"Burning Platform"

Met dank overgenomen van P. (Paul) de Krom i, gepubliceerd op dinsdag 6 april 2010.

Afgelopen week stond in het teken van de ambtelijke werkgroepen die ideeën produceerden voor mogelijke bezuinigingen. De reacties waren niet van de lucht. Pechtold meende dat nu onomstotelijk vast stond dat de hypotheekrente eraan moest, Hamer dat mensen met lagere inkomens niet meer naar de dokter kunnen, Wilders dat de voorstellen "a-sociaal" zijn, Roemer dat "de geesten rijp worden gemaakt voor het uitkleden en kapot bezuinigen van de verzorgingsstaat", en Halsema verkondigde in PenW dat "het hoog tijd wordt dat de hogere inkomens eens iets gaan bijdragen", of woorden van die strekking. Bovendien, zo hoorde ik menigeen zeggen - de FNV voorop - was het kwalijk dat veel mensen nu zo bang werden gemaakt. Tenslotte trok een stoet van belangenbehartigers uit de kleilaag van het maatschappelijk middenveld stuiterend van verontwaardiging langs op onze TV schermen om ons te verzekeren dat wieden in HUN achtertuin toch wel zeer onmogelijk is.

Ik heb mij verbaasd over zoveel hysterische nonsens.

Ten eerste was het de uitdrukkelijke opdracht aan de ambtenaren om ideeën te produceren "zonder taboes". Volgens mij is dat redelijk gelukt. Ten tweede hebben de ambtenaren slechts mogelijke ingrediënten aangeleverd voor een soep die de politieke partijen er nog van moeten koken. Ten derde vond ik het verfrissend om rechtstreeks - dus zonder ministeriele tussenkomst - te vernemen welke ideeën er bij het ambtelijk apparaat leven. Dat leidde tot verrassende inzichten. Zo blijkt - zonder de deken van linkse ministeriele correctheid - er opeens veel meer juridische ruimte om het vreemdelingenbeleid aan te scherpen dan de verantwoordelijke excellentie altijd beweerde. En volgens de adviesgroep Mobiliteit en Water is de kilometerheffing "wel erg riskant" . Het voorstel van Eurlings wordt door de ambtenaren gezien als "te ingewikkeld en kostbaar" i.t.t. wat Camieleke zelf altijd beweerde. Kennelijk tegen beter weten in.

Ten vierde kon het toch geen verrassing zijn dat de politieke droomwereld van Balkenende IV vroeger of later ruw uit elkaar zou spatten. CDA en PvdA kochten de pijn van de financiële en economische malaise af door uitstel en het volstrekt uit de klauwen laten lopen van de staatsschuld. Twee jaar geleden waarschuwde de VVD al voor naderend economisch onweer. En werd vierkant uitgelachen. Twee keer al presenteerde de VVD een tegenbegroting met miljarden ombuigingen als alternatief voor de virtuele Hosannah-begrotingen van het kabinet. Hoon was ons deel. Wouter Bos - die je van alles kunt beschuldigen maar niet van een gebrek aan intelligentie - wist dat het onvermijdelijke moest gebeuren en trok net op tijd te stekker uit het kabinet om de verantwoordelijkheid voor saneren te ontlopen. En het CDA stond erbij en liet het allemaal gebeuren. Van de twee beren die zoete broodjes smeerden zijn nog slechts twee vage schimmen over.

Ten vijfde is het helemaal niet erg dat mensen zijn opgeschrikt. De boodschap dat het ernst is komt misschien nu wel bij de mensen thuis. Bezorgde verhalen over begrotingstekorten en het oplopen van de staatsschuld klinken al gauw als betogen van saaie boekhouders. En het "nalaten van schuld aan onze kinderen" als een ver-van-mijn-bed show. Maar het verhogen van het eigen risico in de zorg komt opeens erg dichtbij. Dat besef helpt. Saneren van de overheidsfinanciën en de verzorgingsstaat lukt nu eenmaal niet zonder breed maatschappelijk besef dat er een probleem is. Denk aan de metafoor van het "burning platform": niemand springt in zee tenzij het hele platform achter je in de fik staat. Na het desastreuze kabinet Den Uyl duurde het nog jaren voordat de geesten rijp genoeg waren om echt in te grijpen. Dat lukte pas onder Lubbers I en II. Wat Balkenende en Bos zwaar kan worden aangerekend is dat zij er alles aan hebben gedaan om de maatschappelijke ontkenning van het probleem aan te moedigen. Daar gaat een volgend kabinet de wrange vruchten van plukken.

Winst van de hele exercitie is dat de keuze die de kiezers krijgen voorgeschoteld op 9 juni in ieder geval helder is: herverdelen en verder vooruitschuiven, of ombuigen, saneren en reorganiseren. Ik kies voor het laatste. Niet omdat ik het leuk vind dat er pijnlijke keuzes moeten worden gemaakt. Dat is vervelend. Wel omdat er tegelijkertijd een kans ligt om ons te verlossen van overbodige ballast die op kosten van de belastingbetaler al veel te lang wordt meegesleurd. Denk aan de miljarden subsidies voor windenergie, de gesubsidieerde integratie- inburgerings- en ontwikkelingssamenwerkingsindustrie of de immer uitdijende overheid. Misschien kan daar na 9 juni nu eens eindelijk het mes in.

Overigens iedereen prettige Paasdagen gewenst!

Deze blog is ook op de Dagelijkse Standaard verschenen