Mijn steun voor de missie

Met dank overgenomen van C.N. (Niels) van den Berge i, gepubliceerd op zondag 30 januari 2011.

In de afgelopen weken heb ik goed naar experts geluisterd en alle voor- en tegenargumenten zorgvuldig overdacht. Daarbij heb ik ook goed geluisterd naar de kritiek op het kabinetsvoorstel. Zowel naar de kritiek van mensen uit mijn eigen partij als naar de kritiek van mensen van buiten mijn partij. Ik was kritisch, heel kritisch. Maar toen kwam het debat, waarin Jolande Sap op al onze voorwaarden en kritische punten, toezeggingen van het kabinet kreeg.

Aan het eind van die lange donderdag lag er een missie die volledig aan onze eisen voldoet. Een missie waarin ik geloof. De Afghanen hebben recht op een veilig land. Er moet een einde komen aan de straffeloosheid en corruptie en de mensenrechten moeten beschermd worden. Ik ben er in de afgelopen week van overtuigd geraakt dat we met deze missie bij kunnen dragen aan een veiliger Afghanistan. Door politieagenten te trainen en rechters op te leiden.

Ik ben ooit de politiek in gegaan om een verschil te maken, om te knokken voor een betere wereld. Dat is de reden dat ik deze missie heb gesteund. Ik geloof erin dat we met deze missie echt iets kunnen betekenen voor de Afghanen. Doet het me dan helemaal niets dat onze eigen achterban in ruime meerderheid tegen is? Natuurlijk wel. Ik realiseer me heel goed dat die mooie blauwe zetel niet van mij is, maar van mijn partij en dat ik haar slechts in bruikleen heb.

Toch is het mijn morele plicht om als volksvertegenwoordiger een eigen gewetensvolle afweging te maken. Daarnaast heeft het GroenLinks-Congres mij in het verkiezingsprogramma de politieke opdracht gegeven om Afghanistan niet in de steek te laten. Om me in te zetten voor civiele politietraining in Afghanistan. In mijn ogen is deze civiele missie een goede uitwerking van hetgeen in ons verkiezingsprogramma staat.

Ik begrijp de emoties in onze achterban en ik realiseer me dat we als Kamerfractie wat uit te leggen hebben. Daar zijn mijn collega-Kamerleden en ik ook graag toe bereid. De komende week gaan we op verzoek van GroenLinks-afdelingen het land in om uit te leggen waarom we deze missie gesteund hebben. Ik ben er daarbij niet per se op uit om zoveel mogelijk mensen te overtuigen, want elk GroenLinks-lid, elke burger van Nederland heeft recht op een eigen gewetensvolle afweging. Maar ik wil wel graag toelichten waarom mijn gewetensvolle afweging tot een ‘Ja’ heeft geleid.