Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009 wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Dit verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 32222 VI - Wijziging begroting Justitie 2009 (Najaarsnota).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009 wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Document­datum 11-12-2009
Publicatie­datum 27-04-2010
Nummer KST138748
Kenmerk 32222 VI, nr. 3
Van Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2009–2010

32 222 VI

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009 wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 3

VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 11 december 2009

De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, De Pater-van der Meer

Adjunct-griffier van de commissie, Van Doorn

1 Samenstelling:

Leden: De Wit (SP), Van der Staaij (SGP), Arib (PvdA), ondervoorzitter, De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Cqörüz (CDA), Joldersma (CDA), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), Van Velzen (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Krom (VVD), Azough (GL), Timmer (PvdA), Griffith (VVD), Teeven (VVD), Verdonk (Verdonk), De Roon (PVV), Roemer (SP), Pechtold (D66), Heerts (PvdA), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Bouwmeester (PvdA), Anker (CU) en Van Toorenburg (CDA). Plv. leden: Langkamp (SP), Van der Vlies (SGP), Besselink (PvdA), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Jonker (CDA), Leijten (SP), Sterk (CDA), Ulenbelt (SP), De Vries (CDA), Weekers (VVD), Van Gent (GL), Dijsselbloem (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Van Miltenburg (VVD), Zijlstra (VVD), Fritsma (PVV), Karabulut (SP), Koşer Kaya (D66), Gill’ard (PvdA), Ouwehand (PvdD), Spekman (PvdA), Bouchibti (PvdA), Slob (CU) en Smilde (CDA).

1

Wat zijn de argumenten om de subsidieaanvraag van de Stichting Door Opvang en Ontmoeting Resocialisatie (DOOR) af te wijzen? Heeft dit ook te maken met het uitgangspunt van de regionale plaatsing? Zou niet in een aantal gevallen de regionale plaatsing moeten worden losgelaten, omdat het voor bepaalde doelgroepen (ex-gedetineerden die kampen met een verslaving en/of psychische stoornis) juist beter is ver buiten de Randstad te verblijven?

De Stichting DOOR heeft een subsidie aangevraagd voor uitbreiding van justitiële plaatsen in Zeeland. Op dit moment loopt er een bezwaarprocedure tegen mijn beslissing op deze aanvraag. Gezien de lopende procedure, kan ik niet op deze individuele zaak ingaan.

2

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het sluiten van een Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS)-verdrag met de Dominicaanse Republiek, sinds de beantwoording van de Kamervragen van het lid Van Velzen (TK, vergaderjaar 2007/08, Aanhangsel Handelingen nr. 2092)? Ziet het er naar uit dat de Dominicaanse Republiek op korte termijn een WOTS-verdrag zal ondertekenen? Zijn er ook ontwikkelingen met andere landen te melden?

Medio juli 2009 is aan de Dominicaanse Republiek een voorstel voor een WOTS-verdrag aangeboden. Daarop is nog geen reactie ontvangen. Het met Peru in september 2009 bereikte onderhandelingsresultaat zal binnenkort in Peru zelf besproken worden. Begin oktober 2009 is een aantal strafrechters uit de Dominicaanse Republiek in Nederland op werkbezoek geweest. Met hen zijn enkele inhoudelijke aspecten van het verdrag besproken.

In Cuba is begin december 2009 bij de Cubaanse ambassadeur h.t.s. nogmaals aandacht gevraagd voor het eveneens medio juli 2009 door Nederland aangeboden voorstel voor een WOTS-verdrag.

3

Voor welke meevallers/besparingen is er nog geen nieuwe bestemming

gevonden. Welke meevallers/besparingen zijn nog niet juridisch

gebonden?

Voor alle meevallers en besparingen is een nieuwe bestemming gevonden. Het deel van de meevallers is ingezet om specifieke tegenvallers op de justitiebegroting te dekken, deze meevallers zijn dus juridisch verplicht. Het resterende deel van de meevallers is ingezet ter dekking van het tekort op de Justitiebegroting.

4

Waarom wordt een aantal mutaties van meer dan € 5 miljoen niet toegelicht? Kan dat alsnog gebeuren?

Bij de artikelsgewijze hoofdstukken worden alle mutaties boven de € 5 mln. toegelicht. Dit betreft een toelichting op afzonderlijke mutaties. In de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» is het totaal aan mutaties op de betreffende operationele doelstelling weergegeven. Het is mogelijk dat het totaalbedrag aan mutaties de € 5 mln. overschrijdt, maar de afzonderlijke mutaties onder de € 5 mln. blijven. In die gevallen is conform de rijksbegrotingsvoorschriften geen toelichting vereist.

5

Kan worden toegelicht wat de loonbijstelling van € 159,3 miljoen inhoudt?

Over welke justitieonderdelen gaat dit met name?

Het ministerie van Financiën keert aan de departementen loonbijstelling uit ter compensatie van bijvoorbeeld loonontwikkeling als gevolg van CAO-afspraken. Justitie ontvangt in 2009 hiervoor ter compensatie een bedrag van € 159,3 mln.. Dit bedrag wordt toebedeeld aan de loongevoelige budgetten. Het gaat hierbij met name om budgetten van de baten-lastendiensten (artikel 12, 13, 14 en 15) en het bestuursdepartement (artikel 91).

6

Nu er in 2009 sprake is van een lagere productie en/of bezetting in het gevangeniswezen, hoeft er dan minder te worden bezuinigd dan voorheen was voorzien? Wat is nu concreet het gevolg van deze lagere productie en/of bezetting?

Bijstellingen van de productie en/of bezetting gedurende het uitvoeringsjaar leiden op basis van de spelregels outputfinanciering tot een wijziging van de bijdrage van het Moederdepartement. Uit de voorlopige rekening 2009 blijkt dat productie en/of bezetting neerwaarts moet worden aangepast. Dit leidt tot een korting op de bijdrage van het Moederdepartement. Deze korting wordt toegepast op basis van rekenregels waarbij voor wat betreft de onderproductie de voorcalculatorische dagprijs wordt vermenigvuldigd met de omvang van de niet gerealiseerde capaciteit x 365 dagen en de onderbezetting overeenkomstig wordt afgerekend maar dan tegen het variabele deel van de dagprijs. Taakstellingen en kortingen worden niet aangepast aan een lagere productie. De afrekening vindt vanzelfsprekend plaats c.f. de dagprijs waarin de taakstellingen en kortingen zijn opgenomen. Overigens ziet de onderhavige voorlopige afrekening 2009 van € 12,558 mln. niet alleen op het Gevangeniswezen, maar met name op de lagere productie van tbs-plaatsen en forensische zorgplaatsen.

7

Betekent het gegeven dat in 2009 minder is uitgegeven aan huisvesting in het kader van de regeling afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet (RANOV) dat degenen die op grond van de regeling een verblijfsvergunning hebben gekregen minder lang in de COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers)-opvang hebben verbleven en sneller zijn uitgeplaatst naar gemeentewoningen? Zo ja, hoeveel statushouders betrof het en zijn soortgelijke meevallers te verwachten bij de (versnelde) uitplaatsing van «reguliere» statushouders?

Het RANOV-budget betreft de bijdragen aan gemeenten in verband met de huisvesting van statushouders die vallen onder de regeling afwikkeling oude vreemdelingenwet. Een gemeente ontvangt de bijdrage in het kwartaal volgend op de feitelijke huisvesting. Hierdoor vindt een deel van de geplande uitgaven niet in 2009 plaats, maar in 2010. Er is naar gestreefd om de statushouders die onder de regeling afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet vallen in 2009 daadwerkelijk te huisvesten in een gemeente. Dit is nagenoeg gelukt, mede dankzij de inspanning van de Tasforce Huisvesting. Onlangs heb ik besloten tot een doorstart van de Taskforce om ook de huisvesting van «gewone» statushouders sneller te laten verlopen.

8

Kan een overzicht worden gegeven van de nieuwe vastgestelde instroom-en uitstroomgegevens?

De gegevens die de basis vormen voor de ODA-toerekening zijn: de asielinstroom, waarbij alleen de eerste asielaanvragers relevant zijn, de

AMV-instroom, het percentage afkomstig uit DAC-landen, het aantal leerplichtigen en de kostprijs van de opvang.

Voor de instroom is uitgegaan van 14 400 eerste asielverzoeken. De uitstroom uit de opvang bedraagt tot en met november ca.12 400. Deze uitstroom speelt echter geen rol bij de ODA toerekening.

9

Hoe is de tegenvaller van € 86 miljoen op de ontvangsten bij Boeten en Transacties uit te verklaren (operationele doelstelling 13.4 – Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties)?

De tegenvaller van € 86 mln. op de ontvangsten bij Boeten en Transacties wordt veroorzaakt doordat het aantal verkeersboetes constant is gebleven op een niveau van circa € 12 mln. terwijl er in de begroting rekening is gehouden met een stijging van het aantal boetes en transacties naar 12,8 mln.

Het uitblijven van de geraamde stijging is niet toe te wijzen aan één

oorzaak, maar kent een aantal (mogelijke) oorzaken, zoals:

– trajectcontrolesystemen zijn meer dan gemiddeld niet operationeel

geweest vanwege wegwerkzaamheden, en de aanpassing daarvan

vanwege de verhoging van de maximumsnelheid voor auto’s met

caravans van 80 naar 90 km/u.; – gedragseffecten op specifieke delicten zoals door rood licht rijden

(burgers houden zich beter aan de regels); – minder verkeersdrukte, met name in het begin van dit jaar.

10

Welke maatregelen ten behoeve van de verkeersveiligheid zorgen voor

minder ontvangsten uit Boeten en Transacties?

De maatregelen in het kader van optimaliseren en verbeteren van de verkeershandhaving zullen niet voor minder-, maar voor meerontvangsten zorgen. Zie ook de Beleidsagenda in de Justitiebegroting 2010, pagina 22, 24 en 25 (TK, 2009–2010, 32 123 hoofdstuk VI, nr.2).

11

Van welke omvang van nieuwe in- en uitstroomgegevens wordt voor de

Official Development Assistance (ODA)-toerekening uitgegaan?

Zie voor antwoord vraag 8.

12

Waarom zijn er minder middelen (€ 6 miljoen) nodig voor mediation bij

de juridische loketten?

Met ingang van april 2005 is binnen het rechtsbestel een aantal voorzieningen ingevoerd om de toepassing van mediation te bevorderen, te weten: verwijzing naar mediation vanuit het Juridisch Loket en de rechtspraak, een tijdelijke stimuleringsbijdrage gekoppeld aan de verwijzing vanuit de rechtspraak en een tegemoetkoming in de kosten van mediation aan minder draagkrachtigen.

De implementatie van de verwijzingsvoorzieningen bij het Juridisch Loket en de rechtspraak is voorspoedig gegaan, waardoor een meevaller is ontstaan. Bij brief d.d. 20 november jl. heb ik u de eindrapportage «Media-tion en het rechtsbestel aangeboden». Zoals hierin toegelicht is de verwijzingsvoorziening al vrij gauw een integraal onderdeel geworden van de reguliere werkwijze van het Juridisch Loket. Conclusie uit de eindrapportage is onder meer dat mediation zich een plek heeft verworven binnen

het rechtsbestel, maar ook in de samenleving als geheel. De verwijzingsvoorzieningen bij het Juridisch Loket en bij de rechtspraak worden structureel verankerd in het rechtsbestel.

13

Waarom blijft de instroom in schuldsaneringstrajecten achter bij de raming, met name nu de financiële crisis toch al gaande was? Waar wordt de meevaller van € 6 miljoen aan besteed?

Aanvankelijk daalden in 2009 de aantallen schuldsaneringsprocedures, ondanks de economische recessie. Dit komt doordat per 1 januari 2008 een wetswijziging is doorgevoerd die de bewijslast van de goede trouw meer op de schuldenaar legt, maar ook doordat het buitengerechtelijke traject van schuldhulp de zaken minder snel doorverwijst.

Daarnaast vertaalt de recessie zich niet onmiddellijk in meer schuldhulpen schuldsaneringszaken, omdat het even duurt voordat men daadwerkelijk te kampen krijgt met schuldenproblematiek. Inmiddels stijgen de aantallen schuldsaneringsprocedures weer. De omvang en het moment van verdere toename zijn echter moeilijk te voorspellen. Of de Wsnp-aantallen weer zullen toenemen hangt sterk af van de mate waarin de gemeentelijke schuldhulp de zaken minnelijk zal weten te regelen. De wetswijziging per 1 januari 2008 helpt de gemeenten en de kredietbanken hierbij met de mogelijkheid van een dwangakkoord jegens de schuldeisers en een door de rechter opgelegde afkoelingsperiode om alsnog een schikking te treffen.

De meevaller van € 6 mln. is ingezet om het verwachte tekort op de ontvangsten uit boeten en transacties te dekken.

14

Waarom wordt er € 32,4 miljoen extra uitgegeven aan de Raad voor de

rechtspraak- gerechten?

De extra middelen voor de rechtspraak bestaan voornamelijk uit de loonbijstelling (€ 27,8 mln.) en de prijsbijstelling (€ 3,5 mln.).

15

Waarom is er in artikel 12.2.1 een mutatie van € 9 miljoen aangebracht

ten aanzien van de Raden voor Rechtsbijstand?

Deze mutatie heeft hoofdzakelijk betrekking op de toegevoegde loon- en prijsbijstelling van € 11,9 mln.. Daarnaast zijn er nog enkele mutaties van relatief kleine omvang waaronder een neerwaartse bijstelling op asiel van € 2 mln.

16

Waarom gaat er € 35 miljoen extra naar het Openbaar Ministerie?

Waarom is deze mutatie niet toegelicht?

De toename van het budget hangt voor het grootste deel samen met de toedeling van de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling (bijna € 23,5 mln.). Deze mutatie wordt toegelicht bij het overzicht van de belangrijkste uitgavenen ontvangstenmutaties (onderdeel 2.1).

Daarnaast zijn voor diverse posten extra middelen toegevoegd. Het gaat hier onder meer om veiligheidshuizen (€ 1,3 mln.), voorwaardelijke invrijheidstelling (€ 1,6 mln.), versterking positie slachtoffer in het strafproces (€ 2,7 mln.) en aanloopkosten 2e fase DNA-veroordeelden (€ 1,1 mln.).

Deze mutaties zijn verder niet bij dit onderdeel toegelicht, omdat deze afzonderlijke mutaties kleiner dan € 5 mln. zijn.

17

Kunnen de mutaties op post 13.4.1 Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)-gevangeniswezen-regulier worden toegelicht? Wat gebeurt er met de mutatie van € 117 284 000 miljoen? waar wordt dit geld aan besteed?

De post van € 117,284 mln. is geen afzonderlijke mutatie maar een optelsom van verschillende mutaties die zich sinds de 1e suppletoire begroting 2009 hebben voorgedaan. De stand 2de suppletoire begroting 2009 (€ 1 149 692 000) minus stand 1ste suppletoire begroting 2009 (€ 1 032 408 000) resulteert in het bedrag van € 117,284 mln.. De belangrijkste mutaties met betrekking tot de tweede suppletoire begroting betreffen o.a. het verbeterplan ISD (€ 3 mln.), sociaal flankerend beleid (€ 1,3 mln.) en programma voorwaardelijke invrijheidsstelling (1,9 mln).

18

Is de meevaller van bijna € 28 miljoen op de post DJI-forensische zorg het gevolg van het naar beneden bijgestelde aantal te realiseren plaatsen als zorgvoorziening in detentie? Hoeveel plaatsen zullen minder worden gerealiseerd? Zo nee, waar is het dan wel het gevolg van?

De post van € –27,896 mln. is geen afzonderlijke mutatie maar een optelsom van verschillende mutaties die zich sinds de 1e suppletoire begroting 2009 hebben voorgedaan. De stand 2de suppletoire begroting 2009 (€ 577 126 000) minus stand 1ste suppletoire begroting 2009 (€ 605 022 000) resulteert in het bedrag van €–27,896 mln.. De voornaamste mutatie met betrekking tot de tweede suppletoire begroting. Betreft de voorlopige afrekening outputfinanciering 2009 (€ –11 mln.). Het aantal fysieke plaatsen neemt niet af. Met betrekking tot de forensische zorg wordt er minder ingekocht en bij de TBS inrichtingen zijn er minder plaatsen bezet.

19

Kan inzichtelijk worden gemaakt welke mutaties er binnen artikel 13 hebben plaatsgevonden? Kunnen daar ook de bijbehorende bedragen worden aangegeven?

Conform de rijksbegrotingsvoorschriften worden bij de artikelgewijze toelichting alle mutaties boven de 5 mln. toegelicht. Daarnaast hebben er nog afrekeningen plaatsgevonden met Justis (€ 12 mln.) en DJI (€ 3,8 mln.) over het jaar 2008 en is er sprake van een ontvangst van ruim € 4 mln. van het UWV ter compensatie van uitgaven op het gebied van bijvoorbeeld kinderopvang. De overige mutaties zijn uitermate gering van omvang.

20

Hoe is te verklaren dat de uitgaven met € 27,5 miljoen toenemen voor de

Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), terwijl een kasschuif van €7

miljoen de resterende budgettaire problematiek bij de IND zou moeten

oplossen? Hoe ziet de besparing in 2010 en 2011 als gevolg van deze

kasschuif eruit? Waaruit vloeit de besparing bij de IND van € 7 miljoen

voort?

De € 27, 5 mln. mutatie betreft een optelling van een aantal kleinere posten zoals loonbijstelling e.d. die niet afzonderlijk toegelicht zijn. De kasschuif wordt toegepast om het restant tekort in 2009 op te lossen. Dekking hiervan vindt in 2010 (€ -4 mln.) en 2011 (€ -3 mln.) plaats.

21

Kan de mutatie van € 27,5 miljoen met betrekking tot artikel 15.1.1

worden toegelicht? Waarom is deze niet al toegelicht?

Zie voor antwoord vraag 20.

22

Kan de mutatie van € 11,9 miljoen met betrekking tot artikel 15.2.1

worden toegelicht? Waarom is deze niet al toegelicht?

De post van € 11,928 mln. is geen afzonderlijke mutatie maar een optelsom van verschillende mutaties die zich sinds de 1e suppletoire begroting 2009 hebben voorgedaan. De stand 2de suppletoire begroting 2009 (€ 486 257 000) minus stand 1ste suppletoire begroting 2009 (€ 474 329 000) resulteert in het bedrag van € 11,928 mln..

De meest omvangrijke mutatie op artikel 15.2.1 is «Ophogen bezetting AMV campussen (€ 5,8 mln.) welke reeds in de tweede suppletoire begroting 2009 is toegelicht.

23

Wat kost een gemiddelde plek in de opvang voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV)? Hoe verhoudt zich dat tot de € 5,8 miljoen die nodig is om 200 extra plaatsen te realiseren?

De totale gemiddelde kosten van een campusplaats bedragen circa € 29 000.

De 200 extra plaatsen die zijn gerealiseerd betreft plaatsen op een campus. Dit levert een benodigd bedrag op van € 5,8 mln..

24

Is een verklaring te geven van het toegenomen aantal naar Nederland gekomen AMV’s? Uit welke landen is die toename voornamelijk afkomstig? Hoeveel bedraagt het totaal aantal naar Nederland gekomen alleenstaande minderjarige vreemdelingen in 2009? Welke nationaliteiten (plus aantallen) vormen de top-5 van het totaal?

Het aantal AMV’s dat in 2009 in Nederland asiel heeft aangevraagd bedroeg tot peildatum 1 november 2009 ca 860. Het aandeel amv’s ten op zichtte van de totale asielinstroom bedraagt 7% in 2009 in tegenstelling tot 5% in 2008. De instroom van AMV’s in 2009 is daarmee zowel in absolute als relatieve zin gestegen. De top-5 van de instroom van AMV’s in Nederland in 2009 is achtereenvolgend afkomstig uit Somalië, Afghanistan, Irak, Guinnee en Eritrea. Ook in de andere Europese landen is er een stijging van het aantal amv’s waarneembaar waarbij met name Somalië, Afghanistan en Irak belangrijke landen van herkomst vormen.

25

Hoe is het verschil tussen de mutatie op artikel 15.2.2 (€ 4,7 miljoen) en de

meevaller diverse projecten (€ 9 miljoen) onder hetzelfde artikel te

verklaren?

De meevaller op de diverse projecten betreft projecten van het COA. Deze zijn verantwoord onder artikel 15.2.1. De € 4,7 mln. die verantwoord is onder 15.2.2 is een saldo dat onder meer bestaat uit de meevaller van € 10 mln. huisvesting RANOV en enkele kleinere tegenvallers (bijvoorbeeld op het gebied van ICT in de vreemdelingenketen).

26

Waarom valt de «tegenvaller ontvangen leges» onder de uitgaven van

artikel 15.1? Waarom valt dit niet onder ontvangsten?

De IND is een baten-lastendienst en ontvangt van het Moederdepartement een bijdrage. Als gevolg van de tegenvaller «ontvangen leges» wordt de IND gecompenseerd door de bijdrage van het Moederdepartement (aan de uitgavenkant) te verhogen.

27

Kan de «meevaller krimpkosten COA» toegelicht worden? Hoe is het mogelijk dat er geld wordt bespaard wegens het niet afnemen van de bezetting? Welke mutatie in de ramingen van de opvang hangt samen met deze meevaller wegens het niet afnemen van de bezetting?

Aan de sluiting van opvangcentra zijn kosten verbonden, bijvoorbeeld om de locatie weer in oude staat te herstellen, personeel te laten afvloeien, goederen te verhuizen. Met het COA is afgesproken dat de sluiting van centra als gevolg van het aflopen van bestuursovereenkomsten niet apart wordt gefinancierd, maar de sluiting als gevolg van afnemende bezetting wel. Nu er in het afgelopen jaar geen sprake was van een dalende bezetting, hoewel daar in de oorspronkelijke begroting wel rekening mee was gehouden, hebben deze krimpkosten zich dus niet voorgedaan en vallen deze middelen vrij. Daar staan wel hogere kosten tegenover als gevolg van een hogere bezetting.

28

Voor welke categorie vreemdelingen is er een noodzaak over te gaan tot de uitbreiding van de kleinschalige opvang? Vereist deze groep speciale bescherming? Waarom is deze opvang twee keer zo duur als een gemiddelde plaats in de opvang?

De kleinschalige opvang is bestemd voor AMV’s, die in woongroepen worden opgevangen. De vraag naar dit type opvang is in 2009 gestegen onder meer vanwege de hogere instroom van AMV’s. De hogere kosten worden met name veroorzaakt door extra personeelskosten en de kleinschaligheid van de huisvesting. De woongroepen zijn vaak gevestigd in woningen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen AMV’s tussen de 12 en 15 jaar en AMV’s van 15 tot 18 jaar. De voogd van de AMV’s bepaalt overigens in welke vorm de betreffende AMV opvang krijgt aangeboden.

29

Waarom is het niet mogelijk gebleken om al in 2009 leges in te voeren

voor verblijfsvergunningen voor asielaanvragen voor onbepaalde tijd?

Het is zonder een daartoe strekkende wettelijke grondslag in de Vreemdelingenwet 2000 niet mogelijk leges te heffen voor de behandeling van een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33 Vw, de asielvergunning voor onbepaalde tijd. Het wetsontwerp tot wijziging van de Vreemdelingenwet (TK 31 549) dat ertoe strekt de wettelijke grondslag in te voeren, is momenteel nog in behandeling bij de Staten Generaal.

30

Betekent de (verlate) invoering van de nieuwe regelgeving voor naturalisatie dat de nu opgelopen tegenvaller in legesinkomsten na de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving alsnog kan worden goedgemaakt?

De verhogingen hebben niet zozeer ten doel om het geleden tekort goed te maken maar om een dekking te krijgen van de kosten die de rijksover-

heid (Immigratie- en Naturalisatiedienst) heeft en past in het streven om meer kosten die de overheid maakt voor de behandeling van een aanvraag bij de aanvrager te leggen.

31

Kan worden toegelicht hoe de meevallers bij de diverse projecten asielopvang, waaronder het Terugkeerproject en het project Beëindiging leefgelden, zijn ontstaan?

Door de komst van de DT&V kon het terugkeerproject van het COA worden beëindigd. Ten aanzien van het project beëindiging leefgelden AMV’s kan worden opgemerkt dat gaandeweg de uitvoering van dit project bleek dat een deel van de doelgroep viel onder het project afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet, waardoor de doelgroep voor het project beëindiging leefgelden kleiner was dan oorspronkelijk begroot.

32

Waardoor is de meevaller krimpkosten COA ontstaan?

Aan de sluiting van opvangcentra zijn kosten verbonden, bijvoorbeeld om de locatie weer in oude staat te herstellen, personeel te laten afvloeien, goederen te verhuizen. Met het COA is afgesproken dat de sluiting van centra als gevolg van het aflopen van bestuursovereenkomsten niet apart wordt gefinancierd, maar de sluiting als gevolg van afnemende bezetting wel. Nu er in het afgelopen jaar geen sprake was van een dalende bezetting, hoewel daar in de oorspronkelijke begroting wel rekening mee was gehouden, hebben deze krimpkosten zich niet voorgedaan. Daar staan wel hogere kosten tegenover als gevolg van een hogere bezetting.

33

Waarom is uitbreiding van de kleinschalige opvang met 225 plaatsen

nodig? Kan het benodigde bedrag van € 36 000 worden gespecificeerd?

In de kleinschalige opvang worden AMV’s in de leeftijd van 12–18 jaar geplaatst. Deze uitbreiding was nodig vanwege de instroom van AMV’s in de betreffende leeftijdsklasse en vanwege de lange verblijftijd in deze vorm van opvang. Het bedrag van € 36 000 dat voor deze opvang nodig is bestaat uit huisvestingskosten, kosten van begeleiding, leefgelden, medische kosten enz. De meerkosten ten opzichte van een normale opvangplaats voor asielzoekers hebben vooral betrekking op de kleinschaligheid van de huisvesting en op de intensievere begeleiding van deze jonge alleenstaande asielzoekers.

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.