Artikel 1:

28
Artikel 1
1
  • a) 
    Het Europees Parlement heeft zijn zetel te Straatsburg, voor de twaalf periodes van de maandelijkse voltallige zittingen met inbegrip van de begrotingszitting. De bijkomende voltallige zittingen worden gehouden te Brussel. De commissies van het Europees Parlement zetelen te Brussel. Het secretariaat-generaal van het Europees Parlement en zijn diensten blijven in Luxemburg gevestigd.
  • b) 
    De Raad heeft zijn zetel te Brussel. In de maanden april, juni en oktober houdt de Raad zijn zittingen in Luxemburg.
  • c) 
    De Commissie heeft haar zetel te Brussel. De in de artikelen 7, 8 en 9 van het besluit van 8 april 1965 genoemde diensten zijn gevestigd in Luxemburg.
  • d) 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft zijn zetel te Luxemburg.
  • e) 
    De Rekenkamer heeft zijn zetel te Luxemburg.
  • f) 
    Het Economisch en Sociaal Comité heeft zijn zetel te Brussel.
  • g) 
    Het Comité van de Regio's heeft zijn zetel te Brussel.
  • h) 
    De Europese Investeringsbank heeft haar zetel te Luxemburg.
  • i) 
    De Europese Centrale Bank heeft haar zetel te Frankfurt.
  • j) 
    De Europese Politiedienst (Europol) heeft zijn zetel te Den Haag.