De zweep van de regering versus de tanden van het parlement

Met dank overgenomen van P. (Paul) de Krom i, gepubliceerd op maandag 21 december 2009.

Ik weet dat "Brussel" niet bij iedereen een populair onderwerp is. Europa is ingewikkeld, langzaam, moeilijk te doorgronden en lijkt vaak op een "ver van mijn bed"show. Maar de EU en Brussel zijn inmiddels wél een realiteit waarmee rekening moet worden gehouden. Het wordt steeds belangrijker, zeker voor nationale parlementen, om zo vroeg mogelijk bij Europese besluitvorming betrokken te zijn om invloed te kunnen uitoefenen. Ben je te laat, dan zijn de onderhandelingen afgerond en is alles al in beton gegoten. Het is al dikwijls voorgekomen dat er in Brussel vrijwel ongemerkt - of onbesproken - zaken worden geregeld die achteraf grote gevolgen bleken te hebben voor ons land. Ik noem slechts de luchtkwaliteitsrichtlijnen of de Vogel- habitatrichtlijnen als voorbeeld, en u weet waar ik het over heb. Vroegtijdige controle op wat de regering en haar ambtenaren in Brussel bekokstoven is dus essentieel.

Nu publiceerde de Europese Commissie op 21 oktober jl. voorstellen voor herziening van de zogenaamde Procedurerichtlijn en de Kwalificatierichtlijn. De eerste richtlijn bepaalt minimumnormen voor procedures bij het toekennen of het intrekken van de vluchtelingenstatus. De tweede bepaalt minimumnormen voor de erkenning als vluchteling. Nu word ik buitengewoon onrustig als de regering schrijft dat "het om verruiming van de minimumnormen gaat, die verdergaan dan de nu door Nederland gehanteerde normen". En al helemaal als ik bijvoorbeeld lees dat de toegang tot asielprocedures moet worden verbeterd en hogere beschermingsnormen worden geïntroduceerd. Dat klinkt niet echt als een bijdrage om te komen tot een restrictief vreemdelingenbeleid. Op z'n minst dus zaak voor het Nederlandse parlement om hier bovenop te zitten, zou je denken.

Wat is namelijk het geval?

Het parlement heeft sinds kort een nieuw instrument om de regering te dwingen haar goed geïnformeerd te houden. Bij de Rijkswet tot goedkeuring van het Verdrag Van Lissabon is geregeld dat het parlement binnen twee maanden nadat op Europees niveau een voorstel tot wetgeving is gedaan (dat was in dit geval dus tot twee maanden na 21 oktober) kan besluiten "dat zij het voorstel van zodanig politiek belang acht dat zij over de behandeling daarvan op bijzondere wijze wenst te worden geïnformeerd". Consequentie daarvan is dat de regering dan binnen vier weken met het parlement moet overleggen, afspraken moeten worden gemaakt over de informatieverstrekking door de regering, over het verloop van de onderhandelingen en de wetgevingsprocedure, en over eventueel vervolgoverleg. Een verzwaarde procedure dus, kort gezegd. Intussen mag de regering wel verdergaan met onderhandelen, maar alleen onder het voorbehoud van parlementaire behandeling. De regering kan zich in de tussentijd dus niet vastleggen op de uitkomst.

Gelet op het belang van een restrictief vreemdelingenbeleid voor ons land, leek het mij evident dat het parlement in dit geval van het nieuwe instrument gebruik zou maken.

Immers: klagen over het verdwijnen van de macht naar Brussel is leuk en doet het in de regel wel goed, maar als het er op aan komt moet het parlement natuurlijk wél handelen en gebruik maken van de bevoegdheden die zij heeft. Dus diende ik donderdagmiddag een motie in met als doel om een dergelijk "behandelingsvoorbehoud" te maken. Als die motie zou worden aangenomen zou het de eerste keer zijn dat het parlement van de nieuwe bevoegdheid gebruik zou maken. Minister Hirsch Ballin ontraadde de motie uiteraard. Ministers vinden het veel prettiger om alle ruimte te hebben om hun gang te gaan. Die willen niet met gebonden handen op pad en hebben geen zin in verzwaarde parlementaire controle. Veel van mijn collega's zaten misschien al met hun hoofd bij het kerstdiner, in Kopenhagen, of ze begrepen niet helemaal dat het hier ging om de machtsverhouding tussen regering en parlement. De motie werd afgestemd (VVD, SP, SGP, Verdonk en PVV vóór, de rest tegen). Jammer. Het was een mooie kans om te laten zien dat het parlement de nieuwe bevoegdheid serieus neemt en ook van plan is om die écht te gebruiken. Maar de zweep van de regering bleek helaas krachtiger dan de tanden van het parlement. Een gemiste kans, wat mij betreft. Volgende keer beter?

Deze blog is eerder verschenen op de Dagelijkse Standaard.