Pensioenakkoord: toezeggingen Kamp onvoldoende

Met dank overgenomen van R.A. (Roos) Vermeij i, gepubliceerd op donderdag 15 september 2011.

De stappen die de minister heeft gezet naar een pensioenakkoord, zijn niet genoeg. Voor mensen die lang hebben gewerkt en weinig verdiend, is het nog steeds moeilijk te stoppen op zijn of haar 65e. En daar doen we het juist voor, dat kan niemand zijn ontgaan. De PvdA is ervan overtuigd dat we langer moeten gaan doorwerken, maar voor deze mensen moet echt een betere oplossing komen. Klik op verder meer om mijn bijdrage aan het debat te lezen.

Voorzitter,

Soms moet je teruggaan naar de reden waarom je iets ook alweer vindt.

Bijna twee jaar geleden verdedigden wij met vuur ons AOW-plan om naar 67 te gaan: Ook in de toekomst willen we goed onderwijs en goede zorg. Met steeds minder jongeren en meer ouderen betekent dit dat we langer moeten doorwerken. Dat levert de menskracht en de middelen op om ook onze kinderen een eerlijke samenleving te garanderen. Dat kan ook: want we beginnen later met werken en we worden steeds ouder. Drees zei het al. De PvdA vraagt van iedereen een bijdrage naar vermogen. Maar mensen die dat best zouden willen maar echt niet meer kunnen, voor mensen die vroeg zijn begonnen en weinig hebben verdiend, maken we het mogelijk eerder te stoppen. Dat is sociaal. Daar gingen onze discussies over en zo ook de moties die we tijdens het debat van 29 juni hebben ingediend.

Wij hebben gisteren de brief gekregen en daarin wordt ons op het hart gedrukt vandaag iets te zeggen. Dat gaat natuurlijk niet zo. Er is een stap gezet, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het niet genoeg is.

Wat opvalt: allemaal generieke regelingen, niet specifiek ingezet op lage inkomens. Eigenlijk is onze conclusie: voor mensen die al makkelijk kunnen, wordt het nog makkelijker gemaakt te stoppen. Maar voor de groep, lang gewerkt en weinig verdiend, is het nog steeds moeilijk te stoppen. En daar doen we het juist voor, dat kan niemand zijn ontgaan.

Het geheel aan regelingen is een onoverzichtelijke lappendeken geworden:

  • 1. 
    Kan met deze brief iemand die lang gewerkt heeft, en weinig verdiend heeft nu makkelijker stoppen op 65? In de brief staat een percentage, 1,5%, maar dat is een percentage als je je hele werkbonus opspaart en later met AOW gaat en dus een lagere korting voor je kiezen krijgt. Klopt het dat het kortingspercentage geldt voor iedereen? Dat lijkt mij niet verstandig!
  • 2. 
    De situatie verandert dramatisch na 2025 wanneer het kortingspercentage 1,5 + 6,5 en dus 8% wordt. En voor onze groep, niet iedereen, maar lang gewerkt en weinig inkomen, zijn we dan geen stap verder. Bovendien zou ik willen zien hoe dit uitpakt voor de gemiddelde werknemer in dit land, AOW +10.000 en hoge inkomens? We hebben geen enkel inzicht hoe de stapeling van deze maatregelen, ook de jaarlijkse 0,6% stijging van de AOW het gaat doen voor verschillende inkomens, graag plaatjes!
  • 3. 
    Daarnaast de vraag: hoeveel mensen met een laag inkomen gaan sparen? Hoe werkt dit uit voor vrouwen in deeltijdfuncties in de zorg? Wie - kortom - pakt nou helemaal de hele werkbonus? Minister, maak van deze generieke regeling een duidelijke regeling voor lage inkomens, top de werkbonus af en zet het geld in voor na 2025.
  • 4. 
    De overbruggingsuitkering is voor ons ongelofelijk belangrijk, creëer een vangnet zodat mensen die wel willen maar niet kunnen niet op het laatst nog in de bijstand belanden? Gaat de minister de aangenomen motie op dat punt uitvoeren?
  • 5. 
    De risicodeling werkgevers en werknemers gaat terug naar de Star, dat snappen wij maar is de minister het met ons eens dat werkgevers niet achterover mogen gaan leunen, maar juist nu, in moeilijke tijden van beide partijen ook inzet te vragen. Als werkgevers dit akkoord zo graag willen, laat dat dan zien!
  • 6. 
    En dan het generatie proof pensioencontract en de gouden bergen. Positief: er wordt afstand genomen van het toepassen van verwacht rendement. Negatief: het staat er toch weer in! Het kan niet allebei, generatie proof en het rekenen met verwachte rendementen. Rendementen zijn in deze tijden überhaupt een beladen begrip. Kan de minister zeggen waarom niet is gekozen voor de huidige reken systematiek waar we de volatiliteit uithalen? Dat was nl de uitkomst van onze kamerdiscussie een jaar geleden. En hoe voorkomen we nu het nemen van risico’s in slechte tijden, dat zit hier nog steeds in!

Tot slot vraag ik de minister van Sociale Zaken ook initiatief te nemen om de polder weer tot rust te brengen; de overhaaste persconferentie afgelopen dinsdag heeft niet veel goeds gebracht. Een overhaast besluit nu zal dat ook niet brengen. Daarvoor staat er echt teveel op het spel en is onze AOW, zijn onze pensioenen, nu en straks voor onze kinderen, te belangrijk.

De PvdA is ervan overtuigd dat we langer moeten gaan doorwerken, maar ook dat veel gerichter dan nu wordt voorgesteld, voor groepen die niet meer kunnen en voor groepen die lang hebben gewerkt en weinig hebben verdiend, zorgen we dat ze eerder kunnen stoppen.