Brief regering; Reactie op verzoek commissie inzake toezending van de ministeriële regeling draagvlakonderzoek bedrijfslichamen - Toekomst Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO) - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 32615 - Toekomst Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO).

Officiële titel	Toekomst Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO); Brief regering; Reactie op verzoek commissie inzake toezending van de ministeriële regeling draagvlakonderzoek bedrijfslichamen
Document­datum	10-02-2011
Publicatie­datum	10-02-2011
Nummer	KST326152
Kenmerk	32615, nr. 2
Externe link	originele PDF
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2010–2011

32 615

Toekomst Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO)

Nr. 2

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2011

Bij brief van 2 februari jl. verzocht u mij, vóór het algemeen overleg van 10 februari as. over de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, u de ministeriële regeling behorend bij het conceptbesluit Draagvlakonderzoek bedrijfslichamen toe te zenden.

Ik kan tot mijn spijt niet voldoen aan uw verzoek aangezien de ministeriële regeling nog niet gereed is. De ministeriële regeling betreft de uitvoeringstechnische kant van de draagvlakonderzoeken, uit te voeren door de bedrijfslichamen. Het conceptbesluit Draagvlakonderzoek bedrijfslicha-men is uw Kamer bij mijn brief van 14 januari jl. ter inzage voorgelegd. Het conceptbesluit vormt de basis voor de ministeriële regeling. Aangezien het voor de uitvoering van deze ministeriële regeling tevens van groot belang is dat de bedrijfslichamen en de SER als toezichthouder uit de voeten kunnen met de voorschriften dient ook nog overleg hierover met deze partijen plaats te vinden.

De regeling zal dan ook pas beschikbaar zijn begin maart. Ik kan u toezeggen dat u de regeling ter inzage krijgt toegestuurd op 7 maart as.

Mocht u besluiten vanwege het ontbreken van de ministeriële regeling af te zien van het AO van 10 februari as. en het AO te verschuiven naar een latere datum, zeg ik u toe dat ik vooralsnog het conceptbesluit Draagvlakonderzoek bedrijfslichamen niet voor advisering naar de Raad van State zal sturen.

Ik merk hierbij wel nog op dat bovenstaande gang van zaken mogelijk gevolgen zal hebben voor het traject van de draagvlakonderzoeken en het door mij toegezegde kabinetsstandpunt Toekomst PBO. In mijn brief van 24 januari jl. betreffende de samenwerking van de productschappen en mijn plan van aanpak voor het kabinetsstandpunt Toekomst PBO, heb ik toegezegd het kabinetsstandpunt voor 1 april 2012 aan uw Kamer toe te sturen. Invoering van het besluit Draagvlakonderzoek bedrijfslichamen na

1 april as. zal betekenen dat de draagvlakonderzoeken ook later gestart worden met als mogelijk gevolg dat de aanbieding van het kabinetsstandpunt opschuift in de tijd.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp