Amnesty buigt mee

Met dank overgenomen van P. (Paul) de Krom i, gepubliceerd op maandag 3 mei 2010.

Amnesty International is een van de weinige NGO's waar ik een warm gevoel bij krijg. De strijd voor mensenrechten, die in de wereld nog steeds op grote schaal worden geschonden, is een strijd waard om gestreden te worden. Mensenrechten zijn niet links of rechts. Ze zijn universeel. In vroeger jaren deed ik wel eens mee aan schrijfacties om politieke gevangenen vrij te krijgen. Zo herinner ik mij in Amnesty verband brieven te hebben geschreven aan de toenmalige Filippijnse dictator Marcos. Een antwoord kwam er natuurlijk nooit.

Maar gisteren was ik oprecht boos en teleurgesteld. Amnesty voert campagne tegen het voorgenomen Belgische boerka-verbod. 'Een algemeen verbod op gezichtssluiers is in strijd met de mensenrechten, meer bepaald de godsdienstvrijheid en de vrijheid van meningsuiting', aldus Claudio Cordone, interim secretaris generaal van Amnesty International. Juridisch gezien valt niet uit te sluiten dat Cordone gelijk krijgt. Daar is een hele discussie over te voeren. Overigens ook over in hoeverre het dragen van een boerka in Nederland een probleem is, gelet op de aantallen.

Maar om de praktische en juridische discussies gaat het mij nu eventjes niet. Het zijn morele bezwaren waarom ik het standpunt van Amnesty volstrekt verwerpelijk vind.

In plaats van de kant te kiezen van vrouwen die worden onderdrukt en veroordeeld tot een leven als wandelende gevangenis, kiest Amnesty de kant van de onderdrukkers. In plaats van vrouwen te steunen die zich vechtend en knokkend proberen te ontworstelen aan de knellende (groeps)druk van de orthodoxie en hun eigen leven willen inrichten, verraadt Amnesty hen door de boerka te verdedigen. Nota bene uit naam van de mensenrechten! Een standpunt dat overigens geheel in lijn is met dat van Groen Links. Volgens Tofik Dibi raakt verzet tegen een boerka-verbod zelfs "de essentie van Groen Links".

Amnesty baseert haar mening in de eerste plaats op de godsdienstvrijheid. Daar valt wel wat op af te dingen. Zie bijvoorbeeld de Duitse SPD (!) - van oorsprong Turkse - politica en seculiere moslima Lale Akgun. Zij ziet de boerka in de eerste plaats als uiting van islamitisch fundamentalisme, dat niets met mensenrechten te maken wil hebben. Net zoals overigens Naser Khader, een Deense conservatief, zelf van Syrisch-Palestijnse afkomst, die de boerka niet als uiting van de Islam ziet, maar van de politieke Islam. Een stroming die door de meeste moslims - zeker in Europa - wordt afgewezen. In Engeland meent Dr. Taj Hargey van het Muslim Educational Centre of Oxford zelfs dat moslims de plicht hebben zich tegen de boerka uit te spreken, hoewel hij een verbod te ver vindt gaan. En zo zijn er nog wel meer beschouwingen te vinden, ook van moslims zelf, die de boerka en de nikaab veroordelen. Nu ben ik geen theoloog en wil dat ook niet worden. Maar het argument van Amnesty dat het dragen van een boerka moet worden verdedigd in het kader van de godsdienstvrijheid lijkt op zijn minst aanvechtbaar. In landen waar de boerka wordt gedragen, is van godsdienstvrijheid absoluut geen sprake. Het lijkt er eerder op dat religie wordt misbruikt om vrouwen structureel achter te stellen, uit te sluiten en te discrimineren. Onder andere door middel van een boerka of nikaab. Ik ben ervan overtuigd dat vele Nederlandse moslima's gruwen van de gedachte een boerka te moeten dragen.

Dan het argument van de vrijheid van meningsuiting. Amnesty beschouwt de boerka kennelijk als een symbool van de vrijheid van meningsuiting. Oh ja? Zullen we dat vrouwen in bijvoorbeeld Afghanistan eens vragen, vooropgesteld dat ze hun mond open kunnen of durven te doen? Zaten we niet in Afghanistan om het land te bevrijden van een volstrekt misdadig en autoritair regime waarbij vrouwen werden gedwongen geheel afgesloten van de wereld rond te lopen? Is Amnesty de opluchting van die vrouwen vergeten, toen dat wanstaltige Taliban regime eruit werd gegooid, toen zij hun tent weer uit konden doen en hun dochters weer naar school konden? Of zullen we Salman Rushdie en Ayaan Hirsi Ali nog eens vragen hoe het precies zit met de vrijheid van meningsuiting van (boerkadragende) vrouwen in islamitische landen? De meisjes die levend verbrandden in Saoedi-Arabië toen ze een vuur in hun school trachten te ontvluchten kunnen we het helaas niet meer vragen. Zij werden tegengehouden omdat ze zonder hun abaya niet naar buiten mochten. Waar was Amnesty toen?

De Franse President Sarkozy motiveerde in zijn toespraak in Versailles in 2009 het door hem gewenste boerkaverbod in Frankrijk als volgt: "Nous ne pouvons pas accepter dans notre pays des femmes prisonnières derrière un grillage, coupées de toute vie sociale, privées de toute identité. Ce n'est pas l'idée que la République française se fait de la dignité de la femme ». En zo is het wat mij betreft. De boerka is dus ook geen afwijzing van de islam. Hooguit van de politieke islam. Boerka's zijn een bedreiging voor de vrijheid, emancipatie en zelfbeschikking van vrouwen. Een bedreiging die voor vele vrouwen in islamitische landen helaas niet een symbool, maar harde werkelijkheid is.

Natuurlijk zijn er altijd weer "maarzeggers" en goedpraters die bij hoog en laag beweren dat vrouwen uit eigen vrije wil een boerka dragen. Voorzover überhaupt verifieerbaar vind ik die stelling een belediging voor vrouwen die wereldwijd tegen de boerka, en voor hun vrijheid, vechten. Maar stel nu eens dat sommige vrouwen in Nederland - of in Europa - er inderdaad helemaal zelf uit volle overtuiging voor kiezen een boerka of nikaab te dragen. Dan hebben we in ieder geval te maken met niets minder dan een afwijzing van onze westerse samenleving. Dan hebben wij te maken met intolerante vrouwen die zich bewust onttrekken aan normaal maatschappelijk verkeer. Die zich niets wensen aan te trekken van de gevoelens van bevreemding van anderen. Die - al dan niet opgelegd - religieus fundamentalisme stellen boven het sociaal meedraaien in onze samenleving. Maar het zegt nog veel meer over de mannen die dit willen. Die kunnen zichzelf kennelijk niet inhouden als ze een vrouw in westerse kledij zien. En die kennelijk dus geen enkel respect hebben voor vrouwen. Boerka's en nikaab's zeggen wat dat betreft meer over gefrustreerd onvermogen van mannen dan over de geloofsbeleving van de betreffende vrouwen. Waarom verhullen die mannen zich niet zelf in dergelijke overmaatse lappen om te voorkomen dat een vrouwbeeld al te scherp op hun netvlies verschijnt?

Boerka's zijn wezenlijk anders dan hoofddoekjes. Boerka's maken normale communicatie volstrekt onmogelijk en belemmeren maatschappelijke en sociale integratie. Ze komen niet alleen bedreigend over, maar leveren ook reële veiligheidsrisico's op. Om laatstgenoemde reden ben ik voor een verbod op alle gezichtbedekkende kleding in de publieke ruimte. Dus inclusief nikaab's en bivakmutsen. Dat voorkomt bovendien discriminatie van het ene gezichtbedekkende kledingstuk boven het andere.

Thomas van der Dunk schreef in de Volkskrant: « Het is de kern van de westerse samenleving dat wij mensen als zelfstandige individuen beschouwen die niets te verbergen hebben en dus ook als zodanig met hun gezicht herkenbaar moeten zijn". Inderdaad. Vrije burgers moeten in onze samenleving elkaar recht in het gezicht kunnen kijken. Boerka's en nikaab's zijn in hun aard dus onverenigbaar met onze liberale, westerse samenleving. De boerka als voorportaal van maatschappelijke uitsluiting moet wat mij betreft resoluut de pas worden afgesneden. En orthodoxe mannen die dat voor (hun) vrouwen voorstaan eveneens. Een boerkaverbod maakt duidelijk : tot hier en niet verder. Het maakt duidelijk dat dergelijk ingrijpend en vergaand onaangepast gedrag in ons land niet thuis hoort. En niet wordt getolereerd.

Maar al deze argumenten zijn aan Amnesty kennelijk niet besteed. Ik betreur dat zeer. De organisatie ontpopt zich nu als de zoveelste politiek correcte meebuiger die het opneemt voor de verkeerde partij. Die intolerantie tegemoet treedt met misplaatste tolerantie. Die a-sociaal gedrag goedpraat met een beroep op nota bene de mensenrechten waarvoor ze zegt te strijden. Mijn vertrouwen in Amnesty als onafhankelijke strijder voor de mensenrechten heeft een flinke deuk opgelopen. Ik wil mijn mensenrechtenclub terug zoals ik die van vroeger ken: strijdend tegen foltering, dictaturen en stelselmatige onderdrukking van mensen. En strijdend voor politieke gevangenen. Meebuigende, politiek correcte clubjes hebben we al genoeg in dit land.