Alleen een onafhankelijke raad kan rechterlijke dwalingen bestrijden

Met dank overgenomen van J.M.A.M. (Jan) de Wit i, gepubliceerd op zaterdag 24 april 2010.

De vrijspraak van Lucia de Berk is afgedwongen door buitenstaanders. Als de vraag moet worden beantwoord of door het OM voldoende onderzoek is verricht, kan de rol van een rechter niet buiten beschouwing blijven. Een onafhankelijke ‘Revisieraad’ voor rechterlijke dwalingen kan daarin voorzien.

Jan de Wit is Kamerlid voor de SP

Aan de eerdere rechterlijke dwalingen in de Schiedammer Parkmoord en de Puttense moordzaak werd vorige week een nieuwe toegevoegd. Lucia de Berk werd definitief vrijgesproken en daarmee kwam een einde aan haar juridische lijdensweg.

De persraadsheer van het Gerechtshof in Arnhem meldde in een eerste reactie dat deze uitspraak aantoont dat het rechtssysteem heeft gewerkt. Je moet maar durven. Wat de vrijspraak van Lucia de Berk werkelijk aantoont is dat er een dringende behoefte is aan een onafhankelijke raad die buiten de rechterlijke macht om met een frisse blik naar de gang van zaken in een strafzaak kan kijken. De SP bepleit daarom al jaren de oprichting van een volledig onafhankelijke Revisieraad.

De vrijspraak van Lucia de Berk heeft onmiskenbaar aangetoond dat het rechtssysteem in haar zaak niet heeft gewerkt. De vrijspraak is immers niet het gevolg van onderzoek door het Openbaar Ministerie. De uitspraak is afgedwongen door buitenstaanders die het onomstotelijke bewijs leverden dat er helemaal geen moorden waren gepleegd. Het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht konden niet anders dan hun ongelijk toegeven. Onder aanvoering van Metta de Noo en Ton Derksen werd het falende rechtssysteem op de knieën gedwongen. Zonder hen zou Lucia de Berk als onschuldige een levenslange gevangenisstraf hebben moeten uitzitten.

Het is daarom van groot belang dat er een passende voorziening komt die recht doet aan de ernst van mogelijke tekortkomingen in het gehele strafproces. Die is er nu niet. Die Revisieraad moet echter niet een afdeling bij de procureur-generaal van de Hoge Raad worden, zoals minister van Justitie Hirsch Ballin heeft voorgesteld. Het is juist belangrijk om een geheel onafhankelijke Revisieraad in het leven te roepen met zelfstandige onderzoeksbevoegdheden, naar het voorbeeld van de Onderzoeksraad voor Veiligheid onder leiding van Van Vollenhoven.

Onderzoeken moeten zich ook niet beperken tot de politie en het Openbaar Ministerie, maar zich juist ook richten op de rol van de rechter. Het beoordelen van het optreden van een rechter is van groot belang voor een gedegen onderzoek. Als de vraag moet worden beantwoord of door de politie en het OM voldoende onderzoek is verricht naar alternatieve scenario’s, kan de rol van een rechter niet buiten beschouwing blijven. Die beoordeling in een proces is immers uiteindelijk aan de rechter.

De Revisieraad moet ook niet alleen bestaan uit juristen. Het is belangrijk dat wetenschappers van divers pluimage, zoals psychologen en statistici, zitting hebben in de Raad en deelnemen aan het onderzoek. Bij de Revisieraad moet iedereen terecht kunnen, ook de veroordeelden zelf, en niet alleen in de ernstigste strafzaken. Ook in lichtere zaken worden fouten gemaakt en ook deze ‘twijfelveroordelingen’ kunnen drastische gevolgen hebben. De Revisieraad is zelf voldoende in staat te beoordelen welke verzoeken wel en welke niet voor nader onderzoek in aanmerking komen. Het opwerpen van de huidige barrières is niet nodig en zelfs onwenselijk. Het onderzoek moet uiteindelijk uitmonden in een bindend advies aan de Hoge Raad om de zaak wel of niet te heropenen.

Het is belangrijk voor het vertrouwen in de rechtsstaat dat er een Revisieraad komt. Fouten in de strafrechtspraak moeten kunnen worden hersteld, zeker vanwege de grote gevolgen die eventuele misstappen hebben.

Dit artikel verscheen op 24 april 2010 in NRC Handelsblad