Brief commissie; Aanbieding van het Jaarverslag 2010 van de door de commissie voor Rijskuitgaven verrichte werkzaamheden en behaalde resultaten - Werkprogramma 2009-2011 van de commissie voor de Rijksuitgaven

Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 31597 - Werkprogramma van de commissie voor de Rijksuitgaven van de Tweede Kamer.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Werkprogramma 2009-2011 van de commissie voor de Rijksuitgaven; Brief commissie; Aanbieding van het Jaarverslag 2010 van de door de commissie voor Rijskuitgaven verrichte werkzaamheden en behaalde resultaten
Document­datum 21-01-2011
Publicatie­datum 21-01-2011
Nummer KST315973
Kenmerk 31597, nr. 3
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2010–2011

31 597

Werkprogramma 2009–2011 van de commissie voor de Rijksuitgaven

Nr. 3

BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 januari 2011

Hierbij biedt de commissie voor de Rijksuitgaven u het Jaarverslag 2010 aan van de door de commissie verrichte werkzaamheden en behaalde resultaten.

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft op 12 september 2008 een werkprogramma uitgebracht voor de periode 2009–2011 (Kamerstuk 31 597, nr. 1). In het werkprogramma is de ambitie opgenomen om de controle door de Tweede Kamer op de besteding van overheidsmiddelen de komende jaren verder te verbeteren. In dit jaarverslag legt de commissie verantwoording af over de in 2009 uitgevoerde werkzaamheden en de bereikte resultaten. Dit gebeurt aan de hand van de zeven speerpunten uit het werkprogramma.

Op 22 januari 2010 heeft de commissie verslag uitgebracht over de in 2009 verrichte werkzaamheden (Kamerstuk 31 597, nr. 2).

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Van Gerven

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Groen

JAARVERSLAG 2010 VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

  • 1. 
    Inleiding

Vanwege de val van het kabinet en de vervroegde verkiezingen in 2010, alsmede de demissionaire status van het kabinet, zijn enkele ambities uit het werkplan verschoven. Na de verkiezingen is de commissie voor de Rijksuitgaven op 10 november 2010 voor de nieuwe Kamerperiode geconstitueerd, waarbij de leden Van Gerven en Ten Broeke respectievelijk als voorzitter en ondervoorzitter zijn gekozen.

  • 2. 
    Speerpunten uit het werkprogramma

1. Begrotingsbehandeling

Ambitie: de rijksbegroting is zodanig opgesteld dat deze na afloop van het begrotingsjaar adequaat is te verantwoorden. De commissie zal de experimenten nauwgezet volgen en de nieuwe opzet in 2010 evalueren. In

2009 zal een tussenbalans worden opgemaakt.

Resultaten: Als vervolg op de in 2009 opgemaakte tussenbalans (Kamerstuk 31 865, nr. 1) heeft de commissie vlak voor de verkiezingen in

2010 een «samenvattende visie» opgesteld met betrekking tot de behandeling van de (experiment) begrotingen (Kamerstuk 31 865, nr. 23). De commissie verwacht de door het kabinet toegezegde evaluatie begin

2011 te mogen ontvangen.

2. Behandeling van de verantwoordingsdocumenten

Ambitie: het verantwoordingsproces is zodanig vormgegeven dat deze focus heeft en beleidsrelevantie. De commissie evalueert jaarlijks de behandeling door de Kamer van de verantwoordingsstukken. In 2009 gebeurt dat ook in het kader van de tussenbalans met betrekking tot de in dat jaar opgestarte experimenten. De commissie zal zich bezinnen op haar rol bij het proces van dechargeverlening. Het verlenen van decharge is geen gegeven, maar wordt een bewuste keuze van de Kamer.

Resultaten: De commissie heeft in 2009 een proces in gang gezet dat is uitgemond in een explicietere dechargeverlening aan de ministers. De commissie concludeert in de evaluatie van dit proces (Kamerstuk 32 057, nr. 1) dat de meer expliciete aandacht voor dechargeverlening beschouwd kan worden als een verbetering. De commissie had het voornemen om in 2010 de voorlichting aan de vaste en algemene commissies over de dechargeverlening (ten dienste van de behandeling in 2010 van de jaarverslagen over 2009) verder te verbeteren. Vanwege de vervroegde verkiezingen heeft de behandeling van die jaarverslagen niet zoals gebruikelijk in de maanden mei en juni plaatsgevonden, maar in het najaar, gelijktijdig met de behandeling van de begroting en daardoor hebben de jaarverslagen weinig aandacht gekregen. De commissie van de Rijksuitgaven heeft dit jaar daardoor slechts een beknopt advies aan de Kamer uitgebracht (Kamerstuk 32 360, nr. 10)

3. Grote projecten (start, voortgang, afsluiting)

Ambitie: de grote projecten inhoudelijk en procedureel bewaken en de Kamer de informatiepositie helpen bewaken. De jaarrapportage Grote Projecten die de commissie jaarlijks op de derde woensdag in mei aanbiedt aan de Kamer zal naast een procedureel ook een inhoudelijk karakter krijgen.

Resultaten: de commissie heeft op Verantwoordingsdag (19 mei 2010) het jaarverslag grote projecten over 2009 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 26 399, nr. 10). De commissie heeft op basis hiervan de volgende zes kernpunten bij de Kamer onder de aandacht gebracht. – Het aantal door de Kamer aangewezen grote projecten neemt jaarlijks af: eind 2009 zijn er nog negen grote projecten.

In 2009 zijn – voor het tweede achtereenvolgende jaar – geen nieuwe grote projecten aangewezen. In 2010 is er inmiddels wél weer een groot project aangewezen (Randstad-besluiten Amsterdam–Almere– Markermeer (RAAM). – In 2009 zijn twee grote projecten formeel beëindigd, namelijk

«luchtverdedigings- en commandofregatten» van het ministerie van Defensie, en «modernisering Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten» (AWBZ) van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). – De tijdigheid waarmee voortgangsrapportages en accountantsrapporten aan de Tweede Kamer zijn aangeboden, is verder toegenomen – Bij vrijwel alle grote projecten worden nu accountants- c.q. Assurance-rapporten opgesteld. Verdere verbetering is nog mogelijk, zoals de Defensie-projecten laten zien. – De Kamer is ook in 2009 actief omgegaan met grote projecten. Op vrijwel alle voortgangs- en accountantsrapporten reageren de vaste commissies met schriftelijke vragen, of algemeen overleggen, of een combinatie van beide.

4. Beleidsdoorlichtingen

Ambitie: de beleidsdoorlichtingen worden op verzoek van de commissie beoordeeld op onafhankelijkheid door het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR). De commissie zal de scherpte van dit instrument bewaken en zo nodig (opnieuw) daarover in overleg treden met de minister.

Resultaten: In december 2008 is de tussenevaluatie beleidsdoorlichtingen (Kamerstuk 31 308, nr. 5) ontvangen van de minister van Financiën. Het BOR heeft in 2010 vrijwel alle ontvangen beleidsdoorlichtingen beoordeeld op onder meer geboden inzicht in beleidseffectiviteit, borging van betrouwbaarheid en op interne en externe consistentie. In 2011 zal de commissie haar ervaringen met beleidsdoorlichtingen evalueren.

5. Rapporten van de Algemene Rekenkamer

Ambitie: alle voor de Tweede Kamer relevante onderzoeksrapporten van de Algemene Rekenkamer worden in behandeling genomen door de commissie voor de Rijksuitgaven. Doorgaans beperkt de rol van de commissie zich tot het uitschrijven van lijsten met feitelijke vragen aan het kabinet en aan de Algemene Rekenkamer, waarna het voortouw van de behandeling wordt overgedragen aan een of meer vaste commissies. De commissie zal zich in bijzondere gevallen, na overleg met betrokken vaste commissies, over commissieoverstijgende rapporten een oordeel vormen en daartoe bijvoorbeeld hoorzittingen en rondetafelgesprekken organiseren. De commissie zal in voorkomende gevallen uit haar midden een rapporteur aanwijzen.

Resultaten: in 2010 zijn – ten behoeve van de vaste commissies – door de commissie voor de Rijksuitgaven 16 briefings verzorgd over door de Algemene Rekenkamer uitgebrachte rapporten, waarvan twee briefings over jaarverslagen van ministeries. In 2010 zijn over rapporten van de Algemene Rekenkamer 29 lijsten met feitelijke vragen uitgebracht, 18 aan de regering en 11 aan de Algemene Rekenkamer.

6. Verzoeken voor onderzoek door de Algemene Rekenkamer

Ambitie: de commissie vervult een actieve rol in de relatie Tweede Kamer en Algemene Rekenkamer. Daarbij zet de commissie zich in effectief te bemiddelen om door de Tweede Kamer gewenst onderzoek uitgevoerd te krijgen door de Algemene Rekenkamer. De commissie voor de Rijksuitgaven voert tweemaal per jaar overleg met de Algemene Rekenkamer over de samenwerking.

Resultaten: In 2010 is heeft de commissie positief advies uitgebracht bij een verzoek van de vaste commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om de Algemene Rekenkamer te vragen onderzoek te doen naar ICT (besparingsmogelijkheden open standaarden en open-sourcesoftware). Het onderzoek is na de zomer van 2010 gestart en zal naar verwachting in de eerste week van maart 2011 tot een rapport leiden.

7. Controle van de Europese begroting

Ambitie: de commissie zal zich actief inzetten om de controlerende taak op de besteding van EU-middelen te vergroten. De commissie zal de rapporten van de Europese Rekenkamer beoordelen en in geval van evidente beleidsimportantie voor Nederland actief in behandeling nemen. Daarbij zal de samenwerking worden gezocht met de Europese Rekenkamer. De commissie zal zich, in samenwerking met de vaste commissie voor Europese zaken, inspannen om te bereiken dat alle lidstaten jaarlijks een lidstaatverklaring over de besteding van de Europese middelen uitbrengen. De commissie zal hierbij samenwerking zoeken met de begrotingscontrolecommissies uit de 26 andere lidstaten.

Resultaten: Op 28 en 29 januari 2010 heeft de commissie voor de Rijksuitgaven een in de Oude Zaal van de Tweede Kamer een interparlementaire conferentie georganiseerd over een betere verantwoording van Europese middelen (subsidies en fondsen). Delegaties uit 20 lidstaten van de Europese Unie hebben aan de conferentie deelgenomen (Kamerstuk 32 347, nr. 1).

Op 10 november 2010 heeft Maarten Engwirda, lid van de Europese Rekenkamer, het jaarverslag over 2009 aan de commissie voor de Rijksuitgaven gepresenteerd. Over dit jaarverslag zijn feitelijke vragen aan de minister van Financiën voorgelegd (Kamerstuk 24 202, nr. 25).

Overige activiteiten

Toekomst- en onderzoeksagenda Tweede Kamer voor 2011

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft advies aan de Kamer uitgebracht over twaalf door de commissies ingediende voorstellen voor de Toekomst- en onderzoeksagenda van de Tweede Kamer in 2011. Op basis van het advies heeft de Kamer besloten drie onderzoeken in 2011 uit te voeren (Kamerstuk 32 224, nr. 2): – Nederlands spoorsysteem en onderhoud- en realisatiebudgetten in relatie tot innovatie – Lessen uit de recente arbeidsmigratie – Economische dimensie verduurzaming voedselproductie.

Rijksbrede onderwerpen

De commissie voor de Rijksuitgaven onderzoekt in voorkomende gevallen rijksbrede onderwerpen, voor zover dit de controle van de besteding van rijksmiddelen betreft, dan wel de doelmatigheid en doeltreffendheid van die bestedingen.

Resultaten: de commissie heeft aandacht besteed aan het vraagstuk rechtspersonen met een wettelijke taak (rwt’s). De commissie heeft aan de Algemene Rekenkamer een overkoepelende visie gevraagd, alsmede een reactie van het kabinet op die visie. De commissie hoopt de reactie van het kabinet begin 2011 te mogen ontvangen.

De ambtelijke ondersteuning van de commissie

De commissie wordt ondersteund door een commissiestaf bestaande uit een griffier, adjunct-griffier en commissieassistent (allen voor een deel van hun werktijd) alsmede door twee medewerkers (ook voor een deel van hun werktijd) van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven.

Statistieken van de commissie voor de Rijksuitgaven

2009         2010

Aantal procedurevergaderingen                                                                                       16               14

Gevoerde algemene overleggen                                                                                         2                 1

Technische briefings                                                                                                           39               18

Ontvangst van buitenlandse delegaties                                                                              2                 4

Lijsten met feitelijke vragen                                                                                             331               29

1 Het hier genoemde cijfer betreft een correctie van het genoemde aantal van 19 in Kamerstuk 31 597, nr. 2.

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.