Draai ‘ontmenselijking’ gevangenissen terug

Met dank overgenomen van J.M.A.M. (Jan) de Wit i, gepubliceerd op zaterdag 22 juli 2006.

Dit artikel verscheen 22 juli in Trouw

Veel van minister Donner’s plannen voor het gevangeniswezen die woensdag in De Verdieping zijn besproken verdienen steun. We moeten echter wel waken voor een groot gevaar: de ontmenselijking, stellen Jan Marijnissen en Jan de Wit.

Minister Donner neemt met zijn programma Detentie en Behandeling op Maat (DBM) het hele gevangeniswezen op de schop. Hij wil een einde maken aan de veelheid van gevangenisregimes en gestandaardiseerd gaan werken. Er komt veel nadruk te liggen op ‘individueel maatwerk’, met verschillende beveiligingsniveaus en een dagprogramma dat is aangepast aan de lengte van de detentie. Bovendien wordt een gedetineerde gedurende zijn straf aangesproken op zijn gedrag. Een coöperatieve opstelling wordt beloond, wie zich niet aan de regels houdt verliest privileges. Alles met als doel om de recidive aan te pakken, want die is in Nederland al jaren extreem hoog - meer dan 70% van de gevangenen gaat, eenmaal buiten, binnen een paar jaar weer in de fout.

Het is inderdaad hoog tijd voor een ware cultuuromslag. Het idee dat een motiverende benadering van de gedetineerde door de bewaarders kan bijdragen aan de resocialisatie verdient zeker steun. Echter, vanuit het gevangeniswezen horen wij al geruime tijd de klacht dat door de vele bezuinigingen op het personeel de rol van de bewaarder in de heropvoeding volstrekt is gemarginaliseerd. De term ‘bewaarder’ wordt wel heel letterlijk genomen: de medewerkers van de penitentiaire inrichtingen voelen zich vaak gedegradeerd tot sleuteldraaiers. Behalve dat ze amper nog kunnen bijdragen aan pogingen om gedetineerden terug op het rechte pad te krijgen, hebben ze ook minder zicht op de onderlinge relaties. Ze zien en horen minder goed wat er speelt onder hun populatie en dat gaat ten koste van de veiligheid van zowel gedetineerden als personeel. Dat de rol van de bewaarder in de plannen van de minister belangrijker wordt, is daarom zonder meer positief.

Elk voorstel dat leidt tot verbetering van het gevangeniswezen - en daarmee terugdringing van recidive - verdient natuurlijk alle steun. Er is echter een fundamenteel probleem met de plannen van Donner: de manier waarop hij ze wil laten uitvoeren. Het belangrijkste vereiste voor verbeteringen is volgens ons en ‘de mensen in het veld’ dat het persoonlijke contact in de gevangenis weer een hoofdrol krijgt. Maar Donner wil juist dat er ‘arbeidsextensiever’ gewerkt gaat worden: gekwalificeerd personeel wordt vervangen door camera’s. Maar die registreren niet of er iets broeit onder gedetineerden, en camera’s zijn ook niet goed in het motiveren van criminelen om te veranderen. Het is ook dom om het aanbod van onderwijs voor gedetineerden sterk te verminderen. Alleen mensen die na hun veroordeling meer dan vier maanden cel te gaan hebben, maken kans op een opleiding of cursus. Met kortgestraften, vaak jonge mensen die hun eerste stappen op het verkeerde pad hebben gezet, wordt helemaal niets gedaan. Terwijl juist alles op alles gezet moet worden om te voorkomen dat zij ‘op de universiteit van de misdaad’ volleerde criminelen worden. De maatschappelijke kosten daarvan zijn uiteindelijk veel hoger dan van een intensief onderwijsprogramma voor kortgestraften. De gevangenisarbeid wordt straks alleen aangeboden als dat zichzelf terugbetaalt, wat op dit moment bijna nergens het geval is. Dat betekent dat heel veel gedetineerden binnen niet aan de slag kunnen, terwijl juist het aanleren van vaste werktijden en een mentaliteit van aanpakken en volhouden van zeer grote waarde is. Het zou een blunder van jewelste zijn als we hen maandenlang laten niksen en hun laten hand ophouden zonder dat daar iets tegenover staat.

Het snijden in onderwijs en arbeid en het vervangen van geschoold personeel door camera’s zullen er niet toe leiden dat meer gedetineerden op het rechte pad komen en blijven - in tegendeel. Hervormingen hebben alleen kans van slagen als het geen verkapte bezuinigingen zijn en ze worden gedragen door het personeel. De ‘ontmenselijking’ van de gevangenissen moet worden teruggedraaid in plaats van verder worden doorgevoerd. En voor wie vooral naar de betaalbaarheid wil kijken: recidive kost Nederland ontzettend veel geld en investeren in personeel, onderwijs en arbeid is uiteindelijk de beste manier om tot serieuze besparingen te komen.

Jan Marijnissen en Jan de Wit (lid van de Tweede Kamer voor de SP) in samenwerking met de werkgroep Morgen Beter waarin gevangenispersoneel, reclasseringswerkers en (ex-) gedetineerden werken aan een beter gevangeniswezen.