COM(2003)270 - Groenboek over diensten van algemeen belang

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de Parlementaire Monitor.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Key dates
  3. Gerelateerde informatie
  4. Uitgebreide versie
  5. EU Monitor

1.

Kerngegevens

officiële titel

Groenboek over diensten van algemeen belang

officiële Engelstalige titel

Green paper on services of general interest
 
Rechtsinstrument Groenboek
Besluitvormingsprocedure Initiatiefverslag (INI)
COM-nummer205 COM(2003)270 NLEN
Extra COM-nummers COM(2003)270
Procedurenummer207 2003/2152(INI)
Celex-nummer208 52003DC0270

2.

Key dates

Document 21-05-2003
Online publicatie 21-05-2003

3.

Gerelateerde informatie

  • Toelichting
  • Juridische bepalingen
  • Bijlagen
 

4.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de stand van zaken van het dossier, de samenvatting van de European Parliament Legislative Observatory, de juridische context, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken Europese organisaties (denk aan directoraten-generaal van de Europese Commissie, EP-commissies en Raadsformaties) en personen (denk aan eurocommissarissen en Europarlementariërs) en tot slot documenten van het Europees Parlement, de Raad van Ministers en de Europese Commissie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.


  • 1. 
    De interne markt - Tien jaar zonder grenzen, SEC(2002) 1417, 7.1.2003

     
  • 2. 
    COM(2001) 598 def., 17.10.2001

     
  • 3. 
    Artikel 86, lid 2, bepaalt:
     
  • 4. 
    Het Verdrag bepaalt in artikel 16:
     
  • 5. 
    Artikel 36 van het Handvest bepaalt:
     
  • 6. 
    Zie ook de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Barcelona, 15 en 16 maart 2002, punt 42, en van de Europese Raad van Brussel, 20 en 21 maart 2003, punt 26

     
  • 7. 
    Vaak bestaat er verwarring tussen de term
     
  • 8. 
    De Commissie is voornemens in de tweede helft van 2003 een groenboek over overheidsopdrachten en publiek-private partnerschappen te publiceren. In haar mededeling 'Ontwikkeling van het trans-Europese vervoersnetwerk: vernieuwende financieringsvormen en interoperabele elektronische tolheffing', COM(2003) 132 def., 23.4.2003, onderzoekt de Commissie PPPs in het licht van de noodzaak om financieringsvormen voor het vervoersnetwerk te vinden

     
  • 9. 
    Zie artikel 73 van het Verdrag

     
  • 10. 
    In haar mededeling over diensten van algemeen belang in Europa van 2000 zet de Commissie de drie beginselen uiteen die aan de toepassing van deze bepalingen ten grondslag liggen, te weten de beginselen van neutraliteit, van de vrijheid om te definiëren en van proportionaliteit

     
  • 11. 
    Zie artikel 36 van het Handvest van de grondrechten

     
  • 12. 
    Zie met name Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen, PB L 194, 25.7.1975, blz. 47, en Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap, PB L 30, 6.2.1993, blz. 1

     
  • 13. 
    Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 9 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten, PB L 298, 17.10.1989, blz.23

     
  • 14. 
    COM(1999) 657, 14.12.1999

     
  • 15. 
    PB C 320, 15.11.2001, blz. 5. In deze mededeling erkent de Commissie de bijzondere rol van het publieke-omroepstelsel bij de bevordering van de democratische, sociale en culturele behoeften van iedere samenleving, zoals bevestigd bij het protocol bij het Verdrag van Amsterdam. De omschrijving en de keuze en de financiering van de openbare dienst valt onder de bevoegdheid van de lidstaten en zij mogen zelf een breed scala van programma's, waartoe ook amusement en sportevenementen behoren, als openbaredienstopdracht aanwijzen. De Commissie blijft overeenkomstig de in de mededeling vastgelegde criteria verplicht om te controleren op misbruik en op overcompensatie

     
  • 16. 
    Besluit van de Commissie van 29 juli 2002 tot oprichting van de Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, PB 30.7.2002, L 200/38 bevat een definitie van een sectorspecifieke regelgevende instantie:
     
  • 17. 
    In dit verband dient erop te worden gewezen dat de juridische instrumenten van de Unie het onderwerp van discussie vormen binnen de Europese Conventie. De artikelen 24-28 van het voorontwerp van een constitutioneel verdrag bevatten een uiteenzetting van het voorgestelde scala van juridische instrumenten

     
  • 18. 
    Arrest van het Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-180-184/98 Pavel Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten
     
  • 19. 
    PB C 17, 19.1.2001, blz. 4 (nr. 28-30)

     
  • 20. 
    COM(2001) 589, 17.10.2001 (nr. 30)

     
  • 21. 
    Vgl. artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn), PB L 108, 24.4.2002, blz. 51

     
  • 22. 
    Zo verplicht artikel 3, lid 1, van Richtlijn 97/67/EG de lidstaten ervoor te zorgen dat permanent postdiensten worden aangeboden Vgl. Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, PB L 15 , 21.1.1998, blz. 14

     
  • 23. 
    Artikel 3, lid 2 van de elektriciteitsrichtlijn bepaalt '... mogen de lidstaten de elektriciteitsbedrijven openbare-dienstverplichtingen in het algemeen economisch belang opleggen, die betrekking kunnen hebben op de veiligheid, met inbegrip van de continuïteit van de voorziening, regelmaat, kwaliteit en prijs van de leveringen alsmede de bescherming van het milieu. Deze verplichtingen, die duidelijk gedefinieerd, transparant, niet-discriminerend en controleerbaar moeten zijn, alsmede de eventuele herzieningen daarvan, worden door de lidstaten gepubliceerd en onverwijld aan de Commissie meegedeeld.. .' Vgl. Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit, PB L 27, 30.1.1997, blz. 20

     
  • 24. 
    In verband met de voorgestelde wijziging van de elektriciteits- en gasrichtlijn vormt het bredere concept ' redelijke prijsstelling' een punt van discussie

     
  • 25. 
    Zo betreft dit in het geval van het luchtvervoer bijvoorbeeld onder meer maatregelen tegen overboeken en een compensatieregeling voor embarkatieweigering

     
  • 26. 
    COM(2002) 208; PB C 137, 8.6.2002, blz. 2

     
  • 27. 
    PB C 17, 19.1.2001, blz. 4

     
  • 28. 
    Ondergang van de olietanker 'Prestige' en de recente uitbraak van SARS

     
  • 29. 
    d.d. 10.10.2001

     
  • 30. 
    Zie behalve de meest recente voorstellen in verband met het ongeluk met de 'Prestige' ook de door de Commissie ingediende voorstellen na de ondergang van het schip 'Erika' in 1999: COM (2000) 142 en COM (2000) 802

     
  • 31. 
    Goedgekeurd op 6 november 2002. Zie met name de mededeling over nucleaire veiligheid (COM 2002) 605 def.

     
  • 32. 
    Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening, Groenboek, COM(2000) 769, 29.11.2000

     
  • 33. 
    Eindverslag over het Groenboek 'Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening', COM(2002) 321, 29.6.2002

     
  • 34. 
    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende coördinatie van de maatregelen met betrekking tot de continuïteit van de voorziening met aardolieproducten, PB nr. C 331 E, 31.12.2002, blz. 249; voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening, PB nr. C 331 E, 31.12.2002, blz. 262

     
  • 35. 
    Vgl. Commission Staff Working Paper, Security of supply, The current situation at European Union level, SEC(2002) 243, 28.2.2002

     
  • 36. 
    Pluralisme en mediaconcentratie in de interne markt - Beoordeling van de noodzaak van communautair beleid, Groenboek van de Commissie, COM(92) 480, 23.12.1992

     
  • 37. 
    Zie eveneens het op grond van het Verdrag van Amsterdam een het EG-verdrag gehechte protocol betreffende het publieke-omroepstelsel in de lidstaten

     
  • 38. 
    Zo verplicht de postrichtlijn de lidstaten bijvoorbeeld minimaal vijf dagelijkse bestellingen per week ten behoeve van de eindgebruikers te waarborgen. De lidstaten zouden een hoger aantal bestellingen kunnen opleggen of de verplichting tot het leveren van bestellingen nader kunnen specificeren

     
  • 39. 
    De Commissie heeft met betrekking tot lokaal vervoer wetgeving voorgesteld op grond waarvan de lidstaten concessieovereenkomsten voor openbare diensten zouden moeten gebruiken. Vgl. Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het optreden van de lidstaten ten aanzien van openbare-diensteisen en de gunning van openbare-dienstcontracten op het gebied van het personenvervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren, PB C 151 E, 25.6.2002, blz 246

     
  • 40. 
    Zie het arrest van het Hof in Silver Line Reisebüro (C-66/86, arrest van 11.4.89)

     
  • 41. 
    Zie het arrest van het Hof in Höfner (C-41/90, arrest van 23.4.91)

     
  • 42. 
    Zie het arrest van het Hof in Vlaamse Televisie Maatschappij (T-266/97, arrest van 8.7.99)

     
  • 43. 
    Onafhankelijk van de in het nationaal recht gebruikte definitie

     
  • 44. 
    Vgl. de interpretatieve mededeling van de Commissie over concessieovereenkomsten in het communautaire recht, PB C 121, 29.4.2000, blz. 2

     
  • 45. 
    Zo heeft bijvoorbeeld het ontbreken van specifieke regelgeving binnen de watersector geleid tot zeer verschillende bedrijfsstructuren in de lidstaten. Vgl. WRC/Ecologic, Study on the Application of the Competition Rules to the Water Sector in the European Community, December 2002, te raadplegen op: europa.eu.int/comm/competition/ publications/studies/water_sector_report.pdf In de richtlijn betreffende een kader voor het waterbeleid, Richtlijn 2000/60/EG, PB L 327, 22.12.2000, blz. 1worden commerciële aspecten aan de orde gesteld en transparantieregels voor waterdiensten vastgelegd. Artikel 9 van de richtlijn heeft betrekking op prijsbeleid en verplicht de lidstaten in het bijzonder rekening te houden met het beginsel van de kostenterugwinning, met inbegrip van milieukosten en kosten van de hulpbronnen en het beginsel van 'de vervuiler betaalt'

     
  • 46. 
    Zie de bijlage voor meer bijzonderheden

     
  • 47. 
    Zie: Liberalisation of Network Industries, Economic implications and main policy issues, European Economy nr. 4, 1999

     
  • 48. 
    Verslag over de stand van de werkzaamheden in verband met de richtsnoeren betreffende staatssteun en diensten van algemeen economisch belang, 13.12.2002

     
  • 49. 
    Artikel 13 van Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn), PB L 108, 24.4.2002, blz.. 51

     
  • 50. 
    Artikelen 7 en 9, lid 4, van Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, PB L 15 , 21.1.1998, blz.14, gewijzigd bij Richtlijn 2002/39/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 176, 5.7.2002, blz. 21

     
  • 51. 
    Artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes, PB L 240, 24.8.1992, blz. 8

     
  • 52. 
    Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad van 26 juni 1969 betreffende het optreden van de lidstaten ten aanzien van met het begrip openbare dienst verbonden verplichtingen op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren, PB L 156, 28.6.1969, blz. 1, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) 1893/91 van de Raad, PB L 169, 29.6.1991, blz. 1

     
  • 53. 
    Europese governance - Een witboek, COM(2001)428, 25.7.2001; Verslag aan de Europese Raad van Laken, COM(2001)598, 17.10.2001

     
  • 54. 
    Verslag aan de Europese Raad van Laken, COM(2001)598, 17.10.2001; Mededeling van de Commissie - Methodologische nota voor de horizontale evaluatie van diensten van algemeen economisch belang, COM(2002)331 def., 18.6.2002

     
  • 55. 
    Mededeling van de Commissie - Methodologische nota voor de horizontale evaluatie van diensten van algemeen economisch belang, COM(2002)331 def., 18.6.2002

     
  • 56. 
    Zie bijlage voor meer bijzonderheden

     
  • 57. 
    Vgl. artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn), PB L 108, 24.4.2002, blz. 51

     
  • 58. 
    Vgl. Richtlijn 2002/22/EG, PB L 108, 24.4.2002, blz. 51; Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, PB L 15 , 21.1.1998, blz. 14; Gewijzigd voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 96/92/EG en Richtlijn 98/30/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en aardgas, PB C 227 E, 24.9.2002, blz. 393

     
  • 59. 
    Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, PB L 15 , 21.1.1998, blz. 14

     
  • 60. 
    Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit, PB L 27, 30.1.1997,blz. 20

     
  • 61. 
    Zie artikel 9, lid 2, van Richtlijn 2002/22/EG

     
  • 62. 
    PB C 17, 19.1.2001, blz. 4

     
  • 63. 
    Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening, Groenboek, COM(2000)769, 29.11.2000

     
  • 64. 
    Eindverslag over het Groenboek "Op weg naar een Europese strategie voor een continue
     
  • 65. 
    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende coördinatie van de maatregelen met betrekking tot de continuïteit van de voorziening met aardolieproducten, PB C 331 E , 31.12.2002, blz. 249; voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening, PB C 331 E , 31.12.2002, blz. 262

     
  • 66. 
    COM(2001 298

     
  • 67. 
    Vgl. Commission Staff Working Paper, Security of supply, The current situation at European Union level, SEC(2002) 243, 28.2.2002

     
  • 68. 
    Veel markten van diensten van algemeen belang zijn pas onlangs opengesteld voor concurrentie en de gevestigde exploitanten behouden dikwijls gedurende een bepaalde periode een dominante positie. Daarom is een bepaalde mate van regelgevend toezicht en controle noodzakelijk om misbruik van macht op de markt te voorkomen

     
  • 69. 
    In andere sectoren is dit vanuit technisch of economisch oogpunt geen aantrekkelijke optie

     
  • 70. 
    De infrastructuurbeheerder en de exploitant kunnen deel uitmaken van dezelfde juridische entiteit, maar de procedure van toewijzing van netwerkcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van het netwerk dienen te worden verricht door een instantie die juridisch, organisatorisch en bestuurlijk onafhankelijk is van spoorwegondernemingen (vgl. Richtlijn nr. 2001/14/EG, PB L 75, 15.3.2001, blz. 29)

     
  • 71. 
    Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn), PB L 108, 24.4.2002, blz. 33

     
  • 72. 
    Pluralisme en mediaconcentratie in de interne markt - Beoordeling van de noodzaak van communautair beleid, Groenboek van de Commissie, COM(92)480, 23.12.1992

     
  • 73. 
    Vgl. het op grond van het Verdrag van Amsterdam aan het EG-Verdrag gehechte protocol betreffende het publieke-omroepstelsel in de lidstaten

     
  • 74. 
    Besluit van de Commissie 2002/627/EG van 29 juli 2002 tot oprichting van de Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, PB L 200/38, 30.7.2002 bevat een definitie van een sectorspecifieke regelgevende instantie:
     
  • 75. 
    Vgl. EHvJ, Zaak C-202/88, Frankrijk tegen Commissie
     
  • 76. 
    In een aantal gevallen, zoals dat van de elektronische communicatie, zijn de algemene beleidsdoelen en -doelstellingen van de
     
  • 77. 
    De taken van mededingings- en regelgevende instanties overlappen elkaar tot op zekere hoogte. Een onjuiste prijsstelling kan in strijd zijn met de door de regelgevers vastgestelde regels en tegelijkertijd en misbruik betekenen van een dominantie positie in de betekenis van de mededingingswetgeving. Daarom is het van belang dat de respectieve rol van regelgever en mededingingsautoriteit in de praktijk duidelijk zijn. Over het algemeen kan worden gesteld dat de regelgever sectorspecifieke regels vaststelt, die vaak het ingrijpen van de mededingingsautoriteit overbodig maken. Anderzijds moet de mededingingsautoriteit ingrijpen als de regelgever niet over de bevoegdheid beschikt om te waarborgen dat de horizontale mededingingsregels in acht worden genomen of niet optreedt

     
  • 78. 
    Bijvoorbeeld de regelgever voor energie in het VK en in Denemarken; op het terrein van de communicatiesector bepaalt de communautaire wetgeving dat regelgevers het aanbod van informatie aan consumenten moeten stimuleren om gebruikers keuzemogelijkheden te bieden (artikelen 21 en 22 van de universeledienstrichtlijn (2002/22/EG))

     
  • 79. 
    Bijvoorbeeld in het VK en Zweden

     
  • 80. 
    Bijvoorbeeld in België

     
  • 81. 
    Artikel 31 van Richtlijn EG/2001/14 en artikel 7, lid 2, van de kaderrichtlijn inzake elektronische communicatie

     
  • 82. 
    Zie voor meer bijzonderheden omtrent de forums van Florence en Madrid: europa.eu.int/comm/energy/en/ elec_single_market/florence/index_en.html; europa.eu.int/comm/energy/en/ gas_single_market/madrid.html

     
  • 83. 
    PB L 200, 30.7.2002, blz. 38

     
  • 84. 
    Zie de beide ten behoeve van de Commissie uitgevoerde onafhankelijke studies: Eurostrategies/Cullen International, The possible added value of a European Regulatory Authority for telecommunications, dec. 1999; Nera
     
  • 85. 
    EHvJ Zaak 320/91, arrest van 17 mei 1993, Corbeau,
     
  • 86. 
    Vgl. artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2002/77/EG van de Commissie van 16 september 2002 betreffende de mededinging op de markten voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten, PB. L 249, 17.9.2002, blz. 21; artikel 7, lid 1, van Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, PB L 15, 21.1.1998, blz. 14

     
  • 87. 
    EHvJ Zaak 320/91, arrest van of 19 mei 1993, Corbeau,
     
  • 88. 
    EHvJ gevoegde zaken 159/91 en 160/91, arrest van 17 februari 1993, Poucet en Pistre,
     
  • 89. 
    COM(2000) 580, blz. 23-24

     
  • 90. 
    Marktprestaties van netwerkindustrieën die diensten van algemeen belang leveren: eerste horizontale evaluatie, SEC(2001) 1998

     
  • 91. 
    COM(2001) 736 def.

     
  • 92. 
    COM(2002) 331 def.

     
  • 93. 
    Zie de voorbeelden uit de telecommunicatie-, post-, energie- en vervoersector in het verslag van de Commissie over diensten van algemeen belang, COM(2001) 598, 17.10.2001, blz. 15

     
  • 94. 
    europa.eu.int/comm/consumers/ cons_int/serv_gen/cons_satisf/index_en.html

     
  • 95. 
    Zie COM(2002) 551, 16.10.2002 en Commission Staff Working Paper in support of the Report from the Commission to the Spring European Council in Brussels - Progress on the Lisbon Strategy (COM(2003) 5), SEC(2003) 25/2, 7.3.2003

     
  • 96. 
    Verslag van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie "Diensten van algemeen belang in
     
  • 97. 
    Zie de publicatie van de Commissie
     
  • 98. 
    Hiernaast kunnen de Gemeenschap en de lidstaten de uitzonderingsbepalingen van de GATS toepassen

     
  • 99. 
    Zie europa.eu.int/comm/ trade:
     
  • 100. 
    Zie europa.eu.int/comm/ trade.

     
  • 101. 
    Zie europa.eu.int/comm/trade/bilateral/ index_en.htm

     
  • 102. 
    De interne markt - Tien jaar zonder grenzen, SEC(2002) 1417, 7.1.2003

     
  • 103. 
    'De diensten van algemeen belang in Europa', PB nr. C 281, 26.9.1996, blz.3

     
  • 104. 
    'Diensten van algemeen belang in Europa', PB nr. C 17, 19.1.2001, blz. 4

     
  • 105. 
    COM(2001) 598 def., 17.10.2001

     
  • 106. 
    Artikel 86, lid 2, bepaalt: 'De ondernemingen belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang ... vallen onder de regels van dit Verdrag, met name de mededingingsregels, voorzover de toepassing daarvan de vervulling, in feite of in rechte, van de hun toevertrouwde bijzondere taak niet verhindert. De ontwikkeling van het handelsverkeer mag niet worden beïnvloed in een mate die strijdig is met het belang van de Gemeenschap'

     
  • 107. 
    Het Verdrag bepaalt in artikel 16: 'Onverminderd de artikelen 73, 86 en 87 en gezien de plaats die de diensten van algemeen economisch belang in de gemeenschappelijke waarden van de Unie innemen, alsook de rol die zij vervullen bij het bevorderen van de sociale en territoriale samenhang, dragen de Gemeenschap en de lidstaten er, in het kader van hun onderscheiden bevoegdheden en binnen het toepassingsgebied van dit Verdrag zorg voor dat deze diensten functioneren op basis van beginselen en voorwaarden die hen in staat stellen hun taken te vervullen'

     
  • 108. 
    Artikel 36 van het Handvest bepaalt: 'de Unie erkent en eerbiedigt de toegang tot diensten van algemeen economisch belang zoals deze is geregeld in de nationale wetgevingen en praktijken, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, teneinde de sociale en territoriale samenhang van de Unie te bevorderen'

     
  • 109. 
    Zie ook de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Barcelona, 15 en 16 maart 2002, punt 42, en van de Europese Raad van Brussel, 20 en 21 maart 2003, punt 26

     
  • 110. 
    Vaak bestaat er verwarring tussen de term 'openbare dienst' en de term 'openbare sector'. De term 'openbare sector' omvat alle overheidsinstanties plus alle door overheidsinstanties beheerde ondernemingen

     
  • 111. 
    De Commissie is voornemens in de tweede helft van 2003 een groenboek over overheidsopdrachten en publiek-private partnerschappen te publiceren. In haar mededeling 'Ontwikkeling van het trans-Europese vervoersnetwerk: vernieuwende financieringsvormen en interoperabele elektronische tolheffing', COM(2003) 132 def., 23.4.2003, onderzoekt de Commissie PPPs in het licht van de noodzaak om financieringsvormen voor het vervoersnetwerk te vinden

     
  • 112. 
    Zie artikel 73 van het Verdrag

     
  • 113. 
    In haar mededeling over diensten van algemeen belang in Europa van 2000 zet de Commissie de drie beginselen uiteen die aan de toepassing van deze bepalingen ten grondslag liggen, te weten de beginselen van neutraliteit, van de vrijheid om te definiëren en van proportionaliteit

     
  • 114. 
    Zie artikel 36 van het Handvest van de grondrechten

     
  • 115. 
    Zie met name Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen, PB L 194, 25.7.1975, blz. 47, en Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap, PB L 30, 6.2.1993, blz. 1

     
  • 116. 
    Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 9 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten, PB L 298, 17.10.1989, blz.23

     
  • 117. 
    COM(1999) 657, 14.12.1999

     
  • 118. 
    PB C 320, 15.11.2001, blz. 5. In deze mededeling erkent de Commissie de bijzondere rol van het publieke-omroepstelsel bij de bevordering van de democratische, sociale en culturele behoeften van iedere samenleving, zoals bevestigd bij het protocol bij het Verdrag van Amsterdam. De omschrijving en de keuze en de financiering van de openbare dienst valt onder de bevoegdheid van de lidstaten en zij mogen zelf een breed scala van programma's, waartoe ook amusement en sportevenementen behoren, als openbaredienstopdracht aanwijzen. De Commissie blijft overeenkomstig de in de mededeling vastgelegde criteria verplicht om te controleren op misbruik en op overcompensatie

     
  • 119. 
    Besluit van de Commissie van 29 juli 2002 tot oprichting van de Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, PB 30.7.2002, L 200/38 bevat een definitie van een sectorspecifieke regelgevende instantie: 'In dit besluit wordt verstaan onder: 'betrokken nationale regelgevende instantie': de overheidsinstantie die in elke lidstaat is opgericht om toezicht te houden op de dagelijkse interpretatie en toepassing van de richtlijnen inzake elektronische communicatienetwerken en -diensten als gedefinieerd in de 'kaderrichtlijn''

     
  • 120. 
    In dit verband dient erop te worden gewezen dat de juridische instrumenten van de Unie het onderwerp van discussie vormen binnen de Europese Conventie. De artikelen 24-28 van het voorontwerp van een constitutioneel verdrag bevatten een uiteenzetting van het voorgestelde scala van juridische instrumenten

     
  • 121. 
    Arrest van het Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-180-184/98 Pavel Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten
     
  • 122. 
    PB C 17, 19.1.2001, blz. 4 (nr. 28-30)

     
  • 123. 
    COM(2001) 589, 17.10.2001 (nr. 30)

     
  • 124. 
    Vgl. artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn), PB L 108, 24.4.2002, blz. 51

     
  • 125. 
    Zo verplicht artikel 3, lid 1, van Richtlijn 97/67/EG de lidstaten ervoor te zorgen dat permanent postdiensten worden aangeboden Vgl. Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, PB L 15 , 21.1.1998, blz. 14

     
  • 126. 
    Artikel 3, lid 2 van de elektriciteitsrichtlijn bepaalt '... mogen de lidstaten de elektriciteitsbedrijven openbare-dienstverplichtingen in het algemeen economisch belang opleggen, die betrekking kunnen hebben op de veiligheid, met inbegrip van de continuïteit van de voorziening, regelmaat, kwaliteit en prijs van de leveringen alsmede de bescherming van het milieu. Deze verplichtingen, die duidelijk gedefinieerd, transparant, niet-discriminerend en controleerbaar moeten zijn, alsmede de eventuele herzieningen daarvan, worden door de lidstaten gepubliceerd en onverwijld aan de Commissie meegedeeld.. .' Vgl. Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit, PB L 27, 30.1.1997, blz. 20

     
  • 127. 
    In verband met de voorgestelde wijziging van de elektriciteits- en gasrichtlijn vormt het bredere concept ' redelijke prijsstelling' een punt van discussie

     
  • 128. 
    Zo betreft dit in het geval van het luchtvervoer bijvoorbeeld onder meer maatregelen tegen overboeken en een compensatieregeling voor embarkatieweigering

     
  • 129. 
    COM(2002) 208; PB C 137, 8.6.2002, blz. 2

     
  • 130. 
    PB C 17, 19.1.2001, blz. 4

     
  • 131. 
    Ondergang van de olietanker 'Prestige' en de recente uitbraak van SARS

     
  • 132. 
    d.d. 10.10.2001

     
  • 133. 
    Zie behalve de meest recente voorstellen in verband met het ongeluk met de 'Prestige' ook de door de Commissie ingediende voorstellen na de ondergang van het schip 'Erika' in 1999: COM (2000) 142 en COM (2000) 802

     
  • 134. 
    Goedgekeurd op 6 november 2002. Zie met name de mededeling over nucleaire veiligheid (COM 2002) 605 def.

     
  • 135. 
    Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening, Groenboek, COM(2000) 769, 29.11.2000

     
  • 136. 
    Eindverslag over het Groenboek 'Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening', COM(2002) 321, 29.6.2002

     
  • 137. 
    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende coördinatie van de maatregelen met betrekking tot de continuïteit van de voorziening met aardolieproducten, PB nr. C 331 E, 31.12.2002, blz. 249; voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening, PB nr. C 331 E, 31.12.2002, blz. 262

     
  • 138. 
    Vgl. Commission Staff Working Paper, Security of supply, The current situation at European Union level, SEC(2002) 243, 28.2.2002

     
  • 139. 
    Pluralisme en mediaconcentratie in de interne markt - Beoordeling van de noodzaak van communautair beleid, Groenboek van de Commissie, COM(92) 480, 23.12.1992

     
  • 140. 
    Zie eveneens het op grond van het Verdrag van Amsterdam een het EG-verdrag gehechte protocol betreffende het publieke-omroepstelsel in de lidstaten

     
  • 141. 
    Zo verplicht de postrichtlijn de lidstaten bijvoorbeeld minimaal vijf dagelijkse bestellingen per week ten behoeve van de eindgebruikers te waarborgen. De lidstaten zouden een hoger aantal bestellingen kunnen opleggen of de verplichting tot het leveren van bestellingen nader kunnen specificeren

     
  • 142. 
    De Commissie heeft met betrekking tot lokaal vervoer wetgeving voorgesteld op grond waarvan de lidstaten concessieovereenkomsten voor openbare diensten zouden moeten gebruiken. Vgl. Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het optreden van de lidstaten ten aanzien van openbare-diensteisen en de gunning van openbare-dienstcontracten op het gebied van het personenvervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren, PB C 151 E, 25.6.2002, blz 246

     
  • 143. 
    Zie het arrest van het Hof in Silver Line Reisebüro (C-66/86, arrest van 11.4.89)

     
  • 144. 
    Zie het arrest van het Hof in Höfner (C-41/90, arrest van 23.4.91)

     
  • 145. 
    Zie het arrest van het Hof in Vlaamse Televisie Maatschappij (T-266/97, arrest van 8.7.99)

     
  • 146. 
    Onafhankelijk van de in het nationaal recht gebruikte definitie

     
  • 147. 
    Vgl. de interpretatieve mededeling van de Commissie over concessieovereenkomsten in het communautaire recht, PB C 121, 29.4.2000, blz. 2

     
  • 148. 
    Zo heeft bijvoorbeeld het ontbreken van specifieke regelgeving binnen de watersector geleid tot zeer verschillende bedrijfsstructuren in de lidstaten. Vgl. WRC/Ecologic, Study on the Application of the Competition Rules to the Water Sector in the European Community, December 2002, te raadplegen op: europa.eu.int/comm/competition/ publications/studies/water_sector_report.pdf In de richtlijn betreffende een kader voor het waterbeleid, Richtlijn 2000/60/EG, PB L 327, 22.12.2000, blz. 1worden commerciële aspecten aan de orde gesteld en transparantieregels voor waterdiensten vastgelegd. Artikel 9 van de richtlijn heeft betrekking op prijsbeleid en verplicht de lidstaten in het bijzonder rekening te houden met het beginsel van de kostenterugwinning, met inbegrip van milieukosten en kosten van de hulpbronnen en het beginsel van 'de vervuiler betaalt'

     
  • 149. 
    Zie de bijlage voor meer bijzonderheden

     
  • 150. 
    Zie: Liberalisation of Network Industries, Economic implications and main policy issues, European Economy nr. 4, 1999

     
  • 151. 
    Verslag over de stand van de werkzaamheden in verband met de richtsnoeren betreffende staatssteun en diensten van algemeen economisch belang, 13.12.2002

     
  • 152. 
    Artikel 13 van Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn), PB L 108, 24.4.2002, blz.. 51

     
  • 153. 
    Artikelen 7 en 9, lid 4, van Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, PB L 15 , 21.1.1998, blz.14, gewijzigd bij Richtlijn 2002/39/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 176, 5.7.2002, blz. 21

     
  • 154. 
    Artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes, PB L 240, 24.8.1992, blz. 8

     
  • 155. 
    Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad van 26 juni 1969 betreffende het optreden van de lidstaten ten aanzien van met het begrip openbare dienst verbonden verplichtingen op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren, PB L 156, 28.6.1969, blz. 1, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) 1893/91 van de Raad, PB L 169, 29.6.1991, blz. 1

     
  • 156. 
    Europese governance - Een witboek, COM(2001)428, 25.7.2001; Verslag aan de Europese Raad van Laken, COM(2001)598, 17.10.2001

     
  • 157. 
    Verslag aan de Europese Raad van Laken, COM(2001)598, 17.10.2001; Mededeling van de Commissie - Methodologische nota voor de horizontale evaluatie van diensten van algemeen economisch belang, COM(2002)331 def., 18.6.2002

     
  • 158. 
    Mededeling van de Commissie - Methodologische nota voor de horizontale evaluatie van diensten van algemeen economisch belang, COM(2002)331 def., 18.6.2002

     
  • 159. 
    Zie bijlage voor meer bijzonderheden

     
  • 160. 
    Vgl. artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn), PB L 108, 24.4.2002, blz. 51

     
  • 161. 
    Vgl. Richtlijn 2002/22/EG, PB L 108, 24.4.2002, blz. 51; Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, PB L 15 , 21.1.1998, blz. 14; Gewijzigd voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 96/92/EG en Richtlijn 98/30/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en aardgas, PB C 227 E, 24.9.2002, blz. 393

     
  • 162. 
    Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, PB L 15 , 21.1.1998, blz. 14

     
  • 163. 
    Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit, PB L 27, 30.1.1997,blz. 20

     
  • 164. 
    Zie artikel 9, lid 2, van Richtlijn 2002/22/EG

     
  • 165. 
    PB C 17, 19.1.2001, blz. 4

     
  • 166. 
    Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening, Groenboek, COM(2000)769, 29.11.2000

     
  • 167. 
    Eindverslag over het Groenboek "Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening', COM(2002)321, 29.6.2002

     
  • 168. 
    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende coördinatie van de maatregelen met betrekking tot de continuïteit van de voorziening met aardolieproducten, PB C 331 E , 31.12.2002, blz. 249; voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening, PB C 331 E , 31.12.2002, blz. 262

     
  • 169. 
    COM(2001 298

     
  • 170. 
    Vgl. Commission Staff Working Paper, Security of supply, The current situation at European Union level, SEC(2002) 243, 28.2.2002

     
  • 171. 
    Veel markten van diensten van algemeen belang zijn pas onlangs opengesteld voor concurrentie en de gevestigde exploitanten behouden dikwijls gedurende een bepaalde periode een dominante positie. Daarom is een bepaalde mate van regelgevend toezicht en controle noodzakelijk om misbruik van macht op de markt te voorkomen

     
  • 172. 
    In andere sectoren is dit vanuit technisch of economisch oogpunt geen aantrekkelijke optie

     
  • 173. 
    De infrastructuurbeheerder en de exploitant kunnen deel uitmaken van dezelfde juridische entiteit, maar de procedure van toewijzing van netwerkcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van het netwerk dienen te worden verricht door een instantie die juridisch, organisatorisch en bestuurlijk onafhankelijk is van spoorwegondernemingen (vgl. Richtlijn nr. 2001/14/EG, PB L 75, 15.3.2001, blz. 29)

     
  • 174. 
    Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn), PB L 108, 24.4.2002, blz. 33

     
  • 175. 
    Pluralisme en mediaconcentratie in de interne markt - Beoordeling van de noodzaak van communautair beleid, Groenboek van de Commissie, COM(92)480, 23.12.1992

     
  • 176. 
    Vgl. het op grond van het Verdrag van Amsterdam aan het EG-Verdrag gehechte protocol betreffende het publieke-omroepstelsel in de lidstaten

     
  • 177. 
    Besluit van de Commissie 2002/627/EG van 29 juli 2002 tot oprichting van de Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, PB L 200/38, 30.7.2002 bevat een definitie van een sectorspecifieke regelgevende instantie: 'In dit besluit wordt verstaan onder: betrokken nationale regelgevende instantie de overheidsinstantie die in elke lidstaat is opgericht om toezicht te houden op de dagelijkse interpretatie en toepassing van de richtlijnen inzake elektronische communicatienetwerken en- diensten als gedefinieerd in de kaderrichtlijn'

     
  • 178. 
    Vgl. EHvJ, Zaak C-202/88, Frankrijk tegen Commissie
     
  • 179. 
    In een aantal gevallen, zoals dat van de elektronische communicatie, zijn de algemene beleidsdoelen en -doelstellingen van de 'nationale regelgevende instantie' vastgelegd in de communautaire wetgeving

     
  • 180. 
    De taken van mededingings- en regelgevende instanties overlappen elkaar tot op zekere hoogte. Een onjuiste prijsstelling kan in strijd zijn met de door de regelgevers vastgestelde regels en tegelijkertijd en misbruik betekenen van een dominantie positie in de betekenis van de mededingingswetgeving. Daarom is het van belang dat de respectieve rol van regelgever en mededingingsautoriteit in de praktijk duidelijk zijn. Over het algemeen kan worden gesteld dat de regelgever sectorspecifieke regels vaststelt, die vaak het ingrijpen van de mededingingsautoriteit overbodig maken. Anderzijds moet de mededingingsautoriteit ingrijpen als de regelgever niet over de bevoegdheid beschikt om te waarborgen dat de horizontale mededingingsregels in acht worden genomen of niet optreedt

     
  • 181. 
    Bijvoorbeeld de regelgever voor energie in het VK en in Denemarken; op het terrein van de communicatiesector bepaalt de communautaire wetgeving dat regelgevers het aanbod van informatie aan consumenten moeten stimuleren om gebruikers keuzemogelijkheden te bieden (artikelen 21 en 22 van de universeledienstrichtlijn (2002/22/EG))

     
  • 182. 
    Bijvoorbeeld in het VK en Zweden

     
  • 183. 
    Bijvoorbeeld in België

     
  • 184. 
    Artikel 31 van Richtlijn EG/2001/14 en artikel 7, lid 2, van de kaderrichtlijn inzake elektronische communicatie

     
  • 185. 
    Zie voor meer bijzonderheden omtrent de forums van Florence en Madrid: europa.eu.int/comm/energy/en/ elec_single_market/florence/index_en.html; europa.eu.int/comm/energy/en/ gas_single_market/madrid.html

     
  • 186. 
    PB L 200, 30.7.2002, blz. 38

     
  • 187. 
    Zie de beide ten behoeve van de Commissie uitgevoerde onafhankelijke studies: Eurostrategies/Cullen International, The possible added value of a European Regulatory Authority for telecommunications, dec. 1999; Nera
     
  • 188. 
    EHvJ Zaak 320/91, arrest van 17 mei 1993, Corbeau,
     
  • 189. 
    Vgl. artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2002/77/EG van de Commissie van 16 september 2002 betreffende de mededinging op de markten voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten, PB. L 249, 17.9.2002, blz. 21; artikel 7, lid 1, van Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, PB L 15, 21.1.1998, blz. 14

     
  • 190. 
    EHvJ Zaak 320/91, arrest van of 19 mei 1993, Corbeau,
     
  • 191. 
    EHvJ gevoegde zaken 159/91 en 160/91, arrest van 17 februari 1993, Poucet en Pistre,
     
  • 192. 
    COM(2000) 580, blz. 23-24

     
  • 193. 
    Marktprestaties van netwerkindustrieën die diensten van algemeen belang leveren: eerste horizontale evaluatie, SEC(2001) 1998

     
  • 194. 
    COM(2001) 736 def.

     
  • 195. 
    COM(2002) 331 def.

     
  • 196. 
    Zie de voorbeelden uit de telecommunicatie-, post-, energie- en vervoersector in het verslag van de Commissie over diensten van algemeen belang, COM(2001) 598, 17.10.2001, blz. 15

     
  • 197. 
    europa.eu.int/comm/consumers/ cons_int/serv_gen/cons_satisf/index_en.html

     
  • 198. 
    Zie COM(2002) 551, 16.10.2002 en Commission Staff Working Paper in support of the Report from the Commission to the Spring European Council in Brussels - Progress on the Lisbon Strategy (COM(2003) 5), SEC(2003) 25/2, 7.3.2003

     
  • 199. 
    Verslag van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie "Diensten van algemeen belang in Europa', COM(2000) 580 C5-0399/2001 - 2001/2157/COS; definitief A5/0361/2001. Rapporteur: Werner Langen. 17.10.2001

     
  • 200. 
    Zie de publicatie van de Commissie 'GATS. A guide for business' en de publicatie van de WTO 'GATS. Facts and fiction'. De tekst van de GATS is gepubliceerd in PB L 336, 23.12.1994, blz. 190

     
  • 201. 
    Hiernaast kunnen de Gemeenschap en de lidstaten de uitzonderingsbepalingen van de GATS toepassen

     
  • 202. 
    Zie europa.eu.int/comm/ trade: 'GATS: Pascal Lamy responds to Trade Union concerns on public services, Brussels, 7 June 2002' en 'Summary Of The EC's Initial Requests To Third Countries In The GATS Negotiations, Brussels, 1 July 2002'

     
  • 203. 
    Zie europa.eu.int/comm/ trade.

     
  • 204. 
    Zie europa.eu.int/comm/trade/bilateral/ index_en.htm

     
  • 205. 
    De Europese Commissie kent nummers toe aan officiële documenten van de Europese Unie. De Commissie maakt onderscheid in een aantal typen documenten door middel van het toekennen van verschillende nummerseries. Het onderscheid is gebaseerd op het soort document en/of de instelling van de Unie van wie het document afkomstig is.
     
  • 206. 
    De Raad van de Europese Unie kent aan wetgevingsdossiers een uniek toe. Dit nummer bestaat uit een vijfcijferig volgnummer gevolgd door een schuine streep met de laatste twee cijfers van het jaartal, bijvoorbeeld 12345/00 - een document met nummer 12345 uit het jaar 2000.
     
  • 207. 
    Het interinstitutionele nummer is een nummerreeks die binnen de Europese Unie toegekend wordt aan voorstellen voor regelgeving van de Europese Commissie.
    Binnen de Europese Unie worden nog een aantal andere nummerseries gebruikt. Iedere instelling heeft één of meerdere sets documenten met ieder een eigen nummering. Die reeksen komen niet overeen met elkaar of het interinstitutioneel nummer.
     
  • 208. 
    Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
     
  • 209. 
    Als dag van bekendmaking van een Europees besluit geldt de dag waarop het besluit in het Publicatieblad wordt bekendgemaakt, en daardoor in alle officiële talen van de Europese Unie bij het Publicatiebureau beschikbaar is.