Verdienen aan de Walvis

Met dank overgenomen van L. (Liesbeth) van Tongeren i, gepubliceerd op donderdag 22 april 2010.

De hypocrisie van een handelsland

Op een reis met Greenpeaceschip de Esperanza mocht ik mee op een walvisonderzoeksproject. Samen met de Universiteit van de Azoren was Greenpeace onderzoek aan het doen bij de Azoren naar walvissen en onderzeeleven. Vanuit Spanje voeren we er naar toe.

Walvissen worden niet herkend aan hun vingerafdrukken, want die hebben ze niet, maar aan het patroon van hun staart. Er is een wereldwijde database voor walvisstaarten en daaruit kunnen onderzoekers aantallen en migratiepatronen halen. Hoewel een vrij beroerde amateur fotograaf, heb ik dus dagenlang op een wiebelend bootje met een zware telelens in mijn handen gezeten om te wachten tot de walvissen gingen duiken om dan op het moment suprême scherp te stellen en af te drukken. De staart moet bij voorkeur helemaal precies omhoog zijn om de rafelranden goed te kunnen zien. Een leuke rivaliteit ontstond tussen de amateurs en de professionele fotografen. Wie had s’avonds de meeste foto’s die de zeebioloog aan boord goed genoeg vond om door te mailen naar de databasebeheerder.

Door zo intens met deze enorme zeedieren op te trekken; ja ze komen je inderdaad aankijken en ja ze zijn veel groter dan het bootje waar je in ronddobbert, raakte ik nog meer bij hun lot betrokken dan ik al was.

Nederland heeft natuurlijk met de VOC mentaliteit enorm bij gedragen aan het uitroeien van sommige soorten walvis en het bijna uitroeien van andere soorten. Het duurde wel even voordat de laatste walvisjager Nederland verliet. Ook daarna is ons blazoen ook niet echt smetteloos. Nederland, als pragmatisch land, heeft jarenlang het gezamenlijke Europese standpunt over walvisjacht proberen te torpederen. Europa wilde zich gezamenlijk uitspreken tegen deze zinloze en wrede jacht. Nederland had een naïeve gedachte. Als de Japanners en andere landen wel walvissen mogen jagen in de strook zee rond hun eigen land, de EEZ, dat ze vast het jagen op volle zee en in walvisreservaten zouden opgeven. Ten eerste is er geen enkele garantie, ten tweede als Japan dit mag mogen andere landen het ook. Die andere landen zou dan ook hun jachtrechten in hun EEZ kunnen verkopen aan Japan. Bovendien maakt een gedeeltelijk legale jacht het enorm moeilijk te controleren wat legaal en wat illegaal walvisvlees is. Natuur- en milieugroepen hebben steeds weer campagne moeten voeren in Nederland om te zorgen dat CDA-minister Verburg teruggefloten werd op dit standpunt.

Tijdens een bezoek aan Japan om Japanners te ondersteunen in hun eigen campagne tegen de walvisjacht ben ik ook op bezoek geweest bij de Nederlandse ambassade in Tokyo. Japanners voeren campagne tegen walvisjacht omdat het veel belastinggeld kost om deze zinloze en verlieslijdende bezigheid in stand te houden en omdat het Japanners een slechte reputatie geeft in het buitenland.

De ambassadeur was heel helder; persoonlijk had hij niets op met het jagen op deze prachtige zeedieren maar Nederland had grote economische belangen in Japan en hij ging dus niets doen dat de verhoudingen tussen Japan en Nederland zouden verstoren. Ze hadden op de ambassade al genoeg gedoe over walvissen omdat zowel de schepen van Seashepherd als Greenpeace onder de Nederlandse vlag varen. En die schepen voeren regelmatig actie tegen de Japanse walvisjacht.

Een andere plek waar de keuze voor ecologie of economie duidelijk is geworden is bij het doorvoeren van walvisvlees via de Rotterdamse haven. Nederland heeft vele verdragen getekend op het gebied van bescherming van dieren en ecosystemen. Het CITES-verdrag verbiedt de handel in bedreigde diersoorten. Walvissen vallen daaronder. Nu hebben we ingenieus bedacht dat de haven geen deel uit maakt van Nederland en dat we ons daar dus ook even niet hoeven te houden aan de verdragen die Nederland heeft ondertekend. Gek genoeg is de Nederlandse politie wel bevoegd in dit gebied en geldt ook gewoon het Nederlandse strafrecht. Actievoerder van Greenpeace werden gewoon door Nederlandse politie opgepakt nadat zij succesvol hadden geprotesteerd tegen de doorvoer van vlees van dieren waarvan Nederland zegt ze te beschermen.

Dit is natuurlijk niet het enige illegale of geroofde product dat via de Rotterdamse Haven in Nederland aankomt. Het is tijd voor afspraken dat wat in het land niet mag ook in de haven illegaal is. Wapens, hardhout, producten die door slavenarbeid elders geproduceerd zijn.

Het argument van de haven? Als wij het niet doorvoeren doet Antwerpen het wel. We zeggen dus de walvis te beschermen maar willen er ondertussen wel gewoon aan verdienen. Dat is de hypocrisie van een handelsland.