Nieuw kabinet moet drempels slechten

Met dank overgenomen van Y.J. (Eddy) van Hijum i, gepubliceerd op woensdag 16 juni 2010, 3:00.

De arbeidsparticipatie van mensen met beperkingen is de afgelopen jaren niet verbeterd. Dat is zorgwekkend, omdat het aantal jonggehandicapten groeit, de wachtlijsten voor de sociale werkvoorziening toenemen en de arbeidsdeelname van mensen met beperkingen daalt. Willen we ervoor zorgen dat deze mensen niet achter de geraniums verdwijnen, dan moet het nieuwe kabinet dat straks aantreedt een tandje bijzetten.

Daarbij moet wel worden bedacht dat quota averechts werken. Als je werkgevers verplicht een bepaald aantal mensen met een beperking in dienst te nemen, zet je die mensen in een hoek. Het versterkt het stigma dat zij geen volwaardige werknemers zouden kunnen zijn. Terwijl ook zij, net als ieder ander, aangenomen willen worden omdat ze als werknemer kwaliteit te bieden hebben. En niet omdat de werkgever een boete boven het hoofd hangt. Om die reden zijn ook veel mensen met een beperking zelf tegen quota.

Partijen als de SP en de PvdA staren zich blind op dwangmaatregelen zoals quota en ontslagverboden. Maar daarmee vergroot je de bereidheid van werkgevers niet. We moeten een omslag maken en ons richten op de werkgevers die een maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen en welwillend zijn om mensen met een beperking in dienst te nemen. Voor hen moeten we de mogelijkheden uitbreiden en het veel aantrekkelijker maken om iemand met een handicap aan te nemen.

Handvatten

Op dit moment bieden vooral sociale werkplaatsen en AWBZ-instellingen gesubsidieerde arbeidsplaatsen voor mensen met een handicap. Terwijl er zoveel meer mogelijk is! Daarom moeten reguliere werkgevers en private initiatieven meer handvatten krijgen voor 'sociaal ondernemerschap'. Dat vraagt om een heldere regeling en minder administratieve lasten.

Voor reguliere werknemers moet vooral de bureaucratie worden aangepakt. Dus: bij uitkeringsinstantie UWV komt één werkgevers-servicepunt waar men zich over de papieren rompslomp van de werkgever ontfermt. Hierdoor hoeft de werkgever niet jaarlijks dezelfde formulieren in te vullen voor dezelfde werknemer of bij verschillende loketten langs om hulpmiddelen aan te vragen. Dat kan beter en eenvoudiger.

Ondernemers die een bedrijf willen opzetten, gerund door mensen met een beperking, moeten kunnen rekenen op steun van de overheid. Een garantieregeling voor de financiering van sociale ondernemingen kan daarbij helpen. Banken zijn vaak huiverig door het gebrek aan continuïteit van vergoedingen door de overheid, waardoor veel bedrijfsplannen van sociale ondernemingen weinig kans maken. De overheid moet dan ook meerjarige financiële zekerheid bieden. Ook moet de regelgeving niet voortdurend veranderen. Zo ben je als overheid een betrouwbare partner.

Tot slot dient de overheid het goede voorbeeld te geven en ook zelf meer mensen met een beperking in dienst te nemen. Niets staat de overheid in de weg om zichzelf daarbij streefcijfers op te leggen, bijv. 5 procent van het personeel. Ook kan de overheid bij aanbestedingen sociale aspecten meenemen, zoals het aantal mensen met beperking dat bij de uitvoering van de werkzaamheden wordt ingeschakeld. Hierover is in de Tweede Kamer al een besluit genomen. Nu de uitvoering nog!

Als we de ambitie hebben om meer mensen met een beperking aan de slag te helpen, zal het nieuwe kabinet het bevorderen van 'sociaal ondernemerschap' tot een speerpunt van beleid moeten maken. Kwaliteit en talent van mensen mogen we niet onbenut laten. Geef bereidwillige werkgevers een kans en neem de drempels weg!