Voltooid leven

Met dank overgenomen van E.E. (Esmé) Wiegman-van Meppelen Scheppink i, gepubliceerd op donderdag 20 mei 2010.

Deze week zijn ruim 100.000 handtekeningen aangeboden door het burgerinitiatief Uit vrije wil om levensbeeindiging mogelijk te maken als iemand (van 70 jaar of ouder) zijn leven voltooid acht. Maandagmorgen mocht ik over mee discussiëren in een bijeenkomst in nieuwspoort. Alhoewel, discussie? Op basis van mijn uitgangspunt dat het leven een geschenk is van God, werd ik vrijwel direct buiten de discussie geplaatst.

Met een dogma dat door een minderheid beleden wordt, kon de aanwezige meerderheid (met hun eigen dogma van zelfbeschikking!) niets. Er werd niet of nauwelijks de moeite genomen om in te gaan op de andere overwegingen die ik naar voren heb gebracht die breder gedragen kunnen worden.

Het draait in deze discussie om zelfbeschikking en autonomie, maar die zijn beperkt. Dat zie je bij de geboorte. We worden geboren; we maken onszelf niet. Een vergelijkbare passiviteit treedt ook aan het einde op. Sterven is jezelf overgeven. Dat is geen zelfbepaling, maar juist het opgeven daarvan.

Een andere beperking vormt de omgeving/de samenleving. Ik vind dat Gerbert van Loenen,in zijn boek Hij had beter dood kunnen zijn, dat treffend heeft verwoord door een ingezonden brief van Rob Jonquiere in 2008 aan de Volkskrant aan te halen. De brief begint heel liberaal met de op zelfbeschikking gebaseerde uitgangspunten van de NVVE over de mondige mens en de wens van een waardig levenseinde. Maar vervolgens zet Jonquiere de stap van zelfbeschikking naar oordelen als hij wie ervoor kiest te blijven leven met dementie omschrijft als een ‘zombie met een poepluier’. De wens om zelf waardig te sterven slaat door in een oordeel over mensen die voor een natuurlijke dood kiezen.

Ik vind dit bedreigend. Hoe meer ons ideaalbeeld is dat de mens zelfbewust zijn leven in de hand neemt, hoe groter de kans dat er mensen buiten de boot vallen, omdat ze daaraan niet voldoen.

Daarom mijn pleidooi om niet zelfbeschikking maar menselijke waardigheid voorop te stellen, als onvervreemdbare en opgeefbare waarde. Die waardigheid is niet afhankelijk van bepaalde vermogens of eigenschappen. Die waardigheid is inherent aan het mens-zijn en is er ook als die waardigheid niet meer zelf zo ervaren wordt.

Eerlijk gezegd vind ik het trouwens ook een zwakte van Uit vrije wil, dat het recht op zelfbeschikking gestalte moet krijgen door anderen. Wel controle maar geen verantwoordelijkheid.

Het burgerinitiatief Uit vrije wil past eigenlijk helemaal in de huidige overheersende cultuur in onze samenleving: het leven is alleen zinvol als het iets oplevert. Mensen kiezen voor hun levenseinde als dit leven niets meer te bieden heeft. Ten diepste gaat het om angst voor de dood, voor lijden, eenzaamheid en ontluistering. De vraag is of de dood de oplossing is voor existentiële vragen, en al helemaal is het de vraag of artsen daarbij moeten helpen.

Ik zet me er graag voor in dat mensen zodanig kunnen blijven participeren in sociale verbanden dat ze het de moeite waard blijven vinden om verder te leven. Goede palliatieve zorg kan antwoorden geven op levens- en angstvragen als van participeren geen sprake meer is, maar van afscheid nemen.

Esmé Wiegman