Solidariteit van het pensioenstelsel

Met dank overgenomen van J.F. (Jesse) KlaverĀ i, gepubliceerd op vrijdag 4 september 2009.

Gistermiddag behandelde de Tweede Kamer het wetsvoorstel van de Leden Koser Kaya (D66) en Blok (VVD) om ook gepensioneerden een plaats te geven in het bestuur van de pensioenfondsen. Een slecht voorstel voor de solidariteit tussen generaties.

Inspraak van gepensioneerden is op dit moment ook al georganiseerd. In indirecte vorm doordat zij worden vertegenwoordigd door de vakbonden. Dit vanuit het idee dat pensioen uitgesteld loon is. In directe zin doordat bedrijfstakpensioenfondsen deelnemersraden kennen en er binnen de ondernemingspensioenfondsen delegaties van gepensioneerden in besturen zijn vertegenwoordigd.

Het argument voor meer directe participatie van ouderen in pensioenfondsen wil ik niet direct afwijzen. De komende jaren wordt de indexatie van de pensioenen steeds belangrijker en ik kan me voorstellen dat je als gepensioneerde graag invloed hebt op het geld dat je zelf hebt ingelegd. Aan de andere kant schuilt in het toelaten van ouderen tot de besturen van pensioenfondsen ook het gevaar dat de solidariteit tussen generaties wordt aangetast.

Jongeren betalen relatief meer pensioenpremie. Dat werkt simpel gezegd als volgt. Als je 25 jaar bent en je legt geld in voor je pensioen dan hoeft dat niet zoveel te zijn omdat je nog veertig jaar hebt om dat geld te laten renderen. Als je 64 bent heb je nog maar een jaar om je geld te laten renderen. Terecht wordt er een gemiddelde premie genomen en dat is solidair. Immers, de jongeren van nu zijn de ouderen van morgen.

Momenteel worden zowel de werkenden als de gepensioneerden vertegenwoordigd door de vakbonden. Het is aan de vakbonden om de solidariteit tussen deze generaties te bewaken. Het wettelijk verankeren van de deelname van gepensioneerden aan de besturen van pensioenfondsen is een bedreiging voor de solidariteit tussen generaties. Als gepensioneerden meer directe zeggenschap over hun pensioen willen hebben vind ik dat begrijpelijk. Maar dan moet er in de besturen ook plaats zijn voor jongeren. Alleen dan kan de solidariteit tussen generaties en daarmee de kwaliteit van ons pensioenstelsel gewaarborgd blijven.