Goede en slechte bewindspersonen

Met dank overgenomen van U. (Uri) Rosenthal i, gepubliceerd op zaterdag 12 december 2009.

Ik heb het al meer aangekaart - in de Eerste Kamer kun je de kwaliteiten van bewindspersonen vaak veel scherper beoordelen dan in de Tweede Kamer. Waarom? Omdat veel senatoren uit hun dagelijkse praktijk, want die hebben ze buiten die ene Kamerdag, vaak minstens zo goed als de bewindspersoon weten wat er echt aan de hand is. Wanneer de minister of staatssecretaris denkt het af te kunnen met op maat gesneden antwoorden die de ambtenaren voor hem/haar opgeschreven hebben, is de kans levensgroot aanwezig dat een of meer senatoren komen met de mededeling: 'de minister is kennelijk niet goed op de hoogte van het feit dat ....' Dat feit ontleent de senator dan aan recente ervaringen uit de eigen werkomgeving.

Een andere reden waarom bewindspersonen het in de Eerste Kamer vaak moeilijker hebben dan op het eerste gezicht lijkt, is dat de senatoren en de bewindspersonen in de plenaire zaal van de Eerste Kamer nog echt in een Kamer zitten - op geringe afstand van elkaar. Dan kun je feilloos registreren of een minister of staatssecretaris de eigen zaakjes echt op orde heeft of voor benodigde assistentie nogal eens hulpeloos naar de ambtenaren op de tribune kijkt.

Het leidt tot de conclusie dat bewindspersonen die hun zaken goed kennen, in de Eerste Kamer op veel waardering kunnen rekenen en - zo hoor je ook terug - van hun kant veel prijs stellen op debatten met de Kamer. En dat bewindspersonen die onzeker zijn en steken laten vallen, het in de Eerste Kamer veel zwaarder hebben dan je zou denken. En dat temeer omdat hun matige optreden dan toch al gauw rond zingt.

Laat ik het tot de aardige kant beperken en twee positieve voorbeelden noemen: minister Van der Laan en staatssecretaris De Jager. Let wel, wij zitten in de oppositie - dus het gaat hier even niet om de vraag of wij het met het beleid van deze bewindspersonen zomaar eens zijn. Het gaat hier enkel om het punt of zo'n bewindspersoon goed op de hoogte blijkt te zijn van de feiten en of hij een wetsvoorstel stevig verdedigt.

Negatieve voorbeelden zijn er ook. Ik ben benieuwd of u daar een (voor)beeld van hebt.