Raad van Europa en EU: partners in mensenrechten

Met dank overgenomen van M.H.A. (Tineke) Strik i, gepubliceerd op woensdag 28 januari 2009.

Vanmorgen besprak de Assemblee de huidige stand van zaken tussen Georgïe en Rusland. Hoewel Georgië heel wat te verwijten valt bij het begin van de oorlog, is het vooral Rusland dat nu weigert de oorlog te beëindigen. Het land trekt zijn troepen niet terug uit Zuid-Ossetië en Abchazië en laat waarnemers van de OVSE en humanitaire hulp niet toe. Georgiërs worden gedwongen hun huizen en het gebied te verlaten, dus de Russen raken verder in de meerderheid. Het is erg wrang dat twee lidstaten van de Raad van Europa, dat bestaat om de mensenrechten en democratie te promoten, geen centimeter tot elkaar lijken te komen.

Maar juist hun lidmaatschap verdeelt de Raad van Europa zozeer, dat de organisatie niet verder komt dan oproepen tot een ‘echte dialoog’. Dialoog is misschien wel het meest essentiële instrument van de Assemblee. Maar in dit soort gevallen is het dus niet genoeg. De Mensenrechtencommissaris Hammarberg heeft gelukkig wel gezagsvol bemiddeld en zal zich ook bemoeien met de nakoming van de afspraken.

En hoewel de Europese Unie ook niet blaakt van eensgezindheid in het buitenlands beleid, heeft ze in dit conflict gelukkig wel meer slagkracht getoond dan de Raad van Europa. Toch beschouwt de Assemblee de Europese Unie vaker als een bedreiging dan als een aanvulling. De EU-lidstaten stoppen veel meer energie en geld in de Europese Unie, en dat verzwakt de Raad van Europa natuurlijk wel.

Gisterenavond vertelde de president van het Hof voor de Rechten van de Mens, die (samen met de Britse delegatie) bij de Nederlandse ambassadeur te gast was, met hoe weinig middelen zij zaken moeten toetsen aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Uit de 47 lidstaten kwamen vorig jaar 50.000 beroepszaken, en elk jaar groeit dat aantal. Turkije en Rusland zijn grote leveranciers. Het Hof moet deze zaken afhandelen met 600 medewerkers en 47 rechters. Er belanden veel zaken op de stapel, en een lange wachttijd verhoogt niet het gezag van het Hof. Toch is het Hof van enorm groot belang voor de rechtsbescherming van burgers en voor de naleving van mensenrechten door de lidstaten. Het Hof is het enige ‘harde’instrument van de Raad van Europa.

Maar de uitspraken van het Hof zijn ook van wezenlijk belang voor de grondrechten van de Europese Unie, ze maken er onderdeel van uit. Als het Hof lidstaten bijvoorbeeld verbiedt om met bepaalde maatregelen de privacy van burgers te schenden, dan moet ook de Europese Unie die norm respecteren. Het Europees Parlement zou zich hard moeten maken voor een sterk Hof voor de Rechten van de Mens. Zodat het niet bezwijkt onder zijn eigen succes, en ook als mensenrechtengids voor de Europese Unie overeind blijft.

Als de harde kern van de Raad van Europa goed kan blijven functioneren, hoeft de Europese Unie geen bedreiging te zijn. Ze hebben beiden hun eigen rol: de Europese Unie maakt afdwingbare wetten en kan de normen hoger leggen omdat ze ‘maar’met 27 lidstaten is. De EU dient dan als koploper. De Raad van Europa heeft met zijn 47 lidstaten een veel grotere verscheidenheid in huis, en kan niet zonder vergaande compromissen. Maar daar zit de kracht van de dialoog, de brugfunctie tussen West- Europese landen en de Oost-Europese. De Europese Unie heeft een enorm belang bij vergaande samenwerking met haar buurlanden. De aandacht voor democratie en mensenrechten die de Raad van Europa in deze landen heeft, is daarbij onmisbaar.