Het CDA tornt aan het recht op zorg

Met dank overgenomen van R.M. (Renske) Leijten i, gepubliceerd op maandag 4 januari 2010.

Het wetenschappelijk instituut van het CDA heeft onlangs een rapport met voorstellen voor nieuwe overheidsbezuinigingen gepresenteerd. Daarin moeten vooral de zorg en de sociale zekerheid het ontgelden.

Renske Leijten en Henk van Gerven zijn Kamerlid voor de SP

Dat de economische crisis ons dwingt tot een fundamentele bezinning op de overheidsuitgaven en inkomsten is een feit. Het CDA-instituut grijpt de crisis echter aan om fors op de zorg te bezuinigen: EUR6 miljard op een totaal van circa EUR60 miljard.

Daarbij wordt een groot deel van de rekening doorgeschoven naar degenen die zorg nodig hebben: meer en nog hogere eigen bijdragen en het kleiner maken van het basispakket.

Een eigen bijdrage voor een bezoek aan de huisarts, zoals het CDA onder meer voorstelt, zou mensen remmen om naar de huisarts te gaan. Tot nu toe is de huisartsenzorg juist uitgezonderd van het eigen risico omdat de huisarts gezien wordt als een poortwachter voor de zorg. Als je de huisarts voldoende tijd geeft om zijn patienten te zien, kan duurdere ziekenhuiszorg of andere tweedelijnszorg worden voorkomen.

Het heffen van een eigen risico heeft als doel om mensen na te laten denken of ze de huisarts wel nodig hebben.

Maar daarmee neemt het risico toe dat mensen die echt zorg nodig hebben die zorg gaan uitstellen. Tevens groeit de kans dat ze later meer en duurdere zorg nodig hebben. Het CDA snijdt zichzelf hiermee hard in de vingers.

Het effect van de eigen bijdrage op de gang naar de huisarts is aantoonbaar beperkt. Vroegere particulier verzekerden betaalden zo'n eigen bijdrage.

De overgang naar de Zorgverzekeringswet en het wegvallen van de eigen betaling voor de huisarts hadden maar een gering effect. Het aantal contacten met de huisarts groeide slechts met 2 procent. Voor de ex-ziekenfondspatienten veranderde het aantal contacten niet: een aanwijzing dat niemand zomaar naar de dokter gaat.

Als we kijken wie gebruikt maken van de huisarts, dan blijken dat vooral voormalig ziekenfondsverzekerden te zijn. Een eigen bijdrage treft dan ook vooral de minder gezonden, én de lagere inkomens. Het is algemeen bekend dat de economische situatie van patienten gerelateerd is aan de vraag naar zorg. Het verbeteren van de gezondheidssituatie van mensen in een zwakke sociaal-economische situatie zal dan ook op langere termijn veel meer besparen dan hen de zorg te ontzeggen door ze er extra voor te laten betalen.

Het beroep op de eigen verantwoordelijkheid en het profijtbeginsel treft hen dubbel omdat ze én vaker ziek zijn én meer moeten betalen.

Na de bezuiniging van het huidige kabinet van bijna EUR1 miljard op de begeleiding van mensen met beperkingen kan de AWBZ volgens het CDA nog verder worden uitgekleed. Het eerste jaar dat mensen bijvoorbeeld thuiszorg of verpleeghuiszorg nodig hebben, kan volgens het CDA uit de AWBZ worden gelicht en ondergebracht worden in de Zorgverzekeringswet, uitgevoerd door commerciële zorgverzekeraars.

Met deze keuze schrapt het CDA een stuk beschaving in Nederland zonder dat duidelijk is dat hierdoor de zorg goedkoper wordt.

Wij verschillen niet met het CDA van mening dat er zinnig op de zorg te besparen valt. Wat het CDA ziet als oplossing beschouwen wij echter als het probleem. De geïntroduceerde concurrentie, vrije prijsvorming en prestatiebeloning in de ziekenhuizen en de eerstelijnszorg maken de zorg niet goedkoper.

Ook het Centraal Planbureau twijfelt aan de besparing van EUR 1 miljard die het huidige kabinet heeft ingeboekt. De ervaringen tot nu toe in de ziekenhuizen en fysiotherapie met vrije prijsvorming laten geen besparing zien maar juist extra kostenstijgingen door forse volumegroei en een toenemende declaratiecultuur.

Bovendien zetten de marktwerking en de prestatiebekostiging aan tot meer behandelingen in de zorg, die misschien niet altijd nodig zijn. Vrije prijsvorming in de zorg is de kat op het spek binden omdat de hulpverlener doorslaggevend is bij het bepalen van welke zorg wordt geleverd.

Ook in de ouderen- en gehandicaptenzorg is de concurrentie op productprijzen geen wondermiddel. Het leidt niet tot betere zorg. Om maar niet te spreken van het geld dat aan de strijkstok blijft hangen door onderhandelingen, salarissen aan managers en reclame- uitingen.

Het CDA schenkt geheel geen aandacht aan de werkelijke behoefte die de Nederlandse bevolking aan zorg heeft. Het recht op zorg wordt algemeen beschouwd als een groot goed, maar met zijn rapport tornt het wetenschappelijk instituut van het CDA aan het recht op zorg. Daarmee wordt er wel geld gespaard uit de portemonnee van 'Vadertje Staat', maar dat wordt betaald uit de portemonnee van de zieke burger.

Dit artikel verscheen op 4 januari in de Leeuwarder Courant