COM(2003)284 - Modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance in de EU - Een actieplan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de Parlementaire Monitor.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Key dates
  3. Gerelateerde informatie
  4. Uitgebreide versie
  5. EU Monitor

1.

Kerngegevens

officiële titel

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance in de Europese Unie - Een actieplan

officiële Engelstalige titel

Communication from the Commission to the Council and the European Parliament - Modernising Company Law and Enhancing Corporate Governance in the European Union - A Plan to Move Forward
 
Rechtsinstrument Mededeling
Besluitvormingsprocedure Initiatiefverslag (INI)
COM-nummer51 COM(2003)284 NLEN
Extra COM-nummers COM(2003)284
Procedurenummer53 2003/2150(INI)
Celex-nummer54 52003DC0284

2.

Key dates

Document 21-05-2003
Online publicatie 21-05-2003

3.

Gerelateerde informatie

  • Toelichting
  • Juridische bepalingen
  • Bijlagen
 

4.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de stand van zaken van het dossier, de samenvatting van de European Parliament Legislative Observatory, de juridische context, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken Europese organisaties (denk aan directoraten-generaal van de Europese Commissie, EP-commissies en Raadsformaties) en personen (denk aan eurocommissarissen en Europarlementariërs) en tot slot documenten van het Europees Parlement, de Raad van Ministers en de Europese Commissie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.


  • 1. 
    Financiële diensten: tenuitvoerlegging van het kader voor financiële markten: een actieplan, mededeling van de Commissie, COM (1999) 232 van 11.05.99.

     
  • 2. 
    Strategie van de EU inzake de financiële verslaglegging: verdere maatregelen, mededeling van de Commissie, COM (2000) 359 van 13.06.00.

     
  • 3. 
    Sociale verantwoordelijkheid van bedrijven: een bijdrage van het bedrijfsleven aan duurzame ontwikkeling, mededeling van de Commissie, COM (2002) 347 van 02.07.02. Het 'European Multi-Stakeholder Forum on CSR' wordt gevormd door vertegenwoordigende organisaties van het bedrijfsleven, vakbonden en het maatschappelijk middenveld. Het zal in 2004 verslag uitbrengen over zijn werkzaamheden bij de Commissie, die vervolgens de resultaten zal evalueren, over de toekomst ervan zal beslissen en eventuele andere passende initiatieven zal overwegen.

     
  • 4. 
    Het industriebeleid na de uitbreiding, mededeling van de Commissie, COM(2002)714 van 11.12.2002.

     
  • 5. 
    Wanneer van een wettelijk instrument sprake is betekent dit dat voor de voorgenomen maatregel ofwel een nieuw wetgevingsvoorstel moet worden goedgekeurd of dat een of meer bestaande wetgevingsinstrumenten moeten worden gewijzigd.

     
  • 6. 
    Zie de tabel van bestaande en voorgestelde Europese wetsinstrumenten op het gebied van vennootschapsrecht in bijlage 2.

     
  • 7. 
    Zie 'Quantification of the Macro-Economic Impact of Integration of EU Financial Markets', Eindverslag aan de Europese Commissie - Directoraat-generaal Interne Markt door London Economics (in samenwerking met PricewaterhouseCoopers en Oxford Economic Forecasting), 12 november 2002, europa.eu.int/comm/internal_market/ en/finances/mobil/overview.htm

     
  • 8. 
    Zie voorstel van juni 2002 voor een richtlijn tot wijziging van de eerste richtlijn vennootschapsrecht met betrekking tot de openbaarmakingsvereisten voor bepaalde soorten ondernemingen, waarbij moderne technologieën in handelsregisters worden geïntroduceerd. Dankzij de voorgestelde wijzigingen zouden de moderne technologieën ten volle kunnen worden benut: ondernemingen zouden hun akten en gegevens hetzij schriftelijk, hetzij langs elektronische weg kunnen indienen, en belanghebbenden zouden afschriften zowel in schriftelijke als in elektronische vorm kunnen verkrijgen.

     
  • 9. 
    De term 'beursgenoteerde ondernemingen' die in de onderhavige mededeling wordt gebruikt betreft ondernemingen waarvan de effecten in een of meer lidstaten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten in de zin van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 41 van 11-6-1993), blz. 27, gewijzigd bij Richtlijn 2000/64/EG van het Europees Parlement en de Raad (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 290 van 17-11-2000, pagina 27 pdf icoon). Het onderhavige actieplan bevat, waar nodig, expliciete informatie over de reikwijdte van de verschillende voorgestelde maatregelen. Kort gezegd betreffen de maatregelen die in het hoofdstuk Corporate Governance worden genoemd in beginsel beursgenoteerde ondernemingen, hoewel een aantal ervan ook goed kunnen worden toegepast op niet-beursgenoteerde ondernemingen. De maatregelen die in de andere afdelingen worden besproken zijn over het algemeen op alle ondernemingen van toepassing, behalve de afdeling over piramides die uiteraard slechts betrekking heeft op beursgenoteerde ondernemingen.

     
  • 10. 
    Cadbury Report, december 1992. Voor een volledige definitie zie bijvoorbeeld de OESO-beginselen van 1999: "Corporate governance involves a set of relationships between a company's management, its board, its shareholders and other stakeholders. Corporate governance also provides the structure through which the objectives of the company are set, and the means of attaining those objectives and monitoring performance are determined.".
     
  • 11. 
    Comparative Study of the Corporate Governance Codes relevant to the European Union and its Member States : europa.eu.int/comm/internal_market/ en/company/company/news/corp-gov-codes-rpt_en.htm.

     
  • 12. 
    Bij de ontwikkeling van haar aanpak heeft de Commissie zich zoveel mogelijk door de volgende overwegingen laten leiden: zij heeft, waar mogelijk, gezocht naar a) andere instrumenten dan wetgeving en b) getracht voorrang te verlenen aan informatievereisten (omdat zij minder ingrijpen in de gang van zaken bij de onderneming en zij een zeer doeltreffende, marktgestuurde manier kunnen zijn om snel resultaten te bereiken).

     
  • 13. 
    Om het vertrouwen van het publiek te herstellen is het in dit kader essentieel dat adequate informatie wordt verstrekt over de wijze waarop de onderneming zich op het hoogste niveau heeft georganiseerd om een efficiënt intern controlesysteem in te voeren en te handhaven.

     
  • 14. 
    Zie Richtlijn 2001/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2001 betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd (Titel IV - Hoofdstuk III 'Verplichtingen tot kennisgeving van de verwerving en overdracht van een belangrijke deelneming in een ter beurze genoteerde onderneming').

     
  • 15. 
    De lidstaat van herkomst staat toe dat uitgevende instellingen langs elektronische weg informatie naar aandeelhouders verzenden, mits een besluit in deze zin is genomen op een algemene vergadering en aan een aantal voorwaarden is voldaan, waaronder de uitdrukkelijke toestemming van de betrokken aandeelhouder (zie artikel 13).

     
  • 16. 
    Een lidstaat van ontvangst mag uitgevende instellingen ertoe verplichten: a) gereglementeerde informatie op hun internetsites bekend te maken, en elke belanghebbende onverwijld en kosteloos te attenderen op elke nieuwe openbaarmaking van gereglementeerde informatie of wijziging in reeds bekendgemaakte gereglementeerde informatie (zie artikel 17).

     
  • 17. 
    Zie de relevante verklaringen inzake informatieverstrekking (kapitaalstructuren en overeenkomsten die bepaalde aandeelhouders in staat stellen om een controle te verwerven die niet in verhouding staat tot hun aandelenbezit, moeten openbaar worden gemaakt) en de uitoefening van rechten (aandeelhouders moeten daadwerkelijk kunnen deelnemen aan de algemene aandeelhoudersvergaderingen en moeten daar kunnen stemmen).

     
  • 18. 
    Bij de vaststelling van minimumnormen voor het auditcomité, zal passende aandacht worden besteed aan: a) de toegang van dit comité tot relevante informatie (zo zou er ruimte kunnen zijn om specifiek aandacht te besteden aan de behoefte aan meer rechtsbescherming voor klokkenluiders) en b) in hoeverre transparantie van de activiteiten van dit comité wenselijk is.

     
  • 19. 
    In het SLIM-verslag werden volgende onderwerpen behandeld: opheffing - in bepaalde gevallen - van het vereiste dat inbrengen in natura door een deskundige moeten worden gewaardeerd, uitgifte van aandelen zonder nominale waarde, vereenvoudiging van de regels inzake intrekking van aandelen, vereenvoudiging van de regels inzake de verkrijging van eigen aandelen, versoepeling van het verbod op financiële bijstand, vereenvoudiging van de regels inzake voorkeursrechten.

     
  • 20. 
    Deze alternatieve regeling zou met name zijn gebaseerd op het vereiste dat elke betaling van dividenden of andere uitkeringen moet worden voorafgegaan door een solvabiliteitstest.

     
  • 21. 
    In december 1984 verspreidde de Commissie, met het oog op raadpleging, een ontwerp voor een 'Negende Richtlijn Vennootschapsrecht betreffende het gedrag van groepen die een naamloze vennootschap als dochteronderneming hebben'. Overeenkomstig de toelichting beoogde de richtlijn een kader te scheppen waarbinnen groepen deugdelijk konden worden bestuurd en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de door de activiteiten van de groep geraakte belangen doeltreffend werden beschermd. Uitgangspunt was dat een dergelijk wettelijk kader, dat was aangepast aan de bijzondere kenmerken van groepen, ontbrak in het rechtssysteem van de meeste lidstaten. Afgezien van de bepalingen inzake kennisgeving en informatieverstrekking in verband met deelnemingen in NV's, die golden voor alle NV's, was de richtlijn voor het overige alleen van toepassing wanneer een NV de dochter was van een andere onderneming (die zelf een NV kon zijn, maar ook een natuurlijke persoon of een rechtspersoon).

     
  • 22. 
    Weliswaar belet de wetgeving van sommige lidstaten niet dat een vennootschap in die lidstaat een vennootschap in een andere lidstaat kan overnemen, of kan deelnemen aan de oprichting van een in een andere lidstaat geregistreerde nieuwe vennootschap, maar een dergelijke rechtshandeling kan slechts worden verricht met vennootschappen uit lidstaten waarvan de wetgeving een dergelijke rechtshandeling evenmin belet. De vaststelling van het statuut van de Europese vennootschap biedt een oplossing voor deze problemen (een Europese vennootschap kan onder meer worden opgericht door de fusie van twee of meer naamloze vennootschappen uit verschillende lidstaten). Een voorstel voor een Tiende Richtlijn Vennootschapsrecht blijft niettemin wenselijk omdat a) ondernemingen eventueel grensoverschrijdend willen fuseren zonder een Europese vennootschap op te richten, en b) andere types ondernemingen eventueel grensoverschrijdend willen fuseren.

     
  • 23. 
    Bij gebrek aan wetgeving inzake de grensoverschrijdende verplaatsing van een zetel is een dergelijke rechtshandeling momenteel onmogelijk of slechts mogelijk met behulp van ingewikkelde juridische constructies. In de rechtsstelsels van de lidstaten ontbreken immers instrumenten die dergelijke operaties mogelijk maken, en wanneer een verplaatsing door een gelijktijdige toepassing van de nationale wettelijke bepalingen toch mogelijk is, geeft zij wegens de verschillende aanknopingspunten die in de lidstaten worden gehanteerd, vaak aanleiding tot wetsconflicten. Op dit gebied zijn wetgevende maatregelen noodzakelijk om de vrijheid van vestiging op de door het Verdrag gewenste wijze te laten functioneren.

     
  • 24. 
    DE EERSTE RICHTLIJN VENNOOTSCHAPSRECHT, DIE ESSENTIËLE OPENBAARMAKINGSVERPLICHTINGEN BEVAT (ONDERNEMINGEN MOETEN EEN REEKS AKTEN EN GEGEVENS LATEN REGISTREREN, EN BELANGHEBBENDEN KUNNEN HIERVAN EEN AFSCHRIFT KRIJGEN), IS ENKEL VAN TOEPASSING OP NAAMLOZE VENNOOTSCHAPPEN EN DUS NIET OP EEN REEKS ANDERE ONDERNEMINGSVORMEN. DE TOTSTANDBRENGING VAN EEN KADER MET BETREKKING TOT DE OPENBAARMAKING VAN BASISGEGEVENS BETREFFENDE ANDERE JURIDISCHE ENTITEITEN DIE ECONOMISCHE ACTIVITEITEN ONTPLOOIEN WORDT DAAROM BESCHOUWD ALS EEN NUTTIG INSTRUMENT VOOR DE HANDEL EN CONCURRENTIE BINNEN DE INTERNE MARKT.

     
  • 25. 
    ZIE IN DIT VERBAND DE STUDIE 'TRANSPARENCY AND MONEY LAUNDERING: A STUDY OF THE REGULATION AND ITS IMPLEMENTATION, IN THE EU MEMBER STATES, THAT OBSTRUCT ANTI-MONEY LAUNDERING INTERNATIONAL CO-OPERATION (BANKING/FINANCIAL AND CORPORATE/COMPANY REGULATIVE FIELDS)', DIE IN OKTOBER 2001 DOOR HET TRANSCRIME INSTITUTE (UNIVERSITEIT VAN TRENTO, ITALIË) WERD VOORGELEGD AAN DE COMMISSIE. DEZE STUDIE, WAARVOOR DE OPDRACHT IS GEGEVEN OP BASIS VAN DE CONCLUSIE NR. 58 VAN DE BIJZONDERE EUROPESE RAAD VAN TAMPERE VAN 1999 EN DOOR DE GEZAMENLIJKE RAAD ECOFIN/JAI VAN OKTOBER 2000, BEVAT AANBEVELINGEN OM DE TRANSPARANTIE VAN NAAMLOZE VENNOOTSCHAPPEN EN ANDERE JURIDISCHE ENTITEITEN (ZOALS TRUSTS) TE VERSTERKEN.

     
  • 26. 
    Financiële diensten: tenuitvoerlegging van het kader voor financiële markten: een actieplan, mededeling van de Commissie, COM (1999) 232 van 11.05.99.

     
  • 27. 
    Strategie van de EU inzake de financiële verslaglegging: verdere maatregelen, mededeling van de Commissie, COM (2000) 359 van 13.06.00.

     
  • 28. 
    Sociale verantwoordelijkheid van bedrijven: een bijdrage van het bedrijfsleven aan duurzame ontwikkeling, mededeling van de Commissie, COM (2002) 347 van 02.07.02. Het 'European Multi-Stakeholder Forum on CSR' wordt gevormd door vertegenwoordigende organisaties van het bedrijfsleven, vakbonden en het maatschappelijk middenveld. Het zal in 2004 verslag uitbrengen over zijn werkzaamheden bij de Commissie, die vervolgens de resultaten zal evalueren, over de toekomst ervan zal beslissen en eventuele andere passende initiatieven zal overwegen.

     
  • 29. 
    Het industriebeleid na de uitbreiding, mededeling van de Commissie, COM(2002)714 van 11.12.2002.

     
  • 30. 
    Wanneer van een wettelijk instrument sprake is betekent dit dat voor de voorgenomen maatregel ofwel een nieuw wetgevingsvoorstel moet worden goedgekeurd of dat een of meer bestaande wetgevingsinstrumenten moeten worden gewijzigd.

     
  • 31. 
    Zie de tabel van bestaande en voorgestelde Europese wetsinstrumenten op het gebied van vennootschapsrecht in bijlage 2.

     
  • 32. 
    Zie 'Quantification of the Macro-Economic Impact of Integration of EU Financial Markets', Eindverslag aan de Europese Commissie - Directoraat-generaal Interne Markt door London Economics (in samenwerking met PricewaterhouseCoopers en Oxford Economic Forecasting), 12 november 2002, europa.eu.int/comm/internal_market/ en/finances/mobil/overview.htm

     
  • 33. 
    Zie voorstel van juni 2002 voor een richtlijn tot wijziging van de eerste richtlijn vennootschapsrecht met betrekking tot de openbaarmakingsvereisten voor bepaalde soorten ondernemingen, waarbij moderne technologieën in handelsregisters worden geïntroduceerd. Dankzij de voorgestelde wijzigingen zouden de moderne technologieën ten volle kunnen worden benut: ondernemingen zouden hun akten en gegevens hetzij schriftelijk, hetzij langs elektronische weg kunnen indienen, en belanghebbenden zouden afschriften zowel in schriftelijke als in elektronische vorm kunnen verkrijgen.

     
  • 34. 
    De term 'beursgenoteerde ondernemingen' die in de onderhavige mededeling wordt gebruikt betreft ondernemingen waarvan de effecten in een of meer lidstaten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten in de zin van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 41 van 11-6-1993), blz. 27, gewijzigd bij Richtlijn 2000/64/EG van het Europees Parlement en de Raad (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 290 van 17-11-2000, pagina 27 pdf icoon). Het onderhavige actieplan bevat, waar nodig, expliciete informatie over de reikwijdte van de verschillende voorgestelde maatregelen. Kort gezegd betreffen de maatregelen die in het hoofdstuk Corporate Governance worden genoemd in beginsel beursgenoteerde ondernemingen, hoewel een aantal ervan ook goed kunnen worden toegepast op niet-beursgenoteerde ondernemingen. De maatregelen die in de andere afdelingen worden besproken zijn over het algemeen op alle ondernemingen van toepassing, behalve de afdeling over piramides die uiteraard slechts betrekking heeft op beursgenoteerde ondernemingen.

     
  • 35. 
    Cadbury Report, december 1992. Voor een volledige definitie zie bijvoorbeeld de OESO-beginselen van 1999: "Corporate governance involves a set of relationships between a company's management, its board, its shareholders and other stakeholders. Corporate governance also provides the structure through which the objectives of the company are set, and the means of attaining those objectives and monitoring performance are determined.".
     
  • 36. 
    Comparative Study of the Corporate Governance Codes relevant to the European Union and its Member States : europa.eu.int/comm/internal_market/ en/company/company/news/corp-gov-codes-rpt_en.htm.

     
  • 37. 
    Bij de ontwikkeling van haar aanpak heeft de Commissie zich zoveel mogelijk door de volgende overwegingen laten leiden: zij heeft, waar mogelijk, gezocht naar a) andere instrumenten dan wetgeving en b) getracht voorrang te verlenen aan informatievereisten (omdat zij minder ingrijpen in de gang van zaken bij de onderneming en zij een zeer doeltreffende, marktgestuurde manier kunnen zijn om snel resultaten te bereiken).

     
  • 38. 
    Om het vertrouwen van het publiek te herstellen is het in dit kader essentieel dat adequate informatie wordt verstrekt over de wijze waarop de onderneming zich op het hoogste niveau heeft georganiseerd om een efficiënt intern controlesysteem in te voeren en te handhaven.

     
  • 39. 
    Zie Richtlijn 2001/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2001 betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd (Titel IV - Hoofdstuk III 'Verplichtingen tot kennisgeving van de verwerving en overdracht van een belangrijke deelneming in een ter beurze genoteerde onderneming').

     
  • 40. 
    De lidstaat van herkomst staat toe dat uitgevende instellingen langs elektronische weg informatie naar aandeelhouders verzenden, mits een besluit in deze zin is genomen op een algemene vergadering en aan een aantal voorwaarden is voldaan, waaronder de uitdrukkelijke toestemming van de betrokken aandeelhouder (zie artikel 13).

     
  • 41. 
    Een lidstaat van ontvangst mag uitgevende instellingen ertoe verplichten: a) gereglementeerde informatie op hun internetsites bekend te maken, en elke belanghebbende onverwijld en kosteloos te attenderen op elke nieuwe openbaarmaking van gereglementeerde informatie of wijziging in reeds bekendgemaakte gereglementeerde informatie (zie artikel 17).

     
  • 42. 
    Zie de relevante verklaringen inzake informatieverstrekking (kapitaalstructuren en overeenkomsten die bepaalde aandeelhouders in staat stellen om een controle te verwerven die niet in verhouding staat tot hun aandelenbezit, moeten openbaar worden gemaakt) en de uitoefening van rechten (aandeelhouders moeten daadwerkelijk kunnen deelnemen aan de algemene aandeelhoudersvergaderingen en moeten daar kunnen stemmen).

     
  • 43. 
    Bij de vaststelling van minimumnormen voor het auditcomité, zal passende aandacht worden besteed aan: a) de toegang van dit comité tot relevante informatie (zo zou er ruimte kunnen zijn om specifiek aandacht te besteden aan de behoefte aan meer rechtsbescherming voor klokkenluiders) en b) in hoeverre transparantie van de activiteiten van dit comité wenselijk is.

     
  • 44. 
    In het SLIM-verslag werden volgende onderwerpen behandeld: opheffing - in bepaalde gevallen - van het vereiste dat inbrengen in natura door een deskundige moeten worden gewaardeerd, uitgifte van aandelen zonder nominale waarde, vereenvoudiging van de regels inzake intrekking van aandelen, vereenvoudiging van de regels inzake de verkrijging van eigen aandelen, versoepeling van het verbod op financiële bijstand, vereenvoudiging van de regels inzake voorkeursrechten.

     
  • 45. 
    Deze alternatieve regeling zou met name zijn gebaseerd op het vereiste dat elke betaling van dividenden of andere uitkeringen moet worden voorafgegaan door een solvabiliteitstest.

     
  • 46. 
    In december 1984 verspreidde de Commissie, met het oog op raadpleging, een ontwerp voor een 'Negende Richtlijn Vennootschapsrecht betreffende het gedrag van groepen die een naamloze vennootschap als dochteronderneming hebben'. Overeenkomstig de toelichting beoogde de richtlijn een kader te scheppen waarbinnen groepen deugdelijk konden worden bestuurd en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de door de activiteiten van de groep geraakte belangen doeltreffend werden beschermd. Uitgangspunt was dat een dergelijk wettelijk kader, dat was aangepast aan de bijzondere kenmerken van groepen, ontbrak in het rechtssysteem van de meeste lidstaten. Afgezien van de bepalingen inzake kennisgeving en informatieverstrekking in verband met deelnemingen in NV's, die golden voor alle NV's, was de richtlijn voor het overige alleen van toepassing wanneer een NV de dochter was van een andere onderneming (die zelf een NV kon zijn, maar ook een natuurlijke persoon of een rechtspersoon).

     
  • 47. 
    Weliswaar belet de wetgeving van sommige lidstaten niet dat een vennootschap in die lidstaat een vennootschap in een andere lidstaat kan overnemen, of kan deelnemen aan de oprichting van een in een andere lidstaat geregistreerde nieuwe vennootschap, maar een dergelijke rechtshandeling kan slechts worden verricht met vennootschappen uit lidstaten waarvan de wetgeving een dergelijke rechtshandeling evenmin belet. De vaststelling van het statuut van de Europese vennootschap biedt een oplossing voor deze problemen (een Europese vennootschap kan onder meer worden opgericht door de fusie van twee of meer naamloze vennootschappen uit verschillende lidstaten). Een voorstel voor een Tiende Richtlijn Vennootschapsrecht blijft niettemin wenselijk omdat a) ondernemingen eventueel grensoverschrijdend willen fuseren zonder een Europese vennootschap op te richten, en b) andere types ondernemingen eventueel grensoverschrijdend willen fuseren.

     
  • 48. 
    Bij gebrek aan wetgeving inzake de grensoverschrijdende verplaatsing van een zetel is een dergelijke rechtshandeling momenteel onmogelijk of slechts mogelijk met behulp van ingewikkelde juridische constructies. In de rechtsstelsels van de lidstaten ontbreken immers instrumenten die dergelijke operaties mogelijk maken, en wanneer een verplaatsing door een gelijktijdige toepassing van de nationale wettelijke bepalingen toch mogelijk is, geeft zij wegens de verschillende aanknopingspunten die in de lidstaten worden gehanteerd, vaak aanleiding tot wetsconflicten. Op dit gebied zijn wetgevende maatregelen noodzakelijk om de vrijheid van vestiging op de door het Verdrag gewenste wijze te laten functioneren.

     
  • 49. 
    DE EERSTE RICHTLIJN VENNOOTSCHAPSRECHT, DIE ESSENTIËLE OPENBAARMAKINGSVERPLICHTINGEN BEVAT (ONDERNEMINGEN MOETEN EEN REEKS AKTEN EN GEGEVENS LATEN REGISTREREN, EN BELANGHEBBENDEN KUNNEN HIERVAN EEN AFSCHRIFT KRIJGEN), IS ENKEL VAN TOEPASSING OP NAAMLOZE VENNOOTSCHAPPEN EN DUS NIET OP EEN REEKS ANDERE ONDERNEMINGSVORMEN. DE TOTSTANDBRENGING VAN EEN KADER MET BETREKKING TOT DE OPENBAARMAKING VAN BASISGEGEVENS BETREFFENDE ANDERE JURIDISCHE ENTITEITEN DIE ECONOMISCHE ACTIVITEITEN ONTPLOOIEN WORDT DAAROM BESCHOUWD ALS EEN NUTTIG INSTRUMENT VOOR DE HANDEL EN CONCURRENTIE BINNEN DE INTERNE MARKT.

     
  • 50. 
    ZIE IN DIT VERBAND DE STUDIE 'TRANSPARENCY AND MONEY LAUNDERING: A STUDY OF THE REGULATION AND ITS IMPLEMENTATION, IN THE EU MEMBER STATES, THAT OBSTRUCT ANTI-MONEY LAUNDERING INTERNATIONAL CO-OPERATION (BANKING/FINANCIAL AND CORPORATE/COMPANY REGULATIVE FIELDS)', DIE IN OKTOBER 2001 DOOR HET TRANSCRIME INSTITUTE (UNIVERSITEIT VAN TRENTO, ITALIË) WERD VOORGELEGD AAN DE COMMISSIE. DEZE STUDIE, WAARVOOR DE OPDRACHT IS GEGEVEN OP BASIS VAN DE CONCLUSIE NR. 58 VAN DE BIJZONDERE EUROPESE RAAD VAN TAMPERE VAN 1999 EN DOOR DE GEZAMENLIJKE RAAD ECOFIN/JAI VAN OKTOBER 2000, BEVAT AANBEVELINGEN OM DE TRANSPARANTIE VAN NAAMLOZE VENNOOTSCHAPPEN EN ANDERE JURIDISCHE ENTITEITEN (ZOALS TRUSTS) TE VERSTERKEN.

     
  • 51. 
    De Europese Commissie kent nummers toe aan officiële documenten van de Europese Unie. De Commissie maakt onderscheid in een aantal typen documenten door middel van het toekennen van verschillende nummerseries. Het onderscheid is gebaseerd op het soort document en/of de instelling van de Unie van wie het document afkomstig is.
     
  • 52. 
    De Raad van de Europese Unie kent aan wetgevingsdossiers een uniek toe. Dit nummer bestaat uit een vijfcijferig volgnummer gevolgd door een schuine streep met de laatste twee cijfers van het jaartal, bijvoorbeeld 12345/00 - een document met nummer 12345 uit het jaar 2000.
     
  • 53. 
    Het interinstitutionele nummer is een nummerreeks die binnen de Europese Unie toegekend wordt aan voorstellen voor regelgeving van de Europese Commissie.
    Binnen de Europese Unie worden nog een aantal andere nummerseries gebruikt. Iedere instelling heeft één of meerdere sets documenten met ieder een eigen nummering. Die reeksen komen niet overeen met elkaar of het interinstitutioneel nummer.
     
  • 54. 
    Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
     
  • 55. 
    Als dag van bekendmaking van een Europees besluit geldt de dag waarop het besluit in het Publicatieblad wordt bekendgemaakt, en daardoor in alle officiële talen van de Europese Unie bij het Publicatiebureau beschikbaar is.