BP weet vlek goed aan oog te onttrekken

Met dank overgenomen van L. (Liesbeth) van Tongeren i, gepubliceerd op maandag 10 mei 2010.

BP wist de toezichthouder te bewegen vrijstellingen te krijgen. En nu er toch een ramp is, weet het concern de media te handig te bespelen, betoogt GroenLinks-kandidaat Kamerlid Liesbeth van Tongeren vandaag in het NRC Handelsblad.

Hoe gaat een multinationaal olieconcern als BP te werk? Zijn afweging bij economische belangen versus risico is duidelijk. Voor succes mag er best risico genomen worden. Het bedrijf lobbyt met succes voor veel speelruimte en weinig toezicht. En als er een groot ongeluk gebeurt, worden de media volgens een strak protocol gemanaged.

Eerst het falende toezicht. Het staatstoezicht de Minerals Management Service (MMS) heeft BP voor het diepboren op zee een vrijstelling van milieueffectrapportages gegeven. MMS en BP waren het erover eens dat een plotseling olielek volstrekt onwaarschijnlijk was.

Ook heeft BP in de VS met succes gelobbyd tegen verplichte reserve-afsluitsystemen bij olieboringen op zee. De directe oorzaak van de olieramp in de Golf van Mexico is dat BP 500.000 dollar wilde besparen en op dit olieboorplatform geen reserve-afsluitsysteem liet installeren. In Brazilië en Noorwegen zijn deze reservesystemen verplicht.

Hoe brengt BP vervolgens de olieramp naar buiten? De regels zijn simpel. Eén: blijf stelselmatig de ramp onderschatten en te lage hoeveelheden vrijgekomen olie noemen. Terwijl experts al snel hogere getallen tot 25.000 vaten olie per dag noemden, bleef BP met lage schattingen komen van rond de 2.000 vaten.

Twee: zeg direct dat je alle (financiële) verantwoordelijkheid op je neemt. Zeg niets over de verzekering tegen olierampen die in de VS geldt. Hiervoor wordt per vat olie een paar cent premie geheven en is de verantwoordelijkheid van een oliemaatschappij in eerste instantie beperkt tot 75 miljoen dollar. Zeg niets over de termijn waarop uitgekeerd gaat worden. De rechtszaken over de grote ExxonMobile-olieramp van 21 jaar geleden zijn nog steeds niet afgerond en is er geen tiende uitgekeerd van wat experts als schade inschatten.

Drie: zorg dat de beelden die naar buiten gaan vooral de reddingsacties brengen en niet de olieschade. BP voegt giftige chemicaliën aan het water toe, waardoor de olie beter mengt met zeewater Dikke drijvende oliekoeken worden vermeden en dus ook foto’s van met olie besmeurde vogels.

Er is in overleg tussen BP en de autoriteiten een vliegverbod onder de 1.000 meter van kracht boven het hele rampgebied Officieel om het reddingswerk niet te bemoeilijken. Het resultaat is dat er geen foto’s gemaakt kunnen worden. Alleen door BP gecharterde scheepjes mogen de baai in, zodat onafhankelijke organisaties geen waarnemingen kunnen doen of foto’s kunnen nemen. Vissers die voor BP charters doen, moeten ervoor tekenen dat ze geen mededelingen doen aan de media.

Omdat de media beeldmateriaal nodig hebben, zie je foto’s van de ‘trechter’ die BP in elkaar heeft gezet om de olie op anderhalve kilometer diepte op te vangen, van opblaasbarrières die klaarliggen om de olie tegen te houden. Beelden die BP neerzetten als bedrijf dat daadkrachtig de ramp te lijf gaat.

Wat kunnen we hiervan leren? Dat zolang we fossiele brandstoffen blijven gebruiken er onafhankelijk toezicht nodig is en dat het publiek moet leren door de pr heen te zien. Veel beter is natuurlijk over te schakelen op duurzame energie. Dan kunnen we met minder toezicht, minder rampenbestrijding en minder pr toe.