COM(2003)294 - Nieuwe impuls voor EU-maatregelen inzake mensenrechten en democratisering met mediterrane partners - Strategische richtsnoeren
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de Parlementaire Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Een nieuwe impuls voor EU-maatregelen inzake mensenrechten en democratisering met mediterrane partners - Strategische richtsnoerenofficiële Engelstalige titel
Communication from the Commission to the Council and the European Parliament - Reinvigorating EU actions on Human Rights and democratisation with Mediterranean partners - Strategic guidelinesRechtsinstrument | Mededeling |
---|---|
COM-nummer37 | COM(2003)294 ![]() ![]() |
Extra COM-nummers | COM(2003)294 |
Celex-nummer40 | 52003DC0294 |
Document | 21-05-2003 |
---|---|
Online publicatie | 21-05-2003 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de stand van zaken van het dossier, de samenvatting van de European Parliament Legislative Observatory, de juridische context, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken Europese organisaties (denk aan directoraten-generaal van de Europese Commissie, EP-commissies en Raadsformaties) en personen (denk aan eurocommissarissen en Europarlementariërs) en tot slot documenten van het Europees Parlement, de Raad van Ministers en de Europese Commissie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.
- 1.COM (2001) 252 def.
- 2.COM (2000) 497 def. 'Een nieuwe impuls voor het proces van Barcelona'.
- 3.SEC (2002) 159 def.
- 4.Document van het secretariaat van de Raad EURO-MED 2/02 van 24 april 2002.
- 5.COM (2003) 104 def. van 11 maart 2003.
- 6.In dit kader heeft de Europese Unie herhaaldelijk aandacht gevraagd voor de verplichtingen ten aanzien van de mensenrechten van alle partijen in het conflict, onder andere door middel van haar resoluties en verklaringen in de Commissie voor de Rechten van de Mens van de VN in Genève en in het derde comité van de Algemene Vergadering van de VN.
- 7.Algerije, Bahrein, Comoren, Djibouti, Egypte, Irak, Jordanië, Koeweit, Libanon, Libië, Mauritanië, Marokko, Oman, Palestina, Qatar, Saudi-Arabië, Somalië, Soedan, Syrië, Tunesië, Verenigde Arabische Emiraten, Jemen.
- 8.Richtsnoeren voor het beleid van de EU ten opzichte van derde landen inzake de doodstraf, Raad Algemene Zaken, Luxemburg, 29 juni 1998; Richtsnoeren voor het beleid van de EU ten opzichte van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende straffen of behandelingen, Raad Algemene Zaken, Luxemburg, 9 april 2001; Richtsnoeren van de EU voor de dialoog betreffende mensenrechten, Raad van de EU, 13 december 2001.
- 9.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 183 van 22-7-2000 Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 183 van 22-7-2000.
- 10.COM (2000) 497 def. 'Een nieuwe impuls voor het proces van Barcelona'.
- 11.SEC (2002) 159 def.
- 12.Associatieovereenkomsten zijn van kracht geworden met Tunesië, Israël, Marokko, Jordanië en de Palestijnse Autoriteit (interim-overeenkomst). Overeenkomsten zijn ondertekend met Egypte (juni 2001), Algerije (april 2002) en Libanon (juni 2002).
- 13.Verordening (EG) nr. 1488 van de Raad zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2698/2000 van 27 november 2000.
- 14.Dit betreft Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije en de Palestijnse Autoriteit.
- 15.Artikel 16 van de MEDA-verordening zoals gewijzigd bij Verordening nr. 780/1998 van de Raad bepaalt: 'wanneer een essentieel element voor de voortzetting van steunmaatregelen voor een mediterrane partner ontbreekt, kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie, een besluit over passende maatregelen nemen.'
- 16.EIDHR is gebaseerd op Verordeningen (EG) nr. 975/1999 en (EG) nr. 976/1999 van de Raad van 29 april 1999 - PB L 120/8 van 8.5.1999. De middelen die het initiatief ter beschikking worden gesteld zijn opgenomen in hoofdstuk B7-7 van de EU-begroting.
- 17.De niet-nalevingsclausule heeft over het algemeen de volgende bewoordingen: 'Indien een der partijen van mening is dat de andere partij een verplichting die uit de overeenkomst voortvloeit niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, behalve in gevallen van bijzondere urgentie, verstrekt zij de Associatieraad alle terzake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden. Bij de keuze van maatregelen wordt voorrang gegeven aan maatregelen die de werking van deze overeenkomst het minst verstoren. De genomen maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Associatieraad gebracht en op verzoek van de andere partij in de Associatieraad besproken.'
- 18.Mededeling van de Commissie over 'de rol van de Europese Unie bij de bevordering van de mensenrechten en de democratisering in derde landen', mei 2001, conclusies van de Raad over de rol van de Europese Unie bij de bevordering van de mensenrechten en de democratisering in derde landen, 25 juni 2001.
- 19.COM (2001) 252 def.
- 20.COM (2000) 497 def. 'Een nieuwe impuls voor het proces van Barcelona'.
- 21.SEC (2002) 159 def.
- 22.Document van het secretariaat van de Raad EURO-MED 2/02 van 24 april 2002.
- 23.COM (2003) 104 def. van 11 maart 2003.
- 24.In dit kader heeft de Europese Unie herhaaldelijk aandacht gevraagd voor de verplichtingen ten aanzien van de mensenrechten van alle partijen in het conflict, onder andere door middel van haar resoluties en verklaringen in de Commissie voor de Rechten van de Mens van de VN in Genève en in het derde comité van de Algemene Vergadering van de VN.
- 25.Algerije, Bahrein, Comoren, Djibouti, Egypte, Irak, Jordanië, Koeweit, Libanon, Libië, Mauritanië, Marokko, Oman, Palestina, Qatar, Saudi-Arabië, Somalië, Soedan, Syrië, Tunesië, Verenigde Arabische Emiraten, Jemen.
- 26.Richtsnoeren voor het beleid van de EU ten opzichte van derde landen inzake de doodstraf, Raad Algemene Zaken, Luxemburg, 29 juni 1998; Richtsnoeren voor het beleid van de EU ten opzichte van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende straffen of behandelingen, Raad Algemene Zaken, Luxemburg, 9 april 2001; Richtsnoeren van de EU voor de dialoog betreffende mensenrechten, Raad van de EU, 13 december 2001.
- 27.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 183 van 22-7-2000 Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 183 van 22-7-2000.
- 28.COM (2000) 497 def. 'Een nieuwe impuls voor het proces van Barcelona'.
- 29.SEC (2002) 159 def.
- 30.Associatieovereenkomsten zijn van kracht geworden met Tunesië, Israël, Marokko, Jordanië en de Palestijnse Autoriteit (interim-overeenkomst). Overeenkomsten zijn ondertekend met Egypte (juni 2001), Algerije (april 2002) en Libanon (juni 2002).
- 31.Verordening (EG) nr. 1488 van de Raad zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2698/2000 van 27 november 2000.
- 32.Dit betreft Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije en de Palestijnse Autoriteit.
- 33.Artikel 16 van de MEDA-verordening zoals gewijzigd bij Verordening nr. 780/1998 van de Raad bepaalt: 'wanneer een essentieel element voor de voortzetting van steunmaatregelen voor een mediterrane partner ontbreekt, kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie, een besluit over passende maatregelen nemen.'
- 34.EIDHR is gebaseerd op Verordeningen (EG) nr. 975/1999 en (EG) nr. 976/1999 van de Raad van 29 april 1999 - PB L 120/8 van 8.5.1999. De middelen die het initiatief ter beschikking worden gesteld zijn opgenomen in hoofdstuk B7-7 van de EU-begroting.
- 35.De niet-nalevingsclausule heeft over het algemeen de volgende bewoordingen: 'Indien een der partijen van mening is dat de andere partij een verplichting die uit de overeenkomst voortvloeit niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, behalve in gevallen van bijzondere urgentie, verstrekt zij de Associatieraad alle terzake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden. Bij de keuze van maatregelen wordt voorrang gegeven aan maatregelen die de werking van deze overeenkomst het minst verstoren. De genomen maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Associatieraad gebracht en op verzoek van de andere partij in de Associatieraad besproken.'
- 36.Mededeling van de Commissie over 'de rol van de Europese Unie bij de bevordering van de mensenrechten en de democratisering in derde landen', mei 2001, conclusies van de Raad over de rol van de Europese Unie bij de bevordering van de mensenrechten en de democratisering in derde landen, 25 juni 2001.
- 37.De Europese Commissie kent nummers toe aan officiële documenten van de Europese Unie. De Commissie maakt onderscheid in een aantal typen documenten door middel van het toekennen van verschillende nummerseries. Het onderscheid is gebaseerd op het soort document en/of de instelling van de Unie van wie het document afkomstig is.
- 38.De Raad van de Europese Unie kent aan wetgevingsdossiers een uniek toe. Dit nummer bestaat uit een vijfcijferig volgnummer gevolgd door een schuine streep met de laatste twee cijfers van het jaartal, bijvoorbeeld 12345/00 - een document met nummer 12345 uit het jaar 2000.
- 39.Het interinstitutionele nummer is een nummerreeks die binnen de Europese Unie toegekend wordt aan voorstellen voor regelgeving van de Europese Commissie.
Binnen de Europese Unie worden nog een aantal andere nummerseries gebruikt. Iedere instelling heeft één of meerdere sets documenten met ieder een eigen nummering. Die reeksen komen niet overeen met elkaar of het interinstitutioneel nummer.
- 40.Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
- 41.Als dag van bekendmaking van een Europees besluit geldt de dag waarop het besluit in het Publicatieblad wordt bekendgemaakt, en daardoor in alle officiële talen van de Europese Unie bij het Publicatiebureau beschikbaar is.