Jesse Klaver wil generatiepact pensioenen

Met dank overgenomen van J.F. (Jesse) Klaver i, gepubliceerd op dinsdag 28 juni 2011.

Tweede Kamerlid Jesse Klaver wil een pact sluiten tussen de generaties over het pensioen. Met de JOVD en Dwars! presenteert hij een alternatief voor de afspraak tussen bonden, werkgevers en kabinet: een generatiepact. Van het langverwachte pensioen’akkoord’ blijft na herhaald lezen en een eerste doorrekening door het CPB steeds minder over. Er is nog geen oplossing voor een eerlijke verdeling van de rekening tussen jong en oud; nog geen oplossing voor zware beroepen, en het creëert geen banen voor 45+'ers zodat mensen door kunnen werken tot aan hun pensioen.

De jongste pensioenwoordvoerder in de Tweede Kamer vindt dat kabinet, werkgevers en bonden een generatieconflict opzoeken. Klaver wil met deze jongerenorganisaties bouwen aan een coalitie, die een afspraak maakt over een eerlijke verdeling tussen jong en oud en arm en rijk.

Het pensioenakkoord stuurt aan op een keihard generatieconflict. Het pensioenakkoord vergroot de tegenstellingen tussen jongeren en ouderen op nationaal niveau en verplaatst het gevecht tussen de generaties naar de decentrale CAO-onderhandelingstafels. Geen wonder dat er onrust ontstaat in de polder en dat het pensioenakkoord nog steeds op losse schroeven staat. Juist nu een eerlijke en houdbare oplossing voor pensioenen zo hard nodig is, is er geen plaats voor een generatieconflict. Wat Nederland nodig heeft is een Generatiepact, dat onze samenleving en pensioenen klaar maakt voor de toekomst!

De politiek kan niet langer blijven toekijken aan de zijlijn. De wetsvoorstellen liggen al in de Tweede Kamer en belangrijker: we kunnen de pensioenproblemen niet voor ons uitschuiven.

Er is maar één goede oplossing en dat is een goed pensioen voor de generatie van onze grootouders, ouders en voor onze eigen generatie. In het Generatiepact nemen we de goede elementen uit het pensioenakkoord over, maar we maken het akkoord generatieproof.

  • 1. 
    Langer doorwerken

Het pensioenstelsel gaat al sinds 1957 uit van een pensioenleeftijd van 65 jaar. Gelukkig worden we steeds ouder en blijven we ook steeds langer gezond. De groei van het aantal ouderen zorgt ervoor dat de kosten van de AOW sterk zullen stijgen: van circa 30 miljard in 2010 naar circa 50 miljard in 2040. Tegelijk zijn er steeds minder jongeren. Onze beroepsbevolking krimpt met 400.000 mensen in de komende 30 jaar. Tegenover één AOW-gerechtigde staan nu nog 4 mensen die werken, straks nog maar 2. Daarom zijn er nu oplossingen nodig om de kosten van de vergrijzing op te vangen, namelijk:

  • • 
    Ouderen gaan meebetalen: De jongeren kunnen deze kosten niet langer alleen dragen. Daarom gaan ouderen meebetalen aan de kosten van de vergrijzing. De AOW-premie gaat geleidelijk ook gelden voor ouderen, terwijl voor iedereen de netto-uitkering van de AOW gegarandeerd blijft.
  • • 
    We gaan langer doorwerken: De pensioenleeftijd groeit mee met de levensverwachting. De pensioenleeftijd gaat voor het eerst omhoog in 2020 naar 66 jaar en geleidelijk naar 68 jaar in 2040. De huidige generatie ouderen wordt ontzien omdat zij zich niet op de verhoging van de pensioenleeftijd heeft kunnen voorbereiden. Wel worden de opbouwpercentages in het Witteveenkader voor de aanvullende pensioenen al vanaf 2013 aangepast.
  • • 
    Oplossing voor zware beroepen: Er komt flankerend beleid voor mensen die vroeg zijn begonnen met werken en die eerder willen uittreden. Als hoogopgeleiden met 23 jaar beginnen te werken mogen zij straks op 68 jaar uittreden. Het is oneerlijk als laagopgeleiden of mensen met zware beroepen worden gestraft als zij met hun 20e zijn gaan werken en met 65 jaar willen uittreden. Het is voor mensen die vroeg zijn begonnen met werken belangrijk om het mogelijk te maken om wat eerder te stoppen zonder dat hun AOW-uitkering hieronder lijdt. Hierbij geldt steeds dat men tenminste 45 jaar gewerkt moet hebben.
  • • 
    Echt kunnen doorwerken tot je pensioen: Een hogere pensioenleeftijd is alleen zinvol als mensen ook tot aan hun pensioen kunnen blijven werken. Op dit moment werken er maar weinig mensen tot aan hun 65e. Het is ook lastig om op latere leeftijd aan een nieuwe baan te komen. Het CPB berekent dat de verhoging van de pensioenleeftijd samengaat met 0,6 tot 1,2 miljard aan extra uitkeringen. Wij willen dat dit geld niet wordt geïnvesteerd in uitkeringen, maar wij willen dit geld tijdelijk investeren in werk, via maatregelen als loondispensatie, een no risk polis, een mobiliteitsbonus en een omscholingsbonus voor oudere werknemers. Op termijn zijn deze fiscale prikkels niet meer nodig omdat dan de cultuur zal zijn veranderd. Oudere werknemers horen er dan gewoon bij! Wij willen ook dat de CAO’s geschoond worden van ontziemaatregelen die ouderen onnodig duur en onaantrekkelijk maken voor werkgevers.
  • 2. 
    Aanvullende pensioenen

De kredietcrisis heeft ons laten zien dat onze aanvullende pensioenen niet zo zeker zijn als wij dachten. Een deel van de pensioengelden verdampte op de beurs en menig pensioenfonds kon niet aan zijn toekomstige verplichtingen voldoen op basis van de historisch lage markrente. Het gevolg was dat er moest worden gekort op veel pensioenen. Dit kwam voor veel mensen als een verassing. Pensioendeelnemers wisten niet dat zij onvoldoende premie hadden betaald voor een waardevast pensioen en de communicatie van pensioenfondsen heeft jarenlang tekort geschoten.

De pensioenpremie dekt alleen de kosten van een pensioen zonder indexatie. Een waardevast pensioen is daardoor onzeker. Daarnaast is onvoldoende premie betaald om de stijgende levensverwachting op te vangen en lag er nog de rekening van de premieholidays in de jaren 90 en van de VUT-regelingen waar nooit voor was gespaard. Wij stellen de volgende maatregelen voor:

  • • 
    Vaste pensioenpremies: De tekorten zijn niet meer op te vangen door de premies te verhogen. We werken nu al 2 dagen in de week voor ons pensioen. Hogere premies betekent al snel dat er minder in plaats van meer premies binnenkomen door toenemende werkloosheid. Daarom willen wij de pensioenpremies vastpinnen op het huidige niveau.
  • • 
    Verliezen eerlijk delen: Er is maar één goede oplossing en dat is een goed pensioen voor de generatie van mijn grootouders, mijn ouders en voor mijn eigen generatie. Daarom kiezen wij ervoor om nu het tekort eerlijk te verdelen tussen de generaties. Voor gepensioneerden kan dit betekenen dat hun pensioen maar deels wordt geïndexeerd.
  • • 
    Naar generatierekeningen: Iedere generatie krijgt zijn eigen ‘spaarpot’, premies, beleggingsrisico’s en uitkeringen, zodat het hele pensioenvermogen en alle risico’s correct zijn toebedeeld aan de pensioendeelnemers. Op deze manier weten we zeker dat er een eerlijke verdeling komt tussen de generaties.
  • • 
    Naar een stabiele rekenrente: Ook in de toekomst zijn kortingen op de pensioenen niet uit te sluiten, maar onnodige schokken moeten worden voorkomen. Het toezicht moet zich richten op waardevaste pensioenen op langere termijn. Een belangrijke stap daarbij is om toekomstige verplichtingen niet te waarderen op de sterk fluctuerende marktrente maar op een voortschrijdend gemiddelde marktrente over de afgelopen 10 jaar.

Met dit Generatiepact zijn de pensioenen klaar voor de toekomst!

Jesse Klaver, Tweede Kamerlid GroenLinks

Martijn Jonk, voorzitter JOVD

Eline van Nistelrooij, voorzitter Dwars!