Koninklijke boodschap - Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de bestrijding van visstroperij en het vervallen van de akte, alsmede enkele andere wijzigingen van deze en enige andere wetten
Deze koninklijke boodschap1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 32574 - Bestrijding van visstroperij, en vervallen van de visakte2.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de bestrijding van visstroperij en het vervallen van de akte, alsmede enkele andere wijzigingen van deze en enige andere wetten; Koninklijke boodschap; Koninklijke boodschap |
---|---|
Documentdatum | 22-12-2010 |
Publicatiedatum | 22-12-2010 |
Nummer | KST325741 |
Kenmerk | 32574, nr. 1 |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2010–2011
32 574
Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de bestrijding van visstroperij en het vervallen van de akte, alsmede enkele andere wijzigingen van deze en enige andere wetten
Nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de bestrijding van visstroperij en het vervallen van de akte, alsmede enkele andere wijzigingen van deze en enige andere wetten.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
’s-Gravenhage, 13 december 2010 Beatrix
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.De koninklijke boodschap is een vaste, formele tekst waarmee de Koning namens de regering een wetsvoorstel aanbiedt aan de Tweede Kamer. De koninklijke boodschap zegt niets over de inhoud van een wetsvoorstel.
- 2.Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat gelet op de toename van grove visstroperij en de negatieve gevolgen daarvan voor de beroepsvisserij en de visstand, het wenselijk is om de visserij zonder toestemming van de rechthebbende strafbaar te stellen onder de Wet op de economische delicten, en dat het tevens wenselijk is enkele andere wijzigingen in de Visserijwet 1963, de Wet dieren en enige andere wetten aan te brengen.