Lijdenstijd

Met dank overgenomen van J. (Jan) Schinkelshoek i, gepubliceerd op zaterdag 3 april 2010.

‘Kommt, ihr T

  • öchter, helft mir klagen.’

    J.S. Bachs onvolprezen Matthäus Passion klinkt aan de vooravond van Pasen 2010 bijna nog indrukwekkender dan ooit.

    In de Grote Kerk van Den Haag - op steenworp afstand van het Binnenhof - werd gisteravond, de avond van Goede Vrijdag, de ‘Mattheus’ opgevoerd door het Bach Choir & Orchestra, opgezweept door dirigent Pieter Jan Leusink. Ik was er bij, net als bijna vijftienhonderd anderen.

    Op een of andere manier past die muzikaal vertolkte somberheid in de Grote Kerk goed bij al even weinig opgewekte sfeer aan het Binnenhof. Nee, ik ga niet allerlei ruwe en wellicht zelfs ongepaste vergelijkingen met de lijdenstijd maken. Maar niemand kan het ontgaan, lijkt me, dat politiek, parlement en partij het aan de vooravond van Pasen zwaar te verduren hebben. Er wordt hier en daar geleden.

    Ook binnen mijn eigen partij, het CDA.

    Zo veelbelovend zijn de vooruitzichten niet.

    Zo rooskleurig is de toestand niet.

    En zo opgewekt is de stemming niet.

    Het is meer dan duidelijk dat de vervroegde Kamerverkiezingen van 9 juni een hels karwei gaan worden. Het is wat Amerikanen zo beeldend een uphill fight noemen: roeien tegen de stroom op. Jan Peter staat, net als de rest van het CDA, voor misschien wel de zwaarste opgave uit zijn politieke carrière.

    Erg veel lijn zit er nog niet in. In de aanloop naar de verkiezingscampagne is de partij op zoek naar zichzelf, zoals zich laat aflezen aan verkiezingsprogramma en kandidatenlijst. Het proces van uitkristalliseren is, om het elegant te formuleren, nog volop gaande.

    Dat zal ons best wel weer lukken. Maar krijgt met de dag meer urgentie.

    Ja, ‘de Mattheus’ eindigt net zo klagelijk als het begon: ‘Wir setzen uns mit Tränen nieder.’ Maar het Verhaal krijgt naderhand onverwacht een triomfantelijke wending.

    Na Goede Vrijdag komt Pasen. Al kun je dat op Stille Zaterdag alleen geloven.

    Den Haag, april 2010