Privé factor

Met dank overgenomen van J. (Jan) Schinkelshoek i, gepubliceerd op vrijdag 12 maart 2010.

‘Nee, ik heb geen persconferentie in petto. Ja, met mijn gezin gaat het heel goed. Dank u.’

Femke Halsema, lijsttrekker van GroenLinks, probeerde er een twitterende grap van te maken. Maar er lijkt zich op weg naar de nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer, 9 juni, een trend af te tekenen - een wisseling van de wacht, een generatiewissel.

Wie volgt?

Eerst Agnes Kant (SP), toen Camiel Eurlings (CDA) en vandaag tenslotte Wouter Bos (PvdA). Al eerder had Bas van der Vlies (SGP), nestor van de Kamer, laten weten het welletjes te vinden. Ook Arie Slob, fractievoorzitter van de ChristenUnie, heeft ernstig getwijfeld, berichtte hij.

In de aanloop naar de nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer, op 9 juni, maakt worden in hoog tempo de kaarten aan het Binnenhof opnieuw geschud. Dat is niet zo nieuw als op het eerste gezicht lijkt. Verkiezingen zijn een natuurlijk moment voor politici om de balans op te maken: teken ik voor vier jaar bij? Ook ik sta voor die keus.

Meer dan ooit speelt de privé factor een rol, valt me op. Zeker bij Eurlings en Bos. Beiden hebben uitdrukkelijk persoonlijke omstandigheden - meer tijd voor vrouw en kinderen - als motief aangevoerd om eerder dan verwacht te stoppen. Dat is zelden zo uitdrukkelijk gezegd. En ik heb geen enkele reden om aan de autenticiteit van die afweging twijfelen. Sterker nog: om me heen merk ik dat het veel collega’s bezig houdt.

Het is een signaal van veranderende tijden, meen ik. Zonder nou direct over een nieuwe emancipatiegolf te beginnen, merk je dat het ‘thuisfront’ z’n eisen stelt. Luider en vanzelfsprekender. Met name de jongere generatie wil het leven anders leven.

Maar het is, geloof ik, ook een reactie op wat zich aan het Binnenhof voltrekt. Politiek - het geldt voor het kamerlidmaatschap niet minder dan voor het ministerschap - stelt steeds hogere eisen. Waren het altijd al drukbezette banen, vol onregelmatige werktijden, met tal van verplichtingen ook in de weekeinden, het krijgt sinds enige tijd harde, onaangename kanten. Misschien wel meer dan ooit staan politici bloot aan wat ik netjes ongemak noem: vijandigheid, grofheid en soms zelfs bedreigingen. En neem ook de verruwende politieke en parlementaire omgangsvormen.

Ook een kamerlid vraagt veel van z’n omgeving…

Binnenhof, maart 2010