Politici, polariseer het land niet kapot

Met dank overgenomen van F. (Femke) Halsema i, gepubliceerd op zaterdag 6 maart 2010, 3:12.

Overmatige uitvergroting van onderlinge verschillen en slechte persoonlijke chemie in verkiezingstijd is desastreus voor het land. Lees hier mijn opiniestuk dat vandaag in de Volkskrant is verschenen.

De verkiezingsuitslagen van de gemeenteraden laten een versplinterd Nederland zien. De tijd van geslaagde grote partijfusies en de trek van kiezers naar de drie machtspartijen CDA, VVD en PvdA ligt achter ons. Het proces van politieke fragmentatie zet nu zo hard door dat de regeerbaarheid van ons land onder zware druk staat. Brede Volkspartijen zijn verschrompeld.

Doordat CDA, VVD en PvdA het afgelopen decennium weinig stabiele en betrouwbare regeringen voortbrachten, is hun vanzelfsprekende toegang tot de macht in het geding. Toenemende politieke instabiliteit is hand in hand gegaan met culturele polarisatie en economische onzekerheid, waarbij de klassieke machtspartijen hebben nagelaten een verweer te formuleren tegen opkomend rechts en links populisme. Het is dan logisch dat zij meer en meer concurrentie ondervinden van (voorheen kleinere) partijen met een herkenbaar programmatisch profiel, die minder behept zijn met geloofwaardigheidsproblemen.

Het ziet er niet naar uit dat de komende Tweede Kamerverkiezing een grote verandering gaat brengen in het versplinterde politieke landschap, Om na 9 juni een regering te kunnen vormen is samenwerking met meer partijen dus geboden. Een tweepartijenkabinet is uitgesloten, maar ook een driepartijenkabinet lijkt onrealistisch. Want de drie traditionele regeringspartners - CDA en PvdA voorop - maken elkaar zo zwart dat samenwerken in een coalitie schier onmogelijk wordt.

De andere, voor mij heel onwenselijke, driepartijencoalitie van PVV, CDA en VVD heeft op dit moment geen meerderheid. Bovendien stuit deze coalitie op een levensgroot probleem: de huidige samenstelling van de Eerste Kamer. Ieder wetsvoorstel dient na aanvaarding in de Tweede Kamer ook de Eerste Kamer te passeren en als die een voorstel afkeurt staat elke regering met lege handen. Ook in de Eerste Kamer moet een nieuwe regering dus een werkbare meerderheid zien te vinden, al binden regeringsfracties in de Eerste Kamer zich formeel niet aan een regeerakkoord. De PVV gaat nu een hoge de prijs betalen voor het besluit om niet deel te nemen aan de Statenverkiezingen in 2007. Want zolang de PVV geen zetels heeft in de Eerse Kamer is zij niet in staat om aan een daadkrachtige regering deel te nemen.

De volgende Eerste Kamer wordt pas rond juni 2011 gekozen, drie maanden na de volgende verkiezingen voor de Provinciale Staten in maart 2011. Het is maar zeer de vraag of de PVV dan wel in twaalf provincies genoeg geschikte mensen weet te vinden. De partij heeft nu in 429 Nederlandse gemeenten niet meegedaan bij gebrek aan kader, en in de twee steden waar men wel meedeed werden Kamerleden ingevlogen. Deze slechte praktijk van dubbelmandaten is niet vol te houden en ook niet gewenst. In Frankrijk bijvoorbeeld, waar dubbelmandaten gebruikelijk zijn, leidt dit tot een opeenhoping van persoonlijke macht en vriendjespolitiek.

De ongelijke zetelverdeling in de Eerste Kamer en de Tweede Kamer sluit na 9 juni een aantal regeringscombinaties uit, in één of in beide Kamers. Het gaat daarbij zowel om rechtse als linkse combinaties. CDA, VVD en PVV: geen meerderheid. CDA, VVD en D66: geen meerderheid. CDA, VVD en ChristenUnie: geen meerderheid. PvdA, SP, GroenLinks en D66: idem dito. Paars, aangevuld met GroenLinks: geen meerderheid. CDA en VVD met gedoogsteun van de PVV: een lachertje. Alleen combinaties waarin de VVD èn de SP zitten of CDA èn PvdA, samen met andere partijen naar keuze, komen tot een meerderheid. Deze partijen sluiten elkaar nu impliciet of expliciet uit.

Het gevolg is dat midden in een economische crisis elk kabinet dat een meerderheid in de gehele Staten-Generaal ontbeert in ieder geval in haar eerste regeringsjaar verlamd zal zijn (en mogelijk ook daarna). Met de noodzaak onze economie, arbeidsmarkt en publieke sector fors te hervormen en tegelijkertijd de overheidsschuld met zo?n 35 miljard te verminderen is dit dramatisch en onverantwoord.

De enige manier waarop het gevaar van verlamming kan worden gekeerd, is als politici bereid zijn in hun opvattingen, toon en stijl een cultuurbreuk te forceren. Vooral CDA en PvdA lijken zich op te maken voor een herhaling van de desastreuze verkiezingsstrijd uit 2006. Zij zijn tot dusver nauwelijks op zoek naar effectieve samenwerking, maar lijken er enkel op uit te zijn de grootste partij te willen worden om de premier te kunnen leveren. Daarmee geven zij zich er geen rekenschap dat de overmatige uitvergroting van hun onderlinge verschillen en slechte persoonlijke chemie in verkiezingstijd desastreus kan zijn voor ons land. Als de uitslag hen namelijk toch dwingt tot samenwerking, dan leidt dat niet alleen tot een forse teleurstelling bij hun kiezers, maar hebben zij in hun polariserende en misleidende verkiezingsstrijd de kiem gelegd voor een nieuw? vechtkabinet. Net zo?n kabinet dat twee weken geleden roemloos ten onder ging en absoluut geen antwoord biedt op de enorme uitdagingen waarvoor Nederland staat.

Uiteraard moet er in verkiezingstijd ruimte zijn om verschillen te benadrukken, omwille van de politieke duidelijkheid die kiezers verlangen. Meer dan voorheen moeten kiezers er echter op voorbereid worden dat ?onverzoenlijke? tegenstanders na 9 juni elkaars regeringspartners kunnen worden. Gebeurt dat niet dan slaat de teleurstelling bij kiezers om in grote weerzin die zich dan ook tegen noodzakelijke hervormingsvoorstellen keert.

Dit stelt drie eisen aan de leidende politici en hun partijen in de komende verkiezingscampagnes.

  • 1. 
    Vermijd dat inhoudelijke verschillen, die in de politieke werkelijkheid van alledag wel degelijk overbrugbaar zijn, als onverzoenlijk worden opgeklopt. Ondanks dat veel partijen bijvoorbeeld verschillende opvattingen hebben over de wijze waarop de AOW-leeftijd moet worden verhoogd, is er brede overeenstemming over de noodzaak dàt dit moet gebeuren. Met uitzondering van de PVV, wenst ook geen enkele politieke partij hiervan een breekpunt te maken. Van de SP mag dan bijvoorbeeld verwacht worden dat zij niet alleen in campagnetijd roept dat verhoging van de AOW-leeftijd ?a-sociaal? is, maar ook aangeeft op welke wijze zij verandering wel verantwoord vindt. Van politici mag worden verwacht dat zij het sluiten van compromissen als eervol verdedigen, zeker als zij tegelijkertijd de onderliggende idealen helder voor het voetlicht weten te brengen.
  • 2. 
    Maak van politieke meningsverschillen geen persoonlijke vetes. Het moddergooien tussen politici van CDA en PvdA huize moet worden gestopt. Terukijkend kunnen we vaststellen dat de jarenlange verwijten van leugens en ?draaien? over en weer, de geloofwaardigheid van alle betrokken politici ernstig heeft aangetast. De politieke leiders Balkenende en Bos zijn er zelf verantwoordelijk voor dat hun opgehoopte, persoonlijke rancune tot onwerkbare verhoudingen heeft geleid. Een herhaling hiervan kan niemand zich permitteren. Herstel van politieke geloofwaardigheid betekent ook dat politici open en eerlijk zijn over de rol die zij voor zichzelf zien weggelegd na de verkiezingen. Het is slecht voor de verhoudingen als politieke leiders zitting nemen in een nieuw kabinet en daar vier jaar lang hun campagnestrijd voortzetten. Zij horen als politiek leider plaats te nemen in de Tweede Kamer; of als zij toetreden tot een kabinet, dit over te geven aan een nieuwe fractievoorzitter.
  • 3. 
    Maak van kamerverkiezingen geen premiersverkiezingen. Het is onjuist om in deze onzekere tijden als politiek leider exclusief voor het premierschap te gaan en na een tegenvaller mokkend de politiek te verlaten omdat die ?heldenrol? niet voor je blijkt te zijn weggelegd. Zeker nu, kan de politiek niet worden teruggebracht tot een instrument van persoonlijke genoegdoening, maar moeten politici hun dienstbaarheid aan het algemeen belang tonen.

Het is heel simpel: het belang om Nederland verantwoord en niet verdeeld door de economische crisis te helpen, gaat nu boven partijpolitiek belang en al helemaal boven persoonlijk belang.

Femke Halsema

met dank aan Jan Willem Jurg (zelfstandig adviseur) › Bekijk hier de originele post