Antwoorden op vragen D66 over het bericht dat de ChristenUnie een kandidaat van de kieslijst weert vanwege een homoseksuele relatie

publicatie datum 11 januari 2010
Kamer Tweede Kamer
bevraagde ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap2
beantwoordende ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1
kamerleden B. (Boris) van der Ham3
partijen Democraten 664

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2009–2010

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1069

Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de ChristenUnie een kandidaat van de kieslijst weert vanwege een homoseksuele relatie. (Ingezonden 20 november 2009)

1

Wat is uw reactie op het bericht dat een Nederlandse politieke partij een kandidaat weert van de kieslijst vanwege het enkele feit dat zij een homoseksuele relatie heeft?1

2

Hoe verhoudt het weigeren van een kandidaat op basis van seksuele geaardheid zich volgens u tot het non-discriminatie beginsel zoals dat is vastgelegd in diezelfde Grondwet?

3

Hoe zou uw reactie zijn op een weigering tot plaatsing op een kieslijst alleen op het grond van iemands huidskleur?

1 Reformatorisch Dagblad, 18 november 2009: «Juist de CU moet homochristenen accepteren».

Antwoord

Antwoord van minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 22 december 2009)

1

Ik heb kennis genomen van het bericht, maar kan niet beoordelen of de kandidate is geweerd omdat zij een homoseksuele relatie heeft.

2 en 3

Bij het aantrekken van kandidaat-raadsleden hebben politieke partijen een eigen verantwoordelijkheid binnen de bestaande (grond)wettelijke kaders. Als een potentiële kandidaat meent dat hij of zij op gronden die in strijd zijn met de wet een plaats op de kandidatenlijst is onthouden, kan dat binnen de betrokken partijorganisatie worden aangekaart en voor zover nodig voor de rechter worden gebracht. Het kabinet mengt zich niet in dergelijke individuele zaken. In het geval een zaak voor de rechter wordt gebracht, zal deze een afweging moeten maken tussen diverse grondrechten. In het bijzonder een afweging tussen de vrijheid van vereniging en vergadering, de vrijheid van godsdienst, het passief kiesrecht en het non-discriminatiebeginsel. Voor de volledigheid wijs ik erop dat de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) niet van toepassing is op het al dan niet worden geplaatst op een kieslijst, omdat er geen sprake is van een arbeidsrelatie in de zin van art. 5 Awgb.

KVR38812 2009Z22156 0910tkkvr1069 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2010


  • 1. 
    Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land. De hoofdtaken zijn het bevorderen van de democratische rechtstaat, slagvaardig bestuur, zorg voor betaalbare woningen en een goede leefomgeving. Sinds 2017 behoort ook de ruimtelijke ontwikkeling tot het taakveld. Met Koninkrijksrelaties worden de relaties tussen de vier landen van het Koninkrijk bedoeld, namelijk Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
     
  • 2. 
    Dit ministerie draagt de zorg voor het scheppen van een wettelijk kader voor het onderwijs, voor het uitvoeren van onderwijswetten en het verstrekken van financiële middelen daarvoor. Daarnaast heeft het ministerie de zorg voor de bevordering van wetenschappelijk onderwijs en wetenschapsbeleid en voor het cultuur- en mediabeleid. 'OCW' is sinds 2012 ook verantwoordelijk voor het emancipatiebeleid en sinds 2017 voor het 'groen onderwijs'.
     
  • 3. 
    Gedurende ruim tien jaar een extrovert en debatvaardig Tweede Kamerlid van D66. Had een achtergrond als acteur bij diverse toneelgezelschappen en was voorzitter van de Jonge Democraten. Verder was hij financieel bestuurslid van de Nationale Jeugdraad. In de Tweede Kamer hield hij zich onder meer bezig met het onderwijsbeleid, drugsbeleid, natuurbehoud, dierenwelzijn, binnenlands bestuur, cultuur en media. Hij was voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen en van het Kamerpresidium. Was betrokken bij vele parlementaire initiatieven, zoals die om de Tweede Kamer het voortouw te geven in de kabinetsformatie en om tot invoering van een correctief dan wel raadgevend referendum te komen.
     
  • 4. 
    Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.