Biobrandstof

Met dank overgenomen van Europa Nu.

Biobrandstof is de verzamelnaam voor verschillende soorten brandstoffen gemaakt uit natuurlijke grondstoffen. Het zijn vloeibare of gasvorminge producten die kunnen worden gebruikt om energie op te wekken of als brandstof te dienen. Biobrandstoffen vormen een alternatief voor fossiele brandstoffen, zoals aardolie en steenkool.

Er bestaan vier generaties biobrandstoffen. De eerste generatie is plantaardig en worden vaak vervaardigd uit voedselgewassen. Deze biobrandstoffen worden op landbouwgrond gekweekt en kunnen een belemmering vormen van de productie van voedsel. Tot de tweede generatie biobrandstoffen worden gewassen gerekend die niet aan voedselgewassen gerelateerd zijn, zoals houtsnippers, stro of oneetbare gedeelten van voedselgewassen. Hiervoor hoeft geen extra landbouwgrond in gebruik te worden genomen.

Ter onderscheiding van de tweede generatie biobrandstoffen worden de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van biobrandstoffen ook wel aangeduid als 'derde generatie' biobrandstoffen. In Nederland wordt hieronder vaak biobrandstof gemaakt uit algen verstaan.

Bij de eerste drie generaties blijven er reststoffen over bij de productie. Reststoffen als fosfaat en stikstof moeten eigenlijk terug naar het land om bodemuitputting te voorkomen. Daarnaast mogen ze niet zomaar geloosd worden, omdat ze nadelige gevolgen hebben voor het milieu.

Bij de vierde generatie biobrandstoffen blijven er geen reststoffen over bij de productie. Het proces van Photanol is onderdeel van deze generatie. Hierbij worden CO2 en water omgezet naar biobrandstof of bioplastic. Niet-giftige blauwalgen (cyanobacteriƫn) en zonlicht zorgen voor die omzetting. Bij deze cyanobacteriƫn wordt de genetische informatie veranderd, zodat de gewenste biobrandstof geproduceerd kan worden.