Hervorm economie radicaal

Met dank overgenomen van E. (Ewout) Irrgang i, gepubliceerd op woensdag 15 oktober 2008.

Als crisismanager doet Wouter Bos het niet onverdienstelijk. Maar hij moet nog wel even het fundamentalistisch kapitalisme opruimen, betoogt Ewout Irrgang.

 

Ewout Irrgang is woordvoerder financiën van de SP-fractie in de Tweede Kamer


De minister van Financiën maakt zware weken door. Het opvallende is dat hij vaak ontspannen en lachend te zien is. Dat heeft bijna iets ongepasts, omdat een crisis niet om te lachen is. Maar het straalt wel meer vertrouwen uit dan een stuntelende of gespannen minister.

Dat Bos pal staat voor het blijven functioneren van ons financieel systeem is goed. De consequenties voor gewone burgers zouden anders rampzalig kunnen zijn. Over de manier waarop valt wel te discussiëren. Ervaringen met eerdere bankencrises leren dat snel, resoluut ingrijpen het beste is. Zweden deed dat begin jaren negentig met daadkrachtige nationalisaties van banken in problemen. Japan gaf in hetzelfde decennium het slechte voorbeeld door een bankencrises lang te laten voortslepen.

De Zweedse aanpak leidt tot de laagste kosten voor de belastingbetaler. De overheid krijgt in ruil voor ingrijpen belangen in op lange termijn gezonde ondernemingen. Bovendien voelen aandeelhouders door nationalisatie de pijn. Daardoor wordt investeren in banken die onverantwoorde risico's nemen niet beloond met redding door de overheid.

Het nieuwe fonds van Bos roept daarom nog veel vragen op. Het zou kunnen leiden tot gedeeltelijke nationalisatie van banken. Maar ook tot het redden van banken en hun aandeelhouders met geld van belastingbetalers. Ook vrees ik dat het simpelweg niet zal werken. Maar het is goed dat Bos ingrijpt en niet de markt haar destructieve werk wil laten doen.

Het tijdperk van meer markt, minder overheid, vooral ook in de financiële sector, lijkt voorbij. Meer dan twintig jaar was de overheid het probleem. Nu blijkt diezelfde overheid de oplossing. De oplossing voor spaarders die hun tegoeden zien verdwijnen, maar ook voor het blijven functioneren van ons financieel systeem. Door de nationalisatie van Fortis Nederland en ABN Amro is 30 procent van onze financiële sector in overheidshanden. De Postbank zijn we kwijt, de 'Bosbank' zijn we rijk.

Op de langere termijn zullen er ingrijpende hervormingen moeten komen. Bos hekelde de bonussen in de financiële sector die gericht waren op de korte termijn. Er komt nu een vorm van toezicht van De Nederlandsche Bank op die bonussen. Een concrete uitwerking ontbreekt nog. Daardoor is het gevaar groot dat het door de sterke lobby van de financiële sector vooral business as usual blijft.

Het merkwaardige is dat Bos alleen van de bonussen in de financiële sector de scherpe kantjes wil afhalen. De bonussencultuur was de belangrijkste reden voor de exploderende topsalarissen. De bonussen geven ook een perverse prikkel aan bestuurders om de aandeelhouderwaarde op korte termijn te maximaliseren. Beperking van investeringen, bijvoorbeeld in onderzoek en ontwikkeling, is goed voor de winst op korte termijn. Overnames waarbij bedrijven als ABN Amro gesloopt werden, zijn een teken van falende bestuurders. Maar zij werden er door de bonussen stinkend rijk van. Daarom wil de SP de bonussen ook buiten de financiële sector aanpakken. Maar ze kreeg er nooit politieke steun voor.

De bonussen zijn één onderdeel van het falen van het graaikapitalisme. Het andere is de doorgeschoten macht van de aandeelhouders. Aandelen veranderen gemiddeld binnen één jaar van eigenaar. Aandeelhouders zijn niet gericht op de lange termijn. Het is de reden dat de Europese variant van het kapitalisme, het Rijnlandse model superieur is aan het Angelsaksische aandeelhouderskapitalisme.

Maar ook in Nederland werd de aandeelhoudersmacht in 2004 door de wijziging van de structuurwet radicaal uitgebreid. De PvdA, toen in de oppositie, stemde onder leiding van Bos vóór deze uitbreiding van de aandeelhoudersmacht. De opkomst van private equity en hedgefondsen in Nederland, exponenten van het aandeelhouderskapitalisme, wordt mede hierdoor verklaard. Het diep in de schulden steken van overgenomen bedrijven om de opbrengst aan aandeelhouders uit te keren, heeft terecht tot de benaming 'sprinkhanen' geleid. Bos verdedigde deze agressieve aandeelhouders. Hij heeft wel de mond vol van het Rijnlandse model, maar weigert de macht van de aandeelhouders fundamenteel in te perken. Dat moet juist een van de lessen zijn van deze crisis.

Bos toont zich een niet onverdienstelijk crisismanager. Daarvoor komt hem terecht lof toe. Maar de crisis noodzaakt ons ook de economie fundamenteel te hervormen. Herman Wijffels heeft gelijk dat dit het einde van het fundamentalistisch kapitalisme moet zijn (Voorpagina, 27 september). Dit fundamentalisme moet ook in Nederland worden opgeruimd. Bos zal daarvoor over zijn eigen schaduw moeten heenspringen. Een nascholing in Beetsterzwaag en een parlementaire enquête lijken mij een mooi begin.

Dit artikel verscheen op 15 oktober 2008 in de Volkskrant