Maak een einde aan speciale rechten Ambtenaren

Met dank overgenomen van F. (Fatma) Koşer Kaya i, gepubliceerd op donderdag 6 mei 2010, column.

D66-Kamerlid Fatma Koser Kaya en CDA-Kamerlid Eddy van Hijum stellen voor om alle werknemers in Nederland dezelfde rechten te geven. Op dit moment hebben ambtenaren allerlei speciale rechten, zoals de mogelijkheid om vier keer in beroep te gaan tegen ontslag.

Negen jaar

Er bestaan in Nederland twee rechtssystemen op de arbeidsmarkt: het gewone arbeidsrecht voor alle werknemers en een speciaal arbeidsrecht voor ongeveer één miljoen ambtenaren. Dat recht stamt uit 1929. Ambtenaren hebben allerlei extra rechten. Zo kunnen ambtenaren tot vier keer in beroep gaan tegen ontslag, terwijl alle andere werknemers in Nederland twee keer hun ontslag kunnen aanvechten. In extreme gevallen kan dit laatste zorgen voor een ontslagprocedure van negen jaar. Koser Kaya en Van Hijum verwachten enkele honderden miljoenen te besparen in de volgende kabinetsperiode door het voorstel.

Koser Kaya: “Na bijna honderd jaar wordt het tijd om alle werknemers in Nederland gelijke rechten te geven. Waarom zou een ambtenaar meer rechten moeten hebben dan een gewone werknemer?”

Smeerolie

Koser Kaya en Van Hijum verwachten ook dat de overheid beter gaat werken door hun voorstel. Zo wordt het makkelijker om van de private sector naar de overheid te gaan en andersom. De indieners vinden dat belangrijk met de enorme tekorten aan leraren en verplegers die verwacht worden. Bovendien stellen vrijwel alle partijen bij de verkiezingen voor de overheid drastisch te reorganiseren. Dit voorstel is smeerolie voor een reorganisatie van de overheid. Daarnaast hoeven niet alle regels en wetten apart vertaald te worden voor de overheidssector, wat veel bureaucratie en papierwerk scheelt. Sommige groepen, zoals militairen, worden uitgezonderd, omdat hun werk bijvoorbeeld in Afghanistan wel een andere rechtspositie vereist.

Koser Kaya en Van Hijum sturen het voorstel voor wet naar andere politieke partijen en naar maatschappelijke organisaties, zodat zij hun kritiek kunnen meenemen voordat ze het wetsvoorstel indienen.