Helder

Met dank overgenomen van K.G. (Klaas) de Vries i, gepubliceerd op zondag 20 maart 2011.

alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blogs PoMo

Maxime Verhagen

Op 16 maart was Maria van der Hoeven bij ‘Pauw en Witteman’. Bij de bespreking van de kernramp die zich in Japan voltrok, merkte zij terecht op dat je als overheid altijd eerlijk en open moet communiceren.

Bij ons gaat minister Maxime Verhagen over kernenergie. Daarom heb ik twee interviews met Verhagen van 11 maart meerdere malen beluisterd.

Een met Vullings en een met Mingelen. Dialogen die tijdloze politieke literatuur zullen worden. Het gaat over de vrijlating van de Nederlandse militairen door Libië.

Eerst Vullings in ‘Met het Oog op Morgen’.

Vraag: Premier Rutte heeft vandaag gezegd dat Nederland geen tegenprestaties heeft moeten beloven aan Kadhafi. Maar ik begrijp uit uw persconferentie dat we wel min of meer excuses hebben gemaakt?

Minister Verhagen:

Nee, wat duidelijk is, is dat op geen enkele wijze concessies zijn gedaan. Er zijn geen toezeggingen gedaan. Maar het is feitelijk natuurlijk zo dat wij toestemming hadden moeten vragen om het Libische luchtruim binnen te komen. Dat is gewoon zo. Maar u kunt ervan verzekerd zijn dat we enerzijds alles uit de kast gehaald hebben om hun vrijlating te bewerkstelligen.

Vraag: Nederland heeft dus niet sorry gezegd, maar bijvoorbeeld de woorden gekozen: dit had inderdaad niet mogen gebeuren?

Minister:

Het is zo dat feitelijk ook volgens het internationaal recht er toestemming gevraagd had moeten worden om het luchtruim binnen te gaan.

Vraag: En dat is toegegeven aan Libanon?

Minister:

Dat had je gewoon moeten doen.

Vraag: En dat is zo uitgesproken?

Minister:

En wat ik zeg is dat wij geen beloftes, geen toezeggingen hebben gedaan. Geen enkele concessie is op dat punt gegeven. Maar feitelijke constateringen zijn feitelijke constateringen.

Vraag: Dat had niet mogen gebeuren, dat kan door Libië als een excuus worden opgevat?

Minister:

Hoe Libie iets opgevat heeft, kijk, als je kijkt naar de moeite die is gedaan ook om met de Libische autoriteiten in contact te komen, met in ieder geval de verantwoordelijken die bij kunnen dragen aan de vrijlating, hebben we in principe ook alles uit de kast gehaald, maar ook andere collega’s ingeschakeld.

Heldere taal dus. Gelukkig was er ook het interview met Ferry Mingelen na de ministerraad.

Vraag: Begrijp ik het nou goed dat de vrijlating tot stand is gekomen nadat Nederland had toegegeven dat het fout zat met het binnenvliegen van het Libische luchtruim?

Minister Verhagen:

Nee, kijk ten eerste is het zo dat wij natuurlijk allerlei mogelijke kanalen gebruikt hebben om juist de vrijlating te bewerkstelligen. (…) Ik heb daarnaast gezegd dat het natuurlijk feitelijk zo is dat voor het binnenvliegen van het luchtruim, dat je daar toestemming voor hoort te vragen, wat normaal gebruikelijk is.

Vraag: En dat hadden we niet gedaan?

Minister:

In casu is het natuurlijk een erkenning van het feit dat we dat hadden horen te doen.

Vraag: Maar dat is dus erkenning? Is door de Nederlandse regering officieel naar de Libische regering: jongens wij hebben dat fout gedaan.

Minister:

Wat ik gezegd heb is dat ik erken dat wij de toestemming hadden moeten vragen, dat dat normaal gebruikelijk is en tegelijkertijd dat wij al het mogelijk gedaan hebben - dat was ook de reden namelijk: het ontbreken van die erkenning dat zij in eerste instantie gevangen gezet werden - dat wij natuurlijk al het mogelijke gedaan hebben om te zorgen dat ze vrijkwamen. Daarbij zijn geen concessies gedaan, geen toezeggingen gedaan, maar er is wel op allerlei niveaus diplomatiek overleg geweest.

Vraag: Nee, maar het punt is toch even, en dat wil ik even van u duidelijk horen, de Nederlandse regering heeft dus jegens Kadhafi, zijn regering, erkend dat Nederland de regels heeft overtreden.

Minister:

Nee, dat heb ik niet gezegd. Wat ik gezegd heb: ik erken het feit dat daar toestemming gevraagd had moeten worden.

Vraag: Maar dat is uitgesproken tegenover de Libische regering?

Minister:

Feitelijk is het zo dat wij toestemming hadden horen vragen.

Vraag: Mijn vraag is: is dat nu officieel uitgesproken. U kunt het hier wel zeggen, maar dat telt niet. Is het uitgesproken jegens de Libische regering?

Minister:

Op welke wijze alle contacten geweest zijn, wat er gebeurd is zowel na de gevangenneming als in de voorbereiding daartoe, daar zullen minister Rosenthal en minister Hillen in een brief tekst en uitleg geven.

Vraag: Met alle respect, u heeft een persconferentie gegeven. Daar komen berichten uit. Nederland heeft excuus gemaakt.

Minister:

Dat heb ik niet gezegd.

Vraag: Wat ik u vraag is: klopt het nou, dat de Nederlandse regering officieel heeft erkend dat het de regels heeft overtreden en dat het dus toestemming had moeten vragen en dat het dat niet heeft gedaan.

Minister:

Wat ik gezegd heb is dat wij toestemming hadden moeten vragen en als u dat wilt opvatten als excuses dan is dat uw mening. De vraag is hoe u dat formuleert.

Vraag: Ik hoef niets te horen, het gaat er om of meneer Kadhafi het als excuus heeft opgevat en om die reden die militairen heeft laten gaan.

Minister:

Nee, ik denk niet ten eerste dat het om die redenen is geweest. Wat er wel feitelijk is: dat wij toestemming hadden moeten vragen om dat luchtruim binnen te vliegen, dat er daarna allerlei mogelijkheden, diplomatieke kanalen zijn gebruikt om te zorgen dat deze mensen vrij komen, dat over alle ins en outs ook de Kamer met een brief van de minister van Defensie en de minister van Buitenlandse zaken geïnformeerd zal worden, en dat juist omdat het onduidelijk was wie van de Libische autoriteiten uiteindelijk daar in deze onrustige situatie invloed had, is dus ook alles uit de kast gehaald om juist die contacten te leggen.

Zou het nu ja zijn of toch nee? Minister Hillen in ‘Buitenhof’:

Vraag: Dus zegt het eigenlijk veel minder omfloerst dan collega Verhagen. U zegt: excuses aan Libië zijn op zijn plaats.

Minister Hillen:

Ja, nee, die zijn ook gedaan. Uiteraard.