Wet op de maatschappelijke onthouding?

Met dank overgenomen van H.P.J. (Henk) van Gerven i, gepubliceerd op vrijdag 16 april 2004.

Op korte termijn wordt de brief van staatssecretaris Ross verwacht over de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De signalen die ons bereiken stemmen niet vrolijk. Wordt het de Wet maatschappelijke onthouding?

door Henk van Gerven, SP-wethouder Volksgezondheid in de gemeente Oss

Ervaringen Wvg

In 1994 werd de gemeente verantwoordelijk voor de Wvg. De Wvg werd neergelegd in een raamwet en ging gepaard met een forse bezuiniging. Dit leidde tot drie belangrijke effecten: meer ingewikkelde regelingen en meer bureaucratie, groeiende verschillen door de decentralisatie en raamwetformulering én een forse verlaging van het voorzieningenniveau.

Wmo zelfde ontwikkeling

Een zelfde ontwikkeling is voorspelbaar bij de invoering van de Wmo. Wat via via doorsijpelt vanuit het ministerie over de nieuwe kabinetsvoornemens doet het ergste vrezen. Kostenbesparing en beheersing zijn uitgangspunt van beleid. Het pakket omvat de Wvg, de huishoudelijke en persoonlijke verzorging (thuiszorg), ondersteunende en activerende begeleiding, diensten bij wonen met zorg en welzijnsgerelateerde hulpmiddelen. Het gaat hierbij om een verschuiving van meer dan 2 miljard euro van de AWBZ en ziekenfondswet naar de gemeente. Besparingen denkt de staatssecretaris te realiseren door de thuiszorg verregaand af te schaffen. De familie en mantelzorg moeten dit weer gaan overnemen net als vroeger.

Ten tweede wordt de Wmo nog globaler geformuleerd dan de Wvg. Het recht op voorzieningen voor de burger zoals deze kan worden afgedwongen in de AWBZ, wordt daarbij een wassen neus. De lokale beleidsvrijheid is immers dermate groot dat cliënten en belangenorganisaties nauwelijks nog in staat zullen zijn op basis van de lokale wet- en regelgeving adequate zorg en voorzieningen af te dwingen. De mensen met een beperking lopen nog meer risico aangezien de rijksoverheid geen prestatie-eisen stelt aan de gemeenten, noch toezicht gaat houden.

Lakmoesproef voor de VNG

Het beheersen van de kosten staat centraal bij de nieuwe Wmo. Cruciaal is de opstelling van de VNG. Vorig jaar was tijdens de algemene ledenvergadering er forse kritiek op de VNG als ‘ambassadeur van rijksbeleid.’ Het bestuur beloofde beterschap. In het meest recente publieke zorgdocument van de VNG van november 2003 ‘Gemeenten voor een gezonde en zelfredzame samenleving’ vervalt ze echter weer in haar ambassadeursrol. Wij lezen daar dat decentralisatie van taken een kans is op de stijgende kosten van de zorg een halt toe te roepen. Als dit uitgangspunt wordt gehanteerd bij de onderhandelingen met het ministerie over de decentralisatie van de Wmo, dan wordt de cliënt de dupe. Deze decentralisatie is een lakmoesproef voor de VNG.

Belang cliënt voorop

Uitgangspunt hierbij moet niet het kostenaspect maar het belang van de cliënt zijn. Deze is gebaat bij een duidelijke helder omschreven wet waarbij de rechten van de burger geborgd zijn. En er zullen voldoende middelen moeten zijn, afgestemd op de reëel bestaande behoefte. Alleen dan kunnen gemeenten hun noodlot - achtervanger te zijn voor haar burgers - met verve dragen. De VNG moet voorkomen dat de Wet maatschappelijke ondersteuning verwordt tot de Wet maatschappelijke onthouding.

Gepubliceerd in Binnenlands Bestuur, 16 april 2004