Politiek en gezin

Met dank overgenomen van E.E. (Esmé) Wiegman-van Meppelen Scheppink i, gepubliceerd op donderdag 18 maart 2010.

De combinatie van politiek en gezin is een belangrijk onderwerp van gesprek op dit moment. Politici vertrekken (mede) om die reden. Het aardige is dat op dit moment vooral ook mannen aan het woord zijn. Winst, zou ik zeggen. Mijn ervaring is dat vooral vrouwen bevraagd werden op hoe ze arbeid en zorg combineerden. Maar die vraag hoort net zo goed bij de mannen thuis.

Typisch ChristenUnie is het ook. Het is aan mannen en vrouwen sámen hoe ze arbeid en zorg verdelen en combineren. Typisch ChristenUnie is ook om ouders te voorzien van een kindgebondenbudget zodat die keuzes waar kunnen worden gemaakt. Laat aan ouders de keuze of ze van dat geld een creche betalen, of dat ze het gebruiken ter compensatie van inkomen om zelf in die zorg te voorzien of via een gastouder of oppasoma of -opa.

Afgelopen maandag mocht ik erover meepraten in het radioprogramma Dit is de dag, hoe politiek en gezin valt te combineren. In mijn geval is dat ook echt dankzij mijn man Joan die 100% achter mijn werk staat en de zorg thuis combineert met een schooltijdbaan (ook typisch ChristenUnie).

Natuurlijk heb ik thuis besproken of ik me beschikbaar moest stellen voor het Kamerlidmaatschap. Niet alleen Joan, maar ook onze jongens vonden het een goed idee om dat te doen. ‘Waarom?’ vroeg ik. ‘Nou gewoon’ antwoordde mijn zoon Lars. ‘Ik vind het altijd leuk als je wat meeneemt uit het buitenland.’ En in één adem voegde hij eraan toe: ‘Wanneer ga je weer eens een keertje weg?’

Gelukkig zit ik niet zo heel vaak in het buitenland en valt er elke week voldoende tijd te vinden voor elkaar. De zondag is een zegen!

Mijn oudste zoon Niels was maandag onverwacht met mij mee. Zijn juffen waren ziek en er was geen vervanging te vinden. (Het is voor het eerst in zeven jaar basisschooltijd dat we dit meemaken…) Hij vond het niet erg. Het kennismaken met een echte radio-studio was reuze-interessant. En ik vond het erg gezellig. Af en toe zwaaide hij bemoedigend door het raampje dat de praatstudio scheidde van de kamer vol techniek. Op de terugreis zei hij dat ik toch echt Kamerlid moest blijven. Het zou anders ook niet eerlijk zijn voor Yorik (de jongste van de drie). ‘Hij is nu aan de beurt om mee te gaan met Prinsjesdag,’ concludeerde Niels.

Ik wacht ondertussen netjes af met dezelfde overtuiging als mijn collega Cynthia Ortega: ‘Zo de Here wil…’

Esmé Wiegman