Tijdelijke regeling in crisistijd voor langer en vaker tijdelijk contract voor jongeren tot 27 jaar

Met dank overgenomen van Ch.P. (Tof) Thissen i, gepubliceerd op dinsdag 29 juni 2010.

Dit wetsvoorstel verruimt tijdelijk de mogelijkheid om vaker en langer opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te gaan met werknemers jonger dan 27 jaar.

Het doel van het wetsvoorstel is om jongeren in de huidige economische crisis langer aan het werk te houden. Hiermee wordt een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet na verloop van drie, maar van vier tijdelijke contracten omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Woordvoerder Tof Thissen: "Waarom, waarom toch willen wij niets leren? Waarom willen wij als een soort Don Quichot vechten tegen molens als waren het reuzen die verslagen moeten worden?

Terwijl het nu eenmaal een wetmatigheid is dat windmolens harder draaien als het stormt. Het is een wetmatigheid in onze moderne economie en verzorgingsstaat dat jongeren in crises een groot risico op werkloosheid hebben en dat bij het aantrekken van de economie die werkloosheid weer als sneeuw voor de zon verdwijnt. In plaats van die wetmatigheid te erkennen, gaan wij haar trachten te bestrijden. Daarmee lopen wij welbewust het risico dat wij ook de keerzijde van de wetmatigheid, namelijk dat jongeren als eerste weer aan de slag kunnen bij het mslaan van de economische tegenwind, frustreren".

Het Sociaal en Cultureel Planbureau spreekt

in zijn rapport "Werkloos in crisistijd" van december

2009 van beleidsmythen. "Men is gewend in tijden

van crises in te zetten op jongeren en ouderen in

een uitkeringsregeling onder te brengen." Een

beproefde corporatistische strategie die ook in

Nederland vanaf het eind van de jaren tachtig werd

gevolgd. Het SCP vervolgt: "Hoe begrijpelijk dit ook

mag zijn, toch schuilt er iets merkwaardigs in de

grote discrepantie en aandacht die jongeren en

oudere werklozen in het beleid ten deel valt."

Eerder is betoogd dat de problematiek bij jongeren

in belangrijke mate conjunctureel is en zich dus ook

voor een groot deel oplost als de economie weer

aantrekt. De huidige situatie op de arbeidsmarkt is

in dit opzicht gunstiger dan tijdens de economische

crisis van de jaren tachtig omdat het aandeel

schoolverlaters dat instroomt beduidend kleiner is.

De arbeidsmarktdruk van deze groep is nu een

derde lager dan toen. Dit betekent dat de huidige

arbeidsmarkt, ook al is er sprake van recessie, in

staat zou moeten zijn om een veel groter aandeel

van de schoolverlaters op te vangen dan tijdens de

recessie van de jaren tachtig het geval was.

Empirisch onderzoek duidt er niet op dat er

op latere leeftijd sprake is van een groot

lidtekeneffect bij jongeren die werkloos worden

tijdens een recessie. Het cohort dat in de jaren

tachtig instroomde, bleek in de periode 2000-2007

geen achterstand te hebben opgelopen wat betreft

het werkloosheidspercentage, de

arbeidsmarktparticipatie of het baanniveau, al was

er wel sprake van een kleine loonachterstand. In

mijn woorden: er is geen sprake van een verloren

generatie als gevolg van de crisis van de jaren

tachtig, maar wij blijven er hardnekkig over

spreken. Als wij niet oppassen maken wij die

verloren generatie zelf met onze verkeerde

aandacht. Het Sociaal en Cultureel Planbureau

waarschuwt zelfs voor een selffulfilling prophecy

van al die extra maatregelen voor schoolverlaters

en jongeren. Koersen wij niet moedwillig af op een

averechts effect, vraagt het SCP zich af? Ik citeer:

"Schoolverlaters gaan er dan van uit dat hun

vooruitzichten op de arbeidsmarkt slecht zijn." Zij

gaan hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt

onderschatten. Voor werkgevers kan de verleiding

groot zijn om echte vacatures om te zetten in

goedkopere stage- of leerwerkplekken. Of in het

geval van dit wetsvoorstel: werkgevers gaan jonge

mensen nog maar eens een onzeker contract

aanbieden omdat het kan, niet omdat het nodig is.

Terwijl de zekerheid zodra je er uit ligt steeds

minder wordt -- ook vanwege de ombouw van de

verzorgingsstaat -- hebben jonge mensen meer

kracht en zekerheid nodig om een plek op de

arbeidsmarkt te verwerven en te behouden. Dat

ontneem je mensen als je ze in onzekere, slechte

tijden tijdelijk contracten geeft en dat keer op keer.

Een werkgever investeert niet in tijdelijke personeel

met de noodzakelijke scholing om mensen ook

employable te houden.

GroenLinks stelt: de grote golfbeweging van

de conjunctuur moet je niet willen tegenhouden,

want je zult verzuipen. Ga dus niet op de nu

voorgestelde manier sleutelen aan de werking van

de arbeidsmarkt of aan de rechtspositie van

mensen die straks in een evenwichtiger situatie

zeer ongunstig uitpakt voor jonge mensen. Jonge

mensen zijn tegenwoordig langer alleenstaand en

zijn met al die tijdelijke contracten minder goed in

staat om een stevig bestaan op te bouwen, zoals

het kopen van een huis. Als de

hypotheekrenteaftrek onbespreekbaar blijft, dan zal

het nog langer duren voordat jongeren een huis

kunnen kopen. Bovendien heeft de minister

nergens aangetoond dat dit een grote wens van

werkgevers is. Wat je wel moet doen, is je richten

op de gevolgen van de crisis, dus zorgen dat

jongeren en ouderen die nu werkloos zijn optimaal

toegerust zijn om te functioneren op de

arbeidsmarkt, zodat zij direct kunnen instappen als

de economie weer aantrekt, of, zoals ik dat vaker

zeg, zorgen dat ze glanzend in de etalage staan als

de vacatures ons weer over de voeten lopen.

Als je je in de gevolgen verdiept, zul je zien

dat wij veel te veel met de verkeerde maatregelen

en de verkeerde doelgroep bezig zijn. Tal van

arbeidsmarkteconomen en gezaghebbende

instituten zeggen al een tijd lang dat jonge

werklozen de verkeerde doelgroep zijn. Die redden

zich wel. De overheid kan beter investeren in

werklozen die oud, laagopgeleid en migrant zijn. Zij

blijven immers vaak langdurig werkloos. Ik citeer

opnieuw het SCP: "Werknemers van 55 jaar en

ouder hebben weliswaar een kleinere kans werkloos

te raken dan jongeren, maar als ze werkloos

worden, is het voor hen ongelooflijk lastig om

nieuw werk te vinden." Dat is tegenwoordig eerder

dan vroeger een financieel proble em omdat de WWuitkering

eerder stopt en de toegang tot

alternatieve uitstroomroutes beperkt is. Een deel

van de oudere werklozen zal bij beëindiging van de

uitkering nog geen nieuwe baan hebben gevonden

en daardoor financieel zwaar in de problemen

belanden. Ook laagopleiden en niet-westerse

allochtonen doen er relatief lang over om een

nieuwe baan te vinden als zij werkloos worden. Hun

baanzoekduur is gemiddeld wel korter dan die van

ouderen, maar hun risico op baanverlies is

daarentegen groter.

Voor zover beleid gericht op werkloze

jongeren gewenst is, moet zich dat zo veel mogelijk

richten op de groepen die ook in hoogconjunctuur al

moeilijk aan de slag komen. Het SCP noemt in dit

verband onder anderen laagopgeleiden en nietwesterse

allochtonen. Mijn fractie voegt daar

mensen met een handicap aan toe, die altijd de

minste kans hebben, terwijl zij zo veel

mogelijkheden hebben en zeer gemotiveerd zijn om

aan de slag te komen. Dit debat hebben wij

gevoerd bij de modernisering of de wijziging van de

Wajong. Arbeidsmarkteconoom Jan van Ours zei

vorig jaar in de NRC: "Per slot van rekening is

werkloos worden in een krappe arbeidsmarkt veel

meer een negatief signaal van tekortschietende

vaardigheden dan werkloos worden in een ruime

arbeidsmarkt, wat een kwestie van pech kan zijn."

Goed gekwalificeerde jongeren worden er niet op

aangekeken dat zij in deze tijd even werkloos zijn

geweest. Laat de minister ook eens kijken naar de

WIJ. Het is vandaag exact een jaar geleden dat wij

met toenmalig staatssecretaris Klijnsma de Wet

investeren in jongeren behandelden. Wat hebben

gemeenten jongeren die nu uitvallen daadwerkelijk

te bieden? Werk is er even niet en de schooldeur

heeft een deel van die jongeren met een ferme klap

zonder startkwalificatie dichtgeslagen, omdat het

onderwijs hun niet biedt wat zij nodig hebben. Ook

dit studiejaar hebben weer tal van jongeren het

vmbo, het mbo of hbo vroegtijdig verlaten omdat

het niet is wat zij hadden verwacht, omdat zij geen

stage wisten te bemachtigen of om wat voor reden

dan ook. De roc's en de hbo's hebben de

inschrijving nog even laten doorlopen tot na

1 februari. Er is niemand die deze jongeren oppakt.

Er gaat veel mis in de aansluiting vso-roc, in de

aansluiting jeugdzorg-scholing, jeugdzorg-werk,

jeugdzorg-leerwerkstages, in de aansluiting rocarbeidsmarkt

en in het zelf zoeken van

stageplekken en bbl-contracten door jongeren.

Omdat het beleid is om hen aan te spreken op hun

eigen verantwoordelijkheid moeten zij zelf plekken

zoeken. Wat in een laagconjunctuur moet

gebeuren, is niet de arbeidsrechtelijke positie van

jongeren aantasten, maar de aansluiting regelen,

de zo noodzakelijk samenhang SZW -OCW smeden.

Wat hebben wij gedaan om jongeren die het

ook in hoogconjunctuur al niet redden een beter

leerwerkklimaat te bieden, waarin zij wel tot hun

recht kunnen komen? Veel sociale diensten staan

op dit moment met lege handen. Banen zijn er even

niet. De school heeft zich nog niet op grote schaal

aangepast om de uitvallers iets beters te bieden.

Het beperkt zich dan tot werk in een productiehuis

oftewel de werkverschaffing van de jaren dertig.

Het is een trieste conclusie dat wij, terwijl de

verzorgingsstaat in zijn vangnetten al volop in een

ombouw is naar een kansenstaat, aan de

voorwaarden om volwaardig mee te kunnen doen

aan de samenleving, dus ook aan de arbeidsmarkt,

nog zo weinig doen. Wij bieden jongeren feitelijk

niet veel anders dan wij al in de jaren dertig deden.

Rust de jongeren goed toe, zorg dat het onderwijs

past bij wat werkgevers op de arbeidsmarkt nodig

hebben. Dat is nodig in laag- en in

hoogconjunctuur. Dat is beleid met visie en dat is

volgens mij ook crisisbestendig. Laat jonge mensen

die al een baan hebben anno 2010 na drie tijdelijke

contracten gewoon een fatsoenlijke baan krijgen.

De minister heeft in antwoord op onze vragen en

twijfels niet kunnen aantonen dat hier de voetangel

van de jeugdwerkloosheid zit. Werkgevers weten

heel goed dat zij de jonge mensen straks keihard

nodig hebben. Velen zijn nu al bezig om de jonge

mensen vast te houden omdat zij bang z ijn, straks

achter het net te vissen. Laat de markt daar dus

gewoon zijn werk doen. Stop je energie in de

toerusting van de kwetsbaarste werklozen en schep

de voorwaarden waaronder dat zo goed mogelijk

kan gebeuren, of het nu hoog- of laagconjunctuur

is. Wij wachten zoals altijd vol verwachting de

antwoorden van de minister af.