Terug naar vaste notaristarieven

Met dank overgenomen van J.M.A.M. (Jan) de Wit i, gepubliceerd op maandag 12 juli 2004.

Liberalisering, deregulering en marktwerking werden door de paarse kabinetten heilig verklaard. Ook de notarissen moesten eraan geloven. Vijf jaar na de liberalisering heeft deze niet de beoogde resultaten opgeleverd en openlijk wordt thans over verloedering van het notariaat gesproken.

door Jan de Wit, Tweede-Kamerlid voor de SP

Het notariaat moet snel weer een publieke dienst worden met vastgestelde tarieven en een sterk publiek toezicht. Vroeger hoorde je af en toe eens van een notaris die flink in de fout was gegaan en voor de rechter moest komen of uit zijn ambt werd gezet. Ambt? Ja, de notaris bekleedt in ons land een ambt en staat op hetzelfde niveau als een rechter. Vanouds geniet de notaris om die reden aanzien: hij is onafhankelijk en integer.

Maar dat aanzien is flink aan het afbrokkelen. Hoorden we zo'n drie maanden geleden opeens van notarissen die handjeklap spelen met dubieuze 'vastgoedjongens' op openbare veilingen, nu wordt openlijk gesproken van notarissen die verboden afspraken maken met makelaars, banken en projectontwikkelaars over provisie.

De problemen zijn veroorzaakt door de introductie van marktwerking bij de nieuwe Notariswet in 1999. Er moest concurrentie komen, vooral op tarieven. Tot dan toe kende de notaris vaste tarieven voor zijn diensten. Dat moest afgelopen zijn. Iemand uit Groningen zou voortaan naar Maastricht moeten kunnen gaan omdat de notaris daar goedkoper is. Reken uit je winst!

Hoogleraar notarieel recht, prof. mr Van Mourik uit Nijmegen, zelf al heel lang notaris, spreekt van verloedering van het notariaat. Er is sprake van een patroon van verboden afspraken over provisie, maar ook van notarissen die makelaars en andere 'leveranciers' van klanten fêteren of buiten de boeken om verrekenen met dinerbonnen of nep-opdrachten.

Bovendien blijken 89 van de 1400 notariskantoren in de financiële problemen te zijn gekomen. Voor een aantal dreigt zelfs een faillissement. In het tv-programma Zembla moest onlangs een notaris toegeven geld te hebben onttrokken aan de zogeheten derdengeldrekening. Nota bene gelden van derden waar hij absoluut niet aan mag komen.

Ook voorzitter Heering van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie erkent dat het fout gaat. De zo geroemde integriteit en onafhankelijkheid van de notaris staan op het spel.

Maar er is meer. Dankzij invoering van marktwerking zouden er meer notariskantoren komen, zei men. Mooi niet dus. Er is eerder sprake van concentratie van kantoren. Bovendien blijkt uit het rapport 'De stand van het notariaat 2003' dat de algemene notarispraktijk steeds meer verdwijnt en dat met name de grote kantoren zich gaan specialiseren. Marktwerking zou ook leiden tot transparante prijzen, beloofde men. Ook dat wordt niet bereikt. We zien prijsstijgingen tot twaalf procent en tariefschommelingen tot zeventig procent. Kortom, beoogde doelen worden niet behaald.

De Notariswet wordt momenteel geëvalueerd. In de evaluatiecommissie zit onder meer een vertegenwoordiger van minister Brinkhorst van Economische Zaken. Onlangs maakte EZ zijn ideeën openbaar over de vrije beroepen. Wat de notarissen betreft, bepleit EZ het loslaten van het zogeheten domeinmonopolie (de exclusieve positie van de notaris op bepaalde terreinen van het recht, zoals de koopakte, de hypotheekakte, het testament).

Volgens EZ beperkt dit monopolie de mededinging in hoge mate. In plaats van na te denken over de vraag of de ingeslagen weg van concurrentie en marktwerking wel de goede is, gaat EZ nog een stapje verder. Waarom belangwekkende rechtsverhoudingen exclusief laten regelen door een onpartijdige en onafhankelijke ambtenaar die bovendien onderworpen is aan tal van toezicht- en gedragsregels? Dat moet toch iedereen kunnen doen die ervoor 'doorgeleerd' heeft, zo redeneert EZ.

Te vrezen valt dat als EZ zijn zin krijgt we nog ergere taferelen te zien zullen krijgen. Hoe vreemd het ook klinkt, de recente onthullingen over misstanden onder de notarissen komen juist op tijd. Als 70 tot 80 procent van je omzet voortvloeit uit de onroerendgoedpraktijk, zoals bij veel notariskantoren het geval is, word je wel tot ontoelaatbare praktijken gedwongen als je die positie wilt handhaven tegenover allerlei concurrenten die op de loer liggen.

Als na vijf jaar ervaring met de nieuwe Notariswet de constatering is dat geen van de gestelde doelen is bereikt, is het tijd om conclusies te trekken. Wat mij betreft: terug naar vaste tarieven en aanscherpen van het toezicht.

Oud-president Van den Haak van het Hof Amsterdam constateert in zijn recente onderzoek dat het toezicht op de notaris verdeeld is over acht instanties. Het toezicht van de Kamers van Toezicht moet losgemaakt worden van de notarissen zelf en onafhankelijker worden. We moeten af van het idee van de twee handen op één buik. Op die manier kan de notaris, vanouds een pijler van de rechtsstaat, weer iets herwinnen van de thans opgelopen deuk in zijn imago.

Dit artikel werd gepubliceerd in het Financieele Dagblad op 12 Juli 2004