen, die de moed had zijn burgemeesterschap van Amsterdam op te geven om de partijleiding over te nemen in het heetst van de strijd. Wouter en Job zijn authentieke, gedreven sociaaldemocraten die niet misstaan in het rijtje Willem Drees, Joop den Uyl en Wim Kok.

Het vooruitzicht van een leven na het partijvoorzitterschap maakt mij nu al weemoedig. Ik weet niet wat ik het meest ga missen. De spanning van het dagelijks politiek bedrijven voor de mensen voor wie wij het allemaal doen? Het leiding geven aan een team mensen dat zich het vuur uit de sloffen loopt voor onze partij? Of vooral al die partijgenoten die ik ontmoette in onze afdelingen, op vergaderingen en zomaar op straat?

Ik geef het eerlijk toe, er waren heus wel eens dagen, waarop ik dacht. ‘Mag het vandaag een onsje minder?’ Maar altijd waren ze er weer, de mensen die het allemaal de moeite waard maakten. De hemelbestormende jongeren uit Tilburg, de tramchauffeur, die toen ik folderend door de tram liep lachend tegen me zei: ‘Meid, voor jou wil ik nog wel een keer op die socialisten stemmen'. De PvdA-campaigners die door weer en wind van deur tot deur gaan. En Annie de Roos, ons oudste lid. Toen ik haar feliciteerde met haar 103ste verjaardag zongen we samen de Internationale, zij loepzuiver, ik zoals altijd een beetje uit de maat. Ik heb een hart vol herinneringen, en daar ben ik jullie en onze partij dankbaar voor.

Jullie zijn nog niet van me af. In de komende maanden ga ik door met investeren in links-progressieve samenwerking. Met dit rechtse minderheidskabinet aan het roer is een energiek en effectief tegengeluid geboden. Dat tegengeluid geven we als PvdA, en nog beter is het als we de progressieve krachten bundelen. Daar hoop ik een verdere bijdrage aan te kunnen leveren. Ook kijk ik uit naar het debat dat we de komende maanden gaan voeren over de toekomst van de publieke sector.

En zelfs als ik in januari afscheid neem is dat echt niet voorgoed. Want sociaaldemocraat zijn is een roeping. Om met Troelstra af te sluiten - ik kan niet anders….

Met hartelijke groet,

Lilianne Ploumen